Dit wordt een prachtige dag. De zon schijnt zoals ze in Iran
hoort te doen. Het wordt warm vandaag!
We rijden naar het platteland van Koerdistan (of Kordistan
zoals het hier geschreven wordt), naar het dorpje Palangan. De weg ernaar toe
loopt door een prachtig berglandschap, en naarmate we naderen verschijnt
alsmaar meer groen tussen de eindeloze schakeringen van bruin. De streek is
duidelijk erg vruchtbaar. Maar vermits we op een 70-80 km van de westelijke
grens met Irak zitten, worden we regelmatig tegen gehouden door (aanvankelijk)
politie en daarna militairen. Maar we mogen telkens door. Het paswoord is
duidelijk: turista.
Deze plek is al meer dan 1000 jaar bewoond. De huisjes die
ik zie zijn uiteraard niet zo oud, maar toch een paar honderd jaar. En de
mensen dragen nog steeds de traditionele Koerdische kleding. We lopen wat
verloren tussen al die eeuwenoude huisjes tot onze gids tee, koffie en koekjes
serveert. Rechtopstaand eten we die op terwijl de lokale bevolking op onze
vingers kijkt. Ik maak de bedenking dat het toch wel niet netjes is dat we hier
fotos komen nemen en niets van de plaatselijke bevolking consumeren. De gids antwoordt dat hij wel wil
maar dat er geen neringdoeners zijn. Gewoon niets. Ik ga met mijn tasje troost op de richel van
een huis in aanbouw zitten en raak aan de praat met een Kurd die wat Engels
machtig is. Hij vertelt me dat hij een restaurant heeft en hij vraagt of de
groep bij hem willen komen eten. Ik zie de opportuniteit maar wil ten alle
prijzen vermijden dat ik de gids publiek dwing zijn programma aan te passen. Dus
verwijs ik hem naar onze gids en overtuig de Kurd dat ie maar flink moet
aandringen. Ik zie de Kurd naar onze gids 20 m verderop stappen en er ontstaat
een geanimeerd gesprek. Effen daarna roept de gids zijn kudde mensen bij elkaar
en zegt met een stralend gezicht dat hij zonet een mooie deal heeft kunnen
sluiten met een Kurd en dat we in zijn restaurant kunnen gaan eten.En hij vraagt de groep of ze dit alternatief
verkiezen boven zijn initieel voorziene broodmaaltijd. Ik zeg onmiddellijk ja
(om zeker te zijn dat ik volgers krijg) en effectief iedereen is akkoord. Ik
glimlach en denk bij mezelf: ja, ik kan het nog zoals vroeger, ik ben het nog
niet verleerd. De zaken namelijk zó in gang zetten dat anderen mijn idee verdedigen
en realiseren alsof het het hunne was, zonder dat ikzelf tussen publiekelijk
iets doe of zeg. Ik geef ootmoedig toe: het stemt me even gelukkig.
De maaltijd is een belevenis. Restaurant had onze beginnende
restauranthouder (nog) niet. We moesten bij hem thuis met zn allen op de
grond/tapijten gaan zitten en na flink wat wachten kwamen vers gevangen en
geroosterde forellen op de grond (in plaats van op tafel). Iedereen kreeg een grote
halve forel met het typische tanur brood. Maar, ik mocht met de gids bij de
restauranthouder in spe gaan eten en kreeg een heel beest. De drank was de klassieke
dugh yoghourt. Er is duidelijk nog wat werk aan de winkel.
Dan trekken we verder zuidwaarts richting Kermanshah naar
Bisotun. Daar logeren we in een eeuwenoude karanvaserai. Schitterend logement
met prachtig ingerichte kamers, maar het geheel is nét iets te strak
gerestaureerd. Precies recht uit Disneyland, niet meer echt. Het oudste
gedeelte van de karavanserai dateert van 1093. Hij werd gebouwd op de oude baan
(meer dan 30000 jaar oud!) van Susa in Iran tot aan de Middellandse Zee.
Tot op heden vind ik de Iraanse keuken eenvoudig, maar
lekker. Vanavond was het stew met geraspte amandelnoten en schapenvlees,
tomaten en groenten. Daar serveren ze chelo rijst bij. Dat is lange-graan
rijst die een uur lang gestoomd wordt. Lekker.
Bijna vergeten: mijn knie is terug dicht en de buikloop
bacteriën hebben maar een halve dag feest kunnen vieren. Dan zijn ze, na een
vreselijke doodstrijd, roemloos ten onder gegaan. Het zal ze leren: Iraanse bacteriën kunnen niet op tegen Peruaanse salmonella!
Het avondetengisteren deed me aan Zuid Amerika denken. De uitbater somt op wat ie
allemaal in aanbieding heeft. Naast de aubergines (komen me intussen de oren
uit) en de kip kebab kan hij ook lamskebab serveren. Zeven mensen, waaronder ik
opteren voor het lam. Na een kwartier komt ie doodleuk vertellen dat er maar 2
lamskebabs zijn en hij wil weten wie wil ruilen voor kipkebab. Ikkenie en zwijg
dus in alle talen. Even later komt ie terug en zegt op strenge toon dat er nog
steeds mensen zijn die hun lamskebab niet hebben omgeruild. Via onze gids/tolk
verneem ik dan dat er helemaal geen lamskebab is. Ik moest erom lachen.
Mijn kamer in Takab is wel erg rudimentair. De gids had ons
verwittigd dat op op deze locatie maar 1 hotelletje was en dat het erg basic zou
zijn. Ik ben veel gewend, maar 30 cm beenruimte tussen het toilet en de muur is
voor iemand met mijn beenlengte gewoon te kort. Na enig beraad en wat testen in
de praktijk heb ik besloten dat ik haaks zal moeten gaan zitten. Ander
alternatief is recht staan, maar dat zag ik niet meteen zitten. Het bed is een
brits, waar ik gelukkig net tussen voor- en achtereinde pas, en de radiatoren
staan warm. Ik kan ze niet dicht draaien en het hotel wil dechauffage niet afzetten. Een andere kamer is
ook geen optie, want er is er geen Allez, voor één nacht is het gegaan.
Vanmorgen heb ik acrobatische toeren moeten uithalen om
tijdig op het toilet te raken. Nettttttt gelukt, haaks zittend. Alvast maar een
imodium genomen.Bij het ontbijt bots ik
op een Australiër die met de fiets al twee maand Iran doorkruist. En hij plant
nog drie weken voort te trappen. Een echte hippie met alles erop en eraan: vale
t-shirt met gaten in, een paardenstaart tot halverwege zijn rug en niet erg
proper.
De bus rijdt dan zuidwaarts naar Sanandadj. Weg van de
Noordergrens met Irak, maar wel dichter bij de westelijke grens met Irak: nog
75-80 km. Onderweg moet ik de bus doen stoppen en, gelukkig voor mij, de bus en
de medereizigers, net bij enkele bosjes. Nog twee imodiums genomen. Als dat
maar goed komt.
Onderweg nog even gestopt voor de Salvat Abad brug over een
nu droge rivier. Spelleke dateert van begin 16de eeuw. Meer valt er
niet over te vertellen. In Sanandadj bezoeken we de Dar-Al-Ahsam moskee van
1227. Prachtige mozaïeken, maar niet makkelijk te fotograferen. Vermits die
mozaïeken bijna altijd aan de binnenkant van gewelven of hele koepels bevestigd
zijn, kan men er eigenlijk maar op één manier een goede foto van maken: op de
grond gaan liggen. Omdat die methode niet zo handig is en bovendien een beetje stofferig,
heb ik voor enkele jaren een andere techniek ontwikkeld. Ik positioneer me in het
centrum van de koepel en hou mijn camera ondersteboven. Met de lens naar de
koepel gericht trek ik zo uit de losse pols zonder te kunnen mikken meerdere
fotos. De ene wat meer naar links, de volgende wat meer naar rechts en idem
met vooruit en achteruit.Eén van deze
blinde opnamen is meestal prijs. Zo niet, dan begin ik gewoon opnieuw. Succes
gegarandeerd!
In de moskee geeft onze gids, die een Iranees van geboorte
is maar in Nederland gestudeerd heeft, toelichting over de inhoud van de Islam
religie. Blijkt verbazingwekkend gelijklopend te zijn met de Zoroastra religie
die ik gisteren neerpende. Met name dat de Koran en de Shari-a een heel set van
gedetailleerde gedragsregeltjes bevatten en als je die nauwgezet volgt, versterk je je eigen licht (ik gebruik
opzettelijk dezelfde woorden) en kom je zo tot het grote Licht. Ik sta er
versteld van.
Vervolgens naar een koopmanshuis van ene mijnheer Asef.
Begin vorige eeuw rijk geworden door lucratieve handel. Intussen hebben de
helemaal verarmde nazaten het mini paleis voor een appel en twee eieren aan de
overheid verkocht. En die heeft het omgevormd tot een museum. Eén ding hield me
heel de tijd bezig: hoe konden de bewoners toen die talloze en enorm grote
kamers s winters verwarmen. Want
tijdens de wintermaanden kan het hier echt bitter koud zijn. De oplossing is
simpel: ze verwarmden maar één kamer, de leefkamer. In het midden onder een
laag tafeltje stond een kacheltje. Beiden, kacheltje en tafel, werden afgedekt
met dikke tapijten. Die hingen niet alleen van het tafeltje, maar ze lagen ook nog
wel een meter verder op de vloer. Die stenen vloer lag op zijn beurt ook vol
met dikke stofferige tapijten. De bewoners zaten rond het tafeltje, met hun
voeten onder de afhangende tapijt. Een soort mini centrale verwarming dus.
Inpakken en wegwezen. Ik krijg verdorie geen tijd om in
Tehran de dingen te bezoeken die ik wil bezoeken. Ik zal dus moeten terugkeren
op mijn eentje vrees ik.
De dagschotel voor vandaag is de rit naar Zandjan, met stops
onderweg. Eerste stop is Qazwin. Dat was de (eerste) hoofdstad van de
Sasanidische koningen, gesticht door Shapur I in de 3de eeuw na Chr.
Daar staat de Vrijdag Moskee. De oudste delen dateren van de nog zeer jonge
Islam. Goed om eens te zien, maar ook niets meer. Dan liever naar de belendende
percelen: de eeuwen oude overdekte souks. Van oudsher één grote rommelbazaar
met bijvoorbeeld een schrijnwerkerij naast een kledingswinkel. Alle
kledingsstukken hangen dan ook vol zagemeel. s Middags wat authentieke
gerechten gaan eten. Ik opteer voor dizi. Een stoofpotje met schapenvlees,
ui, kikkererwten, limoen in tomatensaus. De saus giet je over in eenafzonderlijke kom en promoveer je zo tot soep.
De groenten moet je dan met een kleine metalen stamper pureren. Opeten doe je
met wat plat brood en met mij onbekende en onversnipperde kruidenblaadjes. Ik
herkende alleenbasilicumblaadjes.
Vermits er geen alcohol voorhanden is en het alcoholvrije bier in het beste
geval naar mierenzoete limonade smaakt, rest alleen water of thee of dugh. Een
lekker yoghurtdrankje waar ze allerlei kruiden onder mengen. Munt is er zeker
bij.
Dan naar Sultanieh. Dit dorpje was in de dertiende eeuw,
toen Iran zoals de rest van Azië en Klein Azië onderdeel uitmaakte van het
Mongoolse rijk, de hoofdstad van de kleine Khanar. De plaatselijke
onderkoning van de Genghis (=Grote) Khan. Die Mongolen in Iran waren mettertijd
volledig geïslamiseerd en een ervan, sultan Uljayto besliste binnen zijn
citadel een gebouw op te richten als grafmonument waar de stoffelijke resten
van de eerste Imams Ali en Housein zouden moeten herbegraven worden. Maar het
draaide anders uit. Het werd een mausoleum voor hemzelf. Het is een bakstenen
gebouw met een koepel (ook van baksteen) van 49m hoog en 26m diameter. Bouwtechnisch
een huzarenstukje. Het gebouw is dan ook opgenomen in het Unesco Werelderfgoed.
Ik heb ergens een beschrijving gelezen
van iemands eerste impressies als ie toekwam in Iran. Ik ken de auteur niet,
maar ik vind zijn formulering zo accuraat dat ik het effen leen.
Plotseling, als bij toverslag, waren alle
vrouwen verdwenen. Of beter, waren alle vrouwen in de aankomsthal van de
luchthaven van Tehran één en dezelfde geworden. Hetzelfde verwisselbare
onpersoonlijke wezen met een hoofddoek. Ze waren onherkenbaar
gleichgeschaltet. Ik kan die eerste indruk moeilijk vermijden. Erger nog,
de totaliteit van het fenomeen en het volslagen gebrek aan
uitzonderingen, versterken mijn eerste indruk nog. Met dit verschil dat de
gesluierde vrouwen niet somber kijken of gelaten, wanhopig of verschrikt zoals
ik me voordien onbewust voorstelde, maar eerder vrolijk en open of, wat hun
westerse zusters betreft, een beetje onwennig en verbaasd.
De Iranezen kloppen de Zuid Amerikanen
inzake chaos creëren, al moet ik toegeven dat een groepsreis er nog een schepje
boven op doet. Voor alles en nog wat is er wel iemand die achterblijft, die
staat de dromen enz. Tussen het verlaten van het vliegtuig en aankomen zijn er
3,5 uur verlopen. Het is hier momenteel 3:30 in de morgen en om 9:30u start de
tour. Dergelijke tijdverliezen heb ik op geen enkele van mijn solo reizen mee
gemaakt. Het idee dat men met een groepsreis minder tijd verliest is waar voor
wat betreft het zoeken naar het juiste adres van een bezienswaardigheid, maar
zeker niet voor wat betreft het zinloos wachten. Het zal wennen zijn.
9:30 u is wel erg vroeg als men om na 3:30 u in bed kruipt. Zeker
als het een geschiedenis-dag wordt. Maar het gaat. Het bezoek aan het
Archeologisch Museum Bastan is al een schot in de roos. De geschiedenis van
Perzië gaat terug tot 8.000 jaar vóór Christus. Ja wadde. Ik sta oog in oog met
een vaasje van 2.600 jaar vóór Christus. Het kon gisteren gemaakt zijn. Dan
even kennis gemaakt met de Elamieten. Hun machtscentrum lag in het Zuid Westen
van het huidige Iran en liep door tot aan de Tigris en de Eufraat in het
huidige Irak. We spreken dan over 3.200 jaar vóór Christus. Wat ik er me nog
van herinner op school zijn de Ziggurat tempel-piramiden. Hun hoofdstad was
Susa en dat is een van de oudste steden ter wereld (3.000 jaar óór Christus).
Hun beschaving trotseert de eeuwen, maar tegen 1.000 vóór Christus nemen de
Assyriërs vanuit wat nu Noord Irak is de fakkel over. Een naam van die cultuur herinneren
jullie zich zeker nog: Assurbanibal.
In 836 vóór Christus vindt men in de opgedolven
kleitabletten (in spijkerschrift) verwijzingen naar Meden omdat ze het
Assyrische regime contesteren. Van de ene slag komt de andere en in 612 BC
verwoesten de Menen de Assyrische hoofdstad Ninive. Die naam doet bij jullie ook
wel een belletje rinkelen hoop ik. De Perzen woonden in het Zuiden van het
huidige Iran en zijn klein begonnen als vazallen van de Meden. Tot in 559 BC
een Perzische edelman van de Achaemeniden, Cyrus genaamd, het voor het zeggen
krijgt bij de Perzen. Die woesteling organiseert een opstand tegen de Meden,
verwoesthun hoofdstad Ecabtana en weet
dan van geen ophouden. Lydië van koning Croesos gaat voor de bijl, dan
Babyloniëenz. Hij stopt pas als zijn
rijk zich uitstrekt van de Egeïsche Zee tot aan de Indus in India!Hawel die man althans zijn standbeeld- ben
ik gaan begroeten. Op het voetstuk staan de volkeren waarover hij als wijs en
tolerant heerser de plak zwaaide: Persia, Media, Elam, Aria, Parthia, Bactria,
Sogdia, Arachosia,Drangiana,
Sattagydia, Chorasmia, Saka, India, Maka, Nubia, Libya, Egypt, Arabia, Assyria,
Skudra, Cappadocia, Liyda, Armenia en Babylonia. Griekenland staat er niet bij
omdat zijn legers de Grieken niet klein kregen.
Het verhaal van zijn zoon Khshayarsha ( de Grieken noemden
hem gemakshalve Xerxes) kennen jullie ook. Het was zijn leger van 250.000 soldaten
dat een slechts een nipte Pyrrhus overwinning behaalde tegen 3.000 Spartanen in
de Thermopylae. Na de slag bij Marathon
heeft Xerxes de Grieken dan maar uit zijn geheugen gewist en zijn zinnen verzet
naar de bouw van Persepolis.Maar de
Grieken vergaten hem niet. Alexander de Grote is in 334 BC grondig weerwraak
komen nemen en hij heeft het hele Achaemenidische rijk op een hoopje geveegd.
Wat verder kom ik voor de eerste maal in mijn leven eens (een
standbeeld van) een Part tegen. Ziet er erg Mongools uit, zowel zijn fysionomie
als zijn klederdracht. Met zo een typisch wijde pofbroek.
Dan nar het Golestan Paleis uit de Qajar periode, eind 18de
eeuw. Schitterende mozaïeken. Maar wat mij het meeste trof was het ingenieuze
systeem om het Paleis koel te houden met behulp van koel water. Het water werd
via ondergrondse kanalen kilometers ver aangevoerd en onderweg werd het continu
gekoeld door tochtwind. Die tocht creëerden ze kunstmatig door tocht-torens te
bouwen die als enorme schouwen functioneerden. Voor de rest een eindeloze pracht
en praal. De laatste Shah van de Pahlavi dynastie heeft hier in 1967 zijn kroning
op de pauwentroon nog georganiseerd.
Als afsluiter het kerkhof van 350.000 soldaten bezocht.
Allemaal jonge gasten die in de Iraaks/Iraanse oorlog van de jaren tachtig
gesneuveld zijn. Een waanzin die sterk doet denken aan onze Eerste Wereldoorlog.
Irak was beter bewapend, maar Iran beschikte over veel meer kanonnenvlees. Acht
jaar heeft die verschrikking geduurd en op het laatst was het net als bij WOI
een idiote lopengravenoorlog, waarbij Iran altijd maar nieuwe golven van
jongens op de Iraakse stellingen afstuurde.
Het zal je maar overkomen. Halverwege augustus 2016 zet ik mijn zinnen op Iran. Cultuur-historisch een wreed interessant en bovendien mooi land. En naar het schijnt wonen daar ook veel beeldmooie vrouwen, maar dat is niet zo makkelijk te verifiëren. Maar ik mag niet afdwalen: alles was we in het Westen als 'cultuur-eigen' beschouwen is eigenlijk afkomstig van die regio. Misschien zeggen namen zoals Ninive, Assyriërs, Cyrius, Darius, Persepolis, Xerxes jullie nog iets? Zo neen, spiek dan maar even op tinternet om je kennis wat op te frissen. Omdat het land 2 maal zo groot is als Great Britain, schat ik wel 2 maand nodig te hebben. Maar voor de eerste maal in mijn leven aarzel ik. Mijn Farsi (de taal aldaar) is niet zo best en ik vind geen lokaal reisbureautje om me te helpen bij de praktische organisatie. Dus besluit ik wijselijk om ditmaal voor een georganiseerde reis te opteren. Na veel zoeken vind ik maar EEN organisatie die een tour van meer dan 14 dagen biedt. Het Nederlandse reisbureau Parsaban heeft een rondreis van 3 weken in aanbieding. Gezien de warme temperaturen in Iran, worden de reizen voor mensen uit het ijselijke Noorden alleen in Februari en September georganiseerd. Tijdens de lente en de herfst genieten ze dan namelijk van een frisse 25-30 graden. Dat is een pak minder dan de zomerse bakoven van 45°. Ik vis echter achter het net: de reis voor februari 2017 is jandorie al volzet (6 maand vooraf)! Ik doe een noveen en om zeker te zijn nog een bedevaart op mijn blote knieën naar Santiago de Compostela met als dringend verzoek naar hierboven een ziekte of een accident bij één van de ingeschrevenen te veroorzaken. Maar mijn bede wordt niet aanhoord. Ik moet noodgedwongen 13 maand wachten. Voor geen enkele van de reizen die ik zelf organiseerde, heb ik ooit zolang moet wachten. Maar nu is het zover. Morgen ben ik weg.
De aanloop heeft nochtans weer heel wat voeten in de aarde gehad. Allerlei externe factoren bleven maar stokken in de wielen steken: licht in één van de slaapkamers viel plots uit (en het was niet een defecte lamp), smartphone deed alsof ie de geest gaf (ik kon niet meer sms'en, geen kalender meer, geen contacts enz), last met de autokeuring (voor de eerste maal in 17 jaar een rode kaart omdat een onverlaat, die allicht met het verkeerde been uit het bed gestapt was, opmerkingen over de afstelling van de lichten), 2 kuub houtblokken van een omgehakte boom naar huis slepen (bij gebrek aan tijd en plaats versieren ze nu mijn voorgevel), enz. Ik kan zo nog even doorgaan met zeuren. Maar niet getreurd: de volhouder wint! Alles is op zijn pootjes terecht gekomen.