- wijs aan waar je iemand hoort kloppen op lepels, 

- schud met hetzelfde glas, wat hoor je?

- in welk voorwerp werd er een kraal gegooid?

- op welk voorwerp wordt er getikt?

We maakten een bol klei plat en kerfden er dan met een stokje huizen in.  Die huizen vulden we nadien op met eierschalen.  De eierschalen werden met ecoline geverfd.  Kijk hieronder maar naar het resultaat ...

De leerlingen voelden in de voeldoos: hoe voelt het aan?  wat zit er in?

Nadien lagen er voorwerpen op een tafelftje.  De leerlingen voelden terug in de voeldoos: hoe voelt het aan?  duid het voorwerp op de tafel aan dat in de voeldoos zit.

Het werd een leuke doeles.

Eerst werd er een woordveld opgebouwd rond 'gevaar'.  Waaraan denk je bij het woord gevaar?

Nadien las de juf een stuk voor uit het boek 'Op kamp in de tuin'.  In dat verhaal horen 2 kinderen iets wat gevaarlijk lijkt aan hun tent.  De leerlingen mochten in een tent plaatsnemen en tekenen wat dat gevaar zou kunnen zijn.  Die tekeningen werden in de tenten opgehangen.  Nadien las de juf de rest van het verhaal voor.  Klopte de voorspellingen van de leerlingen?  Bij sommigen wel.

Tot slot mochten de leerlingen uit klei een gevaarlijk personage kneden.