Ernie Dekens per Fiets naar Santiago de Compostela
Wij zijn aangekomen in Santiago de Compostela op 06/06/2008 om 14 u 15. Een totaal afgelegde weg van 2452 km. Een reis dat wij nooit gaan vergeten. Groetjes Ernie & Gerda.
Via deze weg kan u mijn route volgen te beginnen in Wondelgem doorheen Frankrijk en Noord Spanje tot in Santiago De Compostela.
21-05-2008
Air-sur-lâAdour â Peyrouse (Lourdes) 88 km
Vandaag reed ik van Air-sur-lAdour,
een stadje in de Landes, naar Peyrouse,op 6 km van Lourdes, gelegen in de
Hautes-Pyrenées. Het begin van de tocht liep over tamelijk vlakke wegen. Maar
toen ik na een 15-tal km richting Lembeye reed, begonnen de hellingen weer
serieuze normen aan te nemen. Zowel in lengte als in hoogte. In Codillon hield
ik nog even halt bij een kunstmatig aangelegd meer en daarna ging het gestaag
naar omhoog. Vandaag moest ik regelmatig het kleinste tandwiel vooraan
gebruiken en kroop ik met een snelheid van 10 km per uur sommige
hellingen op. Ook de zon was weer van de partij en dat liet zich voelen in het
aantal liters dat ik dronk. Na ongeveer 51 km had ik een afspraak met Gerda in het
dorpje Villenave-près-Béarne waar ik mijn boterhammen met soep kon opeten en de
bidons terug kon opvullen. Voor ik vertrok sprak ik met haar af om een tiental
km verder elkaar weer te ontmoeten. Dat zou dan in Gardères zijn. Toen ik
echter Gardères binnenreed deed ik de schrik van mijn leven op. Recht voor mij,
in de verte en tussen de wolken, doemden de hoge besneeuwde toppen van de
Pyreneeën op. Het waren verschrikkelijke hoge toppen. Van het schrikken bleef
ik verstomd langs de baan staan om het plaatje tot mij te laten doordringen.
Het zweet liep al over mijn lichaam en bij het bewonderen van dit natuurschoon,
in gedachten dat ik daarover moest, kreeg ik zon huiveringwekkend gevoel. Een
paar honderd meter verder stond Gerda op mij te wachten met het fototoestel in
de hand. Toen ik bij haar kwam vroeg ik of ze de bergen in de verte al gezien had.
Dat was nog niet het geval, tot ze haar omdraaide en ik de bergen aanwees. Ook
zij was vol bewondering en gedurende de volgende paar km stopten we enkele malen
om toch maar die ene mooie foto van deze bergketen te maken. Daarna volgde nog
een mooie afdaling tot in het stadje: Pontacq. Maar telkens met de mooie, maar
verschrikkelijke bergen voor mij. Vanaf Pontacq ging het over de brede en
dalende D940 richting Lourdes tot in Loubajac waar ik deze weg verliet om
richting Peyrouse te rijden. Meteen moest ik weer naar het kleinste tandwiel
vooraan overschakelen en voelde ik het zweet over de wangen lopen en mijn hart
het bloed door mijn lichaam pompen. Eens de top bereikt, volgde een smalle en
vrij gevaarlijke afdaling tot in het dorp Peyrouse waar Gerda aan de kerk
stond. Het eerste wat mij opviel was het mooie St-Jacques-beeld in de voorgevel
van de kerk. Het werd meteen op de gevoelige, digitale kaart gezet. Van aan de
kerk reden we samen nog een kilometertje verder tot aan de camping waar we
meteen voor 2 nachten boekten. Het was namelijk onze bedoeling om Lourdes de
dag erna en in alle rust te gaan bezoeken. s Avonds werden nog een paar
sms-jes verstuurd en een telefoontje naar de familie. Om hen te laten weten dat
we voorlopig goed en wel Frankrijk van Noordnaar Zuid doorkruist hadden.
Toen ik deze morgen op de fiets sprong en wou
vertrekken, had ik het vermoeden dat het een eentonige dag zou worden. Omdat ik
door een streek moest fietsen genaamd: Forêt des Landes de Gascogne. Toen ik
de laatste huizen van Casteljaloux voorbijreed zat ik al tussen de bomen en het
was ongeveer 40 km
verder toen ik weer min of meer in de bewoonde wereld terechtkwam. In héél mijn
leven heb ik nooit zolang door het bos gereden. Het traject was helemaal niet
lastig en zeker niet eentonig. De kilometers gingen zo aan mij voorbij. Nu en
dan kwam ik al eens 2 of 3 gegroepeerde huizen tegen, of ergens een ruïne van
een kerk, en dat bleken dan de gehuchten te zijn die op mijn kaart vermeld
werden. Ware het niet dat men bij één of meerdere huizen een bordje zette met
daarop de naam van het gehucht, je zou er anders blijven naar zoeken tussen al
die bomen. Na ongeveer 50 km
kwam ik dan terug in de bewoonde wereld met gemeenten zoals: Gabarret die de
hoofdplaats bleek te zijn van de Gabardon. Iets verder kwam ik dan in
Barbotan-Les-Thermes. Dit bleek dan een klein kuuroord te zijn in de
Bas-Armagnac. Het bronwater schijnt hier aangewend te worden tegen reuma en
beenderziekten. Ik had meer nood aan een frisse pint tegen dorst en droge keel.
Nog een paar km verder, bij Le Lac de lUby had ik een afspraak met Gerda. We
aten iets op een terrasje van de camping en reden toen, elk met zijn voertuig,
verder. De laatste 35 km
liepen over aangename, brede wegen via de dorpen: Estang en Le Houga tot in
Air-sur-lAdour, waar we op de camping terechtkwamen. Na het avondeten
wandelden we nog eens door het dorp en het viel mij op dat Le Chemin De
Compostelle hier heel bekend is. Er was hier zelfs een pelgrimsonderkomen. Ik
ontmoette hier zelfs 4 Parisiennes die te voet op weg waren naar Compostela en
één Belgische die ook met de fiets op weg was naar Compostela. Van de
Hospitalero Jean-Michel kreeg ik nog een stempel in mijn credential en na onze
routes aan elkaar te hebben verteld, namen we afscheid. Dit waren niet de enige
pelgrims die ik vandaag ontmoette. Ook in Barboton-Les-Thermes, was ik al
aangesproken geweest door een man afkomstig uit Chambery bij Grenoble die mij
vroeg of ik op weg was naar Compostela. Hijzelf had de route al 2 maal gedaan.
Eén maal met de fiets, en één maal te voet. We hebben zeker een kwartier met
elkaar staan praten langs de baan. Zo zie je maar dat een dag waarvan je niet
veel verwacht, toch nog héél goed kan meevallen. Mensen ontmoeten, dat doe je
op weg naar Compostela.
Vandaag verlieten wij Bergérac. Het
schilderachtig stadje gelegen aan de oevers van de Dordogne. Het bezoek aan
Bergérac zal ons altijd bijblijven. Wat echter niet zo leuk was, is het
wegfietsen uit het dal van de Dordogne. Nog geen 6 km verder stond ik al te
puffen en te zweten. Ik had namelijk net de beklimming gedaan naar het Château
Monbazillac. Een schitterend 16e eeuws kasteel met prachtige
uitzichten over de wijngaarden. Het kasteel is ingericht als wijnmuseum en men
kan er tevens wijn proeven en kopen. Dat laatste zat er voor mij echter niet
in, want anders geraakte ik nooit op mijn eindbestemming. Dus trok ik verder en
kon de hele dag genieten van de heuvels. Na zon 53 km kwam ik bij Gerda aan
in het dorpje St-Barthélemy-dAngenais. Onmiddellijk werd er koffie gemaakt en
met een paar koekjes en een banaan kon ik er terug tegenaan. De lucht begon
stilaan grijs te kleuren ondanks dat de zon al heel goed haar best had gedaan.
Al snel vielen de eerste druppels, maar echt nat werd ik er niet van. De
bordjes langs de weg lieten mij weten dat ik de streek van Lot-et-Garonne
bereikt had. De hellingen begonnen stilaan hun tol te eisen. Na het dorp
Fauquerolles kwam ik op de D6 terecht. Een rechte baan van 21 km. Ook al liep deze voor
een groot deel dwars door het Forêt du Mas d Angenais, het begon toch stilaan
mijn keel uit te hangen. Ik slenterde de ene na de andere helling op. Wanneer
ik de ene helling bijna boven was, zag ik de top van de volgende al op doemen.
Eens je de top van zon helling bereikt hebt, ben je tevreden dat je eens kan
uitbollen. Dat gaat dan zo snel en je haalt snelheden van boven de 40 km per uur, maar amper 1
minuutje later zit je weer aan 12
km per uur te sleuren op de volgende helling. De witte
strepen in het midden van de weg zie je links van je voorbijglijden. Dit gaat
zo de hele tijd door, tot je op de D933 links mag afslaan en merkt dat je op 2 km van je eindpunt zit. Ik
moet zeggen dat dit zeker niet mijn beste dag was en ik héél blij maar ook héél
moe in Casteljalouxvan de fiets ben
gestapt.