Het Abel Tasman national park was weer een ervaring als geen ander. We gingen met de kano de kustlijn af, en hoewel we er vanop afstand ongetwijfeld enorm cool en relaxed uitzagen was het gigantisch hard werken! Maar het was elke peddelslag waard. We kregen een heel andere kijk op het national park dan degene die we de dag erna hadden tijdens de wandeling terug. Plus we zijn langs een eilandje gegaan dat een beschermd vogelreservaat is, vrij van possoms en ratten. En we hebben enkele zeehonden gezien. Superschattig! We vertrokken vanuit een baai waar het water kalm en ondiep was, na het zijtripje naar het eilandje gingen we de baai uit en was het roeien of omkantelen! De golven waren ongeveer een meter, soms schepte ik dus een wolkje lucht naar achter,soms zat ik dan weer tot met elleboog in het water. Maar het was geweldig, ik heb blijkbaar een voorliefde voor door elkaar geschud worden! Na een nachtje kamperen gingen we te voet terug van waar we gekomen waren. Het was flink doorstappen van 9u 's ochtends tot in de late namiddag. Tegen de avond kwamen we helemaal afgetraind en uitgeput terug aan in ons hostel.
De volgende ochtend verlieten we Nelson en gingen we richting ruige westkust. Ik vind het moeilijk om er veel over te zeggen, het was overal even prachtig, maar echt uitgesproken bezienswaardigheden waren er niet. Het waren de locals feitelijk die van de westkust een speciale ervaring maakten. Laatste stop aan de westkust was de Franz Josef gletsjer. Spectaculair! De gletsjer beweegt zo'n 6m per dag, dus de gidsen moeten elke dag een nieuw pad zoeken om veilig naar de mooiste plekjes te gaan. We werden onderverdeeld in 4 groepjes, en ik zat in het eerste. Onze gids zocht dus de weg en maakte heel erg kleine voetsteuntjes voor ons, die de volgende gidsen dan stelselmatig vergroten. Superleuk! En we hadden mooi weer, ook niet niks aangezien het quasi constant regent in de streek. Microklimaatjes alom in Nieuw Zeeland!
Na Franz Josef gingen we richting Wanaka. We besloten om daar enkele dagen te blijven. De meren zijn echt het diepste blauw dat ik ooit gezien heb! En niet ver van de meren rijzen de bergen de hoogte in, sommige toppen waren bedekt met sneeuw. De komende 4 dagen hebben we de streek verkend te voet en met een huurautootje, lekker samen gekookt en naar de plaatselijke cinema geweest (2x!).
Momenteel ben ik in Queenstown, voor twee dagen. Vlak nadat we aankwamen ben ik de hoogste bungy van Nieuw Zeeland opgekropen en er weer afgesprongen, kicken! We werden met een klein gondeltje naar het springplatvorm vervoerd, iedereen met klamme handjes! We stonden met een 8-tal mensen klaar om het een voor een te wagen, de zwaarste ging eerst. Ik mocht dus behoorlijk lang mogen wachten eer het mijn toer was, en tegen dan was ik zo slap als een vod van de schrik! Ik werd over een soort tandartsstoel gedrapeerd en men voeten werden vastgemaakt aan de bungy. De wandeling met ministapjes tot op de rand van het springplatvormpje was afgrijselijk, en m'n been sliep half! De bungy weegt best veel en ik voelde hem trekken aan men enkels. Ik was zo bang om te vallen! Terwijl ik daar zo stond moest ik even omhoog kijken en lachen naar het vogeltje. Dat is flagrant mislukt! De begeleider (of hoe moet ik die gast noemen?) telde af en zonder teveel denken was ik vertrokken! De sprong is 134m, en ik kwam echt bijzonder dicht bij de bodem! Ik was er heel even van overtuigd dat ik men ogen op de bodem achter ging laten, zo'n druk! Ik heb het uiteindelijk twee keer gedaan, het was waanzinnig!
De dag erna was een tam dagje, vandaag ben ik weer van iets hoogs gevallen. De Canyon Swing is 60m vrije val, en dan een swing van 200m. totale verticale val is zo'n 110m! Het was iets minder verschrikkelijk om van het platvormpje te springen, maar de val voelde op de een of andere manier nog vrijer dan de bungy! Ik denk dat dat is doordat de bungy een duik was en de swing een echte val. Ik stond weer flink te trillen de eerste sprong, handjes achter men rug en zijwaarts op het platvorm! De tweede was een echte val, die deed ik ondersteboven! De fear factor op de Nevis was groter, maar de adrenalinerush was er zeker niet minder op!
Maandag vertrek ik naar het diepe zuiden, dat zou zogezegd een hoogtepunt moeten zijn, ik ben benieuwd!