Op 4 mei werd de nieuwe serre van de Plantentuin van
Meise opengesteld voor het publiek. Met zijn 48 kassen
is dit erfgoed een van de grootste van de wereld.
Na Kew Gardens in London (GB) met de 'Evolution house'
is Meise de tweede met zo'n kas met een volledige geschiedenis van het
plantenrijk.
Bij het binnen treden wordt men door passende effecten in de stemming
gebracht. Op de muur zien we tijdlijnen en verklarende teksten. Het
begint uiteraard bij de grote leegte van het universum.
We zien een enorme steen met oer archea-bacteriƫn en groenwieren.
Langs een bruggetje stappen wij als het ware van de planten in het water mee
naar de intocht op land. In het water zijn uiteraard enkele planten nep,
want zij bestaan niet meer. Maar verder vinden we toch merkwaardige
soorten zoals de palmvaren (geen sporenplant, maar een
primitieve kegeldrager), over primitieve coniferen naar de
eerste bloemplanten.
De Wollemia nobilis staat er in al zijn glorie. Dit is
een van de merkwaardigste plantenvondsten van de 20ste eeuw, die men hier
kan zien. Het is een plantaardige dino. In 1994 stootte parkwachter David
Noble in de Australische Blue Mountains op deze 200 miljoen jaar oude
soort. Er werd een internationaal kweekprogramma opgestart tussen de
plantentuinen, met succes!
|