Vorige keer zei ik dat het goed ging, en dat ik kleine stapjes vooruit aan het maken ben. Ik was wat te vroeg met juichen, want er is een terugval... Het gaat een aantal dagen goed, en dan ben ik opgelucht. dat ik het einde van de tunnel kan zien, en ik misschien wel terug in de wereld kan staan als een zelfverzekerde, sterke vrouw. Of meisje, ik ben er tenslotte nog maar dertig.... Dat ik mijn huis onder handen kan nemen, en kan opruimen, dat ik terug ga kunnen genieten van de kleine dinges des leven... Maar het probleem is, dat ik geen kleine pasjes kan nemen... Ik sta stil of ik doe aan hordespringen... Ik heb gesprongen, en ben gevallen. Met mijn neus in de realiteit De realiteit waarin ik na een afwasmachine uit te laden, een halfuur moet zitten, omdat ik moe ben. waarin ik weer moeilijker in slaap val, en vaker wakker word. waarin ik huil omdat al mijn toekomstplannen in rook opgaan.. Ik wil zoveel en houd me zo sterk, maar diep vanbinnen weet ik niet meer wat ik wil. Diep vanbinnen zit ik, piepklein, te huilen, omdat ik mijn masker niet durf af te nemen. Omdat de mensen dan gaan zien, dat er in mij helemaal geen goedlachs chineesje zit. En omdat ik bang ben om mezelf tegen te komen, met de realiteit... k ben bang, dat als ik aan de mensen laat zien, wat mij bezighoudt, of waar ik mee worstel, dat ik breek, dat ik mezelf niet meer bijeen kan houden. Dat ik zo uiteen val, dat ik niet meer te lijmen val. Dat ik geen toekomstplannen meer mag maken. Ik voel me zo machteloos, omdat het mij verlamt, omdat ik dit niet in de hand heb. En dus sta ik weeral stil.