Het is nog donker als ik opsta (6:00u),
er hangt redelijk wat mist, en het is warm. Vandaag speciaal voor de
eclips zo vroeg uit de veren, men moest maar eens gelijk hebben met
die voorspelde verkeersdrukte. Ik hoop alvast wel dat ze gelijk
krijgen wat de weersvoorspellingen betreft. Ontbijten, uitchecken en
weg.
Onder de baan nog even voltanken en dan
rechtdoor naar Crossville-Cumberland County Visitor Center, Gateway
to the Big South Fork (hele mond vol), waar een eclips-bijeenkomst is
voorzien. Het verkeer onderweg valt reuze mee, ik denk niet dat het
hier anders op dit uur minder druk is.
Ik arriveer dan ook vrij vroeg ter
plaatse. Enkel een groepje wat hier is blijven overnachten is me
voor. Op de eclips is het dan nog enkele uren wachten, en ondertussen
komt toch steeds meer volk opdagen. Maar een overrompeling wordt het
nooit. Er zijn ook enkele fanaten op post, compleet met volledig
uitgeruste telescoop. In afwachting wordt hier en daar al eens naar
de drie zonnevlekken gekeken. Mijn buurman, Li Johnson (een in
New-York wonende Chinees Johnson zal dus wel een aanpassing zijn)
is pas drie dagen geleden op zoek gegaan naar een geschikte filter
voor de telelens van zijn camera. Nodeloos te zeggen dat hij zonder
naar hier is mogen komen. Ik leen hem mijn kleinere Cokin-filter,
maar die past natuurlijk alleen maar op zijn kleinere tele. Geen
ideale oplossing dus. Hij probeert het wel nog met een uit de
aanwezige eclipsbrilletjes ineengeknutselde filter, maar blijkbaar
zonder al te veel succes. Hopelijk is hij in 2024 beter voorbereid.
Net voor de eclips begint strooien de
opkomende wolken roet in het eten. En het was tot een uur tevoren
nog volledig wolkenloos! Een klein paniekje steekt de kop op. Traag
schuift de wolk voorbij, en vijf minuten later mogen we dan toch
aanschouwen waarvoor we allen naar hier zijn gekomen. Het spektakel
kan beginnen. En gelukkig blijven de wolken nu wel afzijdig, tot ruim
een kwartier na totaliteit. Terwijl de maan langzaam voor de zon
schuift stijgt de spanning, met de gekende apotheose bij de volledige
verduistering. Het spookachtig donker-worden bij het laatste beetje
zonlicht, de vogeltjes (ja, blijkbaar zijn ze er wel) die beginnen
fluiten, de bakkende hitte die plots een aangename warmte wordt (nee,
het wordt er naar onze normen niet koud): het was er allemaal. Met
natuurlijk de onvermijdelijke ah's en oh's en het applaus op het
einde. Missie geslaagd, stand 3-2. Nu nog hopen dat de foto's ook op
een groot scherm OK ogen.
Een kwartier na totaliteit is het
overgrote deel reeds vertrokken (de wolken halen nu uiteindelijk wel
de overhand) en na een half uur is de site zo goed als verlaten. Ik
kraam ook op en zet aan richting Nashville. Half gaar gebakken van de
blakende zon besluit ik de kortste weg naar het Motel te nemen en
onderweg nergens meer te stoppen. Zo'n 15 mijl voor Nashville moet ik
dan toch een korte file trotseren. De deugddoende douche komt er met
een half uurtje vertraging. Een dagschotel bij de Cracker Barrel Old
Country Store, verslag opmaken en licht uit.
Het wordt weer een warme dag. Nog maar
8:30u 's morgens en de thermometer staat al op 87F (30° op de grote
mensen schaal). En met de luchtvochtigheid van een natte dweil.
Downtown Nashville heeft wel wat weg
van downtown Atlanta, zij het in kleiner formaat. Hoogbouw en
toeristische zone in het centrum, een buurt die je liever vermijdt
net daarbuiten en pracht en praal in de sub-urbs. De trekpleisters
hier zijn de sites die referenen naar de alomvertegenwoordigde
Country muziek. De Grand Ole Opry (buiten de stad, niet ver van het
motel), de Walk en Hall of Fame, bars en shops (veel cowboy botten en
hoeden), en enkele musea. Ik bezoek dat opgedragen aan The Man in
Black. Kort maar goed.
Daarna doortrekken naar die andere
muziek gerelateerde stad: Memphis. De thermometer staat nu al op 95F
(da's 35°, in de schaduw!). Net bij het oprijden van de snelweg moet
ik wel door enkele stortbuitjes, maar die duren maar enkele tellen.
Daarna terug sun all the way. In Memphis ben ik net te laat
voor de rondleiding in de Gibson fabriek, dan maar eerste punt op de
agenda voor morgen. Nog even stoppen aan het Lorraine Motel (kwestie
van de cirkel rond te maken) en dan naar het motel voor deze nacht.
Bij de zoektocht naar een avondmaal nog
even Graceland gepasseerd, maar de poorten waren al gesloten. Ik maak
bij mezelf de bedenking dat de King vandaag de dag wellicht een
andere locatie zou uitgekozen hebben. De BBQ-schotel is niet slecht,
maar BBQ betekent hier vooral: vlees laten zwemmen in licht pikante
saus. Het is eens iets anders.
Opmerkingen onder de weg: rijden in de
USA, en dan zeker op de snelwegen bij verkeerswisselaars, of bij
wegenwerken, is niet voor de teerhartigen. Werkelijk niemand houdt
zich hier, zoals reeds eerder vermeld, aan de snelheidsbeperkingen.
Ik kan het ook niemand aanraden, tenzij je het niet erg vindt dat de
truck achter je bijna op je achterbank zit. Het blijft onwennig deze
bakbeesten aan 10 mijl/uur boven de toegelaten snelheid op het
linkervak voorbij te zien scheuren. Zelfs uitzonderlijk vervoer vlamt
hier lustig door. De trekkers, met neus (óók de sterk
vertegenwoordigde Volvo's), ogen stoer, maar hun trailers zijn maar
zo groot als die bij ons. Geen roadtrains, zelfs geen dubbeldekkers
als in de UK. De RV's (motorhomes) en caravans zijn wel buitenmaats.
Sommigen zijn niet meer of minder dan een ganse oplegger, met een as
gemonteerd op de laadbak van hun pick-up. Vele RV's sleuren ook nog
eens een personenwagen achter zich aan. Met vaste as, of op een
aanhangwagen. Het blijft een land van uitersten.
O ja, gisteren ben ik ook een
tijdsgrens overschreden. Het tijdsverschil met het thuisfront is nu 7
uur.
Deze morgen is het iets koeler, vooral
dankzij de aanwezige bewolking. Maar toch nog 82F (27,7°). Geen
Graceland dus, maar een bezoekje aan de Gibson fabriek. Gibson heeft
er 3 in de VS: één voor de akoestische, één voor de Solid-body
en één voor Hollow-body gitaren. Deze laatste is de enigste
die rondleidingen voorziet. We volgen het volledige proces, van losse
vellen en blokken hout tot een afgewerkt pareltje van enkele
honderden tot duizenden dollar. Bijna het volledige proces is
handwerk.
Met het verlaten van Memphis rij ik ook
een andere staat in: Arkansas. De 4de nu al, na Georgia, Noord
Carolina en Tennessee. Ook het landschap verandert, in vlakke velden
met nu vooral veel akkerbouw. Een sproeivliegtuig maakt het plaatje
compleet. Pas als ik na ruime tijd de snelweg i-40 verlaat wordt het
weer heuvelachtiger. En wordt akkerbouw vervangen door veeteelt:
zwarte Angus runderen in ruime weiden. De weg slingert zich tot in
Tahlequa, mijn volgende halte. Een road-runner (renkoekoek) kruist
mijn pad, maar is te snel voor de camera. Meep, meep...
De accommodatie van deze nacht was de
minste tot nu toe. Ze was proper, maar duidelijk én zéér dringend
aan herstelling toe. Het was ook niet de best gepositioneerde kamer,
net op een kruispunt, dus de oordopjes kwamen nog eens goed van pas.
Het weer: nog altijd rond de 82 a 85 F,
maar aangenamer, minder doef. Veel zon, af en toe een schapenwolkje.
Eerste stop: Cherokee Heritage Center.
Tahlequa is immers de plaats waar de in 1838 uit de regio van de
Smokey Mountains verdreven Cherokee uiteindelijk terecht kwamen.
Museum, zowel indoor als in openlucht. Beetje vergelijkbaar met
Bokrijk, maar dan veel kleiner. Ook re-enactment van een kamp uit de
late jaren 1700.
Hierna door naar Oklahoma-stad. Hier
neem ik intrek in de voor mij mooiste kamer tot nu toe. Ook het
complex zelf oogt zeer verzorgd. En toch is dit niet de duurst kamer
tot nu toe.
Opstaan en ontbijten. Voor het eerst
bestaat dit uit meer dan 2 toastjes met confituur (havermoutpap en
cornflakes-varianten zijn aan mij niet besteed). Patatjes, worstjes
en roerei. Dat laatste ziet eruit alsof het gebakken werd in 1 grote
klomp (wat wellicht ook zo was), maar de smaak valt mee. Niet zo warm
vandaag (zo'n 70F of 21°) en volledig bewolkt. En terwijl het
tijdens het ontbijt nog droog was, begint het na het uitchecken toch
te regenen. Of beter: te gieten! En dit blijft zo, in meer of mindere
mate, voor de rest van de voormiddag. Het eerste deel van mijn Route
66 valt hierdoor wel wat in het water. Letterlijk. Ik rij een
eerste deel van de oorspronkelijke route af, de weg gaat wat op en
neer, en door de hevige regenval ontstaan in de dalletjes al gauw
redelijke plassen. De Dodge moet werken vandaag, maar stelt niet
teleur.
De volledige Route 66 volgen is zeer
moeilijk. Ten eerste is ze bijna volledig opgenomen in de nieuwe
Interstate 40 (i40). En dit is een echte snelweg, 2x 2 tot 3 vakken.
Je even langs de kant parkeren is er géén optie. Mag gewoon ook
niet. Ten tweede zijn de stukken die wel nog overblijven (meestal
stukjes dwars door de dorpjes/stadjes langs de weg, waar de snelweg
nu natuurlijk rondom loopt) helemaal niet aangeduid. Er staan geen
wegwijzers, dus moet je de stukken zelf opzoeken (bv via internet) en
uitmappen. Geen makkelijke taak als je alleen in de wagen zit. Het
moet wel veilig blijven natuurlijk. Ik heb vooraf enkele interessante
punten opgeschreven, die kan ik wel in de GPS steken. Maar dit voor
alle punten doen zou gewoon veel te veel werk zijn. De eerste stops
vallen dus al weg door de regen. En vandaag geen museum, al zal ik er
wel veel tegenkomen. Maar er staan heel wat kilometers op de agenda,
dus worden er geen langere stops voorzien.
Al vlug wordt ook duidelijk dat vele
landmarks van deze alom bekende route zelfs helemaal niet meer
bestaan. Of in vergevorderde staat van ontbinding verkeren. De nieuwe
i40 heeft de oude route natuurlijk overbodig gemaakt. En nieuwe
nutsvoorzieningen (mega benzinestations, dito fastfoodketens...)
hebben hetzelfde gedaan met de vele pittoreske pompstations,
motelletjes en diners. Die staan er nu overal te verkommeren.
Een stil protest tegen de vooruitgang? Langs de i40 zijn er wel
nieuwe bezienswaardigheden bij gekomen. Zoals een site met een enorm
wit kruis van vele meters hoog, compleet met volledige en levensgrote
kruisweg, laatste avondmaal en Golgotha. Anderen hebben hun attractie
gewoon verhuisd naar de nieuwe snelweg. Zoals de Big Texan Steak
Ranch, bekent vanwege z'n 72oz (2129,29gr !) steak.
Na de middag blijft het gelukkig droog,
mits enkele kleine buitjes onderweg. We kruisen vandaag 2
staatsgrenzen. De eerste is die met Texas. Voor het eerst mag het
gaspedaal hier tot 75 mijl/uur worden ingedrukt (alles is groter in
Texas). Al is dit ook nog maar 120 km/uur. Kort na het overschrijden
van de grens verandert ook het landschap. De groene weiden worden
ruiger, iets dorder en groter. Er komt ook meer glooiing in het
panorama. Ik doorkruis Texas op het minst brede stuk, en zit al vlug
in de volgende staat: New Mexico. Het landschap blijft zowat
hetzelfde, tot zo'n 20 mijl voor mijn eindbestemming van de dag:
Albuquerque. Hier kom ik terug in ruiger en meer heuvelachtiger
terrein.
Ik heb er dan net geen 1000km op
zitten, de douche zal dus deugd doen.
Vandaag eens pannenkoeken op het
ontbijt-menu. In het hotel weliswaar (inbegrepen in de prijs), ik
denk niet dat die vers gebakken waren. Klein en vrij dik (dus beetje
deeg-achtig), maar met een dikke laag siroop wel te smaken.
Moet dit toch nog eens in het echt proberen.
Met het verlaten van Albuquerque laat
ik ook de heuvels achter mij. Het landschap is nu licht glooiend,
vrij dor en zonder bomen. Enkel hier en daar wat opgeschoten
struiken, verder soort van heideachtige beplanting. Maar de
prikkeldraad langs de weg en de veeroosters doen vermoeden dat hier
nog steeds koeien grazen, wat ik later ook bevestig zie. Dan toch
liever een steak van een beest dat op de groene weiden van enkele
dagen geleden heeft mogen grazen. Ik ruil in het begin de snelweg nog
eens voor de oude route, en wat direct opvalt is natuurlijk het veel
rustiger verkeer: ik ben er zo goed als alleen. Hier ervaar ik even
het gevoel van de trip door Australië, al ligt de snelweg hier maar
enkele honderden meter langszij. Wel geen landmars op dit stuk,
enkel wat panorama's.
Na de middag neem ik de afrit naar het
Painted Dessert en Petrified Forrest nationaal park. Opnieuw zeer
verzorgde bezoekerscentra en duidelijke informatie. Ik volg, net als
enkele mede-toeristen, de weg door het park en hou halt bij de
verschillende voorziene stops. Enkele korte wandelingen, en eindelijk
ga ik hier in foto-modus. Het heeft mij iets te lang geduurd, maar de
achterstand wordt vlotjes bijgewerkt. Prachtige panorama's,
rotstekeningen, landschappen die zo als achtergrond voor een
maanlanding kunnen dienen, rotsformaties in de vorm van tipi's (doen
denken aan de 3 rondavels die we tegenkwamen in Zuid-Afrika) en
uiteindelijk ook de versteende bomen. In allerlei formaten en
kleuren. Het is hier tijdens de korte wandelingen ook warm (90F in de
schaduw, maar daar is er maar weinig van voorhanden), maar het is een
droge hitte. Zolang je regelmatig drinkt en zorgt dat je iets op je
hoofd hebt (zeker in mijn geval een vereiste), is dit hier veel
draaglijker. Je moet ten minste niet elk uur van t-shirt wisselen.
De weg terug naar de snelweg laat me
nog even van de rust genieten, maar dan is er terug de keiharde
realiteit, pijnlijk onderstreept door het uiteen gereten wrak van een
truck op de tegenoverliggende rijrichting. Zag er niet goed uit.
In Flagstaff verlaat ik de i40 richting
Valle, mijn uitvalsbasis voor de komende 2 dagen. Opnieuw enkele
heuvels, en te oordelen aan het uitzicht van de lokale accommodaties
en behuizingen, vermoed ik dat hier in de winter ook geskied wordt.
Het is al bijna donker als ik de sleutels van mijn kamer ontvang,
maar ik besluit toch door te rijden tot de ingang van de Grand
Canyon. Al is het maar om te kijken of ik er nog een ingangsbewijs
kan bemachtigen, zodat ik hier morgenvroeg geen tijd mee verlies. Het
rijden in het donker is hier geen lachertje, vooral omdat je er nu
natuurlijk veel tegenliggers tegenkomt, die op dit uur het GC-park
verlaten. Mistlampen vooraan laten branden (ook bij ons een gekende
ziekte), fares zo lang mogelijk laten branden (of zelfs
helemaal niet uitdoen), achterliggers die in de koffer willen kruipen
(al rij ik de al in-deze-omstandigheden toch vrij hoge limiet van 65
mijl/uur)..., ik kom het allemaal tegen. En ondertussen moet je ook
nog eens oppassen dat je geen overstekend wild ramt. Die laatste
blijven gelukkig van de weg af.
Aan de ingang van het park kan ik aan
de automaat een ticket kopen (het park zelf blijft 24 op 24 open,
makkelijk ook voor hen die in het park zelf logeren of kamperen), dus
dat is al geregeld. Nog een half uurtje terug naar het motel en licht
uit. Morgen wordt een lange dag.
O ja, het uurverschil met thuis
bedraagt nu 9u. Men doet hier niet mee aan de zomertijd. Makkelijk
toch als je in hetzelfde land woont maar elke staat zo toch nog zijn
eigen willetje heeft. Ik dacht dat ze dit zo'n 150 jaar geleden al
eens hadden uitgevochten.
Vandaag vroeg uit de veren (4:00u),
direct door naar de GC, en hopen op een mooie zonsopkomst.
Weinig verkeer op de weg, en ook ter
plaatse is het zeer rustig. Maar een handvol mensen hebben de zelfde
plaats uitgekozen.
Ik heb voor alle zekerheid een jas
meegenomen, want het zou er koud kunnen zijn. Blijkt nog maar
eens dat alles relatief is. Het is er zeker koeler dan overdag, maar
dit is voor mij net een aangename temperatuur. En zeker niet koud. De
zon is mooi op tijd en zorgt voor enkele mooie plaatjes. Zou in feite
een super-panorama toestel moeten hebben.
Als ik terug naar de auto wandel kom ik
ook nog enkele Elk-deer, wat vogeltjes en een eekhoorn tegen.
Ook de kalkoengieren gaan op de foto. Van uit de verte dacht ik even
dat het Californische condors waren, maar zoveel geluk heb ik niet.
Ik laat de wagen op de kleine parking staan en neem een bus tot aan
Yaki-point lookout. Van daaruit wandel ik de rand van de canyon af
tot in Bright Angels Trailhead, net geen 10 km. Het moet gezegd, ze
hebben het hier prima geregeld. Bedoeling is dat je de wagen op een
van de parkings achterlaat (of in het nabij liggende dorpje
lees: toeristenkamp) en je dan verplaatst óf te voet, óf met de
gratis bussen die hier continu rondrijden. Er wordt verwittigd dat de
parkings vroeg vol kunnen lopen, maar vandaag blijkt dit mee te
vallen. Tegen de middag is er inderdaad een hoop volk op de been,
maar de parkeerplaatsen raken er nooit allemaal bezet. Zou kunnen dat
dit in het echte hoogseizoen wel het geval is. Het is er nu zeker wel
druk, maar er zijn vele sites te bekijken, dus het valt al bij al wel
mee. Het rustige en sfeervolle van deze morgen is nu echter wel
volledig verdwenen. En het is natuurlijk ook weer een pak warmer.
Hierboven zeker 90F, in het dal zou het zelfs 105F moeten zijn. In de
schaduw! De wandelingen die gedeeltelijk de canyon inlopen zijn nu
dus niet aan mij besteed. En om helemaal tot beneden en terug boven
te hiken raad men aan om toch 2 dagen te voorzien, dus dat past
al helemaal niet. Trouwens, je ziet alles veel beter van bovenaf. Als
het wat koeler zou zijn is dit misschien wel een aanrader.
Het systeem met de gratis bussen is er
een pluspunt, en ook hier zijn de verschillende bezoekerscentra zéér
verzorgd en up-to-date. Dat moet ik hun hier wel nageven. En verder
vallen de prijzen voor eten en zo hier ook wel mee. Het is er duurder
dan in een gewone supermarkt of restaurant, maar echt niet zo heel
veel. Ik heb al touwtrektornooien meegemaakt waar men minder
scrupules had.
In afwachting van de zonsondergang pak
ik er ook nog een uiteenzetting van een plaatselijke ranger over de
condors mee (óók gratis), en dan een mooi plekje uitzoeken. Dit
wordt iets moeilijker dan deze morgen (véél meer volk nu), maar ik
kan me toch een plaatsje bemachtigen. Ook nu tikken de foto's aan. Ik
besluit te blijven tot het volledig donker is om er de fantastische
sterrenhemel te fotograferen, maar de maan is een beetje een
spelbreker. De afwezigheid van enige lichtvervuiling maakt anders wel
dat je hier duizenden sterren meer kunt zien dan bij ons. Zelfs de
Melkweg.
Onderweg naar mijn kamertje nog even
stoppen voor een steak en dan gaan slapen. Het was een lange en
vermoeiende dag, maar zeker wel de moeite waard.