Planning
Cape Town Via M3 naar Kirstenbosch Nationel Botanical Garden > Muizenberg > Simons Town > Boulders (Pinguins)>Cape point > Kommetje > Hout Bay >Camps Bay > Sea Point >Cape Town
Om 9u stipt zijn Piet en Toon aan onze backpacker om mee te gaan voor een toer op het schiereiland. We vertrekken langs een steile klinkerstraat die van het centrum naar de Bo-Kaap loopt, langs huizen met aantrekkelijke 'georgian' gevels. Dit is het hoge deel van Longmarket Street, met de Masjied Boorhaanol Moskee, die uit de jaren tachtig van de 19de eeuw stamt, al is de minaret betrekkelijk nieuw. Er zijn niet minder dan negen moskeeën binnen de grenzen van Bo-Kaap. Dit is een van de oudste woonwijken van Kaapstad en de meeste mensen hier stammen af van slaven, vrije mensen en politieke gevangenen die naar de Kaap werden gestuurd ten tijde van de Hollandse Verenigde Oost-Indische Compagnie, tussen 1668 en 1790.
We gaan op zoek naar de Kirstenbosch National Botanical Garden, maar zien daar een file staan en beginnen het al heel warm te krijgen. We besluiten dan maar om onmiddellijk aan onze toch naar de Kaap De Goede Hoop te beginnen. We slaan wat mondvoorraad in bij "De Spar" in Muizenberg en ontbijten er. Het is al meer dan 30° en nog maar 10u30.
Het eerste stadje dat we op onze route tegenkomen is Simons Town. Dit was een belangrijke uitvalsbasis voor de Britse vloot en nu is er het hoofdkwartier gevestigd van de Zuid-Afrikaanse marine. In de straten en langs het water hangt de sfeer van een Britse havenstad, met restaurantjes die namen dragen als Smugglers Cafe. De hoofdstraat oogt nog altijd koloniaal. Er staan prachtig gepleisterde en in zoete pasteltinten geschilderde huizen, merendeels al honderden jaren oud. We zien een paar van de legerbootjes liggen.
We rijden verder langs een schitterende kust en de fototoestellen klikken.
Verder naar het zuiden komen we terecht in Boulders Beach. Op het, gewoon voor publiek toegankelijke, met rotsen bestrooide witte zandstrand, verkeren zonnebadende Zuid-Afrikanen in het gezelschap van honderden Afrikaanse pinguïns. Ze zitten in inhammen van de rotsen en in putjes in het zand. En we zien ze, volgens de kenmerkende pinguïnmethode, op hun buik in het water schuiven en als dolfijnen met een boogje over het wateroppervlak duiken.
Hun broedseizoen duurt normaal tot augustus, maar dat er ook in andere maanden jongen geboren worden, zien we als we in het naastgelegen natuurreservaat een plankierpad langs de kust volgen. Op vele plekken in het struikgewas zitten jonge, aandoenlijk wollige, pinguïns te wachten op voedsel. Boulders is een van de plaatsen waar de Afrikaanse pinguïn een beschermd leven leidt. Dat is hard nodig, want de populatie van anderhalf miljoen dieren in het begin van de 20e eeuw, is afgenomen tot zon 150.000. In een winkeltje kijken we naar een filmpje over het leven van deze dieren.
Boulders Beach vormt samen met de rest van het Kaaps Schiereiland en de Tafelberg, bij Kaapstad, het nationaal park Cape Peninsula. De pinguïns zijn niet de enige dieren die hier een beschermd bestaan wordt geboden. Onderweg naar de Punt zien we bavianen langs de kant van de weg. Er zitten behoorlijk grote exemplaren bij, die we maar liever niet lijfelijk tegenkomen. Ons einddoel is Kaap de Goede Hoop, een legendarische plaats die beelden oproept van historische zeilschepen die de zeeën bevoeren om de wereld te ontdekken. Hadden ze de Kaap gerond, dan waren ze halverwege de reis tussen Europa en Azië. Deze Kaap is niet, zoals velen denken, de zuidelijkste punt van Afrika. Dat is, meer naar het oosten, Kaap Agulhas.
Van hieruit bereiken we per kabeltrein (Jean en Leen) en te voet(het jong volkje) het veertig meter hoger gelegen Cape Point. We klimmen verder naar de vuurtoren en dan hebben we een prachtig uitzicht op de Kaap, vogelnesten in de rotswand en in de diepte de botsende oceanen. Er staat een straffe wind, die de reden is van de waarschuwing Dangerous Walk aan het begin van het wandelpad, dat een stuk langs de Kaap voert.
Na nog een stukje rijden, komen we bij Kaap De Goede Hoop aan. De schoenen worden uitgegooid en we geraken over de keien tot bij het water, maar niet om te zwemmen. Alleen een echte dappere zou zich hier in de zee wagen, want het water ijskoud en de golven zijn enorm.
In het terugkeren naar Kaapstad nemen we de Chapman's Peak-weg. Dit zullen we ons waarschijnlijk allemaal blijven herinneren als een van de mooiste kustwegen die we ooit te zien zullen krijgen. De baan is uit de bergen gehakt op de plaats waar het zandsteen overgaat in graniet. Als we van het zuiden naar het noorden rijen, zijn er adembenemende uitzichten op de haven van Houtbaai, die veilig ligt weggestopt in een inham van de berg. Langs de gehele route liggen uitzichtpunten waar we stoppen om de spectaculaire klippen te bewonderen en over de zee uit te zien. Hier liggen helderwitte stranden tegen een adembenemende achtergrond van bergen die vrijwel loodrecht naar de zee aflopen, met huizen, appartementenflats en hotels met allerlei kleuren daken die tegen de steile hellingen lijken te kleven. In een van deze baaien wagen we het toch maar om pootje te gaan baden. Leen haar broek is natuurlijk weer kletsnat als ze eruit komt, maar de enige die zich er helemaal in waagt is Piet. Als een echte beer loopt hij het ijskoude water in, maar hij slaagt zijn voet om en ligt daarna als een zielig hondje op het strand. Het is gelukkig niet zo erg en hij kan terug naar de auto pikkelen. De dag daarna is alles weer O.K.
We maken hier een mooie zonsondergang mee en er worden echte fotosessies gehouden. Piet wordt er zelfs week van!
De tocht over het schiereiland vormt een hoogtepunt van ons verblijf in de Kaapprovincie en om 10u komen we doodmoe in Cape Town Bacpackers aan voor onze laatste nacht in deze sympathieke jeugdherberg.






|