Op zaterdag 28 februari ben ik naar de abdij van Tongerlo geweest om de " pelgrimszegen " te ontvangen. Dit is een ritueel dat jaarlijks plaatsvindt voor pelgrims die dan vertrekken. Eerst krijgt men een " geloofsbrief" ( officieel document met stempel van het Genootschap ) waarop datum- plaats van vertrek, alsook naam en manier van reizen ( te voet- met de fiets of met de ezel ) staan. Ook het stempelboekje waarmee we op elke stopplaats een stempel kunnen halen kregen we. Nadien volgde een viering in de heel imposante en goed onderhouden kerk van de abdij. Daar weerklonk het gezang van de tenor Jose carreras en dat van Stef Bos. Deze liederen , die op een heel breekbare manier werden gezongen , verwekten vibraties doorheen de ons omringende ruimte en beroerden zo ieders hart. Ook de teksten die door de medepelgrims voorgedragen werden lieten een diepe indruk na. Het ging over onthaasten, vereenvoudiging, verwondering, ontmoeting en verbondenheid. Kortom ging het over loskomen uit het dagelijkse ritme en teruggaan naar de hartslag van het leven, waarin ontmoeting met anderen en verbondenheid een grote waarde hebben. Het hoogtepunt was echter de individuele inzegening, waarbij ik menige traan heb zien wegpinken. Elke pelgrim kreeg de hand op het hoofd gelegd met de woorden " God zegene je en beware je op je tocht".Nadien werd een St Jacobsschelp omgehangen en kregen we ook een bezinningsboekje " De lange weg naar Binnen " overhandigd. Aan de partner of dierbaren, die thuis blijven werd een " takkenbos" overhandigd, als symbool van verbondenheid met de familie. Nadat we de kerk hadden verlaten konden dezen , die ingeschreven hadden samen het middagmaal nuttigen. Na de middag was er een koppel dat kwam spreken over hun fietsreis naar Compostela en naar Rome. Het uitzonderlijke was, dat de reis met gans de familie werd gedaan ( het koppel samen met hun 3 kinderen , waarvan de jongste slechts 12jaar was ). Op het informele gesprek dat nadien plaatsvond, vertelde de man dat hij altijd diegene die het traagste reed , vooraan liet en wanneer er iemand voortdurend aan het staartje bengelde, hij de achterhoede overnam om ,psychologisch gezien, iedereen een goed gevoel te geven. Dat vond ik een goed voorbeeld van een echte familieman ( en dat is waar het om draaide, die verbondenheid )
|