De tocht naar Vézelay is echt prachtig! Bij aankomst krijg je een prachtig zicht op de basiliek, die hoog op een heuvel uittorent. Het is nog een taaie wandeling van de voet van de heuvel tot je effectief bij de voordeur van de basiliek staat. Kzet me daar op een bankje wanneer ik plots mijn naam hoor. Lionel Macguiver was ook net aangekomen. Het onthaal voor pelgrims opende pas om 14u30 en omdat we daar al om 14 u waren hebben we een vlug bezoekje aan de imposante basiliek gebracht. Indrukwekkend. Ik was daar zo vroeg na een wandeling van 29km omdat er onweer zat aan te komen. Kheb constant doorgewandeld om maar niet te worden natgeregend. Gelukkig heb ik het droog kunnen houden. We wouden toen samen naar het onthaal gaan toen we werden aangesproken door William. Een Engelsman die zeer goed Frans praatte. Hij is een vrijwilliger die een paar keer per jaar naar Vézelay gaat om er pelgrims wegwijs te maken. Hij hielp ons aan een goedkoop onderdak in een gebouw van de kloosterzusters. Er verbleven daar nog wat pelgrims en een groep mentaal gehandicapte jongeren. Ze waren er op reis. Je hebt er alle comfort en mag de keuken gebruiken enzo. Je betaalt er infeite wat je wil maar er was een indicatieprijs van 15 euro, ontbijt inbegrepen...
In Tonnerre ben ik op aanraden van François en Raymond naar de toeristische dienst gestapt, waar ze voor 10 euro overnachtingen aanbieden aan pelgrims. En daar, in een gebouwtje van de scouts gelegen in een prachtige wilde tuin, ontmoette ik hem: Macguiver Pelgrim! Zijn hele uitrusting was een geheel van uitvindingen tegen en voor vanalles en nog wat! Een pepervatje gemonteerd op zijn wandelstok tegen dat er een hond attakeert. Dan zou hij vlug het vatje openmaken en peper in de ogen strooien van die durfal van een hond. Ik moet er wel bijvertellen dat het nog in testfase was, de positieve werking ervan stond nog niet vast. Zijn sandalen waren in feite twee stukken fijn isomo, uitgesneden op zijn maat, met rekkers vastgemaakt aan zijn voeten. Die rekkers dienden ook om zijn broek over zijn schoenen vast te maken als het regent. Iedere tweede dag draagt hij zijn t-shirts of trui's binnenstebuiten om ze te luchten. Zijn zeep zit in een vrouwekous die hij rond zijn pols bindt om ze niet te vergeten in de douche, enz... Echt schitterend om hem bezig te zien, en een aardige vent, Lionel, 64 jaar. Zo kwam het dat we afspraken om elkaar terug te ontmoeten in Vézelay. We wandelden niet samen, omdat het moeilijk is naar ritme toe, maar ook omdat ik een andere weg wou nemen...
Na het mooie paasweekend ben ik vanuit Bar-sur-Seine verder gewandeld richting Bragelogne. Wat een mooie wandeling beloofde te worden, werd nog mooier toen ik mijn eerste collega-pelgrims inhaalde! A-typische pelgrims, dat wel! François en Raymond zijn twee 70+ ers die in drie etappes naar Santiago willen stappen. Ze hadden in de namiddag een champagne-boer bezocht en zich daar een stuk in de kraag gedronken. Ze moesten dan natuurlijk wat rusten en zijn op het gras in slaap gevallen. Toen ze daarna wakker werden, waren hun benen een beetje slap en daardoor kon ik hen inhalen, zeiden ze. Ik denk eerder dat het aan hun bagage lag. De één had een karretje met een koffer erop mee die met een gordel rond zijn middel was vastgemaakt, de ander twee rugzakken! Of eigenlijk een rugzak en een kleinere buikzak, waarin hij de kaarten en zijn water meedroeg... tsjolen! Ze lieten het wel hun koude kleren niet raken, dat ze afzagen bedoel ik. François begon eerder te klagen dat hij in drie weken al geen sex meer had gehad. Toen Raymond dit hoorde, piste hij bijna in zijn broek van het lachen en maande zijn compaan aan om wat minder over de vrouwen te babbelen. Tja, antwoordde François, we zitten hier met een jonge belg, je wil toch niet over het weer klappen?! waarop ze beiden weer in de lach schoten en we toch bij het onderwerp vrouwen gebleven zijn... Toevallig wandelden we naar hetzelfde dorp waar we zouden overnachten. Zij hadden gereserveerd in een gîte en misschien was er daar nog plaats voor mij ook. Bij aankomst was enkel de zoon des huizes thuis en die wist van toeten noch blazen. De twee joviale Fransen hebben me daar naar binnen gepalaverd en een kwartier later zat ik daar in een gîte met twee uitgetelde bejaarden die in hun onderbroek languit in de zetel lagen... Na een kleine rustpauze waren ze echter weer als nieuw en toen de heer des huizes aankwam, twijfelden ze niet om te vragen of er een fles champagne koud in de frigo lag. En omdat de gîte toevallig een bijgebouw van een champagneboerderij is, was dat natuurlijk wel het geval! Tien euro voor een fles en precies toch altijd dat ietsje beter dan uit een winkelrek, rechtstreeks van de boer, zonder etiket!