Esthetische Vorming
De Waarneming
01-05-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vierde thema : Het standpunt bij de waarneming
Het standpunt bij de waarneming

1. De centrale perspectief

De centrale perspectief in de schilderkunst werd pas in de 15de eeuw toegepast. We kijken eerst even naar een ouder kunstwerk :


Keizer Justinianus en gevolg (San Vitale, Ravenna, 574)

In de Byzantijnse kunst (Justinianus was keizer van Byzantium van 527 tot 565) ontbreekt de illusie van ruimte totaal. Ook wat de compositie betreft, worden de meest starre en elementaire formules toegepast : alle figuren staan op één rij, in vooraanzicht. Die stijl past wel bij de majesteitelijke toon.
De figuren van het mozaïek lijken op hun tenen te staan. Dat komt, doordat men bij het bekijken van de rechtopstaande mens romp en hoofd goed kan waarnemen door recht voor zich uit te kijken, maar om de voeten te zien, moeten we de blik neigen, waardoor de perspectief zich wijzigt. Men kan dit bijvoorbeeld goed merken, wanneer men in een lange zaal recht voor zich uit kijkt : de muurplinten maken de indruk naar elkaar toe te lopen. Geheel anders is het, wanneer men de vloer van boven naar onder toe bekijkt, want dan blijven de muurplinten netjes evenwijdig lopen en op een doek voorgesteld zouden ze rechtopstaan als de planken van een palissade.


Masaccio, H. Drievuldigheid, ca. 1427

Dit fresco van Masaccio (1401-1428) stelt God de Vader voor die de H. Geest, in de gedaante van een duif, naar zijn gekruisigde zoon zendt. Aan beide zijden van het kruis staan de H. Maria en de H. Johannes. Alle figuren zijn ongeveer levensgroot afgebeeld, ook de geknielde personen, die de 'schenkers' van het werk voorstellen. Compositorisch is het werk hiërarchisch opgebouwd, van hoog naar laag, maar de onderlinge visuele verhouding van de figuren is dat niet; ze is niet in volgorde van belangrijkheid, maar realistisch, zoals we hen in een echte ruimte zouden zien. Vergelijk dat met onderstaand triptiek :


H. van der Goes, Portinari-triptiek, 1476

Het tafereel stelt de aanbidding van de herders voor. De grootte van de figuren beantwoordt niet aan de perspectief, maar wordt bepaald door de hiërarchische rang van de personages : Maria en Jozef hebben de meest opvallende afmetingen, daarna komen de minder belangrijke herders en de engelen fungeren slechts als bijkomstige figuranten.
Men kan drie lichtbronnen ondescheiden : de eerste staat links, buiten het paneel, en belicht vooral sint Jozef en de engel boven hem; een tweede lichtbron is het kind Jezus zelf, dat op alle omstaande figuren schijnt; een derde licht straalt over het landschap. Compositorisch gezien zijn de figuren in tondo-vorm opgesteld. Bepaalde elementen lijken er alleen maar bij gezet om toch maar geen lege plek over te laten (horror vacui).


P. Uccello, Slag bij San Romano, 1456

Het werk van Paolo Uccello (1397-1475) verhaalt een episode van de Florentijnse geschiedenis, namelijk de slag bij San Romano, tegen de inwoners van Siena. Alles op dit doek lijkt bevroren tot geometrische vormen en keurig gerangschikt langs persectief-lijnen, één grote oefening in het pogen elke lijn in betrekking te brengen tot de in één centraal punt samensmeltende evenwijdigen. Die maatkundige orde en vormverstarring staat in scherp contrast met het uitgebeelde tafereel van een veldslag vol beweging en geweld.


D. Velasquez, Portret van Pablo de Valladolid, 1635

Een schilder die een vrij dicht bij hem staande persoon portretteert, kan hoofd, romp en voeten niet in eenzelfde perspectief zien : om de voeten te zien moet hij de blik neigen en aldus de perspectief wijzigen. Velasquez (1599-1660) omzeilt het probleem door aan de geportretteerde een geforceerde en valse houding te geven.


J. van Eyck, Arnolfini en echtgenote, 1434

Jan van Eyck (ca. 1390-1441) lost de moeilijkheid op door de lijnen op verschillend niveau naar verschillende punten te laten lopen. Zo komt een denkbeeldige verlenging van de evenwijdige lijnen van boven- en onderkant van het venster uit in een punt ter hoogte van de spiegel, terwijl de evenwijdige lijnen van de vloerplinten op een lager niveau samenkomen.


P. Cézanne, Keukentafel, 1890

Paul Cézanne (1839-1906) was één der eersten die precies probeerde te schilderen zoals hij de dingen zag, zonder eerst een netwerk van perspectieflijnen op te bouwen.


R. Magritte, Les promenades d'Euclide, 1955

René Magritte (1898-1967) wil de toeschouwer over de perspectief doen nadenken : de twee kegelvormige kleurvlekken stellen links een toren en rechts een weg voor. Op het doek liggen die delen allebei verticaal. Nochtans wordt alleen de toren door ons oog op die manier gezien, terwijl de verticale weg door onze geest als horizontaal wordt geïnterpreteerd. Door ze op die manier naast elkaar te plaatsen wil de kunstenaar ons wijzen op het bizarre van onze waarneming.

2. de camera

Fotografie en film gehoorzamen aan dezelfde perspectiefwetten als waaraan de schilderkunst, die de werkelijkheid zo getrouw mogelijk wil weergeven, gehoorzamen moet, met dezelfde beperkingen, want ook in fotografie en film wordt een drie-dimensionele ruimte op een twee-dimensioneel vlak weergegeven.
In de eerste dagen van de film was men zodanig gefascineerd door het feit dat men beweging kon vastleggen en weergeven, dat men alleen maar bewegende vormen filmde, zonder de mogelijkheden van een bewegende camera te benutten. Het duurde echter niet lang, vóór men dat aspect ontdekte, ontwikkelde en deed uitgroeien tot basiselementen van het filmen : panorameren, tilting of verticale zwenking, travelling, enz.


E. Degas, Ballerina met bloementuil, 1877

Edgar Degas (1834-1917) was één van de eerste schilders die de camera gebruikte bij zijn werk. Van de ballerina's die hij honderden maal heeft geschilderd, maakte hij eerst foto's, alvorens hun bevallig bewegende verschijning op doek vast te leggen.


P. Picasso, Portret van Daniel Kahnweiler, 1910

De filmcamera kan om een object heen draaien en het bijgevolg van alle kanten laten zien. De 'kubisten' probeerden iets dergelijks te doen door niet langer af te beelden wat het enkele oog treft, maar de totaliteit van alle mogelijke gezichtspunten rondom het afgebeelde voorwerp of persoon. Zo heeft Pablo Picasso (1881-1973) in zijn portret van zijn vriend Daniel Kahnweiler de vormen tot hun elementen ontleed. Hoofd en handen komen als herkenbare onderdelen naar voren. Ook details, zoals de das en horlogeketting zijn opgenomen. De sobere kleuren spelen een ondergeschikte rol, hoofddoel is het analyseren en ruimtelijk ordenen van vormen.



01-05-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
03-04-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.COMPOSITIE
3. compositie

a. compositie in het platte vlak :


Rafaël, Sixtijnse Madonna, ca. 1513


De compositie van dit doek is bijzonder 'leesbaar' : een driehoeksverdeling binnenin de rechthoek, piramidale opbouw. Uit het geheel straalt een gevoel van rust en evenwicht, wat beantwoordt aan de religieus-educatieve functie van dergelijke werken.
De wolken scheiden dit hemels tafereel van de aardse trivialiteit. De naïeve en argeloze blikken van de engeltjes onderaan contrasteren met de intelligente uitdrukking van Jezus. De fysionomie van de Madonna en de H. Barbara is geïdealiseerd. Rafaël (1483-1520) zelf beweerde dat hij niet naar model tekende, maar veeleer een bepaalde idee volgde die hij zich in zijn geest had gevormd. De fijnheid van de gelaatstrekken vormt daarenboven een felle tegenstelling met het voorkomen van de plebejische grijsaard, die Sixtus II (paus van 257-258) voorstelt. Rafaël idealiseert om aan het beeld een symbolisch, transcendent karakter te geven.


Titiaan, Bacchanaal, 1519


De lijn loopt van links beneden (drinkende man) naar het heuveltje rechts boven, waar een oude man ligt te slapen. Dit schilderij is een voorbeeld van diagonaalcompositie. Het naakt volgt niet alleen de compositionele hoofdlijn, maar vormt tevens met het personage dat links zit te drinken een diagonaal (van rechts voor naar links achter) die tegen de hoofddiagonaal (van links voor naar rechts achter) ingaat. De schuine lijn verhoogt de dynamiek van het uitbundig drinkgelag, waar alles spreekt van liefde en plezier. Met de beweging contrasteren de twee slapende figuren, maar hoe verschillend is deze slaap nochtans. In het jeugdige lichaam lijkt het leven beloftevol te kloppen, terwijl de krachteloze grijsaard eenvoudigweg uit de actie werd geïsoleerd : hij hoort er niet meer bij.


G. Morandi, Stilleven, 1954

Het oeuvre van Giorgio Morandi (1890-1964) bestaat voornamelijk uit weloverwogen composities van stillevens, waarbij zijn aandacht vooral uitgaat naar flesachtige vormen, die heel eenvoudig zijn opgesteld en met tedere aandacht geschilderd.

In het 'Bacchanaal' van Titiaan vroegen verscheidene motieven, die over het doek verspreid zijn, de aandacht (= verdelingscompositie). Daarenboven is de blikvanger, het naakte vrouwenlichaam, een voorbeeld  van de centrale compositie. Tevens geeft het 'Bacchanaal' ons de indruk dat de compositie buiten het beeld nog verder gaat (= richtingscompositie). In het doek van Morandi daarentegen is de compositie gesloten en worden buiten het doek geen beelden meer opgeroepen. 


F. Goya, De Parasol, 1777

Verlengen we de kruk van de parasol, dan vormt die lijn een rechte hoek met de schuine boomtak en met de gebogen arm van de rechtstaande figuur. Bij verlenging van zijn benedenarm kruist die lijn de verlenging van hetzelfde lichaamsdeel van het zittende meisje en vormt weer een hoek van 90°. Er zijn nog meer dergelijke lijnen in dat doek van Francisco Goya (1746-1828) te ontdekken.


Piero della Francesca, De geseling, ca. 1451

Compositorisch berust dit doek van Piero della Francesca (ca. 1415-1492) op een verhouding die men 'gulden snede' noemt.

Bij de gulden snede verhoudt het grootste van de twee delen zich tot het kleinste, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste. Geven we het grootste deel aan met a en het kleinste deel met b, dan is de verhouding van beide zo dat a : b = (a+b) : a. De bedoelde verhouding a/b wordt het gulden getal genoemd en aangeduid met de Griekse letter φ (phi) =  ongeveer 1,62. De Grieken kenden die verhouding reeds en ze werd herontdekt in de renaissance. In 'De geseling' straalt die ordening een rust en een helderheid uit (nog verhoogd door het  felle licht), die in contrast is met de bewogenheid van het onderwerp. Dat is onder meer het geval in de geometrische houding van de beul. De schilder wil dus geen emotie verwekken, maar richt zich tot het verstand. De wereld van Piero della Francesca is er een waar alle problemen door rationeel denken kunnen opgelost worden. In de renaissance komen dergelijke proporties veel voor. Ze weerspiegelen immers de optimistische filosofie van die tijd, waarin men dacht dat de menselijke rede alle problemen zou oplossen en alle geheimen ontsluieren.


P. Rubens, De kruisafneming, ca. 1611


De verandering t.o.v. 'De geseling' is overduidelijk. Geforceerde houdingen, theatrale bewegingen, pathetische gebaren, het onrustig spel van licht en donker kenmerken de onstuimige barokke stijl van Pieter-Paul Rubens (1577-1640).


J. David, Madame Récamier, 1800

De compositie in het doek van Jacques-Louis David (1748-1825) is zeer sober gehouden, ten voordele van het scherpe vastleggen van de persoonlijkheid van de mooie en intelligente Madame Récamier, zodat onze waarneming verder reikt dan de eigenlijke afbeelding : de elegantie van haar bewegingen, de lieflijkheid van haar glimlach, de schrandere geestigheid van haar replieken, die beroemde kunstenaars en geleerden zoals Chateaubriand, Laharpe, Ampère, Sainte-Beuve e.a. wisten te bekoren.


V. Kandinski, Compositie VIII, 1920

Tot in 1910 schilderde Vassily Kandinski (1866-1944) figuratief, maar het 'object' hinderde hem in zijn kunst. Koortsachtig zocht hij naar middelen om het uit zijn doeken te weren en zo werd hij één der grote pioniers van de 'abstracte kunst'. Hij schiep zich een 'taal', bestaande uit vormen en kleuren, waaruit alle binding met het natuurbeeld verdwenen is. De compositie is een geometrisch spel vol beweging. Waar beweging in kunstvormen als muziek, ballet en film evident is, zijn in een schilderij alle vormen tegelijk aanwezig en is er geen sprake van tijdsverloop. Nochtans kunnen we het kunstwerk op verschillende punten beginnen bekijken en onze blik verder bewegen. Ritme en beweging in dergelijk werk zijn in hoge mate afhankelijk van de wijze waarop de kunstenaar erin slaagt het oog van de toeschouwer tot bepaalde bewegingen te dwingen.


J. Pollock, Eyes-Heat, 1950

In deze kunstvorm, action-painting of abstract expressionisme genoemd, wordt de verf uit tubes geperst en rechtstreeks op het doek gespoten en in driftige bewegingen uitgestreken. In het labyrint van verfsporen dat Jackson Pollock (1912-1956) aanbrengt, zoekt het oog onrustig zijn weg. Het dient gezegd dat het werk van Pollock naast heftige verdedigers ook felle tegenstanders kent.


E. Manet, Déjeuner sur l'herbe, 1863


Giorgione, Landelijk concert, ca. 1502            M. Raimondi, Oordeel van Paris (detail), ca. 1510

Vergelijk het doek van Edouard Manet (1832-1882) met de twee eronder afgebeelde werken : wat het thema betreft was hij zeker beïnvloed door Giorgione (1477-1510) en de compositie ontleende hij aan het rechtergedeelte van een tekening van Rafaël die ons bekend is dank zij een gravure van Marcantonio Raimondi (1480-1534).
Het doek van Manet veroorzaakte in 1863 een schandaal. De aanwezigheid van twee geklede heren naast een naakte vrouw schokte het publiek. De criticus Théophile Thoré schreef : "Jammer genoeg heeft het naakt geen goed figuur en ik kan me niets lelijkers voorstellen dan de man die naast haar ligt, hij heeft er niet eens aan gedacht om daar in de buitenlucht zijn afschuwelijke doorgestikte pet af te nemen. Het is het contrast van deze volkomen uit de toon vallende figuur in een pastoraal tafereel naast de ontklede baadster, dat zo schokkend is."

b. compositie in de ruimte

Componeren in de ruimte is alledaagser en doet veel vertrouwder aan dan de compositie waarmee de schilder te maken heeft : de inrichting van een woonvertrek, het dekken van een tafel of het schikken van bloemen zijn evenvele compositie-oefeningen :


wooninrichting


tafel dekken                                       bloemen schikken


c. muzikale compositie

Terwijl de schilder door middel van lijnen en kleuren zijn kunst beoefent, staan de componist 12 noten ter beschikking :
1. do
2. do# (of reþ)
3. re
4. re# (of miþ)
5. mi
6. fa
7. fa# (of solþ)
8. sol
9. sol# (of laþ)
10. la
11. la# (of siþ)
12. si



Onze benaming van de muzieknoten vindt haar oorsprong in het loflied op Johannes de Doper van Guido van Arezzo :

Ut queant laxis                     Opdat uw dienaren
Resonare fibris                     met onbelemmerd stemgeluid
Mira gestorum                      uw wonderbaarlijke daden
Famuli tuorum                       zouden kunnen doen weerklinken,
Solve polluti                          moet u eerst de schuld
Labii reatum                         van hun bezoedelde mond zuiveren,
Sancte Iohannes                   Heilige Johannes.

De benaming 'si' werd pas sedert de 16de eeuw gebruikt en werd gevormd met de initialen S(ancte) I(ohannes). 'Do' komt van 'Do(minus) = Heer; die benaming werd ca. 1673 door de Italianen ingevoerd, omdat ze bij zangoefeningen beter in de mond lag dan 'ut'.

Met de 12 verschillende noten waarover de componist beschikt, kan variatie bereikt worden door :
- verschillende instrumenten te gebruiken met vaak groot toonbereik (piano = 7 octaven; viool = 4 octaven; fluit = 3 octaven; hobo = 2 octaven en een kwint; fagot en klarinet = 3 octaven en een kwint; trompet = 2 octaven en een septiem),

- de tonen in verschillende combinaties naast elkaar te zetten,

- tonen van ongelijke duur op elkaar te doen volgen,

- toonreeksen door een of meer rustpozen te onderbreken,

- de intensiteit (hard-zacht) te wijzigen,

- het tempo van een toonreeks te wijzigen.

Ter afsluiting van dit onderwerp een voorbeeld waarbij zowel de plastische kunsten als de muziek worden betrokken :
Modest Moessorgski, Beelden uit een schilderijententoonstelling


V. Hartmann, Trilby, 1871               V. Hartmann, Poort van Kiev, 1871

Moessorgski schreef het werk, bestaande uit 16 stukken voor

piano, naar aanleiding van een bezoek op 23 juni 1874 aan een tentoonstelling van het werk van Viktor Hartmann, door diens vrienden ingericht ter nagedachtenis aan diens overlijden in 1873. Moessorgski was goed bevriend geweest met Hartmann.

De verschillende delen worden afgewisseld door een thema dat 'Promenade' heet en waarmee wordt uitgedrukt hoe men langzaam naar het volgende schilderij kuiert. Het werk werd door Maurice Ravel (1875-1937) georchestreerd. Daaruit fragmenten die schilderijen illustreren :



03-04-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (1)
02-04-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KLEUR


2. kleur

Licht van verschillende golflengte (770 nm = rood; 610 nm = oranje; 590 nm = geel; 550 nm = groen; 490 nm = blauw; 400 nm = violet) wordt door ons oog als kleur waargenomen.


V. van Gogh, Laan met cypressen, 1890

In 'laan met cypressen' gebruikt van Gogh de techniek van het zogenaamde neo-impressionisme, divisionisme of pointillisme. Deze bestaat erin dat de vormen bepaald worden door naast elkaar geplaatste gekleurde vlekken of streepjes.
Het geheel doet somber en onrustig aan : de schilder maakte het, toen hij in St. Rémy tengevolge van een zware depressie in een inrichting was opgenomen.

Rood, geel en blauw worden primaire kleuren genoemd, omdat ze niet uit andere kleuren kunnen samengesteld worden. Secundaire kleuren zijn oranje = rood + geel; groen = geel + blauw; violet = blauw + rood.
Men noemt kleuren complementair als ze samen de drie primaire kleuren bevatten : bijv. rood en groen = rood en (geel + blauw).
Volgens J. Itten (in 'Kunst der Farbe', Ravensburg, 1966) bestaan er zeven kleurcontrasten :
- onderling contrast : is het sterkst tussen de primaire kleuren
- toonwaardencontrast : licht-donkercontrast
- koud-warmcontrast : warm zijn rood, geel en oranje; koud zijn blauw, violet en groen
- complementair contrast : bijv. rood en
groen
- simultaan contrast : naast elkaar gelegen kleuren beïnvloeden elkaar; bijv. grijs wordt naast rood groenachtig en naast groen roodachtig
- kwaliteitscontrast : heeft betrekking op helderheid en zuiverheid van de kleur, die met wit of zwart 'gebroken' kan worden
- kwantiteitscontrast : effect van kleuren hangt ook af van de grootte van het oppervlak dat ze beslaan.


H. van der Goes, Dood van Maria, ca. 1480, Groeninge-museum, Brugge

De kunstenaar gebruikt hoofdzakelijk koele kleuren. Het koude blauw, alsmede het wit van hoofdkussen, hoofddoek en aangezicht van Maria, moeten het effect van de dramatische gebeurtenis bij de toeschouwer verhogen.
De blik der aanwezigen gaat elk een andere kant uit, wellicht getuigend van de innerlijke eenzaamheid van de geestelijk gestoorde schilder : men weet dat van der Goes zich in 1478 tengevolge van zijn labiel geestelijk evenwicht in een klooster te Brussel had teruggetrokken.


G. de la Tour, De Pasgeborene, ca. 1645

Georges de la Tour (1593-1652) schildert graag figuren die enkel bij het schijnsel van kaarslicht scherp afgebeeld worden. De dame links heft de hand op om de ogen van de toeschouwer te beschermen tegen het verblindend geflikker van de vlam.
De kunstenaar stond onder invloed van de techniek van Michelangelo da Caravaggio (1573-1610), de eigenlijke grondlegger van het 'clair-obscur' :


Caravaggio, De Emmaüsgangers, 1601

Een doek van Claude Monet (1840-1927), getiteld 'Impression, Soleil levant', heeft de benaming 'impressionisme' doen ontstaan :


C. Monet, Impression, Soleil levant, 1874

Kenmerkend voor het impressionisme in de schilderkunst is dat de vormen schijnen op te lossen in een zee van kleur en licht, waarbij de schaduwpartijen niet door toonwaardencontrasten, maar door onderling kleurcontrast worden weergegeven. De natuur, zon, licht, water en lucht zijn de centrale thema's in het oeuvre van Monet. In het bijzonder was hij gefascineerd door de impressie van atmosferisch licht op een bepaald moment, dat hij dan ook zo snel mogelijk trachtte vast te leggen (verandering van licht door bijvoorbeeld bewolking kon hem radeloos maken) om het doek dan verder af te werken in zijn atelier.

Een andere revolutionaire schilderstijl was het 'fauvisme'. De naam is ontleend aan een uitspraak van een criticus : "ils peignent comme des fauves!". Met felle en agressieve kleuren gingen de fauvisten in tegen het academische clair-obscur, dat eeuwen had stand gehouden :


H. Matisse, Portret van een vrouw, 1905

De linkerhelft van het gelaat (rechts voor de toeschouwer) is vleeskleurig. Indien men zich nu voorstelt dat die kant wordt beschenen door een lichtbron die van dezelfde kant komt, dan wordt de rechterhelft overschaduwd. De clair-obscur-verhouding wordt hier echter niet verkregen door een toonwaardencontrast, maar door onderling contrast, waarmee ook de impressionisten hadden geëxperimenteerd.


R. Delauney, Ronde vormen, 1913

De kunst van Robert Delauney (1885-1941) werd door de schrijver Apollinaire 'orfisme' genoemd, omdat hij in diens kleurenpalet een 'lyrische muzikaliteit' meende te onderscheiden (vandaar de associatie met Orpheus, de legendarische Griekse zanger). Het schilderij is volkomen voorstellingloos met een compositiecontrast tussen de kleine ronde vormen en de grotere cirkelsegmenten. Alle kleurcontrasten van Itten zijn vertegenwoordigd : lichte tegenover donkere kleuren, harde tegenover zachte, warme tegenover koude, benevens kwalitatieve en kwantitatieve contrasten.




02-04-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
01-04-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Derde thema : Elementaire aspecten bij de waarneming van kunstwerken
Elementaire aspecten bij de waarneming van kunstwerken

Behandeld worden :
- vorm en ruimte
- kleur
- compositie

1. Vorm en ruimte

De artistieke productie van de mens is hoofdzakelijk gericht op 2 zintuigen : het gezichtsvermogen en het gehoor (voor blinden speelt de tastzin de belangrijkste rol bij het ervaren van een vorm).
De objecten die het oog waarneemt zijn ofwel ruimte-innemend of ruimte-omvattend. Bij elk kunstwerk dat visueel waargenomen wordt gaan vorm en ruimte dus nauw samen. De gebondenheid aan de ruimte van muzikale creaties lijkt minder overtuigend, maar het geluid heeft toch ruimte nodig om zich te kunnen voortplanten en zo het oor te bereiken. Voorts moet men bedenken dat muziek door mensen wordt gemaakt die toch ruimte innemen en met instrumenten die ook hun plaats hebben. Het aspect ruimte speelt ook in de literatuur een rol, in het toneel bijvoorbeeld. Maar ook het gewone boek dat men in de hand neemt beslaat ruimte.
De industriële ontwerper is aan alle kanten gebonden door factoren als bruikbaarheid, uitvoerbaarheid in het gekozen materiaal, verkoopbaarheid, productiekosten...Het beroemde Ford T-model dat in 1908 in productie kwam is daar een voorbeeld van. In 15 jaar tijd heeft men er 15 miljoen van geproduceerd, waarbij voor het eerst ver doorgedreven mechanisering en automatisering werden toegepast om de productiekosten te drukken.

De kunstenaar laat zich bij het bepalen van de vorm in de ruimte door andere aspiraties leiden :


Sint Michiels-kathedraal te Brussel O. Niemeyer, kathedraal van Brasilia


De gothische kathedralen geven door hun grote hoogte uiting aan een opwaartse drang naar oneindigheid. Oskar Niemeyer (1907-2012) was van mening dat de expressieve kracht van de architectuur op de eerste plaats diende te komen. Uit dat oogpunt moet het veelvuldig gebruik van gebogen lijnen worden verklaard. In elk geval drukt zijn kathedraal van Brasilia, hoe verschillend ook van gothische kerken, dezelfde opwaartse drang naar oneindigheid uit. De aparte ritmiek en het lijnenspel van het gebouw slingeren de blik als het ware de hoogte in.


Praxiteles, Apollo die hagedis doodt, ca. 355 v. C. (romeinse kopie)


Een beeldhouwwerk is eigenlijk op een foto niet goed te overzien. Als we het daarentegen als ruimtelijk object ervaren, kunnen we er omheen lopen en van alle kanten bekijken.
Praxiteles geeft aan het mannenlichaam een vrouwelijk aandoende elegantie.
De meeste sculpturen uit de Griekse oudheid stellen godenbeelden voor die in tempels of andere heiligdommen hun plaats hadden. Zeer weinig originele werken zijn bewaard. Dat we ons toch een goede indruk kunnen vormen van de Griekse beeldhouwkunst danken we aan de talrijke en voortreffelijke kopieën die de Romeinen gemaakt hebben.


Michelangelo, David, 1504


Het is zonder meer duidelijk dat Michelangelo Buonarotti (1475-1564) zich de meesterwerken van de klassieke Griekse beeldhouwkunst tot voorbeeld heeft gesteld, een normaal verschijnsel in de renaissance-periode. De David-figuur is, net als in de Griekse beelden, geïdealiseerd, maar toch meer geïndividualiseerd dan de volkomen uitdrukkingloze gezichten van de antieke beelden. Uit de ogen van David straalt een blik die getuigt van schranderheid en ontembare wilskracht.


A. Rodin, Orpheus en Eurydice, ca. 1893


Auguste Rodin (1840-1917) was een groot bewonderaar van Michelangelo en huldigde diens opvatting als zou het beeld reeds in het marmer vervat zitten en door de beeldhouwer moeten "bevrijd" worden. Om die opvatting kracht bij te zetten liet Michelangelo sommige beelden nog gedeeltelijk in het gesteente zitten. Die zienswijze heeft Rodin duidelijk beïnvloed. Tevens kan de stenen achtergrond de onderwereld symboliseren waaruit de figuren zich trachten los te worstelen. Eurydice wordt uitgebeeld terwijl ze Orpheus smeekt naar haar om te zien. Orpheus verheft de linkerhand in een weigerend gebaar en wil er zich de ogen mee bedekken.


C. Brancusi, Sluimerende Muze, 1911


Voor Constantin Brancusi (1876-1957) is het meest essentiële aan de menselijke figuur het hoofd, dat hier tot een soort oervorm herleid is. Volgens Brancusi is die oervorm het ei. Neus en mond zijn zo gemaakt, dat ze harmonisch de spanning van de eivorm volgen. Het haar is alleen merkbaar aan een klein structuurverschil.


A. Pevsner, De bevrijding van de geest, 1952


Nadat de beeldhouwkunst zich millennia lang hoofdzakelijk op de uitbeelding van de menselijke figuur had geconcentreerd, hebben de moderne beeldhouwers dat standpunt volledig afgezworen. Antoine Pevsner (1886-1962) maakte spatiale constructies met zuiver abstracte vormen. De strenge geometrie laat nochtans vrij spel aan de verbeelding.


Pevsner en zijn broer Naum Gabo behoren tot het "constructivisme" (grondlegger was Tatlin), waarvan het wezenlijke kenmerk is dat niet alleen de massa bepalend is voor een beeld, maar ook de ruimte. De constructivistische kunstenaars schiepen een nieuwe kunst die bevrijd werd van de compacte massa en waarin de lege ruimte een belangrijke rol speelt.

Indien aan mensen gevraagd wordt zich het beeld van de vorm van een schilderij voor te stellen, dan zal dat steeds een rechthoek of een vierkant zijn. Door kunstenaars werden nochtans andere vormen bedacht zoals het 'tondo'.


S. Botticelli, Madonna met de granaatappel, 1487


Het schilderij is gevuld met hoofden, waarvan de vorm goed past in het tondo. Bovenaan straalt licht uit een fragment van de zonneschijf en Maria omvat het kind Jezus in een cirkelvormige houding van de armen.


H. Goltzius, Dode Adonis, 1603


In het doek "Dode Adonis" is het duidelijk dat Hendrick Goltzius (1558-1617) een overeenkomst heeft gezien tussen het bijzondere gezichtspunt van waaruit het lichaam werd geschilderd en de uitzonderlijke omtrekvorm : een vierkant op zijn punt.

De plaats waar een schilderij hangen moest speelde natuurlijk ook een rol in het bepalen van de vorm. Zo hingen schilderijen waarvan de bovenzijde gebogen was, gewoonlijk in kerken waarvan de beschuttende architectuur dezelfde boogvormen vertoonde :


Leonardo da Vinci, Madonna in de grot, 1505


De Amerikaan Frank Stella (geboren in 1936) onderzoekt in zijn werk systematisch de relatie tussen de vorm van het doek en de structuur van de schildering :


F. Stella, Effingham I, 1967


Voor het onderdeel 'kleur' : klik hier.

Voor het onderdeel 'compositie' : klik hier.


01-04-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
01-03-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweede thema : Waarneming en werkelijkheid

Waarneming en werkelijkheid

1. De waarneming

- Gelijktijdigheid van de waarneming :

De ons omringende werkelijkheid wordt met de zintuigen (gezichtsvermogen, gehoor, smaakzin, reukzin, tastzin) waargenomen. Die 5 soorten waarnemingen gebeuren meestal simultaan. Als men gevraagd wordt op te schrijven wat men waarneemt, is men geneigd alleen maar visuele indrukken te verwoorden. Het ontgaat ons daarbij, hoe stil het ook is, dat er wel altijd iets te horen is, en beseffen we niet dat we de pen, waarmee we de waarnemingen opschrijven, voelen.

- Selectiviteit van de waarneming :

Bekijk gedurende 20 seconden onderstaand schilderij en schrijf dan op wat je waargenomen hebt :


Jeroen Bosch, De Tuin der Lusten (1500-1505)


Al bij de eerste blik neemt men alle personages en objecten waar, maar dat betekent niet dat ze allemaal de aandacht trekken of in het geheugen worden opgeslagen. Dat geldt slechts voor een beperkt deel van het waargenomene.

2. Problemen in verband met de waarneming

- onze waarneming van de werkelijkheid is uiterst persoonlijk en subjectief; hoe nemen andere levende wezens de werkelijkheid waar?
de vleermuis : produceert ultrasonore golven, waarvan de terugkaatsing door een orgaan wordt opgevangen; de impulsen worden in de hersenen verwerkt, waardoor de vleugels van de vleermuis volgens reflexen reageren om bvb. een hindernis te ontwijken of een prooi te lokaliseren;
de vlieg : vangt licht op met zogenaamde 'facetogen' Dat zijn een soort samengestelde ogen, bestaande uit een zeer groot aantal onderdelen, die elk op zichzelf als een soort 'oog' te beschouwen zijn : We kunnen ons niet voorstellen welk 'beeld' de impulsen die deze organen doorgeven, in de hersenen van de vlieg vormen.


- infrarood en ultraviolet: men weet dat het kleurenspectrum twee kleuren bevat waarvan de golflengte door het menselijk oog niet wordt waargenomen. Wanneer nu het oog zo gebouwd was, dat het netvlies deze stralen toch zou registreren, wat zou daar dan het gevolg van zijn? Hoe zouden we de natuur waarnemen?


                                                                                                 Infrarood-foto                               Ultraviolet-foto

- gezichtsbedrog :
 


De volmaakt rechte lijnen lijken krom onder invloed van onderliggend netvormig patroon.


Bij langdurig bekijken van bovenstaande figuur lijken de cirkels te 'bewegen'.


Door samenspel van lijnen en groepering van witte en zwarte vlakken wordt het effect van een illusoire dieptewerking bereikt. Victor Vasarely (1908-1997) paste dat toe in veel van zijn doeken. Voorbeeld :


V. Vasarely, Vega-Zett-2, 1971

Ook Josef Albers (1888-1976) maakt werk van optische illusie :


J. Albers, Homage to the Square, 1961

De diep-blauwe kleur lijkt terug te wijken en de verschillende kleurtinten roepen een spanning op die nog wordt vergroot, doordat de vierkanten uit het centrum van het schilderij zijn geplaatst.

3. Verhouding waarneming - kunst

Kunstwerken zijn gemaakt om waargenomen te worden. De schilder, beeldhouwer, architect, schrijver, componist, cineast, choreograaf enz. is veelal zelfs erg gevleid, als hij merkt dat er een publiek is dat zijn werk apprecieert.
De waarneming gebeurt via
- klanken
- geschreven en gesproken taal
- uitbeelding.

Elk medium heeft zijn kwaliteiten en gebreken : een geschilderde appel kan zeer nauwkeurige informatie geven over vorm en kleur, maar zegt niets bvb. over de achterzijde of over de smaak; over dat laatste zal de taal nauwkeuriger kunnen zijn.
Een ijzingwekkend gegil is een veel duidelijker mededeling dan het zinnetje : "Ik heb erg veel pijn".
In het verkeer wordt een pijl snel en juist geïnterpreteerd, wat niet het geval zou zijn met een geschreven tekst.
Zelfs filosofen en theologen, die vaak mededelingen doen over zaken die aan de zintuiglijke waarneming ontsnappen, moeten bij overdracht van hun beweringen gebruik maken van zintuiglijk-waarneembare middelen, in casu het geschreven en gesproken woord.

4. Verhouding kunst - werkelijkheid

Het is duidelijk dat de oudst bekende afbeeldingen de bedoeling hadden de werkelijkheid op te roepen :


Bison, grotten van Altamira (Spanje), ca. 14.000 v. C.


Dergelijke wandschilderingen van de prehistorische mens zijn in verband te brengen met religieuze bezweringen van jagers, die ernaar hunkerden het wild dat ze tekenden te doden.

Ook de oud-Egyptische kunstenaar wilde alles zo duidelijk mogelijk voorstellen. Als hij een vijver met vissen wil uitbeelden, tekent hij de vijver, gezien van boven, maar legt er de vissen plat op hun zijde in : zo zijn ze het duidelijkst te zien.
Het menselijk hoofd tekent hij gewoonlijk in profiel, want in vooraanzicht zou de neus moeten worden verkort. Maar als hij aan het oog denkt, stelt hij het zich voor van voren gezien, dus brengt hij een oog in vooraanzicht aan op een gezicht dat in profiel is gewend :


Stenen reliëf uit de tempel van Abydos, ca. 1270 v. C.

Het gebruikte materiaal en techniek legt ook zijn beperkingen op bij de weergave van de werkelijkheid. Tot die conclusie komt men bij het bekijken van een 'fresco' van Giotto (1266-1337) :


Giotto, H. Franciscus, Basiliek van de H. Franciscus, Assisi, 1299


Kleurvastheid van het fresco kan slechts bekomen worden als de verf op een verse, nog natte kalklaag wordt aangebracht. Vlugge penseeltrek van de omtreklijnen en geringe belangstelling voor details kenmerken het fresco.
Het fresco is steeds monumentaal gebonden geweest : bij Egyptenaren en Etrusken in graftomben, bij de Romeinen in particuliere woningen (bvb. in Pompeji) en tijdens de Middeleeuwen vooral in kerken en kapellen.



Jan van Eyck, Madonna met kind, 1436, Groeninge-museum, Brugge

Van Eycks techniek is verbluffend en heeft altijd grote bewonderaars gekend. Eugène Fromentin schreef in 1875 het volgende : "Het is een schilderkunst die alles buiten haar in het niet laat verzinken en die de indruk verwekt dat in de kunst van het schilderen hiermee alles gezegd is".
Al bij al lijkt het wel alsof schilders als Van Eyck de werkelijkheid veroverd hebben. Maar kunnen we nog wel van 'werkelijkheid' spreken als op één doek samengebracht zijn :
- Madonna en kind (1ste eeuw)
- Sint Joris (3de eeuw)
- Heilige Donatius (4de eeuw)
- kanunnik Van der Paele (15de eeuw).
Het tafereel speelt zich bovendien af in een Romaans bouwwerk, dat zeker de Brugse Donatiuskerk niet was, noch een andere bekende kerk.


V. van Gogh, Zelfportret, 1889


Van Gogh wijkt bewust af van een natuurgetrouwe weergave van de visueel waargenomen werkelijkheid. Op symbolische wijze wil hij weergeven niet zozeer hoe hij er uitziet, maar hoe hij zich voelt. Het grillig krullend handschrift verraadt de onrust en het gekwelde gemoed van de schilder. Die kwelling is overigens ook 'werkelijk', maar ligt dieper dan het oppervlakkig uiterlijk.


M. Duchamp, Naakt, de trap afdalend, 1912


Het is een eigenschap van de schilderkunst dat ze zeer duidelijk beschrijven kan, maar dat voordeel interesseert Marcel Duchamp (1887-1968) niet : de vorm is nauwelijks herkenbaar, men weet niet eens of het om een vrouwelijk dan wel om een mannelijk naakt gaat. Het enige wat Duchamp blijkbaar bekommerde was het uitbeelden van beweging, waarbij de vorm alleen maar een voorwendsel is.


R. Magritte, L'usage de la parole, 1929


René Magritte(1898-1967) heeft met zijn onderschrift natuurlijk gelijk : wat we zien, is geen pijp, maar alleen de afbeelding ervan. Dat zulk werk nochtans veel mensen verrast, bewijst hoezeer we gewoon zijn een object en zijn symbool tot één entiteit te laten versmelten.


R. Magritte, La condition humaine, 1933


Bovenstaand schilderij formuleert in beelden de contradictie tussen de drie-dimensionale ruimte, die voorwerpen in werkelijkheid innemen en het twee-dimensionaal oppervlak van het doek waarop objecten worden afgebeeld. Op de vraag of het doek-in-het-doek minder dicht bij de werkelijkheid staat, moet negatief geantwoord worden : de wijze waarop het doek-in-het-doek en het doek in zijn geheel zich tot de werkelijkheid verhouden, is in wezen dezelfde.

De complexe problematiek die rondom het nabootsen van de werkelijkheid is ontstaan, heeft geleid tot een complete devaluatie van de natuuruitbeelding :


P. Mondriaan, Compositie met rood, geel en blauw, 1927


In het werk van Piet Mondriaan (1872-1944) is de waarneembare wereld vereenvoudigd en herleid tot lijnen, vlakken en primaire kleuren. Zijn beeldende middelen zijn zo beperkt, dat de esthetische waarde afhangt van de manier waarop ze over het vlak verdeeld zijn, waarbij de onderscheiden elementen elkaar binnen het vierkant in evenwicht houden.
Mondriaans doeken verhouden zich op een heel andere manier tot de werkelijkheid : de werkelijkheid die ze willen uitbeelden, zijn ze zelf. Ondanks het feit dat men dit 'abstracte kunst' noemt, is een compositie van Mondriaan in feite concreter dan een Madonna van Van Eyck.

Besluit : in dit thema werd de complexiteit van de relatie kunst-werkelijkheid aan de orde gesteld. Er is afgerekend met het misverstand dat slechts datgene 'kunst' is wat zo getrouw mogelijk de werkelijkheid weergeeft. Er is tevens aangetoond dat het werkelijkheidsgehalte van een kunstwerk niet bepaald wordt door de nauwkeurigheid waarmee de natuur wordt nagebootst, maar door de mate waarin de kunstenaar erin slaagt zijn bedoeling mee te delen.



01-03-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
28-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Esthetische Vorming 2 en 3
ESTHETISCHE VORMING 2 : De kunstenaar als mens

Inhoud1

Eerste thema    : De kunstenaar op zoek naar inspiratie in de 'klassieke oudheid'
Tweede thema  : De kunstenaar als 'dromer'
Derde thema     :  De kunstenaar als 'entertainer'
Vierde thema    :  De kunstenaar als criticus en moralist
Vijfde thema     :  De kunstenaar als getuige van zijn tijd
Zesde thema     : De kunstenaar als filosoof
Zevende thema : De kunstenaar als verkoper van zijn werk


ESTHETISCHE VORMING 3 : Hedendaagse kunst

Inhoud1

Eerste thema     : Kunst en industrie
Tweede thema   : Kunst en wetenschap
Derde thema     : Kunst en experiment
Vierde thema    : Kunst en stijl
Vijfde thema     : Kunst en emotie
Zesde thema     : Kunst en schoonheidsconcept
Zevende thema : Kunst en opvoeding tot internationale verstandhouding

1
= Het ambitieuze project moest tot stand komen in samenwerking met een team 'specialisten'. Toen deel 1 klaar was (1979), werd het vak 'esthetische vorming' in het Gemeenschapsonderwijs afgeschaft.

28-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
27-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 10
 

Datering      : 1876
Auteur        : Peter Benoit (1834-1901)
Titel            : De Pacificatie van Gent, Intocht van Alva
Uitvoerders : VRT-Filharmonisch Orkest o.l.v. Silveer Van den Broeck
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : negende plaats

27-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (4)
26-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 9
 

Datering      : 1876
Auteur        : Peter Tsjaikovski (1840-1893)
Titel            : Het Zwanenmeer, scène (ballet)
Uitvoerders : Prague Festival Strings o.l.v. Daniel Berkovsky
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : vijfde plaats

26-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
25-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 8
 

Datering      : 1867*
Auteur        : Modest Moessorgski (1839-1881)
Titel            : Nacht op de kale berg
Uitvoerders : Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : vierde plaats

* in 1886 georchestreerd door Nikolaj Rimsky-Korsakov


25-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
24-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 7
 

Datering      : 1941
Auteur        : George Addinsell (1901-1977)
Titel            : Warschau-concerto (filmmuziek)
Uitvoerders : Royal Philharmonic Orchestra o.l.v. Moshe Atzman; solist : Christine Ortiz
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : achtste plaats

24-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
23-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 6
 

Datering      : 1725
Auteur        : Antonio Vivaldi (1678-1741)
Titel            : De vier seizoenen, Lente
Uitvoerders : Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Claudio Abbado
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : tweede plaats; meesterwerk

23-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
22-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 5
 

Datering     : 1904
Auteur        : Vittorio Monti (1868-1922)
Titel            : Czardas
Uitvoerders : The Mantovani Orchestra
Rangschikking  naar muzikale waarde : tiende plaats; dit bekende werkje klinkt vrij banaal; die muziek heeft geen persoonlijk accent; ze beroert het verborgene in de mens niet en is derhalve oppervlakkig; toch komen veel mensen onder haar bekoring doordat ze in feite van sensuele aard is

22-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
21-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 4
 

Datering     : 1955
Auteur        : Aram Chatsjatoerian (1903-1978)
Titel            : Spartacus (ballet)
Uitvoerders : Royal Philharmonic Orchestra o.l.v. Yuri Temirkanov
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : zesde plaats

21-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
20-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 3
 


Datering      : 1735
Auteur        : Jean-Philippe Rameau (1683-1764)
Titel            : Les Indes Galantes (ballet)
Uitvoerders : Orchestre de la Chapelle Royale o.l.v. Philippe Herreweghe
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : zevende plaats

20-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
19-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 2
 


Datering      : 1938
Auteur        : Sergej Prokofjev (1891-1953)
Titel            : Romeo en Julietta (ballet)
Uitvoerders : Berliner Philharmoniker o.l.v. Esa-Pekka Salonen
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : derde plaats

19-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
18-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Visuele test
Visuele test

stap 1
: bekijk de 10 afbeeldingen in onderstaande 'slideshow'

Image Slideshow

stap 2 : De werken dateren uit verschillende eeuwen = tracht uit te maken welke dat zijn
             één  uit de 15de eeuw
             één  uit de 16de eeuw
             één  uit de 17de eeuw
             drie  uit de 19de eeuw
             drie  uit de 20ste eeuw
             één  uit de 21ste eeuw

stap 3 : "Er kwam een engel uit de hemel die zei : je mag één werk kiezen en voor jezelf behouden." Welk werk zou je kiezen? Vul, als je beslist hebt, de eerste rondvraag in, die je rechts bovenaan in de rand aantreft.

stap 4 : Klik op 'Afbeelding' om na te gaan in welke eeuw het werk tot stand kwam :
             Afbeelding 1 - Afbeelding 2 - Afbeelding 3 - Afbeelding 4 - Afbeelding 5
             Afbeelding 6 - Afbeelding 7 - Afbeelding 8 - Afbeelding 9 - Afbeelding 10

stap 5 : Vergelijk de antwoorden met jouw keuze en bekijk ook het resultaat van de 'eerste rondvraag'.
Confronteer die resultaten  met de volgende overweging uit 'L'influence des exemples esthétiques, Bibliothèque de Synthèse' : "Te Munster werden studenten in de psychologie tussen 20 en 25 jaar getest. Ze moesten een aantal reproducties klasseren volgens de   waarde die zij eraan hechtten. Eén der studenten plaatste een afbeelding zonder waarde (een devotie-prent) vóór werken van Holbein, Cézanne en Van Gogh. Nochtans bleek uit zijn rangschikking van de overige werken  een zekere artistieke gevoeligheid. Achteraf bleek dat tijdens zijn jeugd steeds een dergelijke prent boven zijn bed had gehangen."



18-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
17-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fragment 1
 


Datering      : 1775
Auteur        :  Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Titel            :  Vioolconcert nr. 5
Uitvoerders :  Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan; solist : Anne-Sophie Mutter
Rangschikking (betwistbaar) naar muzikale waarde : eerste plaats; meesterwerk

17-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
16-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Auditieve test
Auditieve test

Stap 1 :  beluister de 10 muzikale fragmenten in onderstaande video. 



Stap 2 :  de werken dateren uit verschillende eeuwen =  tracht uit te maken tot welke eeuw elk fragment behoort.
               drie uit de 18de eeuw
               drie uit de 19de eeuw
               vier uit de 20ste eeuw

Stap 3 :  voor een langdurig verblijf op een eenzaam eiland mag je één werk meenemen om te beluisteren. Welk kies je? Vul, als  je beslist hebt, de tweede poll/rondvraag in die zich in de linkerrand bevindt.

Stap 4 :  klik op 'fragment' om na te gaan in welke eeuw elk werk tot stand kwam :
              fragment 1 - fragment 2 - fragment 3 - fragment 4 - fragment 5
              fragment 6 - fragment 7 - fragment 8 - fragment 9 - fragment 10

Stap 5 :  vergelijk de antwoorden met jouw keuze en bekijk ook het resultaat van de 'tweede rondvraag'.
Confronteer die resultaten met de volgende overweging : "Sommigen denken dat het niet nodig is veeleisend te zijn in verband met beeld en klank die het kind omringen. We moeten het kind geven wat het vraagt en weggooien wat het niet wil. Zelfs indien hun smaak daardoor allesbehalve is, zal dat mettertijd wel verbeteren."



16-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
14-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afbeelding 10
 

Datering :    1905
Auteur :       Henri Matisse (1869-1954)
Titel :          Open venster
Techniek :   olie op doek, 55 x 46 cm
Waarde :     bevindt zich in de collectie van Mevr. John Hay Whitney; zeer waardevol; ter vergelijking : in maart 2009 werd een doek van Matisse uit de nalatenschap van modekoning Yves Saint-Laurent in Parijs geveild voor 30 miljoen euro.


14-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
13-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afbeelding 9
 



Datering  :  1523
Auteur    :  Titiaan (ca. 1478-1576)
Titel        :  De man met de handschoen
Techniek : olieverf op doek, 100 x 89 cm
Waarde  :  onschatbaar; slaapt voorgoed in het museum (Louvre, Parijs); oorspronkelijk eigendom van de familie Gonzaga van Mantua; werd in 1627 aangekocht door Karel I van Engeland, maar kwam enkele jaren later via de bankier Jabach terecht in de collectie van Lodewijk XIV; het doek is vermoedelijk een portret van Giambattista Malatesta, agent van de markies Federico Gonzaga te Venetië.

13-02-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
Reacties (0)
T -->

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs