Ergens ruwweg een week na Pasen lieten we de verbazingwekkend toeristische Sunset Coast achter ons en reden we de outback in, richting Tom Price. Da's een mijnwerkersdorpje dat halverwege de jaren '60, op aandrang van ene mr Tom Price uit de grond gestampt werd. Er zijn geen asfaltwegen richting Tom Price, alleen gravel roads. Aangezien de grote steden langs de Sunset Coast doorgaans bestaan uit een iets te duur caravan park, 3 toeristenwinkeltjes en een IGA supermarktje verwachtten we niet teveel van dit stipje op de kaart. Het was echter een volwaardige stad naar West Australische normen! Er was niet echt veel te beleven, maar het was authentiek en ik vond het er helemaal geweldig. En er was een Coles, de Colruyt van het zuidelijk halfrond!
De reden waarom we er in de eerste plaats naartoe stuiterden was omdat het zo dicht bij het Karijini National Park ligt. Karijini is vooral de moeite waard om te bezoeken vanwege de prachtige ravijnen, de riviertjes daarin en de watervallen en rock pools. We ondernamen enkele lange avontuurlijke wandelingen, die ons vaak van steen naar steen springend over de rivier leidden.
Na Karijini gingen we weer richting kust. Met een tussenstop in het Millstream National Park. Minder spectaculair, maar op zijn manier ook enorm mooi. Het weer was ondertussen weer omgeslagen naar koud en regenachtig. Het was de eerste keer dat we werkelijk door een overstroomd stuk weg moesten rijden. Die duizenden "Floodway" waarschuwingsbordjes langs de weg staan er dus toch voor een reden, zo blijkt. In de parken was het weer niet echt een probleem, maar eens terug aan de kust was het toch spijtig dat we niet echt konden gaan snorkelen. De komende dagen deden we dus behoorlijk veel kilometers zonder echt noemenswaardige dingen te kunnen bezichtigen. Tot Port Hedland, een grote Havenstad en de uitvalsbasis om de olie- en gasvelden een eindje van de kust te exploiteren. Daar konden we in de schaduw van de zware industrie aboriginal rotsschilderingen (inkervingen feitelijk) bezichtigen. Sommige tot 20.000 jaar oud! De stam die deze gemaakt heeft is echter uitgestorven, kort na de blanke kolonisatie. Na Port Headland was er een goeie 600km niks speciaals te zien, tot Broome.
Gisteren heb ik me ingecheckt in het hostel. Een warme douche, een zacht bed, en conversaties waaraan ik deel kan nemen als ik daar zin in heb. Heerlijk! Ik blijf in dit hostel tot de 18e, dan vlieg ik naar Auckland in Nieuw Zeeland.