Hobbes zijn toestand verbetert niet. Af en toe een opflakkering als hij een andere hond ziet spelen met een plastiek flesje. De onmacht neemt toe... Rond 18u besluiten we het hoger op te zoeken, zodat we iets kunnen eten. We leggen Hobbes op een dekentje naast ons en proberen hem af en toe water en medicatie te geven. Waarom wordt hij niet beter?
Een man, aan een ander tafeltje, die ons al een tijdje in het oog hield, vraagt als hij door gaat wat het probleem is met Hobbes? En stelt voor een handoplegging te doen om de energiebanen vrij te maken. We hadden allebei zoiets van baat het niet dan schaadt het niet... alles wat zou kunnen helpen willen we proberen. De man zet zich naast Hobbes en begint. We zien Hobbes ook reageren en hij kreunt ook een beetje. Plots veert hij recht. En kijkt naar ons met die energie van voorheen. Een opflakkering die ons hoop gaf. ... En weer terug... de tranen springen mij in de ogen... misschien komt het toch nog goed? De man zegt: 'hij heeft veel koorts, hij gloeit en ik neem dit over. Het put me uit'. Hij doet nog even verder en stop vervolgens de behandeling. Hij wenst ons veel sterkte en laat ons weten dat hij de volgende dag ook hier aan het restaurantje zou zijn en dat hij het graag nogeens zou proberen. We houden aan de woorden vast, als aan een laatste strohalm.
Het begint te schemeren, we besluiten een slaapplek op te zoeken. Ik leg me naast Hobbes in de camionette. Hobbes kreunt en piept en heeft duidelijk pijn. De kans dat hij zou durven bijten wordt ook groter. Wat moeten we doen? .... Luc verplaatst hem naar de rugzak buiten en legt zich naast hem. Hobbes blijft piepen, het lijkt op ijlen. Niemand doet een oog dicht. Uiteindelijk besluiten we naar het dichtsbijzijnde café/restaurant te gaan om hulp te vragen. Eventueel in de telefoonboek te kijken voor een andere dierenarts, kliniek, iets.... Ik probeer ondertussen het nummer van de dierenarts het is denk ik middernacht of later, alle besef van tijd is weg... Hij zegt dat er een dierenkliniek is met wachtdienst in Négrepelisse. 20 km van waar we zijn.
We leggen Hobbes terug in de camionette en vertrekken. De langste 20 km die ik ooit gereden heb. Hobbes blijft piepen en janken. En niets dat we kunnen doen om hem te helpen.... om gek te worden. Eindelijk komen we aan aan de kliniek. Niemand. Alles dicht. Ik bel het nummer dat aan het hek staat genoteerd. Een man neemt op. "Mais, madame, vous devez faire un rendez-vous". Wat??? Dit kan toch niet waar zijn. Ik leg hem uit dat wij van België komen en absoluut geen idee hebben van de gang van zaken m.b.t. afspraken maken, maar dat we met een hond zitten die pijn heeft en heel ziek is en we hebben hulp nodig. Dringend! Ik smeek hem om te komen. Rond 1u30 komt hij toe. We leggen Hobbes op de tafel. De dokter kijkt ons aan en zegt. 'Ce chien est loin...' Hij vraagt ons wat er gebeurt is. 'mais madame on est le 3ième jour!'. Ik voel de wanhoop opkomen. Dit is een nachtmerrie en het is tijd dat ik wakker word.
Hij zegt: 'Dit zijn eindsymptomen. Het enige wat ik kan doen is hem een baxter steken in de hoop dat hij rechtkomt, en dan kunnen we verder zien. Ik zal hem ook iets tegen de pijn geven, zodat hij niet verder moet afzien." Hij vraagt ons of de hond agressief is, omdat hij knapte naar de dokter, waardoor hij hem met een windel een muilkorf moest aanmeten. Hij zegt dat in eindstadia, de hersenen het laten afweten en honden agressiever worden. Eens in dit stadium is het nog maar de vraag of hij zelf bij herstel na een baxter, geen hersenletsel overhoudt. Neen... neen... neen... dit wilden we niet horen. Nu ik hem daar zo zag liggen en de dokter hoor praten... voel ik dat onze Hobbes wegglijdt. We moeten Hobbes achterlaten met de baxter en wachten tot morgen 9uur. Als hij dan beter is kunnen we verder. We mogen niet bij hem blijven.
Aan de overkant van de straat is een parking van een grootwarenhuis. We doen amper een oog dicht. De machteloosheid is wreed. De volgende morgen wachten we tot de dokter arriveert. 8u45. We gaan naar binnen. Mijn hart klopt in mijn keel. We gaan de kamer in waar Hobbes ligt en het verdict van de dokter klinkt loei hard: Ce chien est mort.
Dat was het dan over en uit! Leegte.... Hobbes weg. Hoe kon dat nu? Wat hebben we verkeerd gedaan? Hadden we sneller kunnen reageren? Waarom zijn we door de eerste dokter niet doorverwezen? Hoe moet het nu? Allemaal vragen, maar geen daarvan brengt Hobbes terug. We zitten op 1300 km van België en we zullen met een lege camionette moeten terugrijden. Onze vrolijke, opgewekte, lieve Hobbes is weg.
De dokter beseft de impact en neemt ons mee naar een kamer achterin, waar hij ons koffie aanbiedt. Hij overloopt met ons een x-aantal senarios van wat de mogelijke oorzaken konden zijn. Hij breekt zijn conferator niet echt af, maar laat toch doorschemeren te twijfelen aan de diagnose. Er zat nog een hond met pyroplasmose, van dezelfde dokter, waarvan achteraf bleek dat hij moest geopereerd worden aan de maag. Wat er ook van is, we kunnen de klok niet terugdraaien. .... maar de impact is groot.... De wereld lijkt even weg te vallen en plots voel je je rondlopen op een wereld die doordraait, maar waar je niet langer bijhoort. Alles wordt grauw, waar het drie dagen eerder, lachen en genieten was is er nu enkel nog leegte en pijn....