Om 7u staan we aan de poort van Addo Elephant National Park. Toon en Piet betalen elk R100 en de rest gebruikt zijn Wildcard.
Het ontstaan van dit park is best wel triest. Doordat de olifanten continu de oogst van de boeren verwoestten, werd besloten dat alle olifanten doodgeschoten moesten worden! Uiteindelijk waren er nog maar 11 over. Gelukkig begon er één en ander te veranderen en werd besloten om van het dichtbeboste gebied een park te maken. Het begon met 2.270 ha maar nu omvat het 164.000 ha. Het probleem was toen om een olifantenbestendig hek om het park te maken. De toenmalige parkmanager heeft van gebruikte treinrails en liftkabels een hek gemaakt. Dit was succesvol want de Armstrong fence, naar hem vernoemd, wordt nog steeds gebruikt.
We zijn nog maar 10min binnen of we krijgen al onze eerste koedoes te zien. We gaan voor de Big 5, maar beseffen dat dat met maar 9 leeuwen en een paar neushoorns moeilijk zal worden. We krijgen echter meer dan voldoende wild te zien en de olifanten bezorgen ons een paar spannende ogenblikken door net naast onze auto een robbertje te vechten of nieuwsgierig naar onze wageninhoud te komen kijken: Blacky ( Piet ) achter in de auto krijgt weer een angstaanval.
Wat krijgen we nog te zien? Lisa telt: 45 olifanten, 12 rode hartebeesten, 21 struisvogels, 2 zwart-rug jackhalzen, 4 redknobbed coots, 16 zebras, 1 bushbuck, 1 yellow mongoose, 22 meerkatten, 2 Egyptische ganzen, 2 buffels, 27 koedoes, 12 elanden, 3 leopard schildpadden, 24 vervet aapjes, 7 black-headed herons. De warthogs ( aardvarkens) beginnen we te tellen, maar bij 106 stoppen we.
Het kleinste, maar één van de belangrijkste dieren in het park is de beschermde Flightless dung beetle. Deze beetle legt haar eieren in de olifantenpoep. Er staat een boete op het platrijden van deze mestkever, maar het is onmogelijk om ze niet dood te rijden: ze zitten overal.
Om 13u verlaten we het park omdat de jongens willen gaan quaden, maar dat lukt niet dus trekken we voor een tweede keer naar het olifantenpark tot 17u. s Avonds gaan we op restaurant en de mannen proeven van de springbok en het wrattenzwijn. Rond 22u kruipen we onder ons dakje van stro want morgen hebben we allemaal een lange trip voor de boeg. Piet en Toon gaan terug richting Paarl bij Kaapstad omdat hun vakantie erop zit.
Sedgefield > N2 tot Port Elizabeth>R335 naar Addo Elephanth NP
Rond 10 uur zijn we ingepakt en klaar om naar ons eerste Nationaal Park te vertrekken. Voor Knysna stoppen we bij de zwettekes om nog wat souvenirs te jagen. Lisa en Leen kopen een wandtapijtje en Jan vindt een mooi masker. We rijden door naar Knysna. De stad ligt geklemd tussen de Indische Oceaan en de Outeniqua bergen. Haar 21 hectare estuarium en lagune wordt beschermd door de 'Heads', twee monolieten van zandsteen, en de enige (gevaarlijke) plek om de lagune in te varen. Knysna ligt aan een lagune die gevoed wordt door rivieren en de zee, beter gekend als Verenbed, een beschermd vogelgebied. Knysna National Lake Area is eveneens een nationaal beschermd gebied.
We gaan op zoek naar sloefkes (Nikes) voor Piet. Jean vindt echte sloefkes, Jan een pull en Piets sportsloefen worden uiteindelijk ook gevonden. We rijden rond Port Elisabeth en zien niet anders dan Townships. De ene al wat erger dan de andere, maar overal zien we de zwartmensen langs de autostrade lopen, liggen, zitten en spelen. Na wat zoeken, vinden we in Addo The AardVark Guesthouse & Backpackers in Cesars Avenue Addo. We besluiten zelf te koken en gaan op zoek naar een winkeltje voor spaghettibenodigdheden. We komen terecht in een winkel die lijkt op een set van Prison Break. De klanten komen binnen in een getraliede ruimte en de winkelier staat achter de baren. In The AardVark treffen we een onvriendelijke gastvrouw maar een zeer vriendelijke gastheer aan. De spaghetti smaakt al bij al goed en we besluiten de dag met enkele gezelschapsspelletjes. Rond 23u gaan we naar onze rondavels om te slapen. We moeten eerst wel nog wat kakkerlakken verjagen en Leen laat zelfs heel de nacht het licht branden van de schrik.
Tsitsikamma NP wandeling naar uitkijken: rijden over 3 speciale en hoge bruggen (bungee jump) op N2 > terug naar Sedgefield via de Bloukrans Pass en de Grootrivier Pass
Na een stevig ontbijt in ons huisje, maken we ons klaar voor de grote dag. Om 9 uur vertrekken we naar het Tsitsikamma NP waar Jan, Lisa, Piet en Toon hun daredevilskills willen tonen door zich te wagen aan een sprong van de Bloukransbrug. Dit is werelds hoogste bungeejump. De brug is 216m hoog en we vallen 180m diep. Vol spanning trekken we ons beveiligingsharnas aan en stappen met trillende knieën naar het begin van de brug. Hier krijgen we nog snel enkele veiligheidstips. We wandelen over de speciaal aangelegde wandelbrug, die zich onderaan de grote brug bevindt. Aangezien de bodem niet volledig dicht is, maken we al snel kennis met de immense hoogte. Eenmaal op het platform aangekomen, ontmoeten we de rest van het veiligheidsteam en op een stevige beat worden we klaargestoomd. Dit moment is teveel voor Piet zijn zenuwen en hij begint op de muziek rond te springen. Iemand van het team beschouwt dit als een dansje en begint samen met Piet in het rond te huppelen. Jan is het eerste slachtoffer. Terwijl hij de diepte induikt, volgen Lisa, Piet en Toon mee op het scherm. Al snel wordt hij terug opgehaald en vertelt over de geweldige adrenalinekick. Dit maakt de spanning voor de andere alleen nog maar groter. De doodangst staat op Piet zijn gezicht te lezen, maar hij waagt zich toch aan de sprong. Vervolgens duiken ook Toon en Lisa de diepte in. Na nog enkele fotos met de crew, trekken we terug naar vaste grond waar Jean en Leen ons opwachten. We bekijken de fotos en video van onze sprongen en besluiten natuurlijk alles te kopen als herinnering en bewijs van onze gekheid. We willen beschrijven wat we voelden, maar dat lukt niet.
Als de adrenaline wat is gezakt, gaan we op zoek naar de hangbrug over de Stormsrivermond. Ze hebben hier de voorbije zomer veel noodweer gehad zodat alle wandelpaden weggestroomd zijn. Spijtig want dit zou zeker de moeite waard geweest zijn. Op de middag eten we een hamburger bij Steers. We lopen te voet over de John Stauwerbridge en hebben een mooi uitzicht over de kloof. Door wegenwerken geraken we niet aan de parking vanwaar we naar een 800 jaar oude geelhoutboom zouden kunnen wandelen. Als we langs de Bloukrans en de Grootrivier Pass willen terugrijden, zijn deze ook gesloten.
We rijden dan via een stukje Tuinroute naar de Plettenberg Bay. Hier ligt een prachtige kuststreek met diepe baaien, rivieren en lange zandstranden die worden afgewisseld door woeste kliffen en rotsen die zo de zee in lijken te zakken.
Kleurrijke lagunes reiken ver landinwaarts en regenwouden strekken zich uit tot vlakbij de kust met zandduinen, waar een reeks zouthoudende meren ligt.
Het is hier schitterend door de vele soorten bloemen die in bloei staan. Bij het chique Plettenberg Bay krijgen we totaal onverwacht een school dolfijnen in het oog. We beginnen aan een achtervolging tot we op een stukje strand terecht komen waar een rotsmassa tot diep in de zee steekt. We laten onze berggeitallures zien en spurten over de rotsblokken. We krijgen een prachtig schouwspel te zien van zeehonden en dolfijnen die aan het jagen zijn. We worden er weer even allemaal stil van. Het lijkt wel of we een privé voorstelling te zien krijgen. We wachten tot de laatste uit het zicht verdwenen zijn voor we onze tocht terug naar Sedgefield aanvatten.
We rijden door Knysna dat van een klein dorp is uitgegroeid tot een drukke stad met veel hotels, winkels, kleurrijke markten, live muziek en entertainment. Het hele jaar door heerst hier een warm klimaat, maar vandaag is het een miezerige dag met af en toe een regenbuitje.
Deze omgeving wordt gekenmerkt door overweldigende, onbedorven gouden stranden, een indrukwekkend rotsschiereiland, liefelijke lagunes en inheemse bossen. In Sedgefield gaan we terug langs bij de Spar en in ons huisje aangekomen, maken we alles klaar voor een braai. We wachten tot 20u want dan ging gisteren het licht terug aan, maar vandaag is er natuurlijk geen energiepanne. Nadat de hongerige leeuwen een reuze barbecue verorberd hebben, bekijken we de fotos en dvds van de bungeesprong en worden er tot na 24u straffe verhalen verteld.
Mossel Bay (N2)George hier de ChooTjoe trein naar Knysnadoor Wilderness om 9u(5 man met trein 1 met de wagen) Knysna (12u)
Na een lekker ontbijt met een prachtig uitzicht op de baai vertrekken we in Bar-T-Nick om de Outenique Choo Tjoe te nemen die ons van George terug naar Mosselbay brengt. Door overstromingen is het stuk tussen George en Knysna, dat we oorspronkelijk wilden nemen, afgesloten. De trein passeert dan de Garden Route over de beroemde 210 meter lange en 36 meter hoge brug over de Kaaimansrivier, maar dat krijgen we dus niet te zien.
We rijden met een smalspoortrein. Halverwege de rit komen de treinen elkaar tegen en wordt er gestopt om water te tanken. Voor scherpe blikken: de boom zichtbaar in het landschap is een als boom vermomde antenne. Wie vond dit uit? De Zuid-Afrikanen of de Amerikanen?
We hangen uit de raampjes om fotos te nemen. Het enige dat nog ontbreekt om het echt te maken, zijn de cowboys en de indianen, maar we hebben onze eigen cowboy bij: Piet! We lachen ons te pletter als hij in slowmotion naar zijn zonnebril grijpt die uit zijn T-shirt glijdt en onder de trein verdwijnt. Hij verwerkt zijn verdriet zoals hij alles verwerkt; met een dutje.
Al bij al is deze rit een ontgoocheling want het mooiste stuk is gesloten en we rijden door een landschap zonder hoogtepunten. Jean staat ons in Mosselbay op te wachten en we rijden in een trek door naar Sedgefield waar we in Forget-me-not 4 Manila Close, Off Coral Reef Road, on Cola Beach, Sedgefieldslapen. Het is een robuust in hout opgetrokken huis waar we wel met 8 man kunnen slapen. Het heeft een open woonkamer, een terras, een zwembad en een braai met een overdekt terras. Hier zouden we wel een weekje kunnen blijven. We sleuren onze valiezen binnen en maken plannen. Jean en Leen gaan inkopen doen voor een braai voor Toon zijn 21ste verjaardag, Lisa gaat housesitten en het zwembad uitproberen terwijl de 3 jongens gaan quaden. Jean staat een half uur aan het loket om geld af te halen en vindt daarna zijn kaart niet meer terug. Leen betaalt de rekening in de Spar, slaagt er dan nog in om 4000 Rand af te halen met een simpele bankkaart en vindt na een kwartier paniekvoetbal van Jean de kaart terug op het dashbord terwijl Jean al terug in de bank staat na sluitingstijd. Mannen!!!
Terug in onze blokhut (understatement voor blokvilla) gaat Leen het zwembad uitproberen en kort daarna komen de boys terug van het quaden. Ze zijn met een jeep in de heuvels afgezet waar ze meer dan een uur als gekken rondreden. Piet was ontspoord en Toon vloog met zijn quad een mini afgrond in, maar het was ongelofelijk spannend! Nadat ze goed en wel thuis komen, kan Leen beginnen wassen, want ze zitten van kop tot teen onder het stof. De braai wordt aangestoken met echt hout, iedereen helpt mee om de groentjes klaar te maken en we willen net buiten aan tafel gaan als we een energiepanne hebben. We eten in het pikdonker zonder te zien wat we in onze mond steken, maar hebben natuurlijk veel plezier. Jean draait het vlees op de braai en met het licht van theelichtjes proberen we te zien of het genoeg gebakken is, maar de fles vodka vinden we ook zonder licht. Nadat Piet en Toon de vaat gedaan hebben, trekken we naar ons bed met grote verwachtingen voor morgen. De bedden zijn heel mooi opgemaakt, maar die verdomde donsdekens zijn toch snikheet s nachts.
Rond 9u laten we Kaapstad achter ons met het voornemen hier ooit nog eens terug te komen omdat we het zon aangename stad vinden en vooral het schiereiland heeft ons bekoord. We rijden via de N2 en zien kilometers lang krottenwijken. De één al wat meer ontwikkelt dan de andere, maar overal worden ze stilaan voorzien van elektriciteit en water. Je ziet de spanningsdraden naar de platen huisjes lopen en op de hoeken zie je de kraantjes staan. Sommigen proberen het weinige dat ze hebben nog wat op te fleuren door hun barakken in roze, geel, lila, groen, te verven. Ook hier weer wegenwerken, want de Zuid-Afrikanen maken zich op om in 2010 de Wereldbeker Voetbal te organiseren.
Een stukje landinwaarts zien we akkers met goudkleurige tarwevelden, geurige fruitboomgaarden en, het bekendst van alles, rijen wijnstokken op boerenbedrijven waar al eeuwenlang wijn wordt geproduceerd.
We rijden voorbij Swellendam het Bontebok National Park in.
In dit florarijke gebied is de Bontebok heer en meester. Ooit was deze imposante antilope bijna uitgestorven, maar in het begin van de jaren 60 werd de Bontebok beschermd. Op een afstand van zes kilometer van Swellendam en omringd door de Langeberg, werd het Bontebok National Park gesticht. Tussen het kleurrijke fynbos graast de Bontebok die onmiddellijk opvalt door zn helderwitte vlekken op zn kop en poten. Zijn horens lijken een beetje op spijkers en krullen bijna een halve meter de lucht in. Volgens de boekjes zijn s winters de Aloëheuvels een felrode bloemenzee van bittere Aloës, maar nu lijkt het een dor gebied en zien we alleen de winkeltjes met de schoonheidsproducten.
Eens van het grindbaantje waar we meer dat 30 km op zitten, gaan we op zoek naar het excentriek Barrydale.
Dit 'gehucht' ligt vlakbij Ashton en lijkt op het eerste gezicht een idyllisch en vriendelijk boerendorp, maar wie verwacht hier nu gay-café's en zelfs een café genaamd Ronnies Sex Shop?!? Toen een boer het woord 'sex' op de muur van zijn winkeltje met groente en fruit schreef, hoopte hij gewoon de aandacht te trekken.
Zijn verkooptruc werkte iets té goed en ineens stopte er zoveel auto- en motorrijders bij zijn winkel dat hij besloot de boel om te bouwen tot een café. Ronnies Sex Shop is ondertussen een van de vreemdste bars van de Westkaap dat een ruim aanbod aan Zuid-Afrikaanse bieren geeft en uiteraard de onmisbare braai. Wij zoeken heel het dorp af, doorkruisen al de straatjes maar vinden Ronnies Sex Shop niet. Een grote ontgoocheling want een frisse pint lusten we wel bij deze hitte.
We komen terug op de N2 terecht en pikken terug in op de route die naar de Tuinroute leidt die langs de kust van de Indische Oceaan van de Mosselbaai in het westen tot de Plettenbergbaai in het oosten loopt. Landinwaarts strekt het gebied zich uit tot de Outeniqua Mountains.
Om 5u komen we aan in Bar-t- Nique Guest House 82 Rodger Street Mosselbay. We hebben een wondermooi uitzicht over de baai en de haven.
Mosselbaai is de op vier na grootste haven van Zuid-Afrika. Het plaatsje ontleent zijn naam aan de vele mosselen die in de baai groeien. Vroeger was Mossel Bay een geliefd en drukbezocht vakantieoord. Dat is sterk veranderd sinds er voor de kust aardgas wordt gewonnen dat in een grote raffinaderij tot brandstof wordt verwerkt. Mossel Bay is een belangrijk industriecentrum geworden, maar de installaties staan buiten de stad en het karakter van havenstadje is behouden gebleven.
Vlug nemen we onze kamers in en in ons zwempak zoeken we wat verkoeling in het zwembad. Toon en Piet zijn met hun eigen wagen naar Mosselbaai gekomen en vinden ons. We gaan samen iets zoeken om te eten en raken aan het strand verzeild in Kings Ficherman. Lekkere visschotels met een flesje schuimwijn. We luizen van de kelner nog een fles af, want morgen wordt onzen Toon 21 jaar en dat mag niet ongemerkt voorbij gaan.
Cape Town Via M3 naar Kirstenbosch Nationel Botanical Garden > Muizenberg > Simons Town > Boulders (Pinguins)>Cape point > Kommetje > Hout Bay >Camps Bay > Sea Point >Cape Town
Om 9u stipt zijn Piet en Toon aan onze backpacker om mee te gaan voor een toer op het schiereiland. We vertrekken langs een steile klinkerstraat die van het centrum naar de Bo-Kaap loopt, langs huizen met aantrekkelijke 'georgian' gevels. Dit is het hoge deel van Longmarket Street, met de Masjied Boorhaanol Moskee, die uit de jaren tachtig van de 19de eeuw stamt, al is de minaret betrekkelijk nieuw. Er zijn niet minder dan negen moskeeën binnen de grenzen van Bo-Kaap. Dit is een van de oudste woonwijken van Kaapstad en de meeste mensen hier stammen af van slaven, vrije mensen en politieke gevangenen die naar de Kaap werden gestuurd ten tijde van de Hollandse Verenigde Oost-Indische Compagnie, tussen 1668 en 1790.
We gaan op zoek naar de Kirstenbosch National Botanical Garden, maar zien daar een file staan en beginnen het al heel warm te krijgen. We besluiten dan maar om onmiddellijk aan onze toch naar de Kaap De Goede Hoop te beginnen. We slaan wat mondvoorraad in bij "De Spar" in Muizenberg en ontbijten er. Het is al meer dan 30° en nog maar 10u30.
Het eerste stadje dat we op onze route tegenkomen is Simons Town. Dit was een belangrijke uitvalsbasis voor de Britse vloot en nu is er het hoofdkwartier gevestigd van de Zuid-Afrikaanse marine. In de straten en langs het water hangt de sfeer van een Britse havenstad, met restaurantjes die namen dragen als Smugglers Cafe. De hoofdstraat oogt nog altijd koloniaal. Er staan prachtig gepleisterde en in zoete pasteltinten geschilderde huizen, merendeels al honderden jaren oud. We zien een paar van de legerbootjes liggen.
We rijden verder langs een schitterende kust en de fototoestellen klikken.
Verder naar het zuiden komen we terecht in Boulders Beach. Op het, gewoon voor publiek toegankelijke, met rotsen bestrooide witte zandstrand, verkeren zonnebadende Zuid-Afrikanen in het gezelschap van honderden Afrikaanse pinguïns. Ze zitten in inhammen van de rotsen en in putjes in het zand. En we zien ze, volgens de kenmerkende pinguïnmethode, op hun buik in het water schuiven en als dolfijnen met een boogje over het wateroppervlak duiken.
Hun broedseizoen duurt normaal tot augustus, maar dat er ook in andere maanden jongen geboren worden, zien we als we in het naastgelegen natuurreservaat een plankierpad langs de kust volgen. Op vele plekken in het struikgewas zitten jonge, aandoenlijk wollige, pinguïns te wachten op voedsel. Boulders is een van de plaatsen waar de Afrikaanse pinguïn een beschermd leven leidt. Dat is hard nodig, want de populatie van anderhalf miljoen dieren in het begin van de 20e eeuw, is afgenomen tot zon 150.000. In een winkeltje kijken we naar een filmpje over het leven van deze dieren.
Boulders Beach vormt samen met de rest van het Kaaps Schiereiland en de Tafelberg, bij Kaapstad, het nationaal park Cape Peninsula. De pinguïns zijn niet de enige dieren die hier een beschermd bestaan wordt geboden. Onderweg naar de Punt zien we bavianen langs de kant van de weg. Er zitten behoorlijk grote exemplaren bij, die we maar liever niet lijfelijk tegenkomen. Ons einddoel is Kaap de Goede Hoop, een legendarische plaats die beelden oproept van historische zeilschepen die de zeeën bevoeren om de wereld te ontdekken. Hadden ze de Kaap gerond, dan waren ze halverwege de reis tussen Europa en Azië. Deze Kaap is niet, zoals velen denken, de zuidelijkste punt van Afrika. Dat is, meer naar het oosten, Kaap Agulhas.
Van hieruit bereiken we per kabeltrein (Jean en Leen) en te voet(het jong volkje) het veertig meter hoger gelegen Cape Point. We klimmen verder naar de vuurtoren en dan hebben we een prachtig uitzicht op de Kaap, vogelnesten in de rotswand en in de diepte de botsende oceanen. Er staat een straffe wind, die de reden is van de waarschuwing Dangerous Walk aan het begin van het wandelpad, dat een stuk langs de Kaap voert.
Na nog een stukje rijden, komen we bij Kaap De Goede Hoop aan. De schoenen worden uitgegooid en we geraken over de keien tot bij het water, maar niet om te zwemmen. Alleen een echte dappere zou zich hier in de zee wagen, want het water ijskoud en de golven zijn enorm.
In het terugkeren naar Kaapstad nemen we de Chapman's Peak-weg. Dit zullen we ons waarschijnlijk allemaal blijven herinneren als een van de mooiste kustwegen die we ooit te zien zullen krijgen. De baan is uit de bergen gehakt op de plaats waar het zandsteen overgaat in graniet. Als we van het zuiden naar het noorden rijen, zijn er adembenemende uitzichten op de haven van Houtbaai, die veilig ligt weggestopt in een inham van de berg. Langs de gehele route liggen uitzichtpunten waar we stoppen om de spectaculaire klippen te bewonderen en over de zee uit te zien. Hier liggen helderwitte stranden tegen een adembenemende achtergrond van bergen die vrijwel loodrecht naar de zee aflopen, met huizen, appartementenflats en hotels met allerlei kleuren daken die tegen de steile hellingen lijken te kleven. In een van deze baaien wagen we het toch maar om pootje te gaan baden. Leen haar broek is natuurlijk weer kletsnat als ze eruit komt, maar de enige die zich er helemaal in waagt is Piet. Als een echte beer loopt hij het ijskoude water in, maar hij slaagt zijn voet om en ligt daarna als een zielig hondje op het strand. Het is gelukkig niet zo erg en hij kan terug naar de auto pikkelen. De dag daarna is alles weer O.K.
We maken hier een mooie zonsondergang mee en er worden echte fotosessies gehouden. Piet wordt er zelfs week van!
De tocht over het schiereiland vormt een hoogtepunt van ons verblijf in de Kaapprovincie en om 10u komen we doodmoe in Cape Town Bacpackers aan voor onze laatste nacht in deze sympathieke jeugdherberg.
Om 7u loopt de wekker af, want om 8u hebben we aan de kabellift voor de tafelberg afgesproken met Toon Nackaerts en Piet Vanhalst. Dit zijn twee kerels die L.O. doen aan Groep T en 9 weken stage lopen in Paarl bij Kaapstad.
De Tafelberg is één van de beroemdste bergen van de wereld en het symbool van Kaapstad. Deze rare berg torent 1086 m boven de stad uit en is 450 miljoen jaar geleden ontstaan. Hij kreeg door erosie van de zachtere lagen zijn karakteristieke platte vorm.
Het uitzicht vanaf dit plateau is werkelijk fenomenaal. We zien niet alleen uit over Kaapstad, maar ook over het Hely-Hutchinson meer, de Back Table, de False Bay, Cape Point en de Kirschtenbosch National Botanical Gardens.
De platte bovenkant van de Tafelberg is zon drie kilometer breed met Devils Peak in het oosten en Lions Head in het westen. We hebben veel geluk want het is een heel klare dag. Er wordt volop gefotografeerd, we zien een paar dassies en Jan jaagt op de hagedisjes (met een kraag) maar krijgt er natuurlijk geen vast. Het uitzicht is adembenemend mooi en de zon brandt. Het belooft dus nog een hete dag te worden.
We rijden terug naar onze Backpacker en trekken rond 10u30 te voet naar Green Market Square waar de boeren vroeger hun verse producten verkochten, maar waar nu een vlooienmarkt is. Lisa gaat onmiddellijk aan de slag en de rest zou in de grond willen zakken van schaamte. ALLE trukken zijn goed: arme student, gaan werken voor reis te betalen, gratis lesgeven, verkoper beschuldigen van leugens, maar het blijkt te werken. Piet en Toon kopen souvenirs voor het thuisfront. Lisa en Jan kopen onderzetters, kommen, kussenslopen en batikken. Jean en Leen geraken ook op dreef en kopen: een Zulu masker, koppel Invoorkustmaskers, schaal met eitjes, kussenslopen en slabestek. We eten s middags wat junkfood en krijgen nog wat dansjes te zien van Zulukinderen. Beladen trekken we terug door het centrum; er zal weer moeten geschikt worden in de valiezen. We drinken iets in de bar en schuilen tot 17u voor de enorme hitte ( ±40 graden).
s Avonds trekken we naar Victoria en Alfred Waterfront, het meest beroemde en grootste winkelcentrum van Kaapstad. Hier kunnen we echt alles vinden. Van lokale kunst, juwelen, bioscopen, kleding winkels en exclusieve speciaalzaken tot de gewone boodschap. Spijtig genoeg zijn we de lage prijzen van de vlooienmarkt al gewoon, en overstijgt dit de inhoud van onze portemonnee. Naast winkels zijn er ook tientallen leuke restaurants en lunchcafe´s. We zoeken er een van op en eten tagliatelle Al Mare, lasagne en Lisa een reuze chickenburger.
Rond 12 is deze long hot dirty day weer voorbij en Toon en Piet rijden terug naar hun gastgezin.