Doordat Jan zijn grootvader vrijdag 2 mei overleden is besloten we wat vroeger dan voorzien weer naar huis te keren. Nadat we onze verzekering hadden ingelicht, zijn we zaterdag avond terug naar huis gekomen.
Het was een prachtig avontuur en een periode die we heel ons leven zullen koesteren. We hebben geprobeerd jullie allemaal zoveel mogelijk laten mee te genieten via deze blog. Hopelijk is dat een beetje gelukt.
Al heel vroeg in de ochtend loopt de wekker af. We maken ons klaar om samen met Jan en Lisa een bezoekje te brengen aan hun stageschool: Hoërskool Eldoraigne. We worden verwelkomd door meneer Roos, het hoofd van de school, en Sanet, het hoofd van cultuur. Na een kort bezoekje in de personeelskamer, krijgen we een rondleiding doorheen de school. Vooral de kunstklas en het restaurant grijpt onze aandacht. Het schoolrestaurant wordt volledig gerund door leerlingen, zowel de aankleding als het voorbereiden van de maaltijd. In de kunstklas krijgen we enkele projecten van de leerlingen te zien en zijn vol verbazing. De meeste werkjes moeten niet onderdoen voor professionele kunstenaars.
Hierna worden we opnieuw naar de personeelskamer geleid en maken we kennis met enkele leerkrachten. De mensen zijn enorm vriendelijk en nieuwsgierig over onze belevenissen. Ze zijn dan ook heel blij dat we er zo van hebben genoten. Na nog een kort bezoekje aan meneer Roos, waar we onze cadeautjes afgeven, keren we terug huiswaarts. sAvonds maken we nog een lekkere braai klaar en kruipen ons bedje in.
De volgende ochtend kunnen Jean en Leen wat langer slapen, maar Jan en Lisa vertrekken al weer vroeg naar school. In de namiddag springen we allemaal in de auto en rijden naar Rhino and White Lion Nature Reserve. In het park zien we meteen een groep neushoorns, enkele boksoorten, wilde beesten en zebras. We rijden verder door naar de kiosk waar we kennis maken met een groepje babys! In een afgespannen gebied zien we onder een afdakje leeuwenwelpjes en tijgerwelpjes lekker genieten van een middagdutje. We gaan eens rond op het domein en zien dan ook de volwassen tijgers, cheetas, speciale vogels en een nijlpaardje. Vol spanning gaan we terug naar de welpjes en krijgen de kans om met hen te spelen. Hoewel ze op heel dikke katten lijken, blijken hun tandjes en nagels net iets scherper! Om af te ronden brengen we nog een bezoek aan het serpentarium en dan gaan we nog eens op safari. In het grote park zien we enkele leeuwen lekker luieren in het gras, een wilde hond knagen op een been, een familie witte leeuwen en een cheeta.
We verlaten het park en rijden richting Eldoraigne. Meteen wordt er naar de fotos gekeken van de welpjes. Wat zijn ze toch schattig! Nog eens een lekkere braai en dan opnieuw slapen.
Woensdag, Jean en Leen hun laatste dag in Zuid-Afrika. Nog een laatste keer gaan we samen op zoek naar Wild Life. We stappen in de auto en rijden naar Pilanesberg. Daar zien we enkele bokken, wildebeesten, giraffen, een aapje en neushoorns, maar jammer genoeg blijft het hierbij. Gelukkig hebben we onze portie game in het Krugerpark al gekregen. Omdat we toch denken niet veel meer te zien, verlaten we het park en rijden we richting Sun City. We springen nog eventjes de winkel binnen om wat eten te halen voor we het mini Las Vegas van Zuid-Afrika binnengaan. Bij het binnenrijden krijgen we ieder één jeton die we in de stad zelf kunnen gebruiken. We rijden er eventjes door en besluiten dan het entertainment gebouw binnen te gaan. Op weg naar de ingang komen we een bende bavianen tegen. Gelukkig zijn ze meer geïnteresseerd in de vuilnisbakken dan in ons en kunnen we ze rustig voorbij wandelen. Eén maal binnen in het casino nemen we een kijkje en daar blijft het ook bij. We blijven niet lang want het is nog een lange trip en het wordt al donker.
Thuis eten we voor de laatste keer samen in Zuid-Afrika en kruipen dan in ons bedje.
Donderdag ochtend staan we vroeg op. We nemen afscheid want hier eindigt onze reis samen. Jean en Leen vertrekken naar de luchthaven in Johannesburg en Lisa en Jan vertrekken naar school voor een volgende schooldag.
Alles terug in de wagen geladen, rijden we via de Sudwala Caves naar de N4 richting Pretoria. Op deze tolroadwordt de snelheid weer opgevoerd om zo snel mogelijk bij Jan en Lisa aan te komen. In de buurt van Middelburg maken we toch nog een ommetje naar Botsabelo waar we een Ndebele dorp te bezoeken.Dit valt wel wat tegen want hier staan enkel wat mooi beschilderde huisjes maar er is niemand aanwezig. Het is misschien omdat het zondag is? Nog een geluk dat we in Pilgrims Rest een paar Ndebele vrouwen konden fotograferen.We vervolgen onze reis zonder uitleg richting Eldoraigne. Daar worden we door Jan en Lisa hartelijk verwelkomt en na het uipakken van de auto, beginnen samen aan het klaarmaken van onze braai. Voor ons is het al een tijdje geleden en we laten het ons goed smaken. Na het verblijf in onze backpakker in Sabie is het wel prettig om weer eens in een luxueuzere omgeving te mogen verblijven en slapen.
Sabie > R 532 Graskop > R 534 Panoramaroute > R 532 naar het noorden volgen Bourkes Luck Potholes>De Drie Rondavels & Mariepskop >en hier draaien we om terug naar Sabie
We maken ontbijt in de keuken en vertrekken daarna richting Graskop dat oorspronkelijk een goudmijnkamp was, maar nu boswinningsgebied is. Sommige van de plantages zijn de grootste, door mens geplante, in de wereld. Wanneer we door het landschap rijden zien we onmetelijk lange lanen van dennen- en eucalyptusbomen. Overal staan borden met de vraag: waarschuwen als je een brand ziet, maar om de 100m is hier wel een klein brandje of smeulend gras. Vandaag is het nochtans niet zo warm als andere dagen.
Graskop is een van de steden langs de Panorama Route. Het ligt schitterend tegen de Drakensberg aan boven de Kowyns Pass. Hier hebben we uitzicht over de bergen en hun loodrechte, bijna rode hellingen.
De Panorama Route is een van de hoogtepunten van onze reis
Het is bijna onbegonnen werk om te beschrijven hoe mooi de 30km lange Blyde River Canyon (de derde grootste in de wereld) wel is. Zijn klippen variëren in hoogte tussen de 600 en 800m vanaf de rivierbedding. Hier zijn een paar heel bijzondere vormen ontstaan, zoals de Pinnacle. Dit is een gigantische stenen toren die zo uit de grond lijkt te komen. Ooit lag zijn top onder zeeniveau.
In de buurt liggen nog twee fantastische uitzichtpunten: Wonder View en Gods Window. Bij Gods Window worden we via een klein pad naar een punt geleid waar we uitkijken over de laagvlaktes die wel 1000 m onder ons ligt. We vergapen ons aan het geweldige uitzicht: echt adembenemend! Zo moet God uit de hemel op aarde neerkijken (werd er gedacht) en daarom heet dit punt Gods venster.
Ondanks de vele toeristische stalletjes is het hier echt waanzinnig mooi.
Vanaf Wonder View kijken we kilometers ver over het regenwoud en om sommige van die uitkijkpunten te bereiken, moeten we een stukje door de jungle wandelen.
De indrukwekkende Bourkes Luck Potholes (kolkgaten) zijn ontstaan door het samenkomen van de Blyde River (rivier van het geluk) en de Treur River (rivier van het verdriet). Het zijn bizarre cilindervormige gaten waaruit de eerste goudzoekers enorme hoeveelheden goud omhoog haalden. Over duizenden jaren zijn deze vormen door draaiend water ontstaan in het gesteente.
Het "drie Rondavels uitkijkpunt (Ook wel eens de "Three Sisters" genoemd) is werkelijk onvergetelijk. De toppen van deze bergketen hebben net de vorm van het dak van rondavels; de traditionele hutten van de Xhosa-stam. Ze zijn door de erosie van zacht gesteente onder een soort kap van harder gesteente komen te liggen. Het lijkt alsof de 'daken' van de heuvels zo boven de kloof uitsteken. Vanaf het punt bij de drie rondavels ziet men de hoogste bergtop van de omgeving, de 1944 meter hoge Mariepskop.
Om 19u schuiven we voor de laatste keer onze stoel aan bij Woodsman en we besluiten om morgen door te reizen naar Jan en Lisa in Eldoraigne. We slagen de Sudwala Caves over maar plannen wel nog een stop in Botsabebo. Zouden we dan toch stilaan onze stal beginnen ruiken?
Sabie >R37 Lydenburg over de Long Tom pas > R36 richting Ohrigstad > tot R 35 richtingPilgrims Rest > watervallenroute > Sabie
Rond 7u zijn we wakker door het licht dat door de armzalige overgordijnen binnenvalt. We brengen een bezoek aan de plaatselijke Spar en het stadje met zijn knusse winkeltjes (Ik koop een halsketting bij een apotheek)
Vanop de top van de Long Tom loopt de Sabie rivier die uitmondt in een waterval en daar werd Sabie gesticht. De naam komt van het Shangaan en betekent "beangstigend" dit vooral omdat er in de rivier veel krokodillen zaten. Tegenwoordig zijn de krokodillen vervangen door forel!
Om 10u zijn we op weg naar Lydenburg via de Long Tom Pass, gelegen op 2.149 m en daarmee de hoogste verharde weg van Zuid-Afrika. Vanaf de top van Mount Anderson kijk je 1000 m naar beneden over Zuid-Afrikas meest uitgestrekte, door de mens aangelegde bos.
Daarna gaat het richting Pilgrims Rest.
Dit dorpje is ontstaan in 1895 en is een typisch voorbeeld van huisvesting uit die periode. Sinds enige jaren is dit dorp een nationaal monument. De goudkoorst in dit gebied duurde slechts vijftig jaar en al wat rest is het gezellige dorpje met veel shops en gezellige restaurants. We vertrekken nadat we nog wat bij de zwartekes in hun stallekes gesnuisterd hebben. Als we bij onze auto aankomen, blijkt die plotseling gewassen en krijgen we prompt een rekening van 70 Rand voorgeschoteld. Geslepen mannekes!.
Mpumalanga ligt hoog en het regent er veel. Hierdoor en dankzij erosie, zijn spectaculaire watervallen ontstaan. Nergens in zuidelijk Afrika bevinden zich zoveel watervallen als hier! De Watervallenroute van ca 100 km voert ons langs schitterende watervallen. We beginnen in Sabie in het noordoosten van Mpumalanga en komen langs de Horseshoe Falls, de Lone Creek Falls en de Bridal Veil Falls..
De Mac-Mac Falls zijn vernoemd naar 2 Schotse goudzoekers. Naar gewoonte moeten we ,ons weer haasten om voor sluitingstijd hier weg te komen. Terug in Sabie gaan we terug om in Woodsman te eten, want in deze backpacker langer blijven dan alleen om te slapen lijkt ons geen goede optie.
Mijn sandalen zijn inderdaad
achtergebleven. We telefoneren naar Sunbird Lodge en zij zullen ze naar de
Hoërskool in Eldoraigne opsturen.
Vandaag besluiten we nog een laatste keer
terug te gaan naar het Krugerpark, maar pas na een rustige voormiddag. We
ontbijten in Jabula Lodge en krijgen daarbij onverwacht gezelschap van 3
zebras. De overschot van de toast gaat eraan en er wordt vlug nog een half
brood bijgehaald. Een van de beestjes hapt naar onze vingers en krijgt pront een
tik tegen zijn neus. We volgen ze het bos in waar ze nog een appeltje krijgen.
Slimme beestjes! Die weten tenminste waar het eten te vinden is. We nemen een
duik in het zwembad en rond 13u staan we aan de Malelane Gate. We doen vandaag
de zuidelijke helft van het park dat slechts een vijfde deel van de totale
oppervlakte van het park beslaat, maar omdat het vanuit Johannesburg
gemakkelijk te bereiken is, komen hier de meeste bezoekers.
Wat zien we vandaag? Krokodillen,
neushoorns, warthogs, vervet aapjes, dwarf mongoose, common duiker (heel klein
bokje), gieren, giraffen en we komen terecht in een kudde olifanten waarvan er
eentje onverwacht luid trompetterend chargeert. Vooruit Jos! De
versnellingspook wordt er bijna uitgesleurd en de olifant bedaart voor wij van
plaats verreden zijn. Jean vloekt op de Zuid Afrikaanse wagens, maar we geraken
levend weg. Stilaan wordt het weer donker en wéér moeten we rijden, nu 90km/h.
De zon is aan het ondergaan en ineens zien we een puppy in het midden van de
straat en de lelijke mama ligt van de warmte van het asfalt te profiteren aan
de zijkant: een hyena met haar jong die zich heeft afgescheiden van een groep. Een
stukje van de Ugly Five, maar toch zo mooi. Na de fotosessie wordt de snelheid
nog wat opgedreven en we halen het niet meer door de volgende verrassing. Twee
blinkende ogen en een lenig lichaam dat zich draait! We denken in de schemering
dat het een leeuw is aan de staart en poten te zien. Als hij naar de kant loopt
om in het hoge gras te verdwijnen, zien we het zeker: onze Big Five is
compleet, want we hebben net een luipaard gezien. Aan de poort mogen we tegen
een norse bewaker mooie woorden geven om nog buiten te geraken. We rijden door
naar Sabie waar we onderdak vinden in Jeugdherberg Sabie Backpackers Lodge 185
Main Street. We eten op zijn Grieks bij Woodsman en vinden om 22u ons bed.
Score
van de Big Five: olifanten + neushoorns + 1 luipaard
Score
van de Ugly Five: hyenas + krokodillen + gieren
s Morgens om 5u zijn we uit te veren,
want we willen om 6u aan de poort staan en het midden van het park bezoeken. Het
middelste deel wordt gekenmerkt door uitgestrekte grasvlakten waar veel
antilopen grazen. Hier leven grote aantallen impalas, zebras, gnoes,
buffels en giraffen. Een aantal van deze dieren vallen ten prooi aan de grote
leeuwenpopulatie die hier rondzwerft
Wat zien we allemaal vandaag:
nijlpaarden, neushoorns, impalas, hopen mieren en mierenhopen, hele bendes
parelhoenderen, bavianen, olifanten, giraffen, vervet apen die in de benen
bijten en een vuilzak uit onze handen sleurt, een kudde van meer dan 100
buffels, kudus, mangoosten, zwarte wildebeesten, waterbokken, Chacma baboons een
steenbokje en warthogs.
Van vogels zagen we de bruine arend, witte
arend, gieren, Crested Barbet, White-fronted Bee-eater, Lilac-breasted Roller,
Green Wood-Hoopoe, Grey Heron, African Jacana, Southern Ground-Hornbill en Cape
Glossy Starlings die uit je hand komen eten en dan voor dood op de grond gaan
liggen.
We zien ook nog een kudde zebras waarbij
er een jong ligt te sterven. Zielig maar de wet van survival of the fittest
geldt ook hier.
We beginnen de moed al op te geven want
de rest van de Big 5 zal niet voor ons zijn, als ik plots in de kant iets bruin
zie en jawel 6 leeuwinnen en 1 leeuw. Ze maken een wandelingetje over het
asfalt en zorgen meteen voor een verkeersopstopping. Na een half uur zijn we ze
meer dan beu, nu moeten we al tegen 80km/u rijden om tegen 18u aan de poort te
geraken en Jean wordt al zenuwachtig. Als we aan Crocodile Bridge uit het park
rijden, hebben we nog 40km in de pikkedonker over een niet geasfalteerde weg
voor de boeg richting Marloth Park. Daar aangekomen wijzen twee heel
vriendelijke negertjes ons de weg na een half uur discussie. Hier krijgen we
een gratis night-drive door een privé-park. Aan de kant van de weg zien we in
onze koplichten zebras en verschillende boksoorten. We komen aan in Jabula
Kruger Lodge379 Kurper street in het Marloth
Park waar we boven in een heel mooi kader nog iets te eten krijgen. Bij het
uitpakken blijk ik mijn sandalen in Sunbird Lodge vergeten te zijn. Dat wordt
morgen de wagen afzoeken en anders heb ik een probleem.
Score
van de Big Five: olifanten + buffels + leeuwen + neushoorns
Score
van de Ugly Five: gieren + krokodillen + warthogs.
We worden vroeg wakker in de backpacker
Daan en Zenas in Phalaborwa. Het wordt onze eerste dag in het Krugerpark. We
laten onze Wildcard zien aan een heel vriendelijke zwarte man, die ons ook een
kaart van het Krugerpark verkoopt. De meeste Zuid Afrikanen zijn allemaal heel
vriendelijke en super beleefde mensen. Eerst iets meer over het Krugerpark zelf.
Dankzij de grote variëteit aan wildlife, een rijke fauna, uitgestrekte savannes
en een lange geschiedenis is het Kruger National Park het meest bezochte wildpark
van Afrika. Het is maar liefst 352 km lang en gemiddeld 60 km breed. Hier leeft de
grootste variëteit aan dieren van het hele continent. De meer dan één miljoen
bezoekers per jaar gaan op zoek naar de Big Five (de leeuw, de olifant,
de buffel, de neushoorn en de luipaard), en wij natuurlijk ook. In totaal zijn
er meer dan 147 soorten zoogdieren, 507 soorten vogels, 120 soorten
reptielen, 52 soorten vissen en 35 soorten amfibieën.
De bedoeling is de eerste dag in noordelijk
richting te rijden. Het noorden van het Krugerpark is een vrij dorre wildernis
met ijzerbomen. Er lopen riviertjes waar nu meestal niet meer dan een zanderige
bodem van te zien is. Het gedeelte boven Punda Maria en Parufi is wellicht het
mooiste gebied van het park, aangezien het hier veel regent en er een
gigantische variëteit aan flora en fauna is.
Als we net binnen de poort zijn, komen we
aan een drinkplaats waar we helemaal alleen zijn. We zien een kudde van 38
olifanten en vaderolifant staat een beetje afzijdig. Na vijf minuten slaat hij
luid trompeterend alarm en in een stofwolk verdwijnen alle olifanten. We kijken
naar de vogels en na een paar minuutjes later keert de oorspronkelijke groep
terug, gevolgd door nog een andere groep. Impressionant. We besluiten hier de
beestjes niet meer te tellen, want dat wordt te moeilijk..
Wat zien we wel nog: zebras, impalas, een
paar dwerg mongooses, waterbokken, nijlpaarden met een babytje; krokodillen,
zwarte wildebeesten, warthogs, giraffen, struisvogels, troepen parelhoenders,
steenbokken en buffels. De hele dag worden we geteisterd door kamikaze vogels
met een gele bek. We besluiten een boek te kopen van vogels, want hoe heten die
smeerlappen!! De geelbek neushoorn vogel en de grijze neushoorn vogel. We
kijken vanaf nu ook naar de vogels: White-fronted Bee-eater, Lilac-breasted
Roller, Grey Go-Away-Bird en de Dark-Backed Weaver. Sommige vinden we niet
terug in het boek maar ze zijn wondermooi en zijn er in massas.
Om 9 u zijn we het park ingereden en we moeten
een beetje gas geven om tegen 18u aan de poort te geraken. We rijden naar de Sunbird
Lodge, 21 Aalwyn StreetPhalaborwa,
1390. Een heel vriendelijke Brit toont ons een heel mooie kamer aan het zwembad
en de verleiding is te groot: we nemen een frisse duik in de maneschijn. Na een
douchke gaan we terug eten in Buffalos. Dit keer zonder wijn over onze broek.
Om 23u liggen we in ons bedje!
Vanuit Nelspruit gaat het richting Lydenburg. We rijden over
de Long Tompas richting Tzaneen. Heel mooi landschap, maar we keren nog terug
naar deze streek nadat we Kruger bezocht hebben. Bij Tzaneen eindigt de
Drakensbergketen met de Magoebaskloof. Wij zoeken naar de kloof die in alle
boekjes aangeprezen wordt, maar vinden alleen een pas. Tzaneen is een echte
Zuid-Afrikaanse zwarte stad met straten vol gaten, voor elke winkel kraampjes
met dikke zwarte madammen. Je kan er zelfs je haar laten knippen op de hoek van
de straat onder het verkeerslicht. Overal loopt het vol volk en iedereen lijkt
wel iets te verschachelen. De meeste kleurlingen zien er net en verzorgd uit
en lachen en wuiven naar ons telkens ze mij met de camera zien. Om zes uur, als
het donker wordt, zitten we nog 60 km van onze eindbestemming. Het wordt dus
weer rijden in de pikkedonker. We hebben niets gereserveerd, maar vinden
onderdak in de backpacker Daan en Zenas in de Bavierstraat in Phalaborwa. We
krijgen een hele bungalow voor ons en de tip om in Buffalos Grill te gaan
eten. We bestellen een flesje rode wijn bij onze T-bone. Bij het bedienen stoot
de kelner een glas om en dat wordt wassen! Terug thuis werk ik wat aan de blog
en Jean geniet van The Texas Chainsaw Masacre: The beginning.
s Morgens krijgen we heerlijk ontbijt in
het enorme grote huis van de eigenaars. Dit is oud Zuid-Afrikaans geld. We
vertrekken richting Swaziland. We doorzoeken Piet Retrief wel 15 keer voor we
uiteindelijk de juiste weg vinden. De grensformaliteiten zijn niet easy. 4
Controleposten en 4 stempels later komen we een ander wondermooi land binnen.
Swaziland is het kleinste land van
Afrika, met ongeveer één miljoen inwoners. Meer dan negentig procent van de
bevolking bestaat uit Swazi, aangevuld met Zoeloes, Tsonga, Mozambikanen en een
handjevol Europeanen. Het land wordt grotendeels ingesloten door Zuid-Afrika en
grenst verder aan Mozambique.Rivieren hebben zich diep ingesneden en voor een
afwisselend landschap gezorgd met savannes en hoogvlakten.
Wat ons onmiddellijk opvalt, is dat hier geen
townships zijn en dat de zwartjes in mooiere huisjes, met telkens een lemenhut
bij, wonen. Men had ons angst aangejaagd voor de wegen, maar deze blijken beter
te zijn dan de meeste wegen in Zuid-Afrika. Boven op de bergen maken we kennis
met een paar plaatselijke steenkappers. We besluiten een paar mooie souvenirs
te kopen die gemaakt zijn uit soapstone. Juist we voor Zuid-Afrika binnengaan
wordt onze volkswagen terug volgegooid met bezine, en Lisa trekt de aandacht
van een Swazi. Hij vraagt prompt of ze niet geïnteresseerd is om in Swaziland
te trouwen. Wij denken al aan koeien, maar Lisa kiest toch voor haar Blonde
Adonis.Terug 4 grensposten verder
trekken we richting Nelspruit.
Planning: Shakaland blijven tot na ochtendshow om te
vertrekken
Shakaland> eMpangeni > N2 naar Piet Retief
In de vroege ochtend worden we gewekt
door zingende Zulus en vertrekken voor het ontbijt. We zitten terug aan het
zelfde tafeltje van gisteren maar genieten nu van een prachtig uitzicht. Dit
moet een stukje hemel zijn. Het ontbijt is weer een buffet en slagen er niet in
om van alles eens te proeven. Jan en Lisa maken kennis met pancakes with honey.
Er worden nog wat fotos bij het zwembad genomen voor onze knappe gids Mamtufluflu
ons komt ophalen voor ons tweede deel van de toer. We krijgen te zien hoe de
Zulus conflicten uitwerken door een gevecht. Ze vechten met schild, werp- en
handsperen. We krijgen een demonstratie van speerwerpen en daarna maken we
kennis met de verleidingskunsten van de Zulus en daar wordt wat afgeverleid.
Een Zulu man houdt er soms tot 10 vrouwen op na waarvoor hij telkens een elftal
koeien voor moet betalen. 1 Koe heeft hier de waarde van 600. Dure affaire!
Onze Mamtufluflu denkt het bij 2 of 3 vrouwen te houden, meer zouden te duur
en te vermoeiend zijn. Een echt Zulu! We brengen ook nog een bezoek aan de
wapenmaker: de gekste Zulu van allemaal. Die man verdient een Oscar. Als laatste
gaan we naar de medicijnman en witgeverfde zielenknijper. Medicijnman wordt je
van vader op zoon, maar psychiater kan iedereen worden die er een roeping voor
krijgt. Meestal zijn dit vrouwen. Op het einde van de rondleiding worden er nog
wat souveniertjes gekocht voor het thuisfront. We vertrekken na de rekening
betaald te hebben met spijt in het hart. Een unieke ervaring, duur maar toch
een aanrader.
We rijden richting Piet Retief door een
glooiend landschap en zien de lucht van helder blauw veranderen in grijze mist.
Piet Retief is een dorp gelegen in het boswinningsgebied van de Mpumalanga
provincie, aan de grens met Swaziland. De bliksemschichten vliegen ons rond de
oren en de theorie van Faraday wordt nog maar eens uitgelegd door onze twee
fysici. Laat niet staan dat de vrouwen bibberen van de schrik. Maar het kan nog
erger! We komen in een hagelbui terecht die op onze volkswagentje timmert als
een echte mitrailleur. Het landschap wordt wit van de hageleieren. We zijn blij
als we aankomen bij Bossies Inn Guest House 22 Market StreetPiet Retief Mpumalanga. Voor we daargeraken
moeten we eerst door een zwart, zwart, vuil dorp met stukgereden straten.
Gelukkig ligt onze slaapplaats in een iets betere wijk en de vriendelijke
verwelkoming van Shiba, een bokser hond, warmt ons direct op.
We eten een boterham op onze kamer en
kijken samen wat tv voor we vroeg in ons bedje kruipen.
Lisa en Jan willen wel eens gaan zwemmen
in de Indische Oceaan en als Leen gaat betalen,raadt de conciërge ons aan om dat in Cape Vidal te doen omdat daar de
stromingen veel minder sterk zijn. Dit plaatsje ligt 32 km ten noorden van St
Lucia in het Greater St Lucia Westland Park. Cape Vidal heeft een door klippen
beschermd strand en tropische wateren: de ideale plek om te zwemmen en te
snorkelen. Aangezien we door een Wild Park rijden, hopen we natuurlijk nog wat
beestjes te zien. Onderweg gaan we eens een kijkje nemen bij de Mission Rocks, een
geliefde plaats bij de strandvissers. Het is mooie; woeste rotskust. Lisa en
Jan gaan toch pootje baden en Leen en Jean zien vanaf een hoger gelegen punt
een groep dolfijnen voorbij zwemmen. Dus voor de duik in de Oceaan moeten we
door naar Cape Vidal.Onderweg komen we
2 groepen apen tegen die het blijkbaar niet eens zijn over hun territorium, heel
wat heen en weer geloop over de weg en in de bomen samen met een enorm gekrijs
en imponerend gedrag. Na dit oponthoud komen we op het strand aan. Lisa en Jan
vliegen onmiddellijk de enorme golven in
terwijl Jean en Leen gaan wandelen tot aan een rotsbarrière die in zee
verdwijnt. Lisa wil wat van de zon genieten en dus krijgen we gezelschap van
Jan. Tussen de rotsen zijn veel gaten waarin het krioelt van kleine visjes die
onmiddellijk onder en tussen de stenen verdwijnen. Mooi! Omdat we nog naar
Shakaland moeten, wat zeker een uur of drie in beslag zal nemen, vertrekken we
rond half een. In St Lucia gaan we ons nog snel bevoorraden van geld, eten en
benzine en dan vliegensvlug via Empangeni naar de Zulus
Eenmaal aangekomen in Shakaland, worden
we op zn Zulus begroet. De woorden en klanken zijn echter zo vreemd voor ons,
dat het heel moeilijk is deze te onthouden. Na een tromgeroffel, om aan te
kondigen dat er bezoekers zijn, krijgen we onze sleutels en kunnen we op zoek
gaan naar onze bijenkorf. Meteen laden we al onze valiezen uit de auto, want er
begint een rondleiding doorheen een Zulu dorpje. Aan de bar worden we opgehaald
door een knappe gids, gekleed in de typische Zulu-outfit (enkel een koeienvelletje).
We beginnen met een speciaal ritueel, waarbij we allemaal een steentje oprapen,
erop spuwen en het dan op een grote hoop smijten. Indien de steen blijft
liggen, betekend dit dat je geluk zal hebben. Hierna krijgen we wat meer
informatie over de opbouw van het dorp en dan mogen we binnengaan. We zien hoe
de daken van de hutten geweven worden, hoe de jonge meisjes verschillende
potten op hun hoofd dragen én krijgen we de kans om echt Zulubier te proeven.
Natuurlijk nemen we allemaal een slokje en hoewel de smaak apart is, kunnen we
er wel van genieten . van de snuiten die iedereen trekt bij het drinken van dit
brouwsel.
Na de rondleiding, springen we één voor
één de douche in en maken we ons klaar voor het avondeten. Samen met het hoofd
van de Zulus en zijn bodyguards worden we de zaal binnengeleid. Omdat ze
zeker willen zijn dat het eten lekker is, proeft de chef Zulu eerst, maar wij denken
dat het is om de beste stukjes te hebben. Als alles goed is, mogen wij ook
aanschuiven. Een uitgebreid buffet staat klaar voor ons dus we kunnen onze
buikjes goed vullen. Voldaan wachten we op het laatste spektakel van de avond.
Jan en Lisa moeten nog snel iets halen in de hut en komen op hun pad iemand
heel bijzonder tegen. Een gigantische stier staat lekker te grazen naast het
baantje. Heel voorzichtig wandelen ze heen en weer en komen dan weer aan bij de
bar. De groep Zulus staat ondertussen al klaar om ons naar de grootmoederhut
te leiden. Hier krijgen we een voorstelling van verschillende dansen. Ook de
jongsten nemen deel aan deze dansen. We mogen zelf eens proberen om mee te
doen, maar wijselijk laten we dit over aan enkele Amerikanen.
Na de korte, maar zeer amusante show,
worden we door de groep opnieuw naar de bar geleid. We besluiten meteen naar
ons hutje te gaan en in bed te kruipen. We zijn weeeeeeeer doodop.
Vanmorgen zijn Jan en Lisa reeds rond 7uur uit de veren en Jean en Leen een half uurtje later. Voor we vertrekken voor een boottocht op Lake St Lucia wordt er met de overschot van de tonijn, tonijnsla gemaakt.Om 9u15 vertrekt onze boot, een platbodem op het principe van een catamarang voor de stabiliteit en bestuurt door een vrouwelijke schipper. Het gigantische Lake St Lucia is een van grootste zoetwatermeren van Afrika. We zien er allerlei waad- en andere watervogels. Hier leven ook zon 1500 krokodillen en 2100 nijlpaarden: de grootste concentratie krokodillen en nijlpaarden van zuidelijk Afrika. Het eerste wat we te horen krijgen, is dat we zeker nijlpaarden zullen zien en misschien krokodillen, als ze zich niet verstoppen.We zien eerst een koppel visarenden en wat verder hebben we geluk en zien een paar kleine krokodillen die op de zandbanken aan het zonnen zijn.Ons eerste nieuwtje over deze dieren is, dat als ze een goede maaltijd gehad hebben, ze tot een jaar zonder eten kunnen overleven. Als we onder een brug doorvaren merken we aan de onderkant enorm veel zwaluwnesten op.Wat verderop ontmoeten we de eerste nijlpaarden: een mannetje met twee vrouwtjes en op de oever liggen 2 volwassen krokodillen. We krijgen ook een tweede koppel visarenden te zien: als een van de twee sterf laat de andere zichzelf uithongeren tot hij ook sterft (Dit is pas liefde!). Omdat de nijlpaarden niet van plan zijn om zich te laten fotograferen, besluit onze schipper naar een andere groep wat verderop te varen. Op een eilandje zien we een paar reigers, een Goliat heron en dan een hele groep nijlpaarden.
We ontmoeten hier een Engels koppel dat onder hun tweetjes 7 weken door Zuid-Afrika, Namibië en Zimbabwe trekt. Ze hebben zo al Nieuw-Zeeland en Australië gedaan en ze gaan ons wat info doormailen (als ze nog ooit thuis raken).
Na de fotosessie keren we terug naar ons vertrekpunt.
Om 11u15haasten we ons met de auto naar het strand waar Lisa en Jan verwacht worden om een strandrit te paard te maken.Leen en Jean maken tijdens dit uur een wandeling langs het strand en gaan pootje baden in de Indische Oceaan (onze derde oceaan). De jeugd vindt het prachtig om langs de waterlijn te draven en om door de zee in stap terug te komen.
Omdat we al om 13u terug op ons appartement zijn om een douche te nemen, besluiten we om nog een bezoek aan het nabijgelegen Hluhluwe/Umfolozi Game Reserve te brengen waar we om 14u30 binnen rijden. Het is wel geen NP en toch mogen we gratis binnen met onze Wildcard. Leen koopt wel een boekje met kaarten en afbeeldingen van de beestjes. We hopen toch nog wat dieren te zien te krijgen want om 18u moeten we buiten zijn.
Hluhluwe/Umfolozi Game Reserve is één van de belangrijkste plekken in Afrika voor neushoorns. Het is het oudste wildpark in Zuid-Afrika en het enige park in KwaZulu Natal waar de Grote Vijf voorkomt. Het noordoostelijke Hluhluwe-deel en het zuidwestelijke Umfolozi-deel, die niet lang geleden zijn samengevoegd, worden gescheiden door een weg die door het midden van het park loopt en ze hebben samen een oppervlakte van 960 km².
Wij bezoeken het Zuidelijke deel dus het Umfolozi-deel. Het park heeft een gevarieerd landschap, met dichte bossen, droge bushvelden en open Savanne. Typisch voor het zuidelijke Umfolozi-deel zijn diepe valleien en de Witte en Zwarte Umfolozi Rivieren die erdoorheen lopen. De weelderige begroeiing op de rivierbanken wordt afgewisseld met drogere savanne, bosgebied en graslanden.
In de jaren 1960 startte het park Operatie Neushoorn en werd wereldwijd bekend door het behoud van de witte neushoorn. De populatie groeide van 500 in 1960 tot het huidige aantal van bijna 6000. Eén vijfde van de wereldpopulatie zwarte en witte neushoorns bevindt zich nu in het park. Wij krijgen er een paar te zien samen metbuffels, giraffen, zebras, gnoes, samango apen, kudus, verschillende bokken en impala-soorten en een grote arend waarvan we de naam niet vinden.
We raken net om 18u aan de poort nadat Jean een race gehouden heeft tijdens de laatste kilometers van het park. Op tien minuten tijd is het hier echt pikdonker en gevaarlijk rijden op de banen. De zwartjes blijven langs die donkere banen lopen en we kunnen ze echt niet zien. We proberen altijd achter een ander wagen te rijden zodat we in die voorganger zijn lichten kunnen kijken.
Tegen 20u brandt het vuur al in onze braai in Kings Palace in St.Lucia en eten we de rest van de visbuit van gisteren verder op. Nu voor ons even geen vis meer!!!
Om 5u wekt Jan zijn gsm ons(de wekker is in Mosselbaai achter gebleven). Vlug een boterham gegeten en een pilletje tegen reisziekte geslikt. Om 5u30 wordt er voor de deur van ons appartementje getoeterd. Barend staat naast zijn jeep met daarachter Wave Dancer: een knalrode boot op een trailer. We vertrekken volle gas door het stadje richting strand waar we plots merken dat één van de banden van de trailer plat staat. Eerst wordt er gepompt, maar zo kan de jeep de boot niet achterwaarts in de zee krijgen want hij staat al teug plat. Het reservewiel wordt bovengehaald en geplaatst, maar dan zien we dat de andere band ook plat staat: Zuid-Afrikanen vloeken niet!
Met de jeep wordt een andere band bijgehaald en dit allemaal in een verbazingwekkend tempo. We zien een paar andere boten het water in gaan en rond 7u is bij ons alles klaar en gaat ook ons rood bootje het water in. We springen erin, krijgen een reddingsvest en moeten plat op de grond gaan zitten. De anderen die we zagen wegvaren, mochten op de kant blijven zitten, maar we hebben al snel door waarom wij dat niet mogen; we hebben een blonde Zuid-Afrikaanse Duracell-schipper getroffen. Na even warmdraaien, moeten we ons vasthouden aan alles wat niet los hangt. We zoeken telkens een gat tussen de golven, maar vliegen dan nog wel 1 à 2m hoog over de golven. Ongelooflijk. Die man denkt dat hij in Parijs op de Seine een racewedstrijd aan t varen is. We varen ongeveer 10km van de kust weg en de vislijnen worden bovengehaald. We krijgen allemaal instructies wat ons te doen staat en de lijnen (5) worden uitgezet terwijl we aan een gezapig gangetje verder varen. We zien scholen vliegende visjes en sardientjes. Soms zien we grote vissen boven water komen: ze lachen ons uit terwijl wij maar wachten! De eerste die beet heeft is Jan; hij haalt een Yellow Fin Kingfish boven. Een hele mooie vis met gele vinnen en de vrouwen worden al week, maar geen medelij want hij gaat de buitbak in. De zus van de schipper is mee uitgevaren en zij hangt al een kwartier over de railing!! Heeft zij misschien voor het juiste aas gezorgd? Een kwartiertje later haalt Jean met heel veel moeite een vis boven. Er wordt gegrapt over The old man and the sea, maar we lachen niet meer als hij een tonijn van 70cm over de kant sleurt. De dolfijnen komen dichterbij zwemmen en jagen op dezelfde vissen als wij dus wordt er besloten nog verder in zee te gaan en aan reaf fishing te doen. 0p een diepte van ± 50m wordt er met enorme lijnen met een lood van 3kg tussen de koralen gevist, maar nu legt hij de boot stil. Zijn zus ligt al een uur of 3 te zieltogen, maar na nog een uurtje of twee beginnen ook Lisa en Leen hun magen op te spelen. Ze proberen zich dapper te houden, want de mannen zijn door het dolle heen.
22 vissen sleuren ze al boven waaronder 4 haaien die terug het water ingaan. Jan haalt een haai van 1m40 boven, maar toen was de schipper snel om te vermijden dat we werden gebeten en de schipper snijdt hem de keel over voor hij weer het water ingaat. Spijtig genoeg is Leen te traag om een foto te nemen van deze kanjer. Rond 12u varen we tegen topsnelheid naar een ander rif en de dames kikkeren weer even op door het frisse windje, maar na nog een uurtje dobberen en bakken besluiten we terug naar de vaste grond terug te keren. De mannen hadden immers tot morgen willen verder vissen. Tegen 14u hebben we de branding overwonnen en trekken we de boot terug op het droge met de jeep. De blanken hebben hier inderdaad kabouters, want de banden zijn gewisseld en gemaakt. Barend neemt ons mee naar zijn huis en daar is een zwartje die onze vis vliegensvlug kuist. We laten een groot deel van de buit bij hem achter, maar nemen van elke soort toch een vis mee voor de braai. Hij brengt ons naar huis en na een doucheke werpen we al onze kleren in het bad, want tijdens ons laatste gevecht met de branding zijn we van kop tot teen nat geworden. We rusten even uit: de vrouwen op hun bed en de mannen in het zwembad. Een uurtje later trekken we stad in op zoek naar een internet cafée en Jan kan aan de slag terwijl de anderen wat rondlopen in het stadje. In de Spar wordt wat mondvoorraad aangeschaft en terug thuis gaat onze Jan te werk als een echte chef-kok. Dat wordt vingers aflikken en daarna smeren we allemaal als gekken want de zon heeft zijn sporen nagelaten. Voldaan kruipen we nog even achter de tv, maar dat houden we niet lang vol; het was deze morgen vroeg en morgen wacht ons weer een drukke dag.
We worden rond 7u wakker en maken ons snel uit de voeten. Nu pas merken we welk schitterend uitzicht we van hier hebben. We sliepen in Hiberdene bovenop een heuvel die uitkijkt op een prachtig wit zandstrand met op de achtergrond de bergen. Adembenemend mooi.
Na een uurtje rijden komen we langs Durban, maar we hadden vooraf afgesproken de grote steden niet aan te doen (Kaapstad was een uitzondering) en vooral van de natuur te genieten. De steden zijn dus voor een volgende keer.
Om 13u hebben we Kings Palace gevonden in Flamingo Street, St. Lucia, Zululand,KwaZulu-Natal. Ze willen ons twee appartementjes geven voor de prijs van één, maar we vinden het gezelliger samen en we hebben ruimte zat. Onze valiezen binnen en onmiddellijk het zwembad in ook al is het hier bewolkt. De lucht voelt heet en vochtig aan. We zitten dan ook in Greater St Lucia Wetland Park.
Het Greater St Lucia Wetland Park werd in december 1999 als eerste park van Zuid-Afrika op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Het is een verbazingwekkend natuurfenomeen met vijf ecosystemen binnen een relatief klein gebied van 260.000 ha. Hier zijn koraalriffen, strand- en kustbossen, zout- en zoetwatermoerassen, open riviermondingen, weelderige kustvlaktes en drogere bosgebieden. Dikke beboste kustduinen, waarvan sommige tot de grootste begroeide duinen ter wereld behoren, scheiden de zee van het land langs de 280 km lange kust.
Na de afkoeling van het zwembad trekken we op verkenning door het dorpje en plannen de volgende dagen: een boottocht door het nijlpaarden en krokodillengebied, diepzee vissen en Jan en Lisa gaan een uurtje paardrijden op het strand. Opgewonden zoeken we een restaurantje en komen zo in The Ocean Basket terecht. Visschotels voor iedereen voor R400 en Jan krijgt 24 scampis, 6 supermosselen, inktvisjes, 3 verschillende soorten vis en frietjes voorgeschoteld. Gelukkig heeft hij een broek met een elastiek in!!! Rond 10u gaan we slapen maar we slapen onrustig, want morgenvroeg worden we om 5u30 al opgehaald door Barend Verster!
Addo > R342 > Paterson > N10 Ncanara > N 2> Grahamstown >East London > Mthatha > Port Shepstone
Om half 8 laten we het Aardvark achter ons. We hebben een zoveelste krachtpanne en de eigenaars vertellen ons eerst nog wat over de levenswijze van de Zuid-Afrikanen. Ze komen uit Londen en willen na 3 jaar hun backpacker verkopen om te emigreren naar Australië en dit uit pure frustratie door de Afrikaanse mentaliteit. Het land kreunt onder de problemen maar de regering is erg kortzichtig en het onveiligheidsgevoel komt vooral door de inwijkelingen van Mozambique en Zimbabwe. De kleurlingen leven voor de dag van vandaag zonder zich zorgen te maken om morgen. Op die manier zal het nog lang duren voor het hier terug stabiel wordt volgens de Zuid-Afrikanen zelf.
We rijden richting East London (Eastern Cape) en daarna naar Mthatha (KwaZulu-Natal). We zien een wondermooi groen glooiend landschap dat stilaan op de heuveltoppen vol komt te staan met kleurrijke huisjes. In elk dorpje zien we massas kleurlingen, maar er is geen enkele blanke meer te bespeuren: we zitten in echt zwart-Afrika. Overal zijn marktjes waar ze alles, maar dan ook alles verkopen. Op de hoek van de straten wordt er gekookt en daarna proberen ze de malse maïs te verkopen. Overal lopen koeien, geiten en zelfs paarden over de weg en de hoeder zit er op zijn gat in de kant bij. We moeten niet meer alleen opletten voor slaggaten (gaten in het wegdek), maar ook voor loslopend vee. De kleurlingen lopen langs de autostrade (!?) te flaneren zoals wij op de Champs Elisée in Parijs. Autostrades zijn hier twee rijvakken met aan de zijkant een pechstrook achter een gele streek. Alleen weten ze hier niet voor wat die doorlopende streep dient en wordt er dus duchtig op ingehaald. Vooral de taxis met zwartjes in, soms wel met 15 in één bestelwagen, rijden als echt kamikaze. We merken dat op plaatsen de scholen al terug open zijn, want sommige kinderen lopen in hun uniform op de pechstrook. Het vakantiesysteem verschilt hier van provincie tot provincie en dan is er nog verschil tussen de scholen.
Op de middag eten we vlug een hamburger en rijden door naar Port Shepstone waar we in het pikkedonker, om 19u, bij een primitieve backpacker aankloppen. We hadden vooraf niets geboekt omdat we niet wisten hoe we zouden vorderen , maar we legde toch 860km af. Onze twee chauffeurs hebben schitterend werk geleverd want we leven nog allemaal!! We eten een boterham, schrijven de blog en kruipen in ons bed met 4 samen. Gelukkig moeten we hier maar één nachtje blijven, maar zo sparen we centen om morgen of de dag daarna weer eens iets speciaals te doen.
Om 7u staan we aan de poort van Addo Elephant National Park. Toon en Piet betalen elk R100 en de rest gebruikt zijn Wildcard.
Het ontstaan van dit park is best wel triest. Doordat de olifanten continu de oogst van de boeren verwoestten, werd besloten dat alle olifanten doodgeschoten moesten worden! Uiteindelijk waren er nog maar 11 over. Gelukkig begon er één en ander te veranderen en werd besloten om van het dichtbeboste gebied een park te maken. Het begon met 2.270 ha maar nu omvat het 164.000 ha. Het probleem was toen om een olifantenbestendig hek om het park te maken. De toenmalige parkmanager heeft van gebruikte treinrails en liftkabels een hek gemaakt. Dit was succesvol want de Armstrong fence, naar hem vernoemd, wordt nog steeds gebruikt.
We zijn nog maar 10min binnen of we krijgen al onze eerste koedoes te zien. We gaan voor de Big 5, maar beseffen dat dat met maar 9 leeuwen en een paar neushoorns moeilijk zal worden. We krijgen echter meer dan voldoende wild te zien en de olifanten bezorgen ons een paar spannende ogenblikken door net naast onze auto een robbertje te vechten of nieuwsgierig naar onze wageninhoud te komen kijken: Blacky ( Piet ) achter in de auto krijgt weer een angstaanval.
Wat krijgen we nog te zien? Lisa telt: 45 olifanten, 12 rode hartebeesten, 21 struisvogels, 2 zwart-rug jackhalzen, 4 redknobbed coots, 16 zebras, 1 bushbuck, 1 yellow mongoose, 22 meerkatten, 2 Egyptische ganzen, 2 buffels, 27 koedoes, 12 elanden, 3 leopard schildpadden, 24 vervet aapjes, 7 black-headed herons. De warthogs ( aardvarkens) beginnen we te tellen, maar bij 106 stoppen we.
Het kleinste, maar één van de belangrijkste dieren in het park is de beschermde Flightless dung beetle. Deze beetle legt haar eieren in de olifantenpoep. Er staat een boete op het platrijden van deze mestkever, maar het is onmogelijk om ze niet dood te rijden: ze zitten overal.
Om 13u verlaten we het park omdat de jongens willen gaan quaden, maar dat lukt niet dus trekken we voor een tweede keer naar het olifantenpark tot 17u. s Avonds gaan we op restaurant en de mannen proeven van de springbok en het wrattenzwijn. Rond 22u kruipen we onder ons dakje van stro want morgen hebben we allemaal een lange trip voor de boeg. Piet en Toon gaan terug richting Paarl bij Kaapstad omdat hun vakantie erop zit.
Sedgefield > N2 tot Port Elizabeth>R335 naar Addo Elephanth NP
Rond 10 uur zijn we ingepakt en klaar om naar ons eerste Nationaal Park te vertrekken. Voor Knysna stoppen we bij de zwettekes om nog wat souvenirs te jagen. Lisa en Leen kopen een wandtapijtje en Jan vindt een mooi masker. We rijden door naar Knysna. De stad ligt geklemd tussen de Indische Oceaan en de Outeniqua bergen. Haar 21 hectare estuarium en lagune wordt beschermd door de 'Heads', twee monolieten van zandsteen, en de enige (gevaarlijke) plek om de lagune in te varen. Knysna ligt aan een lagune die gevoed wordt door rivieren en de zee, beter gekend als Verenbed, een beschermd vogelgebied. Knysna National Lake Area is eveneens een nationaal beschermd gebied.
We gaan op zoek naar sloefkes (Nikes) voor Piet. Jean vindt echte sloefkes, Jan een pull en Piets sportsloefen worden uiteindelijk ook gevonden. We rijden rond Port Elisabeth en zien niet anders dan Townships. De ene al wat erger dan de andere, maar overal zien we de zwartmensen langs de autostrade lopen, liggen, zitten en spelen. Na wat zoeken, vinden we in Addo The AardVark Guesthouse & Backpackers in Cesars Avenue Addo. We besluiten zelf te koken en gaan op zoek naar een winkeltje voor spaghettibenodigdheden. We komen terecht in een winkel die lijkt op een set van Prison Break. De klanten komen binnen in een getraliede ruimte en de winkelier staat achter de baren. In The AardVark treffen we een onvriendelijke gastvrouw maar een zeer vriendelijke gastheer aan. De spaghetti smaakt al bij al goed en we besluiten de dag met enkele gezelschapsspelletjes. Rond 23u gaan we naar onze rondavels om te slapen. We moeten eerst wel nog wat kakkerlakken verjagen en Leen laat zelfs heel de nacht het licht branden van de schrik.
Tsitsikamma NP wandeling naar uitkijken: rijden over 3 speciale en hoge bruggen (bungee jump) op N2 > terug naar Sedgefield via de Bloukrans Pass en de Grootrivier Pass
Na een stevig ontbijt in ons huisje, maken we ons klaar voor de grote dag. Om 9 uur vertrekken we naar het Tsitsikamma NP waar Jan, Lisa, Piet en Toon hun daredevilskills willen tonen door zich te wagen aan een sprong van de Bloukransbrug. Dit is werelds hoogste bungeejump. De brug is 216m hoog en we vallen 180m diep. Vol spanning trekken we ons beveiligingsharnas aan en stappen met trillende knieën naar het begin van de brug. Hier krijgen we nog snel enkele veiligheidstips. We wandelen over de speciaal aangelegde wandelbrug, die zich onderaan de grote brug bevindt. Aangezien de bodem niet volledig dicht is, maken we al snel kennis met de immense hoogte. Eenmaal op het platform aangekomen, ontmoeten we de rest van het veiligheidsteam en op een stevige beat worden we klaargestoomd. Dit moment is teveel voor Piet zijn zenuwen en hij begint op de muziek rond te springen. Iemand van het team beschouwt dit als een dansje en begint samen met Piet in het rond te huppelen. Jan is het eerste slachtoffer. Terwijl hij de diepte induikt, volgen Lisa, Piet en Toon mee op het scherm. Al snel wordt hij terug opgehaald en vertelt over de geweldige adrenalinekick. Dit maakt de spanning voor de andere alleen nog maar groter. De doodangst staat op Piet zijn gezicht te lezen, maar hij waagt zich toch aan de sprong. Vervolgens duiken ook Toon en Lisa de diepte in. Na nog enkele fotos met de crew, trekken we terug naar vaste grond waar Jean en Leen ons opwachten. We bekijken de fotos en video van onze sprongen en besluiten natuurlijk alles te kopen als herinnering en bewijs van onze gekheid. We willen beschrijven wat we voelden, maar dat lukt niet.
Als de adrenaline wat is gezakt, gaan we op zoek naar de hangbrug over de Stormsrivermond. Ze hebben hier de voorbije zomer veel noodweer gehad zodat alle wandelpaden weggestroomd zijn. Spijtig want dit zou zeker de moeite waard geweest zijn. Op de middag eten we een hamburger bij Steers. We lopen te voet over de John Stauwerbridge en hebben een mooi uitzicht over de kloof. Door wegenwerken geraken we niet aan de parking vanwaar we naar een 800 jaar oude geelhoutboom zouden kunnen wandelen. Als we langs de Bloukrans en de Grootrivier Pass willen terugrijden, zijn deze ook gesloten.
We rijden dan via een stukje Tuinroute naar de Plettenberg Bay. Hier ligt een prachtige kuststreek met diepe baaien, rivieren en lange zandstranden die worden afgewisseld door woeste kliffen en rotsen die zo de zee in lijken te zakken.
Kleurrijke lagunes reiken ver landinwaarts en regenwouden strekken zich uit tot vlakbij de kust met zandduinen, waar een reeks zouthoudende meren ligt.
Het is hier schitterend door de vele soorten bloemen die in bloei staan. Bij het chique Plettenberg Bay krijgen we totaal onverwacht een school dolfijnen in het oog. We beginnen aan een achtervolging tot we op een stukje strand terecht komen waar een rotsmassa tot diep in de zee steekt. We laten onze berggeitallures zien en spurten over de rotsblokken. We krijgen een prachtig schouwspel te zien van zeehonden en dolfijnen die aan het jagen zijn. We worden er weer even allemaal stil van. Het lijkt wel of we een privé voorstelling te zien krijgen. We wachten tot de laatste uit het zicht verdwenen zijn voor we onze tocht terug naar Sedgefield aanvatten.
We rijden door Knysna dat van een klein dorp is uitgegroeid tot een drukke stad met veel hotels, winkels, kleurrijke markten, live muziek en entertainment. Het hele jaar door heerst hier een warm klimaat, maar vandaag is het een miezerige dag met af en toe een regenbuitje.
Deze omgeving wordt gekenmerkt door overweldigende, onbedorven gouden stranden, een indrukwekkend rotsschiereiland, liefelijke lagunes en inheemse bossen. In Sedgefield gaan we terug langs bij de Spar en in ons huisje aangekomen, maken we alles klaar voor een braai. We wachten tot 20u want dan ging gisteren het licht terug aan, maar vandaag is er natuurlijk geen energiepanne. Nadat de hongerige leeuwen een reuze barbecue verorberd hebben, bekijken we de fotos en dvds van de bungeesprong en worden er tot na 24u straffe verhalen verteld.
Mossel Bay (N2)George hier de ChooTjoe trein naar Knysnadoor Wilderness om 9u(5 man met trein 1 met de wagen) Knysna (12u)
Na een lekker ontbijt met een prachtig uitzicht op de baai vertrekken we in Bar-T-Nick om de Outenique Choo Tjoe te nemen die ons van George terug naar Mosselbay brengt. Door overstromingen is het stuk tussen George en Knysna, dat we oorspronkelijk wilden nemen, afgesloten. De trein passeert dan de Garden Route over de beroemde 210 meter lange en 36 meter hoge brug over de Kaaimansrivier, maar dat krijgen we dus niet te zien.
We rijden met een smalspoortrein. Halverwege de rit komen de treinen elkaar tegen en wordt er gestopt om water te tanken. Voor scherpe blikken: de boom zichtbaar in het landschap is een als boom vermomde antenne. Wie vond dit uit? De Zuid-Afrikanen of de Amerikanen?
We hangen uit de raampjes om fotos te nemen. Het enige dat nog ontbreekt om het echt te maken, zijn de cowboys en de indianen, maar we hebben onze eigen cowboy bij: Piet! We lachen ons te pletter als hij in slowmotion naar zijn zonnebril grijpt die uit zijn T-shirt glijdt en onder de trein verdwijnt. Hij verwerkt zijn verdriet zoals hij alles verwerkt; met een dutje.
Al bij al is deze rit een ontgoocheling want het mooiste stuk is gesloten en we rijden door een landschap zonder hoogtepunten. Jean staat ons in Mosselbay op te wachten en we rijden in een trek door naar Sedgefield waar we in Forget-me-not 4 Manila Close, Off Coral Reef Road, on Cola Beach, Sedgefieldslapen. Het is een robuust in hout opgetrokken huis waar we wel met 8 man kunnen slapen. Het heeft een open woonkamer, een terras, een zwembad en een braai met een overdekt terras. Hier zouden we wel een weekje kunnen blijven. We sleuren onze valiezen binnen en maken plannen. Jean en Leen gaan inkopen doen voor een braai voor Toon zijn 21ste verjaardag, Lisa gaat housesitten en het zwembad uitproberen terwijl de 3 jongens gaan quaden. Jean staat een half uur aan het loket om geld af te halen en vindt daarna zijn kaart niet meer terug. Leen betaalt de rekening in de Spar, slaagt er dan nog in om 4000 Rand af te halen met een simpele bankkaart en vindt na een kwartier paniekvoetbal van Jean de kaart terug op het dashbord terwijl Jean al terug in de bank staat na sluitingstijd. Mannen!!!
Terug in onze blokhut (understatement voor blokvilla) gaat Leen het zwembad uitproberen en kort daarna komen de boys terug van het quaden. Ze zijn met een jeep in de heuvels afgezet waar ze meer dan een uur als gekken rondreden. Piet was ontspoord en Toon vloog met zijn quad een mini afgrond in, maar het was ongelofelijk spannend! Nadat ze goed en wel thuis komen, kan Leen beginnen wassen, want ze zitten van kop tot teen onder het stof. De braai wordt aangestoken met echt hout, iedereen helpt mee om de groentjes klaar te maken en we willen net buiten aan tafel gaan als we een energiepanne hebben. We eten in het pikdonker zonder te zien wat we in onze mond steken, maar hebben natuurlijk veel plezier. Jean draait het vlees op de braai en met het licht van theelichtjes proberen we te zien of het genoeg gebakken is, maar de fles vodka vinden we ook zonder licht. Nadat Piet en Toon de vaat gedaan hebben, trekken we naar ons bed met grote verwachtingen voor morgen. De bedden zijn heel mooi opgemaakt, maar die verdomde donsdekens zijn toch snikheet s nachts.