10 (75) Kasteel van Hasselt
Database van Achiel Bettesone aangevuld met gegevens
van Jef De Cuyper en de familie De Smedt Van Ginderachter :
1211 Boudewijn van Hasselt werd vermeld als heer van
t Hof van Hasselt. Hij was vazal van
Gerard van Grimbergen.
1223 Ida en Margriet, twee Norbertinessen uit het afgeschaft klooster van
Nieuwenrode, hadden hun verblijf in t Hof te Hasselt.
1320 Ida en Margaretha, twee nonnetjes van het afgeschaft klooster van
Nieuwenrode overleden te Meise op de Hasseltberg (Ida op 9 januari en
Margaretha op 14 juli)
cfr necrologium : 9 januari Ida reclusa et soror nostra in Hasselt prope Meysse
en
14 juli Margaretha reclusa et soror nostra in Hasselt
1462-82 Robberecht Machiels
1509 t Hof te Hasselt werd op 17 november door Henri De Vleminck en Catharina
Van Streetem afgestaan aan Jean Basset (de verkoopakte werd geschonken aan
Berla)
XVIde eeuw tijdens de godsdienstoorlogen brandde het kasteel af
1532 Margaretha Van Streethem, dochter van Jan Van Streethem en haar echtgenoot
Jean Van den Beempde bezaten nog een deel van het Hof ter Hasselt
1540 Meester Philip Laing, secretaris van de Raad van Brabant, kocht een deel op 11
augustus. Dit hof zou tijdens de
verwoestingen van de 16de eeuw worden afgebrand. Het werd echter op dezelfde plaats weer
opgebouwd.
1562 Symen van den Bempde
1566 Tijdens de beeldenstorm werden vernielingen aangebracht.
1572 Aan een deur van de aanhorigheden van het Hof ter Hasselt werd het jaartal
1572 vermeld bij een mooi beeldhouwwerk van de Heilige Maagd met kindje Jezus
dat recht staat. Dit liet
veronderstellen dat het hof terug was opgebouwd na door een brand te zijn
verwoest. Deze kasteelhoeve droeg
volgende spreuk : invidia laetus ardet het verlangen doodt de vreugde of
de begeerte is de dood van de vreugde.
1575 Merten Van Rooy Joos
Verelst
1596 Jan Jacobs Van Rode waren de pachters van het Hof te Hasselt.
1618 Augustijn Van der Elst
1620 Geeraert Van Hemelrijck
1662 Het Hof te Hasselt behoorde toen toe aan de familie Caïmo : Servaas Caimo
(oorspronkelijk van Milaan en raadsheer van de grote raad van Mechelen
Theresa Caimo
1663 Het woonhuis van het hof draagt dit jaartal.
1665 was het bouwjaar van een gedeelte van het hof ter Hasselt (zie dit jaartal
in de smeedijzeren ankers)
1732 In de manuale Pastoris van Meys staat geschreven : Mijnheer Vandergoten
(raadsheer wonend op het kasteel van Hasselt) heeft gegeven een tissu japon
waarvan gemaeckt een antependium met silver geborduert door de juffrouwen sijn
dochters. Item heeft zijne tweede
dochter religieuse der Urselinnen Get bornen gegeven eenen vergulden relik voor
de Capelle van Hasselt. Item den Heere
Baron van Hoogvorst naer de doodt van synvrouwe heeft gegeven haere rock van
silvere laekewaer van mynen voorsaet heeft doen maeke de schoone choorcap.
1754 Adrien Philip Happart
1805 Op een paviljoen van het Hof ter Hasselt werden de volgende aanduidingen
aangebracht : « HIC ME POSUIT NOB. DNA. Lucia Vander Gote HAC 5 AUGUSTI
1805.
Ook het wapenschild van de toenmalige eigenaars werd aangebracht.
1830 Op 19 februari overleed Catherine Dominique de Moor, weduwe van Charles
Ghislain Vander Gote de Metz Blanc Bois (grafsteen in de kerk) +1814 van het
Hof ter Hasselt.
1854 eigenaar Renette de Proost
1889 Het Hof te Hasselt was betrokken door generaal De Haes Honlet, cdt van
Boechout
1906 Leon Ernest Sedille Courbon Bij de
dood van Commandant de Haes van het Hof ter Hasselt stond zijn weduwe het hof
af aan M. Courbon. Deze liet er later
verbouwingswerken aan uitvoeren. 1914-18 De duitsers bezetten het kasteel van
Hasselt. Het kasteeltje van Parmentier,
dicht bij de St.-Elooikapel, werd door de Duitsers in brand gestoken.
1956 Joseph De Smedt - Van Ginderachter
1962 brand
1964 constructie
363 Het hof ter Hasselt
Vanaf de XIIde eeuw komt de naam Hasselt voor in
bepaalde akten. Van de Capella de
Hasselt werd voor het eerst melding gemaakt in het begin van de XIIIde eeuw en
eveneens van Arnoldus, pastoor van Hasselt.
In 1211 verbleef Boudewijn van Hasselt, een leenman van de heren van
Grimbergen, op dit landgoed.
Omtrent 1270 zijn twee Norbertinessen met name Ida en Margareta uit het
klooster van Nieuwenrode overgekomen naar het Hof van Hasselt dat eveneens aan
het moederhuis van deze orde in Grimbergen toebehoorde.
In de XVde eeuw is het gebouw door brand vernield en werd het terug
opgebouwd. Het nieuwe hof ter Hasselt
was eigendom van een Milanese familie Caïmo, een lid van deze familie was
advokaat bij de Grote Raad te Mechelen; een ander was bisschop van Brugge en
zijn kazuivel bevindt zich in de kerk van Puurs, hoofd van de dekenij waarvan
Meise toen afhing. Is deze kazuivel soms
via Hasselt daar gekomen ?
Dan volgde Vander Goten, waarschijnlijk een familielid door aanverwantschap. Dr Verbesselt schrijft in zijn werk
Parochiewezen van Brabant dat de heren van Hasselt te Wolvertem begraven
werden. Dit is echter niet het geval
voor Vander Goten en ook niet voor de weduwe Caïmo, van Schotse adel Douglas
Scot-prozaïsch omgezet in Deschot zie de zerk tegen de muur van de achter
linkerbeuk in de St.-Martinuskerk.
De
bewuste grafsteen vermeldt onder twee wapenschilden : Hier licht begraven vrouwe Maria Clara de Schot compagne was van wijlen
MHERT
IAN robert Swarts in zijn leven colonel van infanterie ten dienste van syne
keyserlycken Catho Mai die sterft den 4.9.1696
Op het einde van de XIXde eeuw is het Hof ter
hasselt het strijdtoneel geworden van een dorpspolitiek met panache.
In het centrum ging het tussen de twee fanfares de horzels en de ressen de
bastions van beide kampen.
De inwoners van de gehuchten waren niet zo nauw betrokken, bij deze
fanfarepolitiek; zij hadden niet zoveel contact met het centrum, de
verbindingswegen waren slecht en de verkeersmiddelen waren niet zoals nu.
Ge moogt geloven dat beide groepen het opnamen voor de goede zaak op zijn
Breugheliaans en de hartstochten waren zo opgezweept dat men nooit zijn gebuur
zou aanspreken als hij tot de andere partij behoorde. In dit politiek dorpsgebeuren stak overvloedige
stof voor een sappige revue, want de acteurs wisten niet dat ze hun rol zo
slecht speelden.
Op een zeker moment rukt de strijd los op een hoger vlak naar de top. De scène tussen de twee kopstukken, de
kasteelheren, met als decor de poëtische groene zone van het Hof ter
Hasselt en van het kasteel van de rijke
gebuur. Het Hof ter Hasselt was de
residentie van de generaal, de majordomus van de Keizerin, in de volksmond de
Kommandant van Boechout. Op het naburige kasteel woonde de kopman van de
anderen.
De twee hovingen van deze kastelen waren belendend en de grens werd weldra de
frontlijn. De generaal greep naar de
vooruitstrevende militaire tactiek en om zijn tegenstander te pesten, zou hij
langs de frontlijn een heuvel, versterkt door ijzeren netwerk, doen optrekken.
In de volkstaal spreekt men van een berg om te laten verstaan dat de top
hoog boven de grond uitstak. Deze
uitkijkpost zou het mogelijk maken de handel en de wandel, de bewegingen van
het andere kamp gade te slaan.
De generaal koesterde de zoete hoop dat hij door de kracht van zijn geniale
taktiek de man van de oppositie die uit Schaarbeek afkomstig was terug naar
zijn geboortestad zou jagen.
De buurman ging niet op de vlucht. Hij
hield voet bij stuk. De dorpspolitiek
kan koppige vastberadenheid zo hard maken als beton en de rede verliest meestal
haar vat op de mens die vast zit in de klauwen van een al te enge, al te
driftige dorpspolitiek.
De reactie bleef niet uit, de buurman consulteerde zijn bevoegde technici om
de afweer en de verdediging te organiseren.
Na grondig onderzoek en rijp overleg, zo luidt de klassieke formule en deze
past hier, viel eindelijk de gewichtige beslissing : langs de scheidingslijn
rijen kaarspopulieren planten. Deze
bomen groeien snel de hoogte in en na enkele jaren was het groene gordijn dicht
genoeg om de uitkijkpost onschadelijk te maken.
De man was ook tevreden over zijn vondst en verklaarde : zo zullen de
mensen zien dat ik niet zal verhuizen.
Ik geef dit luimig proefje uit de heroïsche periode van de gemeentepolitiek
omdat zon verheven staaltje niet voorkomt in de geschiedenis of de folklore
van andere gemeenten.
De strijd tussen stammen en kasteelheren is legendarisch en heeft dichters en
schrijvers geïnspireerd. Maar die twist
ontstond meestal uit familievete, uit jaloersheid of met aan de bron een idylle
of liefdeshistorie.
Maar in Meise niets van dit alles het was de politieke strijd om het
meesterschap. De dorpspolitiek werd
bijna instinctmatig gevoerd, soms met machiavellistische metode en geenszins
met de bedoeling om goed te doen voor allen want de partij had voorrang op het
gemeenschapsbelang, ook niet uit eigenbelang want de leiders haalden er geen
voordeel uit. Alleen maar om meester te
blijven, want de macht werd door velen nog beschouwd als een feodaal
bezit. Programma had weinig betekenis,
persoonlijke aanvallen waren schering en inslag.
De gemeenteverkiezing was de beslissende match waar supporters uit beide kampen
wel eens slaags geraakten.
In die jaren van gedirigeerde tweedracht draaide de motor van de gemeentelijke
vooruitgang zeer langzaam.
Wij verheugen ons erover dat het Hof ter Hasselt aan al deze tribulaties niet
is ten onder gegaan dat het mooie reservaat van de gemeente behouden
bleef. Wel werd het kasteel nogmaals erg
beschadigd door brand, maar daarna met veel kunstzin herbouwd door de eigenaars
De Smedt Van Ginderachter.
Een onvolledig artikel van een zekere dr. Demey in het
Frans Le hameau de Hasselt (Meysse)
vermeldt nog een aantal gegevens over het kasteel. Er staan echter twee fotos in van het
kasteel van Meysse van 1900 en dHoogvorst.
In een bijliggende nota staat : Het gehucht Hasselt te Meise wordt reeds
vernoemd in oktober van de XIIde eeuw.
In 1211 : Baudewijn van Hasselt, leenman van de heer van Grimbergen.
De familie Vleminck bezit circa 1500 het kasteel.
In de godsdienstoorlogen van de XVIde eeuw wordt het plat gebrand en
herbouwd. Naar alle waarschijnlijkheid
staat het huisige kasteel op de plaats van het eerdere. Het behoorde toen aan de familie Caïmo,
afkomstig uit Milaan (een lid van die familie zetelde in de hoge raad van
Mechelen.
Door huwelijk komt het kasteel in het bezit van Van der Goten.
Le hameau de Hasselt (Meysse) zie scan
Philippe Van Eesbeeck vond nog enkele gegevens ;
Bij het overlijden van Servaas Caimo, erfelijk
eigenaar (toparcha : erfelijk heer, term vaak voorkomend bij de heren van
Boechout) van het hof ter Hasselt volgt een ganse bladzijde tekst in het
register. De tekst bestaat uit 3
delen. Het officieel gedeelte, een
stukje poëzie in het Latijn en een vers op zijn Cats in het Diets. Het eerste gedeelte is reeds bewerkt. Het vers in het Latijn is wat te moeilijk en
stuurde ik door voor bewerking. De
Nederlandse tekst is duidelijk leesbaar en gemakkelijk te begrijpen.
Deze familie heeft dan weer vriendschapsbanden met de familie Swerts. Bij de doop van Willem Joseph Caimo in 1702
is Isabella Lams de doopmeter (echtgenote Swerts). Let in de tekst op decoris et ornamentum en
tekst rijmelarij. Blijkbaar beplantte
hij de Hasseltberg.
Hoc 1666 de 18de novembris moritur in aedibus
suis Bruxelle(nsis) Nobilis et Streui??? Dominus Servatius Caimo Preceptor
Archiepiscopi et toprcha de Hasselt, dictus quia eius viculi de (c)oris et
ornamentum.
Dit jaar 1666 de 18de november is gestorven in zijn huis in Brussel,
edele en moedige heer Servaas Caimo gouverneur van de Aartsbisschop en heer van
Hasselt, gezegd omwille van zijn versieringen en ornamenten van de straten.
|