Het heeft slechts een oppervlakte van 706 km² en telt 85 000 inwoners. Op zijn breedst is het 28 km en de lengte bedraagt 45 km. En op die kleine driehoek vinden we zulke verscheidenheid aan plantengroei en gewassen dat je het voor onwaarschijnlijk houdt. En dat niet alleen is speciaal, maar ook het klimaat is totaal verschillend in de vier windstreken. En dat hebben we vandaag weer eens mogen ondervinden.
Vanochtend was het aan ons verblijf, dat aan de westkant van het eiland ligt, een stralende zon en windstil weer. De wetenschap hebbende dat het aan de oostkant steeds minder mooi, zwaar bewolkt en regenachtig is, hebben we er ons toch aan gewaagd om die kant te exploreren. Maar dat hebben we ons dik en dubbel beklaagd. Hoe meer die richting uit, hoe harder de wind woei. Daarbij komt dat het zonnetje niet meer te bespeuren was en plaats gemaakt had voor een zeer grijze lucht, een dik wolkendek en een constante regen. Daar stonden we in onze korte broek en lichte T-shirt! Wat gedaan? Toch onze stapschoenen en regenkledij aan en wij op stap. Maar leuk was het niet. Van de omgeving bijna niets te bespeuren en de ondergrond drassig en glibberig. We waren dan wel snel terug bij de auto en hebben de zuidkant van het eiland dan maar onveilig gemaakt. Daar was het al heel wat beter maar de wind blies ook hier net zijn laatste adem uit.
Besluit: we keren terug en maken er een rustige namiddag van. Hoe dichter bij ons huisje, hoe zaliger het weer. Geen wind meer, een azuurblauwe hemel en een stralende zonneschijn. Onze picknick hebben we dan thuis maar aangepakt en wat was het zalig op ons terras.
In de vroege avond alweer een geroep van de onderbuur. Dadelijk Wim zijn reactie: sus, ik versta niets. Wat vertelt hij? En alweer moesten we naar zijn bodega. Hij had 2 flessen wijn, lees wijnazijn, voor ons klaar staan die we moesten komen halen. Heel voorzichtig probeerde ik aan het verstand te brengen dat de vorige flessen nog niet leeg waren en dat we liever wat zachte wijn hadden. Maar we zouden en moesten ze meenemen. En daarbovenop nog een zak sinaasappelen en een fles zelf gemaakte azijn.
Uit beleefdheid hebben we vriendelijk bedankt en we hopen dat hij niet te vaak meer roept.
Toch mogen we zeggen dat de mensen hier echt gastvrij zijn en dat de spreuk "Carpe Diem, La Palma, la isla de la hospitalidad" geen loze woorden zijn.
We ontwaken met een zalig zonnetje en gaan vandaag een plekje opzoeken dat we in die 8 jaar dat we hier tijdens de wintermaanden verblijven, nog niet bezocht hadden.
Het gebruikelijk ochtendritueel is achter de rug en we rijden meer noordwaarts. In Puntagorda laten we de auto achter en vertrekken blijgezind voor een afdaling van 700 meter tot aan een strand of iets dat er moet voor doorgaan. Nog maar net op stap steekt er een wind op, nog erger dan die van gisteren. Alle hends aan dek om vooruit te geraken en niet omver te vliegen. Eventjes twijfelen we om verder te stappen maar terugkeren staat in het woordenboek van Wim niet in.
En een geluk dat we doorgebeten hebben. Hoe verder we gingen, hoe beter het weer werd. De zon brandde meer en meer op onze al verbrande huid en na de afdaling was er geen zuchtje wind meer. Beneden aangekomen dachten we dadelijk aan het water te zijn maar, en dat wisten we niet, er wachtten ons nog heel wat treden om tot daar te geraken. 450 treden, wel geteld. Maar we waren nu zo ver en gingen door tot het bittere einde. Blij het gehaald te hebben, genieten we van de woeste oceaan maar we mogen er niet aan denken wat de terugweg nog te bieden heeft. Die treden, die 700 meter terug klimmen en dat in die warmte. Het zal zwaar zijn. De spreuk indachtig dat de Belgen de dappersten onder alle Galliërs waren , vertrekken we voetje bij voetje terug de berg op. Aan een gezapig tempo en genietend van de mooie natuur met zijn lidcactussen, kandelaarscactussen en slangenkruid naderen we na twee uur stappen de auto. Blij wat te kunnen rusten en dan in één trek naar ons huisje. In plaats van een terrasje te doen onder weg genieten we van ons zonneterras met een lekkere cava en een avocadohapje.
We gaan vandaag een inloopwandeling maken zodat ons "kunnen" terug wat stijgt. Het weer keert zich naar onze wensen. Oorspronkelijk dacht ik: we hebben het zitten". Een dik pak wolken komt ons tegemoet maar hoe krachtiger de zon wordt, hoe dunner de wolken en ja hoor! Een uurtje later een stralende zonneschijn. En wij op pad. Gewapend met een rugzak gevuld met spullen voor warm en koud, nat en droog, en het nodige proviand vertrekken wij richting bananenfinca's en willen ons verdiepen in die cultuur.
Stappen en stappen!
Wim, we hebben er al ongeveer 9 km op zitten en moeten nog terug, dixit Dette. Geen nood, we zijn bijna halverwege, dixit Wim. Maar hij vergeet blijkbaar dat de hellingen niet niets zijn. Bij wijlen zo steil dat ik mijn hielen niet op de grond krijg. Niet jammeren hé, gij kunt dat wel. Maar dat heb ik al meer gehoord.
Uiteindelijk spreek ik een bananenboer aan en in mijn beste Spaans wil ik het fijne te weten komen van een cultuur die hier een doorslaggevend element is wat betreft de economie. Jaarlijks worden hier 150 000 ton bananen geëxporteerd naar Spanje en dan begrijp je dadelijk dat we hier gehuisvest zijn midden hectaren en hectaren bananen kweek om nog maar van de avocadofinca's en amandelbomen te zwijgen.
Die bananenboer, steeds herkenbaar aan T-shirts waar de vlekken niet meer uit te krijgen zijn, heeft ons van naald tot draad alles uitgelegd. Een echte openbaring en dan vraag ik me af hoe het mogelijk is om tegen zulk een lage prijs nog banaantjes te kunnen kopen. Om een kilo bananen te laten groeien gebruikt de plant 400 liter water. Water dat door een ingenieus systeem van ondergrondse "galerias" over het eiland verspreid wordt. Die tunnels zijn door de bewoners zelf gebouwd en zijn een waar huzarenstuk. Je moet het maar doen om onder die ruwe bergen zoiets te verwezenlijken!!!
Vanuit het noorden van het eiland, waar talrijke bronnen zijn, loopt het water door die tunnels naar alle plaatsen waar die vruchten, met een vorm van een boemrang, groeien en daar wordt het gebruikt voor de bevloeiing van deze planten. Elke plant draagt slechts één maal en nadien wordt hij gekapt. Intussen is er een scheut aan het groeien die op zijn beurt weer trossen kan produceren, trossen die tussen 15 en 70 kg kunnen wegen. Je moet al een stoere kerel zijn om die trossen te kappen en nadien bergafwaarts naar een pick-up te kunnen dragen. Maar dat zijn ze hier blijkbaar gewoon.
Een half uur lang hebben we een leuke babbel gehad en en dan nadien die terugweg. Waar we gedaald waren, moeten we nu klimmen en onze inloopwandeling kan je beter bestempelen als een uitputtingsslag. 18 km in het totaal en dat na slechts 2 dagen hier te verblijven. Ik wil het veel jongeren zien nadoen.
Doodmoe trokken we gisteren in onze nest en hebben geslapen als een das. Wanneer een mens wat beweging neemt, lukt de slaap des te beter.
Ik trek de gordijntjes open en zie een wolkenloze hemel. Niet te geloven dat dit dik pak watte verdwenen is. Maar La Palma zou La Palma niet zijn wanneer we een paar uur later vertrekken en naar een ultradikke matras moeten opzien. En daarbij een wind dat we met zandzakjes aan onze voeten moeten lopen om contact met moeder aarde te blijven houden. Het weer is hier nog geen enkele dag hetzelfde geweest maar dat zijn we gewoon van in ons Belgenlandje.
Toch zetten we door. Een bewoner vertelt ons dat het "la brisa" is en over een paar uur alles zal in orde zijn. En inderdaad, we hebben tijdens deze vakantie al onze mooiste dag gekend. De wind heeft de lucht gezuiverd en een stralende zon heeft onze huid geblakerd. Mijn factor 50 gaat er hier goed vandoor en ik zal snel een andere tube moeten gaan kopen. Maar dat heb ik er voor over wanneer ik dan dagelijks zulke licht- en zonkuur krijgen.
Wat ik nog vergeet te vertellen. Onze buurman heeft ons weer uitgenodigd. Deze keer moesten we in de barranco afdalen om naar zijn zelf gemaakte bodega te gaan kijken. Zestig zelf gemetste trappen naar beneden, van ongelijke hoogte, te vergelijken met Machu Pichu maar niet zo ingenieus. Beneden stonden we voor zijn ruimte, in de rotsen uitgehouwen, waar zijn "wijn" gefabriceerd werd. Maar "wijn" is een groot woord. Zeg liever wijnazijn. Ik heb al beter gedronken. Verder stond er een zelf gemaakte "feesttafel" voor hun feesten. Maar eerlijk gezegd, ik zou niet graag daar gaan feesten en oh wee!!!! wanneer je wat teveel gedronken hebt want die treden geraak je niet meer op. Hij heeft er zelfs een toilet voorzien en een afwasbak; alles met gerecupereerd materiaal. Je moet er maar opkomen. En wij!!!! We mochten niet naar boven zonder van het goedje geproefd te hebben. Hij liet ons wijn proeven van 3 verschillende jaren, allen even speciaal. Maar ons moeder heeft me geleerd om beleefd te zijn en ik moest wel drinken. Blij naar boven te kunnen om op ons terras van het zonnetje te gaan genieten.
Verbrand zijn we gaan slapen en ik hoop dat we morgen niet op de blaren moeten zitten.
Na een rustige vlucht van een kleine vier uur zijn we op La Palma geland. Het zicht onderweg was niets anders dan dikke pakken watten die hoger/ lager speelden om te zien wie kon winnen. Pas ter hoogte van Tenerife kwam er wat variatie in de vlucht. De Teide pronkte met zijn kroon hoog boven de wolken uit en ik zag zowaar wat water. De oceaan bestond dus toch nog!
La Palma werd aangekondigd en we waren benieuwd wat het weer daar zou brengen. De verwelkoming was zonnig en winderig. Twintig graden op de thermometer, alvast beter dan in de heimat. Maar hoe verder op de dag, hoe minder te zien. De wolken deden hier ook hun intrede en we kregen zelfs regen. In welk land zagen we dat nog? Maar geen nood. Onze onderburen t.t.z. een huisje wat lager op de berg nodigde ons uit voor een babbel. En wat kregen we? Rode wijn met croissants! Wat een combinatie, zou dat Spaans zijn? In elk geval liet Wim het niet aan zijn hartje komen en veiligheidshalve ben ik te voet huiswaarts gekeerd. Hij moest wel niet ver de berg op maar veel vertrouwen had ik er niet in. Intussen is alles verteerd en zien we wat de dag van morgen zal brengen. Niet te vergeten dat onze "dueño" zijn onthaal ook niet niets was. In het huisje stonden twee grote schalen klaar gevuld met Palmees fruit: lekkere typische banaantjes, niet te beschrijven sappige sinaasappelen, avocado's, zelf gekweekte aardappelen en een lekkere pompoen. Honger zullen we niet lijden! De tuin was aangepakt en we kregen internet. Allemaal zaken die er vorig jaar niet waren en die het verblijf echt aangenamer maken.
Onze eerste dag kondigt zich grijs en zwaar bewolkt aan maar rond 10 uur doet de zon toch een poging om door dat wolkendek te priemen. Een wandeling naar de hoogte zit er niet in maar we hebben onze dagwandeling aangepast en hebben toch nog een vrij mooie tocht gehad. Rond 16 uur daalde de thermometer terug tot 16 graden maar al bij al hebben we genoten. Temeer dat we onze eerste strooptocht achter de rug hebben. De fruitschaal is nog goed aangedikt en avocado's hebben we zeker voor 14 dagen. We kunnen verder. En nu maar hopen dat het weer wat vriendelijker wordt tegen begin februari. Dan komt er ons een kleindochter bezoeken die dan net uit een zware examenperiode komt. Ze zal wat rust en zon goed kunnen gebruiken.
Inpakken en weg wezen naar onze winterbestemming La Palma
Wat een weer! Een ganse dag regent het pijpenstelen en wat zijn we blij dat we dat nat gedoe achter ons kunnen laten. Het inpakken met daarbij horend sorteren is begonnen. Alhoewel we voor een langere periode vertrekken en dus per persoon 30 kg mogen meenemen is het toch verstandig om alles goed te overwegen. Gezien onze leeftijd houden we eraan niet te wreed te moeten sleuren aan allerhande onnodige dingen. En toch trekken we op met 3 reistassen, 2 rugzakken en uiteraard een laptop, tablet en noem maar op. De HAO's (hyperactieve oudjes) zoals onze kleinkinderen ons noemen zijn mee met de moderne communicatiemiddelen. En nu dat mijn Wim cursus gevolgd heeft van de tablet moet dat natuurlijk uitgetest worden. Komt hij daarbij nog met een ganse fototas af, gevuld met elektronica bazaar. Zijn camera vond hij niet nodig. We zijn er immers al genoeg geweest en ik ben de fotograaf. Dus herinneringen zullen we genoeg hebben. Maar wat daar allemaal voor de rest in die tas verborgen zit, Joost mag het weten!!! In elk geval zal hij het zelf moeten dragen in zijn rugzak en dat is blijkbaar geen probleem.
Morgenochtend om 4,45 uur komt onze vaste chauffeur (en daar zijn we hem zeer dankbaar voor) thuis oppikken en de volksverhuizing kan dan beginnen. En nu maar' hopen dat het op onze bestemming droger en zonniger is dan in ons Belgenlandje.