Vanmorgen om 6u hebben we al ontbeten. Daarna werden we opgepikt door onze gids voor vandaag om met de lokale trein een half uurtje verder te rijden naar het allerlaatste station net voorbij een grote hydroelectrische centrale. Van daaruit reden we nog met de auto een uur verder naar een plaats in de bergen, Lucmabamba genaamd. Dit was het vertrekpunt voor onze wandeling die vandaag één van de vele incatrails volgde.
De wandeling begon met 3u en half klimmen tot we 6,5 km verder en bijna 900 meter hoger op de top van deze berg kwamen. Anderhalve kilimeter verder en een beetje lager kwamen we op een uitzichtpunt aan een incaruïne Llactapata. Van hieruit hadden we een zicht op Machu Picchu. Een kwartiertje verder aten we onze lunchpakketten op vooraleer verder naar beneden af te dalen.
In totaal was onze tocht bijna 14 kilometer lang en hebben we hierover 6 uur en half gedaan (een uur pauzes inbegrepen). We waren maar net op tijd terug aan het station om de laatste trein terug naar Aguas Calientes te nemen.
Na een rustige voormiddag in Ollantaytambo namen we daar de trein naar Aguas Calientes. Hier aangekomen checkten we in in ons hotel Presidente. Ondanks de naam is dit hotel het minst wat we tot hiertoe gehad hebben. De kamer is piepklein, je kan amper rond je bed, en in de badkamer is ook bijna geen plaats om je om te draaien.
Vervolgens verkenden we het dorp. Aguas Calientes bestaat echter uit bijna niets anders dan restaurantjes, hotels en souvenirswinkeltjes en -kraampjes en is dus heel toeristisch. Het is ontstaan voor de toeristen en/of trekkers die van hieruit vertrekken naar Machu Picchu.
Vanmorgen hebben we na het ontbijt uitgecheckt in ons hotel in Urubamba. We gingen te voet naar het busstation. Men had ons aangeraden om een 3-wieltaxi te nemen naar daar, maar als je die dingen ziet rondrijden vreesden we soms dat ze zouden omkieperen . Te voet was het slechts 20 minuutjes gaan en vermits we daar niet vies van zijn...
We gingen dus met het plaatselijk openbaar vervoer naar onze volgende overnachtingsplaats Ollantaytambo. De plaatselijke bus kost hier slechts 1,50 soles per persoon voor een rit van ongeveer een half uur, omgerekend is dit amper 0,40 . Stel je voor!!!
In Ollantaytambo bezochten we de archeologische site. Een vrij grote Inca stad, de enige in dit gebied die na de komst van de Spanjaarden niet werd afgebroken. In het dorp zijn nog een aantal straten en huizen uit de Incatijd die ook nu nog worden bewoond.
Verder werd het een rustige dag die we vulden met wat rondstruinen door de oude straatjes, tussen de souvenirwinkeltjes en -kraampjes, hier en daar een terrasje doen en een hapje eten.
Morgen gaat onze laatste week in... We houden jullie zo veel mogelijk op de hoogte.
5 juni - Verborgen ponchopad door de Heilige vallei
Om 9 uur deze ochtend werden we opgepikt aan het hotel in Cusco door onze gids. Samen reden we eerst naar Pisaq. We bezochten de oude incastad boven op de berg met daaronder de terrassen waarop vroeger allerlei groenten e.d. verbouwd werden. Na ons bezoek aan deze tamelijk goed bewaarde ruïnes reden we verder naar de Amaru gemeenschap, een dorpje een 30-tal km verder dan Pisaq. De vrouwen van deze gemeenschap ontvingen ons door bloemblaadjes over onze hoofden te strooien. Verder werden we uitgenodigd om een kijkje te nemen in hun huizen alsook in hun tuin waar de oogst van maïs en quinoa lag te drogen. Op deze manier kregen we een klein beetje een beeld van het leven hier. Verder kregen we een typische lunch aangeboden die bestond uit verschillende soorten aardappel met een pittig dipsausje als voorgerecht, quinoasoep en als hoofdgerecht rijst met een slaatje en cavia. Blijkbaar is dit laatste heel normaal en wordt dit hier vaak gegeten.
Na het eten legden de vrouwen ons het proces van het spinnen en verven van wol uit. De wol, afkomstig van schapen, lama's of alpaca, wordt eerst geverfd met natuurlijke kleurstoffen zoals bloemen en planten. Daarna wordt hij met de hand gesponnen, daarna nogmaals gesponnen zodat de draad supersterk is. Hierna kan deze wol gebruikt worden om te weven.
Nadat we afscheid hadden genomen van deze Amaruvrouwen, stopten we nog in het modernere dorp Pisac om daar even de markt te bezoeken. Hierna werden we afgezet in ons hotel in Urumbara. Hier verblijven we slechts 1 nacht want morgen trekken we verder naar Ollantaytambo, een ander dorp in de Heilige vallei.
Vandaag hadden we een vrije dag in Cusco. Al geo-cachend hebben we de stad ontdekt. Eerst zijn we een heleboel hellende straatjes en trappen opgegaan in de richting van een archeologische site Q'enqo. Na een bezoek aan deze site en het loggen van de cache hier vlak in de buurt, passeerden we nog langs een andere, maar minder bekende site K' silluchayuo, waar we na lang zoeken ook de cache konden loggen.
Hierna gingen we terug naar beneden richting Cusco centrum. We aten eerst iets in een klein maar mooi restaurantje. De restaurantjes zijn hier vaak amper te vinden. Een deur of een poort met een uithangbord geeft het aan, maar je gaat dan vaak een gebouw binnen, een trap op, terwijl je je afvraagt : bevindt zich hier een eetgelegenheid, waar komen we in terecht???
Na het eten trokken we verder de stad in en liepen we een "multi" (voor de leken in het geo-cachen: d.w.z. dat je coördinaten in je gps stopt en van punt naar punt gaat door de stad). Op deze manier kwamen we op mooie pleinen en voorbij mooie gebouwen.
We hebben geluk dat het het hier winter is . De mensen hier lopen meestal met dikke kleren, terwijl wij toeristen in short en T-shirt liepen. Vanaf ongeveer 10 à 11 uur tot ongeveer 17 uur, was het hier makkelijk tussen de 22 en 25 ° C. In de zon liep de temperatuur zelfs nog hoger op denk ik.
Intussen hebben we onze spullen ingepakt om morgen verder te trekken naar Pisaq voor onze tocht door de heilige vallei.
Vanmorgen om 8 uur namen we de bus van Puno naar Cusco. Omstreeks 15 uur kwamen we aan in Cusco. We namen een taxi naar het hotel. Na onze bagage te hebben afgezet in onze kamer hebben we wat rondgelopen in Cusco, waar we ook onze eerste cach in Cusco hebben gepakt ;-)
Regelmatig komen we mensen tegen die we in een of ander ander hotel hebben tegengekomen. Zo ook deze keer. We spraken meteen af om 's avonds samen iets te gaan eten.
Vermits een groot gedeelte van deze dag in beslag werd genomen door een lange busrit, valt er verder over vandaag niet veel te schrijven...
1 en 2 juni - Bezoek aan de eilanden op het Titicacameer
1 juni - Bezoek aan Uros, een drijvend rieteiland en aan het eiland Amantani
Rond 10 voor 8 's ochtends werden we opgepikt aan ons hotel in Puno. We reden naar de haven van Puno om daar over te stappen op een boot. Na een uurtje varen arriveerden we op het eiland Uros, een drijvend rieteiland. Deze eilanden zijn gemaakt van een soort riet dat groeit in het Titicacameer. We werden eerst ontvangen door de vrouwen in hun typische klederdracht. Daarna kregen we hier door de dorpsoverste een hele uitleg hoe de eilanden zijn ontstaan, hoe ze worden onderhouden en hoe de mensen er leven. Maximum leeftijd van zulk eiland is immers slechts 30 jaar. We mochten ook in hun huisjes kijken en foto's nemen. Het is voor ons moeilijk voor te stellen hoe de mensen op deze manier nog kunnen leven. Vervolgens konden we op een traditionele rieten boot meevaren naar het hoofdeiland van Uros. Hier konden we zelfs onze paspoorten laten afstempelen.
Na dit bezoek aan Uros hebben we nog een 2-tal uren gevaren tot het eiland Amantani. (hier gaat het wel over een gewoon natuurlijk eiland)
Hier werd de groep waarmee we waren opgesplitst in kleine groepjes, die respectievelijk bij verschillende families zouden lunchen en overnachten. Op deze manier leerden we het typische leven van deze eilandbewoners kennen. Wij werden samen met nog een Frans koppel en een Amerikaan ondergebracht bij de familie van Rosa. We vertrokken te voet van de haven naar haar huis. De eilandbewoners lopen de bergen, stenen trappen e.d. op alsof het niks is. Voor ons was het echter een hele inspanning, te meer daar het Titicacameer op 3800 m hoogte ligt. We kregen een typische lunch voorgeschoteld, bestaande uit quinoasoep, een soort omelet met kaas bij een aantal verschillende soorten aardappelen en een paar schijfjes tomaat en komkommer. Verder volgde een tas cocathee. Verder was het huisje en de kamers zeer basic! Water is er in het droge seizoen bijna niet voorhanden. Enkel 's ochtends om 5 uur is er gedurende 20 minuten water dat van een hogerop gelegen reservoir komt. Bijgevolg vullen de mensen op dat ogenblik zoveel mogelijk vaten, bidons, jerrycans ... met water.
Na het eten werden we begeleid tot op het dorpsplein, vanwaar we vertrokken voor een uurtje wandelen naar een oude pre-inca tempel, Pache Tata genaamd. Deze ligt op het hoogste punt van het eiland, 4116 m. Na deze klim (of voor mij bijna op het einde van de klim) konden we de zon in de verte zien ondergaan. Hierna keerden we langs dezelfde weg terug naar de huizen om het avondmaal te gebruiken. Dit bestond uit een maïssoep, rijst en een mengeling van aardappelen en groenten. Natuurlijk ontbrak de kop kruidenthee niet.
Tegen 8 uur werden we door een familielid begeleid naar een typisch feest met peruaanse muziek en dans. Hiervoor werden we door hen gekleed in typische klederdracht. D.w.z. voor de mannen een poncho en voor de vrouwen een witte bloeze met kleurrijke stiksels, een rok, een lendeband die zo stevig werd aangesnoerd dat je amper kon ademen, en een zwarte sjaal ook met kleurrijke stiksels.
Zo moesten we 10 minuutjes stappen tot aan het feest.
Na het feest keerden we terug naar het huis om daar de nacht door te brengen. Vermits hier geen verwarming bestaat, was het erg koud in de kamers.
2 juni - Taquile eiland
Nadat we 's morgens opstonden konden we met ijskoud water ons een beetje verfrissen, onze tanden poetsen en ontbijten bij onze gastfamilie. Daarna namen we afscheid en stapten we terug naar de haven vanwaar we met de boot verder vaarden om Taquile eiland te bezoeken.
Op dit eiland wandelden we eerst een uurtje tot aan het hoofdplein. Hier zagen we ook de breiende mannen. Het is namelijk zo dat een man op dit eiland enkel kan huwen als hij de typische mutsen en dergelijke kan breien.
Nadien kregen we een demonstratie van het weven (deze bewoners zijn door Unesco beschermd en zijn blijkbaar de beste wevers ter wereld). De kinderen beginnen al met het weven te leren als ze nog maar 5 jaar oud zijn. Op 17-jarige leeftijd moeten ze kunnen bewijzen dat ze ervaren wevers zijn. Verder demonstreerden ze ook nog een plant die werd gebruikt om shampoo en detergent van te maken. Door het gebruik van deze shampoo zouden de zwarte haren van deze mensen nooit grijs worden en zouden ze ook niet kaal worden. Als detergent werd dit natuurproduct ook gebruikt voor bijvoorbeeld het wassen van kleding, het wassen van pas afgeschoren schapenwol, ... Nog een laatste toepassing die werd aangehaald was het gebruik van resten van dit product als meststoffen voor bloemen en planten.
Bij deze familie gebruikten we met de ganse groep ook de lunch. Die bestond uit quinoasoep en forel met rijst, frietjes en groenten, gevolgd door weerom de typische kruidenthee (coca, munt of gemengd).
Na deze lunch wandelden we nog een uurtje over het eiland tot aan een volgende haven waar intussen onze boot had aangelegd, die ons terugbracht naar de haven van Puno.
Deze 2-daagse uitstap was een avontuur op zichzelf! Zeer basic, ijskoud water te gebruiken uit bidons, geen verwarming, geen openbare verlichting, geen of bijna geen elektriciteit, eten wat de mensen zelf verbouwen...
Nu zijn we terug in het hotel en kunnen we terug internet gebruiken en bijgevolg onze avonturen aanvullen.