Vandaag kregen we de andere kant te zien van het vrolijke, immer optimistische Senegalese volk. We namen afscheid van Amadou, 35 jaar, papa van 3 kinderen.
Sinds 3 jaar was hij ziek, met ups en downs maar zonder centen en dus ook zonder medische zorgen. Pas 2 weken geleden hoorden we over hem, zijn familie kwam Veerle en mij om hulp vragen omdat het erg slecht met hem ging en hij naar het ziekenhuis moest. We namen hem mee naar twee plaatselijke ziekenhuizen, een privé kliniek en zelfs naar een "universitair ziekenhuis" in Dakar. Hij had een nierziekte, maar voor een goede diagnose waren bijkomende onderzoeken nodig. De specialist in Dakar schreef extra medicijnen en nog wat bloedanalyses voor en zei dat hij Amadou over 14 dagen wou terug zien. Het feit dat men hem in Dakar, net als in de andere ziekenhuizen, niet wou hospitaliseren stemde ons voorzichtig optimistisch.
De medicijnen sloegen echter niet aan en Amadou ging snel achteruit. Ooit een boom van een kerel, nu amper nog een grasspriet. Hij kon bijna niet meer op zijn benen staan. Zijn handen en voeten hielden steeds meer vocht vast en hij kreeg moeilijkheden om te slikken. We sloegen een voorraad yoghurt, melk, pudding en gesuikerde dranken in en vonden bij de apotheek zelfs astronautenvoeding. Als hij dat binnen kreeg kon hij misschien toch wat aansterken. Zondag ging ik hem bezoeken en zag hij er beter uit. Hij zat rechtop en was aan het eten. We hebben gepraat en zelfs gelachen. Het ging de goeie kant op!
Maandag zou ik terug langsgaan om af te spreken wanneer we de volgende bloedonderzoeken zouden plannen. Aan de telefoon zei zijn broer me al dat het niet goed met hem ging, en toen ik in zijn kamer kwam en hem op zijn dunne matrasje op de grond zag liggen, wist ik direct hoe laat het was. Je moest geen dokter zijn om te zien dat Amadou de nacht niet meer zou doorkomen. Hij was erg kortademig en reageerde niet meer als je hem aansprak. Hij at en dronk niet meer en zijn ogen draaiden alle kanten op. Toch was de familie volop bezig met het plannen van de trip naar het ziekenhuis de volgende ochtend. Ik hield me afzijdig en zei dat voor mij alles goed was. Senegalezen blijven hopen tot de laatste adem, hopen dat 'le bon Dieu' hem nog wat tijd zou geven.
Ik ben naast hem op de grond gaan zitten en heb afscheid van hem genomen. Zonder woorden, want ik wou vooral geen paniek zaaien. Zijn blik zei echter meer dan wat woorden ooit kunnen vertellen. Amadou was stervende en hij wist het...
Dezelfde avond, gisteren, rond 21 uur kreeg ik telefoon van zijn broer. "Dieu a prit son �me, il se repose en paix maintenant".
Zijn lichaam werd naar de moskee gebracht waar het koel bewaard kan worden, en vanmorgen gingen de mannen van het dorp er voor hem bidden. Nadien zijn zij het die zijn lichaam naar de begraafplaats dragen en hem daar begraven. Zonder kist, in witte doeken gewikkeld en op zijn zij, met het gezicht naar Mekka. Intussen verzamelen de vrouwen zich in het ouderlijke huis. Ze vallen mekaar in de armen, huilen en schreeuwen... "hij was nog zo jong". Iets later komen ook de mannen toe en wordt er door "de ouden" van de moskee gebeden. Ik schat dat er tussen de 350 en 400 mensen aanwezig zijn die elk een kleine bijdrage geven aan de familie om het eten van vandaag voor iedereen te kunnen betalen. Ik maak me de bedenking dat we daar misschien niet met z'n allen hadden gezeten moest iedereen zijn kleine bijdrage 3 jaar geleden al hebben gegeven, zodat hij naar de dokter had kunnen gaan... "c'est dure, la vie en Afrique" vertellen de vrouwen me. Ieder van hen heeft in de nabije familie een gelijkaardig verhaal meegemaakt.
Wanneer ik achteraf naar huis wandel bedenk ik me dat ik er eigenlijk nooit echt heb bij stil gestaan hoe evident wij het vinden om verzorgd te worden als we ziek zijn. We stappen het dichtst bijzijnde hospitaal binnen, geven onze SIS- en in het beste geval ook DKV-kaart af en moeten vanaf dan eigenlijk zelf niet meer al te veel nadenken. Kan men ons daar niet helpen dan zal er een ziekenwagen klaar staan die ons brengt naar waar dat wel kan. En ook al hebben we geen geld, niemand zal ons laten sterven. Ik heb nooit een uitgesproken politieke voorkeur gehad voor een bepaalde partij, maar vandaag wil ik uit de grond van mijn hart en namens alle Amadou's ter wereld, de socialisten bedanken. Omdat zij het voor ons ondenkbaar hebben gemaakt dat je kan sterven omdat je arm bent.