Esthetische Vorming
De Waarneming
01-03-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweede thema : Waarneming en werkelijkheid

Waarneming en werkelijkheid

1. De waarneming

- Gelijktijdigheid van de waarneming :

De ons omringende werkelijkheid wordt met de zintuigen (gezichtsvermogen, gehoor, smaakzin, reukzin, tastzin) waargenomen. Die 5 soorten waarnemingen gebeuren meestal simultaan. Als men gevraagd wordt op te schrijven wat men waarneemt, is men geneigd alleen maar visuele indrukken te verwoorden. Het ontgaat ons daarbij, hoe stil het ook is, dat er wel altijd iets te horen is, en beseffen we niet dat we de pen, waarmee we de waarnemingen opschrijven, voelen.

- Selectiviteit van de waarneming :

Bekijk gedurende 20 seconden onderstaand schilderij en schrijf dan op wat je waargenomen hebt :


Jeroen Bosch, De Tuin der Lusten (1500-1505)


Al bij de eerste blik neemt men alle personages en objecten waar, maar dat betekent niet dat ze allemaal de aandacht trekken of in het geheugen worden opgeslagen. Dat geldt slechts voor een beperkt deel van het waargenomene.

2. Problemen in verband met de waarneming

- onze waarneming van de werkelijkheid is uiterst persoonlijk en subjectief; hoe nemen andere levende wezens de werkelijkheid waar?
de vleermuis : produceert ultrasonore golven, waarvan de terugkaatsing door een orgaan wordt opgevangen; de impulsen worden in de hersenen verwerkt, waardoor de vleugels van de vleermuis volgens reflexen reageren om bvb. een hindernis te ontwijken of een prooi te lokaliseren;
de vlieg : vangt licht op met zogenaamde 'facetogen' Dat zijn een soort samengestelde ogen, bestaande uit een zeer groot aantal onderdelen, die elk op zichzelf als een soort 'oog' te beschouwen zijn : We kunnen ons niet voorstellen welk 'beeld' de impulsen die deze organen doorgeven, in de hersenen van de vlieg vormen.


- infrarood en ultraviolet: men weet dat het kleurenspectrum twee kleuren bevat waarvan de golflengte door het menselijk oog niet wordt waargenomen. Wanneer nu het oog zo gebouwd was, dat het netvlies deze stralen toch zou registreren, wat zou daar dan het gevolg van zijn? Hoe zouden we de natuur waarnemen?


                                                                                                 Infrarood-foto                               Ultraviolet-foto

- gezichtsbedrog :
 


De volmaakt rechte lijnen lijken krom onder invloed van onderliggend netvormig patroon.


Bij langdurig bekijken van bovenstaande figuur lijken de cirkels te 'bewegen'.


Door samenspel van lijnen en groepering van witte en zwarte vlakken wordt het effect van een illusoire dieptewerking bereikt. Victor Vasarely (1908-1997) paste dat toe in veel van zijn doeken. Voorbeeld :


V. Vasarely, Vega-Zett-2, 1971

Ook Josef Albers (1888-1976) maakt werk van optische illusie :


J. Albers, Homage to the Square, 1961

De diep-blauwe kleur lijkt terug te wijken en de verschillende kleurtinten roepen een spanning op die nog wordt vergroot, doordat de vierkanten uit het centrum van het schilderij zijn geplaatst.

3. Verhouding waarneming - kunst

Kunstwerken zijn gemaakt om waargenomen te worden. De schilder, beeldhouwer, architect, schrijver, componist, cineast, choreograaf enz. is veelal zelfs erg gevleid, als hij merkt dat er een publiek is dat zijn werk apprecieert.
De waarneming gebeurt via
- klanken
- geschreven en gesproken taal
- uitbeelding.

Elk medium heeft zijn kwaliteiten en gebreken : een geschilderde appel kan zeer nauwkeurige informatie geven over vorm en kleur, maar zegt niets bvb. over de achterzijde of over de smaak; over dat laatste zal de taal nauwkeuriger kunnen zijn.
Een ijzingwekkend gegil is een veel duidelijker mededeling dan het zinnetje : "Ik heb erg veel pijn".
In het verkeer wordt een pijl snel en juist geïnterpreteerd, wat niet het geval zou zijn met een geschreven tekst.
Zelfs filosofen en theologen, die vaak mededelingen doen over zaken die aan de zintuiglijke waarneming ontsnappen, moeten bij overdracht van hun beweringen gebruik maken van zintuiglijk-waarneembare middelen, in casu het geschreven en gesproken woord.

4. Verhouding kunst - werkelijkheid

Het is duidelijk dat de oudst bekende afbeeldingen de bedoeling hadden de werkelijkheid op te roepen :


Bison, grotten van Altamira (Spanje), ca. 14.000 v. C.


Dergelijke wandschilderingen van de prehistorische mens zijn in verband te brengen met religieuze bezweringen van jagers, die ernaar hunkerden het wild dat ze tekenden te doden.

Ook de oud-Egyptische kunstenaar wilde alles zo duidelijk mogelijk voorstellen. Als hij een vijver met vissen wil uitbeelden, tekent hij de vijver, gezien van boven, maar legt er de vissen plat op hun zijde in : zo zijn ze het duidelijkst te zien.
Het menselijk hoofd tekent hij gewoonlijk in profiel, want in vooraanzicht zou de neus moeten worden verkort. Maar als hij aan het oog denkt, stelt hij het zich voor van voren gezien, dus brengt hij een oog in vooraanzicht aan op een gezicht dat in profiel is gewend :


Stenen reliëf uit de tempel van Abydos, ca. 1270 v. C.

Het gebruikte materiaal en techniek legt ook zijn beperkingen op bij de weergave van de werkelijkheid. Tot die conclusie komt men bij het bekijken van een 'fresco' van Giotto (1266-1337) :


Giotto, H. Franciscus, Basiliek van de H. Franciscus, Assisi, 1299


Kleurvastheid van het fresco kan slechts bekomen worden als de verf op een verse, nog natte kalklaag wordt aangebracht. Vlugge penseeltrek van de omtreklijnen en geringe belangstelling voor details kenmerken het fresco.
Het fresco is steeds monumentaal gebonden geweest : bij Egyptenaren en Etrusken in graftomben, bij de Romeinen in particuliere woningen (bvb. in Pompeji) en tijdens de Middeleeuwen vooral in kerken en kapellen.



Jan van Eyck, Madonna met kind, 1436, Groeninge-museum, Brugge

Van Eycks techniek is verbluffend en heeft altijd grote bewonderaars gekend. Eugène Fromentin schreef in 1875 het volgende : "Het is een schilderkunst die alles buiten haar in het niet laat verzinken en die de indruk verwekt dat in de kunst van het schilderen hiermee alles gezegd is".
Al bij al lijkt het wel alsof schilders als Van Eyck de werkelijkheid veroverd hebben. Maar kunnen we nog wel van 'werkelijkheid' spreken als op één doek samengebracht zijn :
- Madonna en kind (1ste eeuw)
- Sint Joris (3de eeuw)
- Heilige Donatius (4de eeuw)
- kanunnik Van der Paele (15de eeuw).
Het tafereel speelt zich bovendien af in een Romaans bouwwerk, dat zeker de Brugse Donatiuskerk niet was, noch een andere bekende kerk.


V. van Gogh, Zelfportret, 1889


Van Gogh wijkt bewust af van een natuurgetrouwe weergave van de visueel waargenomen werkelijkheid. Op symbolische wijze wil hij weergeven niet zozeer hoe hij er uitziet, maar hoe hij zich voelt. Het grillig krullend handschrift verraadt de onrust en het gekwelde gemoed van de schilder. Die kwelling is overigens ook 'werkelijk', maar ligt dieper dan het oppervlakkig uiterlijk.


M. Duchamp, Naakt, de trap afdalend, 1912


Het is een eigenschap van de schilderkunst dat ze zeer duidelijk beschrijven kan, maar dat voordeel interesseert Marcel Duchamp (1887-1968) niet : de vorm is nauwelijks herkenbaar, men weet niet eens of het om een vrouwelijk dan wel om een mannelijk naakt gaat. Het enige wat Duchamp blijkbaar bekommerde was het uitbeelden van beweging, waarbij de vorm alleen maar een voorwendsel is.


R. Magritte, L'usage de la parole, 1929


René Magritte(1898-1967) heeft met zijn onderschrift natuurlijk gelijk : wat we zien, is geen pijp, maar alleen de afbeelding ervan. Dat zulk werk nochtans veel mensen verrast, bewijst hoezeer we gewoon zijn een object en zijn symbool tot één entiteit te laten versmelten.


R. Magritte, La condition humaine, 1933


Bovenstaand schilderij formuleert in beelden de contradictie tussen de drie-dimensionale ruimte, die voorwerpen in werkelijkheid innemen en het twee-dimensionaal oppervlak van het doek waarop objecten worden afgebeeld. Op de vraag of het doek-in-het-doek minder dicht bij de werkelijkheid staat, moet negatief geantwoord worden : de wijze waarop het doek-in-het-doek en het doek in zijn geheel zich tot de werkelijkheid verhouden, is in wezen dezelfde.

De complexe problematiek die rondom het nabootsen van de werkelijkheid is ontstaan, heeft geleid tot een complete devaluatie van de natuuruitbeelding :


P. Mondriaan, Compositie met rood, geel en blauw, 1927


In het werk van Piet Mondriaan (1872-1944) is de waarneembare wereld vereenvoudigd en herleid tot lijnen, vlakken en primaire kleuren. Zijn beeldende middelen zijn zo beperkt, dat de esthetische waarde afhangt van de manier waarop ze over het vlak verdeeld zijn, waarbij de onderscheiden elementen elkaar binnen het vierkant in evenwicht houden.
Mondriaans doeken verhouden zich op een heel andere manier tot de werkelijkheid : de werkelijkheid die ze willen uitbeelden, zijn ze zelf. Ondanks het feit dat men dit 'abstracte kunst' noemt, is een compositie van Mondriaan in feite concreter dan een Madonna van Van Eyck.

Besluit : in dit thema werd de complexiteit van de relatie kunst-werkelijkheid aan de orde gesteld. Er is afgerekend met het misverstand dat slechts datgene 'kunst' is wat zo getrouw mogelijk de werkelijkheid weergeeft. Er is tevens aangetoond dat het werkelijkheidsgehalte van een kunstwerk niet bepaald wordt door de nauwkeurigheid waarmee de natuur wordt nagebootst, maar door de mate waarin de kunstenaar erin slaagt zijn bedoeling mee te delen.





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail
URL
Titel *
Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

T -->

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs