Alles terug in de wagen geladen, rijden we via de Sudwala Caves naar de N4 richting Pretoria. Op deze tolroadwordt de snelheid weer opgevoerd om zo snel mogelijk bij Jan en Lisa aan te komen. In de buurt van Middelburg maken we toch nog een ommetje naar Botsabelo waar we een Ndebele dorp te bezoeken.Dit valt wel wat tegen want hier staan enkel wat mooi beschilderde huisjes maar er is niemand aanwezig. Het is misschien omdat het zondag is? Nog een geluk dat we in Pilgrims Rest een paar Ndebele vrouwen konden fotograferen.We vervolgen onze reis zonder uitleg richting Eldoraigne. Daar worden we door Jan en Lisa hartelijk verwelkomt en na het uipakken van de auto, beginnen samen aan het klaarmaken van onze braai. Voor ons is het al een tijdje geleden en we laten het ons goed smaken. Na het verblijf in onze backpakker in Sabie is het wel prettig om weer eens in een luxueuzere omgeving te mogen verblijven en slapen.
Sabie > R 532 Graskop > R 534 Panoramaroute > R 532 naar het noorden volgen Bourkes Luck Potholes>De Drie Rondavels & Mariepskop >en hier draaien we om terug naar Sabie
We maken ontbijt in de keuken en vertrekken daarna richting Graskop dat oorspronkelijk een goudmijnkamp was, maar nu boswinningsgebied is. Sommige van de plantages zijn de grootste, door mens geplante, in de wereld. Wanneer we door het landschap rijden zien we onmetelijk lange lanen van dennen- en eucalyptusbomen. Overal staan borden met de vraag: waarschuwen als je een brand ziet, maar om de 100m is hier wel een klein brandje of smeulend gras. Vandaag is het nochtans niet zo warm als andere dagen.
Graskop is een van de steden langs de Panorama Route. Het ligt schitterend tegen de Drakensberg aan boven de Kowyns Pass. Hier hebben we uitzicht over de bergen en hun loodrechte, bijna rode hellingen.
De Panorama Route is een van de hoogtepunten van onze reis
Het is bijna onbegonnen werk om te beschrijven hoe mooi de 30km lange Blyde River Canyon (de derde grootste in de wereld) wel is. Zijn klippen variëren in hoogte tussen de 600 en 800m vanaf de rivierbedding. Hier zijn een paar heel bijzondere vormen ontstaan, zoals de Pinnacle. Dit is een gigantische stenen toren die zo uit de grond lijkt te komen. Ooit lag zijn top onder zeeniveau.
In de buurt liggen nog twee fantastische uitzichtpunten: Wonder View en Gods Window. Bij Gods Window worden we via een klein pad naar een punt geleid waar we uitkijken over de laagvlaktes die wel 1000 m onder ons ligt. We vergapen ons aan het geweldige uitzicht: echt adembenemend! Zo moet God uit de hemel op aarde neerkijken (werd er gedacht) en daarom heet dit punt Gods venster.
Ondanks de vele toeristische stalletjes is het hier echt waanzinnig mooi.
Vanaf Wonder View kijken we kilometers ver over het regenwoud en om sommige van die uitkijkpunten te bereiken, moeten we een stukje door de jungle wandelen.
De indrukwekkende Bourkes Luck Potholes (kolkgaten) zijn ontstaan door het samenkomen van de Blyde River (rivier van het geluk) en de Treur River (rivier van het verdriet). Het zijn bizarre cilindervormige gaten waaruit de eerste goudzoekers enorme hoeveelheden goud omhoog haalden. Over duizenden jaren zijn deze vormen door draaiend water ontstaan in het gesteente.
Het "drie Rondavels uitkijkpunt (Ook wel eens de "Three Sisters" genoemd) is werkelijk onvergetelijk. De toppen van deze bergketen hebben net de vorm van het dak van rondavels; de traditionele hutten van de Xhosa-stam. Ze zijn door de erosie van zacht gesteente onder een soort kap van harder gesteente komen te liggen. Het lijkt alsof de 'daken' van de heuvels zo boven de kloof uitsteken. Vanaf het punt bij de drie rondavels ziet men de hoogste bergtop van de omgeving, de 1944 meter hoge Mariepskop.
Om 19u schuiven we voor de laatste keer onze stoel aan bij Woodsman en we besluiten om morgen door te reizen naar Jan en Lisa in Eldoraigne. We slagen de Sudwala Caves over maar plannen wel nog een stop in Botsabebo. Zouden we dan toch stilaan onze stal beginnen ruiken?
Sabie >R37 Lydenburg over de Long Tom pas > R36 richting Ohrigstad > tot R 35 richtingPilgrims Rest > watervallenroute > Sabie
Rond 7u zijn we wakker door het licht dat door de armzalige overgordijnen binnenvalt. We brengen een bezoek aan de plaatselijke Spar en het stadje met zijn knusse winkeltjes (Ik koop een halsketting bij een apotheek)
Vanop de top van de Long Tom loopt de Sabie rivier die uitmondt in een waterval en daar werd Sabie gesticht. De naam komt van het Shangaan en betekent "beangstigend" dit vooral omdat er in de rivier veel krokodillen zaten. Tegenwoordig zijn de krokodillen vervangen door forel!
Om 10u zijn we op weg naar Lydenburg via de Long Tom Pass, gelegen op 2.149 m en daarmee de hoogste verharde weg van Zuid-Afrika. Vanaf de top van Mount Anderson kijk je 1000 m naar beneden over Zuid-Afrikas meest uitgestrekte, door de mens aangelegde bos.
Daarna gaat het richting Pilgrims Rest.
Dit dorpje is ontstaan in 1895 en is een typisch voorbeeld van huisvesting uit die periode. Sinds enige jaren is dit dorp een nationaal monument. De goudkoorst in dit gebied duurde slechts vijftig jaar en al wat rest is het gezellige dorpje met veel shops en gezellige restaurants. We vertrekken nadat we nog wat bij de zwartekes in hun stallekes gesnuisterd hebben. Als we bij onze auto aankomen, blijkt die plotseling gewassen en krijgen we prompt een rekening van 70 Rand voorgeschoteld. Geslepen mannekes!.
Mpumalanga ligt hoog en het regent er veel. Hierdoor en dankzij erosie, zijn spectaculaire watervallen ontstaan. Nergens in zuidelijk Afrika bevinden zich zoveel watervallen als hier! De Watervallenroute van ca 100 km voert ons langs schitterende watervallen. We beginnen in Sabie in het noordoosten van Mpumalanga en komen langs de Horseshoe Falls, de Lone Creek Falls en de Bridal Veil Falls..
De Mac-Mac Falls zijn vernoemd naar 2 Schotse goudzoekers. Naar gewoonte moeten we ,ons weer haasten om voor sluitingstijd hier weg te komen. Terug in Sabie gaan we terug om in Woodsman te eten, want in deze backpacker langer blijven dan alleen om te slapen lijkt ons geen goede optie.
Mijn sandalen zijn inderdaad
achtergebleven. We telefoneren naar Sunbird Lodge en zij zullen ze naar de
Hoërskool in Eldoraigne opsturen.
Vandaag besluiten we nog een laatste keer
terug te gaan naar het Krugerpark, maar pas na een rustige voormiddag. We
ontbijten in Jabula Lodge en krijgen daarbij onverwacht gezelschap van 3
zebras. De overschot van de toast gaat eraan en er wordt vlug nog een half
brood bijgehaald. Een van de beestjes hapt naar onze vingers en krijgt pront een
tik tegen zijn neus. We volgen ze het bos in waar ze nog een appeltje krijgen.
Slimme beestjes! Die weten tenminste waar het eten te vinden is. We nemen een
duik in het zwembad en rond 13u staan we aan de Malelane Gate. We doen vandaag
de zuidelijke helft van het park dat slechts een vijfde deel van de totale
oppervlakte van het park beslaat, maar omdat het vanuit Johannesburg
gemakkelijk te bereiken is, komen hier de meeste bezoekers.
Wat zien we vandaag? Krokodillen,
neushoorns, warthogs, vervet aapjes, dwarf mongoose, common duiker (heel klein
bokje), gieren, giraffen en we komen terecht in een kudde olifanten waarvan er
eentje onverwacht luid trompetterend chargeert. Vooruit Jos! De
versnellingspook wordt er bijna uitgesleurd en de olifant bedaart voor wij van
plaats verreden zijn. Jean vloekt op de Zuid Afrikaanse wagens, maar we geraken
levend weg. Stilaan wordt het weer donker en wéér moeten we rijden, nu 90km/h.
De zon is aan het ondergaan en ineens zien we een puppy in het midden van de
straat en de lelijke mama ligt van de warmte van het asfalt te profiteren aan
de zijkant: een hyena met haar jong die zich heeft afgescheiden van een groep. Een
stukje van de Ugly Five, maar toch zo mooi. Na de fotosessie wordt de snelheid
nog wat opgedreven en we halen het niet meer door de volgende verrassing. Twee
blinkende ogen en een lenig lichaam dat zich draait! We denken in de schemering
dat het een leeuw is aan de staart en poten te zien. Als hij naar de kant loopt
om in het hoge gras te verdwijnen, zien we het zeker: onze Big Five is
compleet, want we hebben net een luipaard gezien. Aan de poort mogen we tegen
een norse bewaker mooie woorden geven om nog buiten te geraken. We rijden door
naar Sabie waar we onderdak vinden in Jeugdherberg Sabie Backpackers Lodge 185
Main Street. We eten op zijn Grieks bij Woodsman en vinden om 22u ons bed.
Score
van de Big Five: olifanten + neushoorns + 1 luipaard
Score
van de Ugly Five: hyenas + krokodillen + gieren
s Morgens om 5u zijn we uit te veren,
want we willen om 6u aan de poort staan en het midden van het park bezoeken. Het
middelste deel wordt gekenmerkt door uitgestrekte grasvlakten waar veel
antilopen grazen. Hier leven grote aantallen impalas, zebras, gnoes,
buffels en giraffen. Een aantal van deze dieren vallen ten prooi aan de grote
leeuwenpopulatie die hier rondzwerft
Wat zien we allemaal vandaag:
nijlpaarden, neushoorns, impalas, hopen mieren en mierenhopen, hele bendes
parelhoenderen, bavianen, olifanten, giraffen, vervet apen die in de benen
bijten en een vuilzak uit onze handen sleurt, een kudde van meer dan 100
buffels, kudus, mangoosten, zwarte wildebeesten, waterbokken, Chacma baboons een
steenbokje en warthogs.
Van vogels zagen we de bruine arend, witte
arend, gieren, Crested Barbet, White-fronted Bee-eater, Lilac-breasted Roller,
Green Wood-Hoopoe, Grey Heron, African Jacana, Southern Ground-Hornbill en Cape
Glossy Starlings die uit je hand komen eten en dan voor dood op de grond gaan
liggen.
We zien ook nog een kudde zebras waarbij
er een jong ligt te sterven. Zielig maar de wet van survival of the fittest
geldt ook hier.
We beginnen de moed al op te geven want
de rest van de Big 5 zal niet voor ons zijn, als ik plots in de kant iets bruin
zie en jawel 6 leeuwinnen en 1 leeuw. Ze maken een wandelingetje over het
asfalt en zorgen meteen voor een verkeersopstopping. Na een half uur zijn we ze
meer dan beu, nu moeten we al tegen 80km/u rijden om tegen 18u aan de poort te
geraken en Jean wordt al zenuwachtig. Als we aan Crocodile Bridge uit het park
rijden, hebben we nog 40km in de pikkedonker over een niet geasfalteerde weg
voor de boeg richting Marloth Park. Daar aangekomen wijzen twee heel
vriendelijke negertjes ons de weg na een half uur discussie. Hier krijgen we
een gratis night-drive door een privé-park. Aan de kant van de weg zien we in
onze koplichten zebras en verschillende boksoorten. We komen aan in Jabula
Kruger Lodge379 Kurper street in het Marloth
Park waar we boven in een heel mooi kader nog iets te eten krijgen. Bij het
uitpakken blijk ik mijn sandalen in Sunbird Lodge vergeten te zijn. Dat wordt
morgen de wagen afzoeken en anders heb ik een probleem.
Score
van de Big Five: olifanten + buffels + leeuwen + neushoorns
Score
van de Ugly Five: gieren + krokodillen + warthogs.
We worden vroeg wakker in de backpacker
Daan en Zenas in Phalaborwa. Het wordt onze eerste dag in het Krugerpark. We
laten onze Wildcard zien aan een heel vriendelijke zwarte man, die ons ook een
kaart van het Krugerpark verkoopt. De meeste Zuid Afrikanen zijn allemaal heel
vriendelijke en super beleefde mensen. Eerst iets meer over het Krugerpark zelf.
Dankzij de grote variëteit aan wildlife, een rijke fauna, uitgestrekte savannes
en een lange geschiedenis is het Kruger National Park het meest bezochte wildpark
van Afrika. Het is maar liefst 352 km lang en gemiddeld 60 km breed. Hier leeft de
grootste variëteit aan dieren van het hele continent. De meer dan één miljoen
bezoekers per jaar gaan op zoek naar de Big Five (de leeuw, de olifant,
de buffel, de neushoorn en de luipaard), en wij natuurlijk ook. In totaal zijn
er meer dan 147 soorten zoogdieren, 507 soorten vogels, 120 soorten
reptielen, 52 soorten vissen en 35 soorten amfibieën.
De bedoeling is de eerste dag in noordelijk
richting te rijden. Het noorden van het Krugerpark is een vrij dorre wildernis
met ijzerbomen. Er lopen riviertjes waar nu meestal niet meer dan een zanderige
bodem van te zien is. Het gedeelte boven Punda Maria en Parufi is wellicht het
mooiste gebied van het park, aangezien het hier veel regent en er een
gigantische variëteit aan flora en fauna is.
Als we net binnen de poort zijn, komen we
aan een drinkplaats waar we helemaal alleen zijn. We zien een kudde van 38
olifanten en vaderolifant staat een beetje afzijdig. Na vijf minuten slaat hij
luid trompeterend alarm en in een stofwolk verdwijnen alle olifanten. We kijken
naar de vogels en na een paar minuutjes later keert de oorspronkelijke groep
terug, gevolgd door nog een andere groep. Impressionant. We besluiten hier de
beestjes niet meer te tellen, want dat wordt te moeilijk..
Wat zien we wel nog: zebras, impalas, een
paar dwerg mongooses, waterbokken, nijlpaarden met een babytje; krokodillen,
zwarte wildebeesten, warthogs, giraffen, struisvogels, troepen parelhoenders,
steenbokken en buffels. De hele dag worden we geteisterd door kamikaze vogels
met een gele bek. We besluiten een boek te kopen van vogels, want hoe heten die
smeerlappen!! De geelbek neushoorn vogel en de grijze neushoorn vogel. We
kijken vanaf nu ook naar de vogels: White-fronted Bee-eater, Lilac-breasted
Roller, Grey Go-Away-Bird en de Dark-Backed Weaver. Sommige vinden we niet
terug in het boek maar ze zijn wondermooi en zijn er in massas.
Om 9 u zijn we het park ingereden en we moeten
een beetje gas geven om tegen 18u aan de poort te geraken. We rijden naar de Sunbird
Lodge, 21 Aalwyn StreetPhalaborwa,
1390. Een heel vriendelijke Brit toont ons een heel mooie kamer aan het zwembad
en de verleiding is te groot: we nemen een frisse duik in de maneschijn. Na een
douchke gaan we terug eten in Buffalos. Dit keer zonder wijn over onze broek.
Om 23u liggen we in ons bedje!
Vanuit Nelspruit gaat het richting Lydenburg. We rijden over
de Long Tompas richting Tzaneen. Heel mooi landschap, maar we keren nog terug
naar deze streek nadat we Kruger bezocht hebben. Bij Tzaneen eindigt de
Drakensbergketen met de Magoebaskloof. Wij zoeken naar de kloof die in alle
boekjes aangeprezen wordt, maar vinden alleen een pas. Tzaneen is een echte
Zuid-Afrikaanse zwarte stad met straten vol gaten, voor elke winkel kraampjes
met dikke zwarte madammen. Je kan er zelfs je haar laten knippen op de hoek van
de straat onder het verkeerslicht. Overal loopt het vol volk en iedereen lijkt
wel iets te verschachelen. De meeste kleurlingen zien er net en verzorgd uit
en lachen en wuiven naar ons telkens ze mij met de camera zien. Om zes uur, als
het donker wordt, zitten we nog 60 km van onze eindbestemming. Het wordt dus
weer rijden in de pikkedonker. We hebben niets gereserveerd, maar vinden
onderdak in de backpacker Daan en Zenas in de Bavierstraat in Phalaborwa. We
krijgen een hele bungalow voor ons en de tip om in Buffalos Grill te gaan
eten. We bestellen een flesje rode wijn bij onze T-bone. Bij het bedienen stoot
de kelner een glas om en dat wordt wassen! Terug thuis werk ik wat aan de blog
en Jean geniet van The Texas Chainsaw Masacre: The beginning.