Na ontbijt met spiegelei in de refuge nog een bezoek aan de Ëglise Saint-Pierre met een mooi 'croix hosannière' (foto). Te vergelijken met een 'lanterne des morts' maar dan zonder lichtbron. Tocht in grote hitte. Wij eten 's middags bij mensen aan hun tuintafel. Zij brengen ons fris water en ijsblokjes. In de namiddag kunnen wij onze watervoorraad bijvullen aan een 'Eau Camino'-waterkraan in een particuliere tuin. De bewoonster komt even dag zeggen. Onderdak in de voormalige 'Abbaye royale de Saint-Jean-d'Angély'. Naast de gemeentelijke bibliotheek vond ook een Europees Cultureel Centrum er onderdak. Dat laatste houdt enige kamers aan gunstprijs vrij voor Compostelavaarders. Zij geven geen ontbijt, maar wat een luxe na zoveel dagen nog eens tussen vers gestreken lakens te kruipen.
Donderdag 19 juni 2014, dag 18, Brioux-sur-Boutonne - Aulnay, 20.6 km
Na het ontbijt met zelf gekochte koeken bij een sympathieke cafébaas, enige inkopen op de markt. O.a een overheerlijke geitenkaas bij éne mevr. Wurtz. Als zij ons Frans hoort, vraagt zij of wij ook 'du coté germanique' zijn. Zij vertrouwt ons toe dat zij in het begin haar familienaam tot W afkortte. In de regio met het grootste geitenbestand van Frankrijk vond zij een kaasmaakster met een Alsacenaam niet kunnen. Nu zij een gevestigde waarde is, gaat zij voluit voor Wurtz. Dan het ophalen van onze stempel in de Mairie (waar ook Stuart opduikt) en op weg langs kilometers veldwegen. Geen cafés, geen winkels. Tevreden zijn met wat wij bijhebben. Wij zien ook nog een prachtig onderhouden protestants privékerkhof dat de hele 20ste eeuw overspant. Bij het binnenstappen van Aulnay(-de-Saintonge) zien wij een indrukwekkende duiventoren van het vroegere kasteel (foto). Slapen in een prachtige 'refuge jacquaire' met wasmachine en droogkast! Ook Ernest 'le gendarme de Douai' (zie Sainte-Maure-de-Touraine) was er, maar dan al vier dagen geleden. Avondeten in het gezelschap van twee West-Vlamingen terwijl het plein vol zit met fish and chips etende Britten. Die blijken hier zes maanden per jaar massaal neer te strijken.
Woensdag 18 juni 2014, dag 17, La Martinière - Brioux-sur-Boutonne, 17.8 km
Na een uurtje stappen zijn wij al in Melle, een echte ontdekking. Volgens Isabelle, onze gastvrouw van vorige avond, was Ségolène Royal de drijvende kracht achter de renovatie van Melle. In haar betere jaren was zij député van de regio én minister van cultuur. Het stadje ademt cultuur. Drie romaanse kerken waarvan vooral Saint-Pierre en Saint-Hilaire (foto) wereldklasse zijn. Van Saint-Pierre is alleen het gebouw bewaard, maar wat een rust, prachtige verhoudingen in de bouw en mooie kapitelen. Er zijn geen woorden voor. In Saint-Hilaire is het altaar in het koor volledig vernieuwd en opgebouwd als een marmeren structuur. Wij hebben nog nooit een modern ontwerp gezien dat zo prachtig past in een eeuwenoud romaans gebouw. Buiten is er in de gevel ook een paasezel, die model stond voor vele andere Franse kerken.
Wij zijn geherbergd in een centrum voor jongeren die wat aan bijsturing toe zijn. Ongelooflijk dat een mens bijna 65 jaar moet worden om eindelijk zijn juiste stek te vinden. We ontmoeten er een Braziliaanse pelgrim, die zich met Engels moet behelpen.
Dinsdag 17 juni 2014, dag 16, Saint-Sauvant - La Martinière, 21.6 km
Stappen samen weg met Stuart, maar hij maakt een omweg langs Rom, waar hij een monument wil zien, opgericht voor 31 Britse commando's die na een raid op een SS-hoofdkwartier door de SS werden neergeschoten. Voor de rest een dag met weinig geschiedenis. 's Avonds eten en slapen bij de familie Pizon, een protestants gezin (foto). Hij gepensioneerd vrachtwagenchauffeur, zij kwaliteitscontroleur in een groot slachthuis. Heel intelligente mensen. PS in hart en nieren, maar tegen Hollande en zware reserves tegen Ségolène Royal. Ze vertellen ons het verhaal van hun zoon, die als 5-jarige al elke schoolvakantie met de camion meeging voor een hele week. Hij mocht in de school niet antwoorden tijdens de aardrijkskundeles, want hij wist altijd alles. Toen hij 15 was haalde hij zijn rijbewijs, en een jaar later zijn rijbewijs om met een grote vrachtwagen te rijden. Hij had het dan wel, maar mocht maar op zijn 18de de baan op! Hij heeft nu een belangrijke, goed betaalde job als dispatcher in een groot vervoerbedrijf.
Zij geven ook toelichting bij de protestantse kerkhoven, een fenomeen dat ook nu nog bestaat.
Maandag 16 juni 2014, dag 15, Coulombiers - Saint-Savant, 20.6 km
Vandaag een ronduit prachtige dag. In de late voormiddag zijn wij al in Lusignan en dat is een magnifiek stadje, boven op een heuveltop die de vallei van de Vonnes domineert. Nu wat weggedeemsterd, maar het geslacht 'de Lusignan' leverde in de middeleeuwen de vorsten van de Frankische kruisvaardersstaten Cyprus, Jeruzalem en Armemië. We klimmen langs een indrukwekkende stenen trap naar boven en belanden meteen in een park met linden, aangelegd door de blijkbaar sociaal voelende graaf Blossac, die in de 18de eeuw parken liet aanleggen om de mensen aan het werk te houden. Heel het stadje wordt hier gedomineerd door de fee Mélusine en haar legende. Zij kon trouwen met de heer van Lusignan, op voorwaarde dat hij haar op zaterdag nooit kwam opzoeken als zij baadde, want dan veranderde ze in een slang. Het vervolg laat zich raden: hoewel ze samen 10 kinderen hadden, werd haar echtgenoot jaloers en bespiedde haar toch, waarop zij veranderde in een monster, dat terwijl het opsteeg nog gauw met zijn staart het kasteel deed ontbranden. Eén van haar zonen, Geoffroy la Grand'Dent, had een slagtand en verenigde in zijn figuur veel goed en veel kwaad. Hij is vereeuwigd in een supermooi standbeeld in het park.
Het dagparcours blijft ook daarna buitengewoon. Bijna uitsluitend door velden, nu en dan door bossen. Wij zien een eerste veld met geoogste gerst. Die zagen wij de laatste dagen 24-karaats blinken in de zon en dat is geen literaire overdrijving. In de namiddag stappen wij langs een veld waar zelfs het stro al is weggehaald. Ook het koolzaad begint te rijpen. Michel from the Résistance zou hier nogal kunnen toeslaan!
Vóór het binnenstappen van Saint-Sauvant nog geconfronteerd met het fenomeen van de particuliere protestantse begraafplaatsen. De hele regio rond La Rochelle bulkt trouwens nog van de protestantse aanwezigheid. De 'dragonades' van Lodewijk XIV hebben de hugenoten het leven zuur gemaakt, hen soms op de vlucht gekregen, maar hen nooit echt klein gekregen. Ik moet denken aan wat mijn vriend M.K. te horen kreeg van zijn Frans-Occitaanse en protestantse grootmoeder bij het passeren van een katholieke kerk: "M., n'oublie jamais ce que ceux-là ont fait à tes ancêtres."
In de refuge blijkt Jean-Jacques, de verantwoordelijke voor de refuge, ons een lekkere kip te hebben gebraden. En wie zit er ook aan tafel? Toch wel Stuart zeker ... (foto)
Zondag 15 juni 2014, dag 14, Poitiers - Coulombiers, 19.7 km
Gisteravond hadden wij al een stuk van Poitiers bezocht. Deze morgen nog langs Saint-Hilaire (foto). Na twee weken stappen wij Poitiers buiten en dat is ongeveer halfweg onze doelstelling voor dit jaar. Wij moeten dus op een maand in Bordeaux kunnen staan. Door de werken aan de TGV Parijs-Bordeaux moeten wij een omweg van drie kilometer maken en deze keer lijkt er geen ontsnappen mogelijk. De Compostelavereniging van het Viennedepartement gaf zelfs een bladje uit met de hele omleiding op kaart. Met de auto is drie kilometer peanuts, maar te voet en met een rugzak is dat toch wel een verschil. Vooral omdat dat de laatste kilometers zijn. Gelukkig verwittigt een bewoner uit de buurt van de werken ons tijdig dat wij de werf wel kunnen oversteken en dat het toch zondag is ... Wij dus op weg. Alleen ter hoogte van de werf enig klauterwerk maar voor een foto op een TGV-bedding moet een mens al eens een inspanning doen.
In Coulombiers slapen in Hotel Centre Poitou, dat op zondag eigenlijk gesloten is, maar de eigenares doet voor Compostelagangers 7/7 open. Zij is al de vierde generatie die het hotel openhoudt. Haar overgrootvader kocht in 1870 de Relais de la Poste. Wij slapen in het hoofdgebouw en eten in de vroegere paardenstallen.
Zaterdag 14 juni 2014, dag 13, Dissay - Poitiers, 17.5 km
Vandaag veel teruggedacht aan onze tocht van vorig jaar toen wij tussen Bavay, Senlis en Parijs langs zovele 'chaussées Brunehault', zijn gestapt. Vandaag - om het met 'Astérix chez les Bretons' te zeggen - liepen wij vele kilometers lang over een 'Romaine chaussée' die niet verdween onder het latere wegennet, maar als landbouwweg bewaard bleef (foto). Wij lopen over de weg van Burdigala over Santones naar Lutetia Parisiorum. Het binnenstappen van Poitiers valt tegen en duurt eindeloos lang, maar dat is bij elke grote stad het geval. Als overnachting reserveerden wij de (laatste) kamer van de Maison diocésaine, overduidelijk het oude seminarie. Dat ontbrak nog aan onze typologisch al zo rijke verzameling van slaaplaatsen. Kamers goed in orde, maar toilet en douches op het einde van tientallen meters lange gangen. En dat kan voor verrassingen zorgen.
Zo wanneer Georges overweegt van zich met bloot bovenlijf te gaan wassen. Op de vraag of dit wel kan zegt Rozemie: 'Je hebt toch een broek aan.' Wat inderdaad het geval was. Eerstgenoemde dus met de handdoek los over de linkerarm de gang op richting douches. Na amper een paar meter ziet hij van de andere kant van de gang een nonachtige structuur zijn richting uitkomen. Deze loopt niet krijsend weg, maar het is ook niet 'hallelujah' in den hemel. Een voor de hand liggende oplossing is er niet. De gang heeft vele deuren links en rechts, maar die zijn allemaal op slot. Zijgangen zijn er niet. Een plan B valt niet uit de hemel. De enige oplossing voor beiden is elkaar met de nodige waardigheid voorbij te schrijden. Georges doet dit met de ogen gericht op de nonachtige structuur in de hoop te zien of er een wederzijdse begroeting inzit. Dat laatste ziet soeur Thérèse de l'Enfance Jésus (want onder die naam zal ze mij altijd bijblijven) duidelijk niet zitten. Met de ogen gefixeerd op de vloerplint linksonder zwaait zij met een veel te korte bocht haar kamer binnen. Teruggekeerd met de handdoek breed uitgespreid over de schouders en belendende lichaamsdelen.
Vrijdag 13 juni 2014, dag 12, Châtellerault - Dissay, 17.5 km
Wij betalen voor de camping 6,5 (voor ons beiden). Op het einde van de tocht blijkt het de enige plaats te zijn geweest, die niet echt netjes was. Maar gelukkig was het sanitair dat wel.
Via départementales en communales die teruggaan op een Romeinse heirbaan stappen we naar Poitiers. Wij komen langs de resten van een Gallo-Romeinse stad (Vieux-Poitiers) met een theater en alles erop en eraan (foto). Vroeger blijkbaar een bruisende stad. Nu in the middle of nowhere tussen akkers en velden. Nauwelijks te geloven. Verder geen dorpen, geen cafeetjes. Wij kunnen uiteindelijk een koffie drinken op een golfterrein dat de deuren van zijn cafe-restaurant nadrukkelijk openstelt voor iedereen. Wij er dus ook binnen, het moet niet altijd rugby zijn. Het uitzicht op het golfterrein van de Haut-Poitou en het lager gelegen Lac du Cyr is rustgevend, maar oogt ook heel duur. Noblesse oblige, nog altijd. In Dissay op chambre d'hôtes bij een vouw met een immense (klein)kinderliefde en haar man, een gepensioneerde 'carreleur' met kapotte knieën. We krijgen weer voorgerecht, hoofdgerecht, kaas en dessert. Echt veel te veel, maar zij doen het elke dag zo. De man benadrukt zelfs: "jamais de répas sans fromage". Eigenlijk is het avondmaal een belangrijk moment, met alles erop en eraan. Het ontbijt is daarentegen stokbrood met confituur, recht op de tafel, zonder bord. We hebben het praktisch nooit anders gezien.
Donderdag 12 juni 2014, dag 11, Les Ormes - Châtellerault, 18.3 km
Een dag met weinig geschiedenis. Door de velden, maar wel altijd op asfalt, bij 29° niet evident. Je voelt wel aan alles en nog wat dat wij op de via Turonensis zitten, een van de vier Compostelawegen door Frankrijk. Meer en meer gemeenten hebben een Compostelastempel. Of openen een refuge. Hotel- en restauranthouders maken een zachter prijsje, ...
Onderweg stopt een dame om ons te waarschuwen voor slangen die op de baan liggen, omdat ze uit het bos komen om de zon op te zoeken. Zij heeft er 2 gezien en heeft er 1 doodgereden. Ze kunnen 2,5 meter lang worden en bijten zoals honden. Je kan ze verdrijven door met je laarzen op de grond te stampen, daar zijn ze bang voor. Ze noemt het "sangards", maar twijfelt aan de schrijfwijze, wat Rozemie aannemelijk vindt, aangezien ze "un serpend" met een d schrijft. Ze jaagt Rozemie de stuipen op het lijf, maar na een eindje stappen, besluit laatstgenoemde haar tocht niet te laten bederven. We zien in elk geval geen enkele slang, en vragen ons af of ze niet één of andere griezelfiguur was uit een boek van Roald Dahl.
Ook ons einddoel van vandaag heeft iets in petto. Wij lezen dat zij op de Camping municipal een stacaravan ter beschikking van de pelgrims stellen. Dit lijkt ons weer eens wat anders en wij reserveren twee plaatsen. Wij komen wel te laat aan in Châtellerault om er het Jacobsbeeldje in de kerk (foto) nog te kunnen zien. Jammer, maar ook dat hoort er bij. Gelukkig zijn de Orangewinkels later open dan de kerken en wij kunnen ons nog een 'Domino' kopen. Gezien bij pelgrim Stuart (de rustende beroepsmilitair, in zijn geval geen pleonasme). Domino is een klein bakje (niet veel groter dan een ouderwets luciferdoosje) waarmee je mits het aankopen van een kaart om het even waar in Frankrijk wifi kan hebben voor je pc en/of tablet en/of smartphone ...
Dan naar de stacaravan, allemaal heel basic. Maar geen avondeten te krijgen. Gelukkig staat er in de caravan nog een blik ravioli, een campingmedewerker haalt ons een brood uit een of andere diepvries. Nog nooit zo goedkoop gegeten. Wij delen de caravan met Jenny uit Rouen. Geen bedevaarder, maar blijkbaar op de loop voor iets. Op de camping zit ook nog ... Stuart. Wel in zijn eigen tent.
Woensdag 11 juni 2014, dag 10, Sainte-Maure-de-Touraine - Les Ormes, 20.4 km
Omdat alles nog beter kan ... toch maar verder. We klimmen eerst naar het centrum van Sainte-Maure omdat we absoluut een apotheker en een postkantoor nodig hebben. Terug naar beneden en dan verder het stadje uit, en wat blijkt? Er ligt een grote Supermarché op de route, met apotheek en met postkantoor. Dat zijn van die situaties waarin je zegt dat je niet naar Compostela moet gaan, als je daar niet tegen kan. We lopen nog even verkeerd en zijn dus eigenlijk te laat op weg gezien de hitte. Niets aan te doen! Wij moeten ook denken aan wat een inwoner van Sorigny (zie dag 9) op een paar bordjes in zijn tuin schreef ter attentie van de voorbijwandelende Compostelavaarder: 'Si tu penses trop, marche. Si tu penses mal, marche encore.' In een boerderij onderweg kopen we een Sainte-Maure bij de producent. We zullen er dagen van genieten.
Ondertussen stappen wij de Touraine uit. De wijngaarden maken plaats voor zonnebloemvelden. De zonnebloemen zijn weliswaar nog klein, de bloemknoppen nauwelijks zichtbaar. Hopelijk kunnen wij ze ook nog in volle bloei zien.
Broodmaaltijd in Maillé. We slepen er een bank uit het voorportaal van de kerk, omdat we nergens kunnen zitten, om bij het wegstappen te constateren dat er wat verder een parkje is met alles erop en eraan. Maillé is een dorp dat eind augustus 1944 door de Duitsers werd platgebrand. 124 van de circa 500 inwoners werden vermoord. Zonder enig onderscheid des persoons zoals dat dan heet. Ook baby's en jonge kinderen werden neergeschoten voor hun steun aan het maquis. En dat op een moment dat Parijs al bevrijd was! Wij bezoeken er de Maison du Souvenir.
We stappen verder en hebben geen andere mogelijkheid dan door de werf van de TGV te stappen. We stappen er eerst met een klein hartje door, want er staan overal strenge verbodstekens, maar de werklui hebben blijkbaar wat anders om het hoofd dan zich druk te maken over twee vreemde snuiters met een rugzak (foto).
's Avonds belanden wij 'Au cheval blanc'. De eigenaars van het hotel-restaurant zijn vooral restaurateur en traiteur, maar als pelgrim zijn wij er meer dan welkom. Mevrouw komt voor ons opendoen, ons eten staat klaar in de frigo, de microgolf is ter beschikking en voor de rest van de avond hebben wij letterlijk het hele hotel voor ons alleen.
Dinsdag 10 juni 2014, dag 9, Sorigny - Sainte-Maure-de-Touraine, 20.6 km
Vandaag een parcours dat bijna helemaal door veld en bos loopt. Waar beide 'biotopen' elkaar raken, zijn de velden omringd door schrikdraden tegen het wild. Wij stappen vier uur aan een stuk wat eigenlijk te veel is, maar het is regenachtig en nergens een rustplaats te vinden. 's Middags lezen wij in het kerkje van Sainte-Catherine-de-Fierbois dat de Kortrijkse pelgrim Stuart ons net voorafging. Wij vinden hem terug in het restaurantje en wijken af van onze gewoonte van broodmaaltijd op de middag. Ongelooflijk lekker menu voor de al even ongelooflijke prijs van 12.
Stuart (is zijn voornaam) blijkt een gepensioneerd beroepsmilitair die de Camino doet om fondsen te werven voor ex-psychiatrische patienten. Daarna op weg naar de gemeentelijke refuge van Sainte -Maure-de-Touraine ... waar wij Stuart terugvinden. Wij hebben nog een minder aangename ervaring met een oververmoeide pelgrim, die door het lint gaat als de refuge volzet blijkt. Er was nochtans meer dan een oplossing mogelijk, maar de man was niet voor rede vatbaar. Even later komt de vierde pelgrim aan. Ernest, een gepensioneerd gendarme van Douai. Wij zijn wel goed gecas(ern)eerd vanavond. Prachtige locatie (foto). Wij overwegen hier drie tenten te bouwen. In dat geval wordt dit het definitieve afscheid.
Pinkstermaamdag 9 juni 2014, dag 8, Tours - Sorigny, 20.3 km
Om 8.15 verlaten wij Tours via de grote zuidelijke invalsweg. Omdat het pinkstermaandag is valt dat nog best mee. Bovendien botsen wij op een Decathlon, die nog open is ook. Kopen ons wat lichte kledij bij. Overbodige sturen wij wel terug naar huis. Zal een heel goede beslissing blijken! Montbazon, waar wij middageten, verlaten wij via de donjon (foto). Daarna via de GR verder. De stralingswarmte van de asfaltbaantjes is nauwelijks te harden. In Sorigny vinden wij een prachtig hotelletje, waar de tijd wat stilstaat. Aan een pelgrimstarief van 70 kunnen wij er overnachten met halfpension. Wij eten weer zoals dat alleen in Frankrijk kan: vispastei, gamba's met lookpatatjes en verrukkelijke crème brulée. En dat alles naar schatting aan de helft van de prijs die men in België vraagt.
Pinksterzondag 8 juni 2014, dag 7, Montlouis - Tours, 15.3 km
Rustige dag gepland (vertrokken om 9.40), maar door de hitte wordt het toch nog zwaar. Steken de Loire over via een wandel/fietspad op een spoorwegbrug (foto). Fantastische evaring, maar toch wat benauwelijk als er een trein voorbijraast. Middag in Vouvray (wie dit niets zegt, kan beter niet verder lezen) en dan naar Tours. Daarna stappen we weer langs het jaagpad van de Loire. We zien rotswoningen en restanten van de werkplaatsen in de rotsen, waar van de late 16de eeuw tot de industriële revolutie, zijderuspen werden gekweekt. Het is intussen snikheet, de 30° worden weer vlot overschreden, en we belanden in een recreatiepark langs de rivier. Gezellig, met een grote dansvloer, waar tientallen oudere paren ondanks de warmte, dansen op muziek van toen, met een live orkest.
De jeugdherberg blijkt volledig in renovatie. Wij vinden gelukkig nog een klein hotelletje uitgebaat door Chinezen. Echte! Van het continent. Op de Place Plumerau, het grootste plein van Tours, dat bomvol terrassen staat, merken we opnieuw dat de Fransen geen wijn meer drinken. We zijn volop in de wijnstreek, en rondom ons wordt er Affligem, Leffe en Grimbergen gedronken.
Als afronder avondeten in een Libanees restaurantje. We zijn moe, hebben allebei pijn aan onze voeten, en dus zo vroeg mogelijk naar bed. 's Nachts onweert het, maar de hagelbuien, die grote schade veroorzaken in de landbouw, laten Tours links liggen.
Zaterdag 7 juni 2014, dag 6, Mosnes - Montlouis, 27.4 km
's Morgens al om 6.30 op stap gezien de aangekondigde hittegolf. Volledig opgetuigd: goedgemutst (zonneklep), volledig in de zonnebrand, zonnebril op de neus, regenjassen diep in de rugzak. Maar 'de metten komt auverecht' zoals men in Denderwindeke zegt. Lees: het kalf komt omgekeerd. Zware bewolking, regenvlagen en dondergekletter zijn ons deel. Bovendien is het ons dagje niet, we geraken niet vooruit. Om 10 uur in Amboise. In de namiddag komt de hittegolf er toch. Op de foto een droogrek op weg naar Bordeaux. Stappen intussen al door de wijngaarden van de Touraine. Als middagpauze kunnen wij gaan zitten en iets drinken in een rugbyclub, maar ondertussen hebben wij nog geen slaapplaats en het is pinksterzaterdag. Als plan B houden wij de pastoor van Montlouis in reserve, maar is er wel nog één? Besluiten uiteindelijk - min of meer uitgeput - een chique kamer te nemen met prachtig uitzicht op de Loire. Achteraf blijkt dat wij in waarschijnlijk de mooiste pastorie van Frankrijk hadden kunnen slapen: een 17de-eeuwse woning aangebouwd tegen het koor van de kerk!
Vrijdag 6 juni 2014, dag 5, Chouzy-sur-Cisse - Mosnes, 22.6 km
7 uur en wij zitten aan het ontbijt bij een zonovergoten ochtend. Dat belooft voor vandaag. Na een kort stukje op een vrij drukke weg (spitsuur!) duiken wij de velden in. Prachtig stuk. Rechts een eindeloos veld rijpe koolzaadplanten, links de bijna rijpe gerst met aan de randen honderden klaprozen. Onvergetelijk. Het gaat weer beter met God in Frankrijk!
Even verderop een kleine 'camping' voor zigeuners. Het departement Loire-et-Cher telt er zo twaalf! Mits het respecteren van een minimum aan afspraken kunnen Roma/Sinti er maximum drie maanden blijven voor een spotprijs. Verlengbaar voor families met kinderen. Winwin voor iedereen. De autochtonen tevreden want er is enige sociale controle. De woonwagenbewoners kunnen hun eigen leven leiden zonder dat zij in 'getto's' terecht komen. Alleen bewondering voor de vrijwilliger die hier het gras komt afrijden want de man heeft enorm last van hooikoorts. Stel je voor. Nog nooit iemand gezien met zo een roodomrande ogen die constant moet niezen. Hij staat samen met ons op de foto, maar die is echt niet publiceerbaar.
In Chaumont lopen we langs een standbeeldengroep rond de legende van Mesland. Zij was de geliefde van Dionysios en heeft er in tijden van grote droogte voor gezorgd dat de Loire volliep en de wijnbouwer hun typische Mesland konden kweken.
Chaumont ligt langs de Loire en is eigenlijk niet veel meer dan een straat onderaan het beroemde kasteel. We drinken er koffie in een biologisch-ecologische bar-restaurant. De uitbaatster is ei zo na verontwaardigd omdat wij in deze tijd van het jaar tomaten willen kopen. "Die groeien nog, maar moet je nu toch nog niet eten"! Zij geeft ons wel een gouden tip: dankzij haar wandelen wij door het laatste alluviaal bos van de Midden-Loire. Geen GR, geen Compostelapad, alleen een stukje oernatuur, wild en woest, dat je echt moet weten liggen. Bij het uitwandelen van het bos eten wij onder een eik: een stam met een omtrek van 4,5 m, de kruin heft een diameter van 25 m, de hoogte schatten wij op 15 a 20 m (foto).
We stappen verder langs overstromingsgebieden van de Loire. Een voorbijganger vertelt ons dat er elk jaar mensen verdrinken in de Loire, omdat ze via de zandbanken over de rivier willen stappen en weggezogen worden in het zand.
Daarna naar een chambre d'hôtes in Mosmes. De eigenaar is een kerstfanaat en heeft een grote tafel vol "figurines" staan: kerstbomen, engeltjes, ossen, ezels .... al wat in een kerststal past. Op een tapijt staan dan weer grote kerstkarren, lichten, bomen, slingers ... je kan het zo gek niet bedenken of het staat er. De man is weken bezig met het opstellen van de kerstversiering, die weken blijft staan. Dan duurt het ook weer weken om alles op te bergen. Ieder zijn meug!
Donderdag 5 juni 2014, dag 4, Suèvres - Chouzy-sur-Cisse, 27.7 km
Het voordeel van de routiers is dat je kan ontbijten vanaf 6 u. Wij zijn dan ook al op weg om 7.45 voor wat een loodzware dag zal worden. Het voormiddagparcours is heel mooi en leidt ons o.a. langs het kasteel van Madame de Pompadour in Menars. 's Middags eerst onze stempel halen in de Mairie en dan gaan eten in de schaduw van het kasteel van Blois (foto). Om een slaapplaats op bereikbare afstand (max. 25 km) te vinden moeten wij op de hier minder mooie rechteroever blijven. Eerst door monotone woonwijken, dan rekenden wij op een bosweg door het Forêt domanial de Blois, maar dit blijkt een drukke verbindingsweg zonder voetpaden ... Als klap op de vuurpijl ligt onze chambre d'hôtes dan nog een eind buiten het dorp. Ook God in Frankrijk heeft al eens een mindere dag. 's Avonds dringend slaapplaatsen zoeken voor het in Frankrijk hectische sinksenweekend. Dan eindelijk eens de blog bijwerken. Het wordt 24 u, eigenlijk veel te laat.
Woensdag 4 juni 2014, dag 3, Beaugency-Suèvres, 24.8 km
Na een ontbijt om 7 u weer op weg langs de Loire. Onderweg roept een Compostelafietser ons 'A Compostelle!' toe. Het weer is niet zo best. Voor Rozemie valt de tocht in de voormiddag niet mee: het is afzien en stappen op karakter. Bij elke stap die ik zet, doet het lidteken van mijn voetoperatie pijn. Dit zijn omstandigheden waarin je jezelf een ouwe gek vindt, die beter thuis zou genieten van de lekkere zetels. Gelukkig gaat het na de middag beter.
Tijdens onze picknick aan de brug van Muides steekt een heuse storm met slagregen op. Onderweg naar Suèvres zien wij andermaal grote slakken, geboren 'escargots de Bourgogne' (foto). Hebben jammer genoeg noch boter noch look bij. Georges was 50 jaar geleden al eens in Suèvres met ouders en (tante) Mia. Bij het afhalen van onze stempel bevestigt de stadsbediende dat de camping nog steeds bestaat, maar dat ze onherkenbaar veranderd is. Voornoemde Georges deelt mee dat dat ook voor hem het geval is.
Slapen en eten in een hotelletje dat het moet hebben van de routiers. Het eten is superlekker. Koud buffet in zelfbediening. Keuze uit drie royaal bediende hoofdschotels. Kaas. Dessert. Intussen op tafel wijn (in niet minder dan vier modellen flessen en karaffen) en water a volonté. De koffie laten wij aan ons voorbijgaan. Dit alles voor 12,40.
Dinsdag 3 juni 2014, dag 2, Chaigny-Beaugency, 19.8 km
Eerste kennismaking met de Loire als wandelaar, totnogtoe alleen gezien als autotoerist. Aan de ene kant de Loire met langs zijn oevers ontelbare zwarte populieren op een wit tapijt, massa's hoge wilgen en vele notelaars. Aan de andere kant honderden meters lange terrasmuren waarin tientallen voorraadkelders zijn uitgespaard. Twee fietstoeristen wensen ons een 'buen camino'. Als wij ze even later terugzien zeggen ze dat zij uit Baskenland komen (NIET Spanje). Bovenop hun bagage ligt dan ook de Baskische vlag. Halfweg passeren wij in Meung-sur-Loire. Commissaris Maigret is er jammer genoeg niet, zit waarschijnlijk nog op de Quai des Orfèvres in Parijs. Dan verder naar Beaugency, een stadje met romaanse en vroeggotische gebouwen. Slapen in een wat ouderwets en klein hotelletje na een Creoolse maaltijd, gebaseerd op de keuken van het eiland La Réunion.
Er zit een koppel dertigers te eten, en de man vraagt om een foto van zijn grote liefde te nemen, want "c'est un ange!"(foto).
Een beetje in mineur vertrokken: gisterenavond laat krijgen we nog het bericht dat tante Chou zeer ziek is en dat we ons op het ergste moeten voorbereiden. We beslissen dat we hoe dan ook vanuit Frankrijk naar Londen zullen gaan, als dat zou nodig zijn. Het klinkt wat luguber, maar Rozemie hangt rouwkledij klaar, die broer Bert eventueel kan ophalen. Als het een 90-jarige betreft is zo'n bericht altijd alarmerend, maar in de loop van de staptocht zal blijken dat ze gelukkig herstelt.
Met de trein van Brussel naar Orléans waar wij om 12.30 aankomen. Na een kort wederzien met de glasramen van de kathedraal en met de pas heraangelegde Place du Martroi, het ophalen van een stempel en het kopen van een Orange-kaart voor smartphone op weg naar Chaigny, een voorstad van Orléans. Deze eerste tocht bedraagt maar 11,5 km en toch valt het niet mee: we maken belachelijke beginnersfouten. Onze petten zitten onderaan in de rugzak en we nemen te weinig water mee. Maar de eerste kilometers zitten erop!
We pakken voor de laatste keer onze rugzak. Het is een vreemd gevoel: je stapt 24 dagen op een traject en dan stap je 's morgens, nog niet eens zo vroeg, de trein op en in de namiddag sta je terug thuis. We zijn nog op tijd om mee te gaan om de kinderen op te halen op school. Ze vliegen ons om de nek, een goed gevoel! Thuis hangen er overal welkomstekeningen en daar hebben ze ook de namen van de 'Gentenaars' bijgevoegd, die we zo vlug mogelijk telefonisch contacteren. We hebben 492,45 km gestapt en zijn tevreden. Het is goed geweest.