Het
is nu middag en we zijn aan het Frühshoppen op het terras onder een stralende
hemel en met zicht op het rustige water van de Sounds. Vanmorgen zijn we er
met de kajak op uit getrokken. Heel moedig waren we van plan er een tochtje van
een uur of 4 van te maken, maar het zitten is niet comfortabel en doet pijn aan
onze onderrug. Zodoende waren we na anderhalf uur al terug maar het was leuk,
we hebben toch een stukje van de sounds gezien van op het water. Op deze wijze
hadden we ook eens zicht vanaf de andere kant op ons logement. Er zat wel een
klein lek in mijn kano en ik heb er dus een natte broek aan overgehouden. We
hebben vandaag ook voor het eerst meerdere vogels horen fluiten, weer eens wat
anders. Deze namiddag maken we er een lazy sunday afternoon van, kwestie van
onze drankspiegel op peil te houden en energie op te doen voor onze trip naar
de walvissen volgende dinsdag.
De groeten vanuit het zonnige N-Zeeland en tot
morgen. Edwig.
Nelson
is omgeven door hellingen met overal huizen erop, wel een stuk mooier dan we
tot nu toe zagen. Af en toe zien we ook een stenen huis, de mensen verdienen
hier waarschijnlijk iets beter dan in de rest van het land. Als het laag tij is
trekt de zee behoorlijk ver terug en ontstaat er een lang zandstrand. Overal
liggen er bootjes om te gaan spelevaren of vissen en we zien ook nog regelmatig
autos uit de jaren 50 rondrijden zoals een Chevrolet Impala en een Morris
Minor, om er maar enkele te noemen. Ze zien er allemaal nog even goed uit.
Onze
rit vandaag is 110km lang en voert ons door een erg bergachtig gebied met
krappe bochten en steile hellingen. Alom staan er bomen en hier wordt volop aan
bosbouw gedaan. We ontmoeten deze voormiddag meer motos dan we de voorbije 3
weken in de rest van het land gezien hebben! Eén van de dorpjes waar we
doorrijden noemt Canvastown maar is weeral maar een voorschoot groot en iets
verder noemt het The Grove, leuk natuurlijk.Vanaf Havelock de hoofdstad van de Green Lip Mussels - volgen we
de Queen Charlotte Drive; een kortere verbinding naar onze bestemming Picton
via een erg schilderachtige bergweg die klaarblijkelijk niet altijd
toegankelijk is in de winter; hij is in ieder geval behoorlijk steil en smal op
sommige plaatsen. Op Cullen Point Lookout krijgen we ons eerste vergezicht
voorgeschoteld op de Marlborough Sounds en er volgen er nog vele, in zoverre
dat we over de laatste 15km ongeveer een uur doen. Ook het uitzicht op Picton
is de moeite waard. Dit is een drukke havenstad waar naast het verkeer naar het
noordereiland tal van andere havenactiviteiten gebeuren. We zien boomstammen
laden op een behoorlijk groot schip door reusachtige heftrucks met aangepaste
kaken om de bomen te grijpen, ik zou er niet tussen willen geraken!
Picton
is leuk, toeristisch en ook drukker. Hier pakken we om 13u30 terug een
watertaxi, deze keer een catamaran en een stuk groter dan in Abel Tasman, die
ons in de kortste tijd naar Portage brengt. We vergeten bijna af te stappen
de begeleider was niet goed verstaanbaar - maar gelukkig ziet Arie onze bagage
wegvoeren en het schip moet een klein stukje terugvaren om ons af te zetten.
Met een busje worden we afgeleverd aan het Portage Resort Hotel waar we een
leuk appartementje krijgen met een balkonnetje met zicht op de Sounds; weeral
het onthouden waard.
Een
kleine wandeling, om de omgeving te verkennen, kan er nog net af en voert ons
over een kleine heuvel naar de volgende baai. We krijgen er ineens 2 cadeau: via
een kleine doorsteek vinden we de andere kant van de landtong. Ook hier zijn de
blauw-groene kleuren van het water, de omgevende berghellingen met vele tinten
groen en de blauw-witte lucht weeral onvatbaar.
Voor
morgen wordt een zuivere, hemelsblauwe lucht voorspeld en dan kunnen we
misschien eens gaan kajakken in de sounds. Edwig.
We
zijn terug in de bewoonde wereld! Nelson is een stadje zoals er zoveel zijn, weliswaar
met veel gebouwen die teruggaan naar het begin van de vorige eeuw, en met een
haven en ook een uitgebreide industriële activiteit. We hebben voor de eerste
keer te maken gekregen met druk verkeer, geen files maar we moeten wel een
tijdje wachten om over te steken of in te voegen aan de kruispunten.
Nu
even terug naar eerder op de dag en ook nog een eigenaardigheidje vooraf: s
avonds is het in de Lodge taptoe rond 22u15: alle lichten uit. Dan leggen ze
namelijk de generator stil, vooral voor milieuredenen, en op de kamer is er een
elektrische lantaren die je dan kan gebruiken als je nog wat klaarte wil
hebben. Vanmorgen zijn we wat later opgestaan, er is immers geen haast bij want
onze watertaxi komt pas tegen 12u. Na het ontbijt ruimen we rustig op, maken
onze valies en hangen dan nog wat rond in de zitruimte van de Lodge en lezen of
slapen even.
De
watertaxi is netjes op tijd en we geraken zonder nat worden aanboord. Onze chauffeur (kan je dat wel zeggen
van een watertaxi of is het schipper?) heeft de tijd en toont ons nog enkele
speciale plekjes onderweg die alleen aan de incrowd bekend zijn. Mooi. Hij
laat ons ook nog wat zeehonden spotten en die hebben we nu wel voldoende
gezien. De zee is heel wat rustiger dan in het naar hier komen en we genieten
met volle teugen van onze rit (vaart?). Een dik uur later zijn we op onze bestemming,
de boot vaart op een aanhanger die aan een tractor is vastgemaakt en zo rijden
we per boot naar de receptie van het watertaxibedrijf. Onze auto staat er nog en
even later zijn we terug weg om de 60km die ons scheiden van Nelson af te
leggen. Er zijn wolken aan de hemel, maar ze hangen hoog en af en toe komt de
zon ook even piepen. We leven op hoop voor de komende dagen. Onderweg zien we weer
hop, wat verder een plantage met mandarijntjes en ook nog een citroenboom ergens
in een voorhofje. Wijngaarden zijn er ook, dit is een gekende wijnregio, en ook
fruitboomaanplantingen.
Over
Nelson valt niet veel te vertellen; zelfs een café vinden was moeilijk en voor
de rest kan je er vooral winkelen. Ons logement is weeral wat anders; nu zitten we in een Engels aandoende cottage met alles erop en eraan, we hebben zelfs aparte slaapkamers deze keer. Edwig.
Moe
en voldaan drinken we dorstig onze eerste pint om 17u05 in de bar van onze lodge.
We hebben er een vermoeiende dag opzitten maar we hadden hem zeker niet willen
missen.
Vannacht
heeft het niet geregend en deze morgen kwam de zon even het gelaat aan het
venster tonen. Iedereen hier zegt dat het weer vandaag ok zal zijn en we
bestellen, na ons ontbijt, de watertaxi van 10u30. Hij vaart ons een eind verder
naar Mutton Cove. De bedoeling is om vanaf dit punt te voet terug te wandelen
naar onze lodge. Een tocht van 5 à 6u vertelt men ons.
De
watertaxi toont ons onderweg enkele punten die nu overstroomd zijn door de zee,
omdat het hoog tij is, maar deze namiddag moeten we er te voet overheen, met
laag tij uiteraard. Hopelijk klopt onze timing, laag water is voorzien voor
16u40 en 2u ervoor en erna kan je passeren.
In
Mutton Cove moeten we, net zoals gisteren (oeps, vergeten te vertellen), onze
kousen en schoenen uittrekken om van boord te gaan. Ik vergeet bijna mijn
schoenen maar gelukkig net op tijd mis ik ze en worden ze snel gerecupereerd
uit de watertaxi. Eens terug correct geschoeid gaan we een ommetje maken langs Separation
Point. Er staat hier een vuurtoren en het is ook een uitzichtpunt over de Tasman
Sea, maar het laatste stukje naar beneden is nogal gevaarlijk en dat laten we
aan ons voorbij gaan. We gaan nu op weg, terug naar Awaroa Bay, en de steeds
stijgende en dalende wandelpaadjes door de bossen worden regelmatig afgelost
door mooie zandstranden. Af en toe gaat het steil omhoog, en moet ik lossen,
maar eens we terug dalen of op het vlakke zijn is er geen enkel probleem. Mijn
blaasbalg doet het prima na de eerste honderd meter inloop en we hebben toch al
wat gewandeld de voorbije weken. In de bossen zien we bomen van allerlei slag
en diversiteit, soms met grote varens en dan weer palmbomen. Sommige bestaan
alleen uit een lange smalle stam met bovenaan wat bladeren en van andere ziet
de stam zwart alsof het er gebrand heeft. Dit blijkt echter één of ander soort
mosachtig iets te zijn want het voelt zacht en nat aan als je er aan komt. Soms
lopen we door echte tunnels van takken en dan weer over brugjes die allen op
het loopvlak voorzien zijn van een kiekendraad om niet te slippen. Af en toe zijn
de paadjes wel smal en is er aan de dalkant een steile afgrond die echter
weinig gevaarlijk lijkt omdat er overal dichte begroeiing is of omdat er bomen staan.
De weg is prima bewegwijzerd en op de zandstranden staan er aan elk eind palen
met oranje driehoekjes erop om het pad aan te duiden. De stranden zelf zijn prachtig
en er ligt mooi zand, iets grover van structuur dan bij ons en je zakt er wat
dieper in weg als je er over loopt. Zonnebaden krijgt hier een nieuwe
betekenis!
We
betrappen ook ergens een zonnende zeehond die er verontwaardigd vandoor gaat
als we te dicht naderen. In het bos horen we echter bijna geen vogels zingen,
dit is dus wel anders dan bij ons.
Kortom,
een fantastische wandeling begeleid door de zon, want die is ondertussen volop
van de partij en dat is ze de ganse dag gebleven: geen regenjas deze keer. We
komen onderweg maar af en toe medewandelaars tegen maar in het zomerseizoen
schijnen er hier duizenden over deze wandelpaden te stappen. Volgens één van de
dames in onze lodge is dit pad één van de tien dingen die een N-Zeelander zeker
in zijn leven moet gedaan hebben!
Naonze fouragestop in Totaranui bereiken we
na nog een laatste en tevens steile helling met dito afdaling het estuarium: de
Awaroa Inlet. Kousen en schoenen uit om erdoor te geraken is de boodschap en
de vele schelpen doen pijn aan onze voeten terwijl het water dan weer
verkwikkend werkt. Eén maal erdoor vatten we de laatste 30min aan van onze
tocht en zoals altijd wegen de laatste loodjes het zwaarst. Bijna op het einde
zouden we weer kousen en schoenen moeten uitdoen maar we lopen zo door het
water; erg diep is het toch niet en de rest weten jullie, dat heb ik aan het
begin van dit bericht verteld.
We
zijn er, in Abel Tasman National Park. Over de rit van vandaag kunnen we kort
zijn: vertrokken om 8u in de regen onder een grijze hemel en onderweg geen
enkel stop gemaakt omdat er eigenlijk niets te zien was, ook al niet vanwege de
mist. Dan kunnen we beter wat vertellen over ons diner van gisteravond.
Ongeveer het beste wat we in N-Zeeland al voorgeschoteld kregen: verse groene
asperges als voorgerecht, een lamsbout met echte puree en broccoli als hoofdschotel
en dan nog een toetje, een rabarbertaartje voor mij en kaas voor Arie. Het
ontbijt vanmorgen was ook prima verzorgd en dat maakt ons regenachtig begin
toch een beetje goed. Ondertussen weten we ook dat de gele stekelige struiken
die we overal zien geïmporteerd werden in het verleden om gebruikt te worden
als afsluiting rondom de weiden. Zoals zoveel dingen liep dit ook uit dehand, want de vogels verspreidden de zaden
ervan en nu is het een echte plaag geworden voor de veeboeren en kunnen ze de
zaak niet meer de baas!
Het
begin van onze rit vandaag is nogal bergachtig en deze keer ontmoeten we
verscheidene camions op de weg, oa met houttransporten, die allen om ter hardst rijden. Naargelang we verder
noordwaarts gaan wordt de vallei breder, de lucht minder grijs en stopt het
zelfs even met regenen als we aan de kust in Motueka aankomen. Onderweg in Tapawera
zien we voor de eerste keer enkele hop-velden, we vermoeden voor de
plaatselijke bierindustrie. De pils is hier trouwens lekker. We komen ruim op
tijd aan in Marahau waar onze
watertaxi wacht en dat is een hele ervaring geworden! We waren de enige
passagiers en hebben ongeveer 1u10 gevaren tot Awaroa Bay. De zee was nogal
(?) woelig en de schokken die we met de boot kregen kwamen af en toe erg hard
aan; een bokkend paard is er niets bij en ik heb nooit paard gereden! Volgens
Arie zou ditniets voor Lutgarde geweest
zijn, maar we zijn heel toegekomen op ons logement en dat mag er weer zijn.
Zeker nadat we ons tot een upgrade laten verleiden maar dat kan er af na de
gemiste helivlucht. Omaan de wal te
geraken moesten we kousen en schoenen uittrekken en enkele meter door het water
waden. We worden afgehaald met een soort golfkarretje en dat is weer eens wat
anders; onze valiezen moeten we deze keer niet zelf dragen.
We
zijn slechts met 4 gasten in het hotel en hier werken ze met 14 man personeel,
we zullen dus gesoigneerd worden (hopen we).
We
zijn wel verwittigd voor de sand-flys die hier talrijk aanwezig zijn en die
bijten stiekem! (Arie weet er al alles van)
Morgen
zijn we hier ook nog een dag maar daarvoor we hebben nog geen programma
gemaakt; dat zal van de weergoden afhangen! Edwig.
Vannacht
heeft het op bepaalde momenten gestortregend, enfin zoals wij zeggen: drash
national. Ontbijten doen we vandaag niet op de kamer maar wel in het dorpje en
we zijn er de eerste klanten. We volgen terug Scenic State Highway 6 en het
regenwoud; maar links en rechts zien we alleen wat groene kleuren met daarboven
grijs en dat is het. Af en toe spotten we terug wat schapen en deze keer ook
verschillende zwarte.
De
riviertjes zijn behoorlijk gezwollen en onstuimig door de nachtelijke regenval.
We rijden door plaatsjes met namen zoals Hari Hari (tiens?), Lake Ianthe en
iets verder Pukekura. We bezoeken ook een klein museum: Bushmans Museum.
Eerst is er een DVD over het uitzetten van herten, om ze een tijd daarna af te
schieten en later nog, ze terug te vangen
omdat ze teveel schade aan de natuur toebrachten. Ze worden nu alleen nog
gekweekt door farmers en in afgesloten weiden voor hun vlees en de horens. Dan zien
we levende possums en nog wat
gereedschap allerhande. De naam museum is nogal overtrokken.
Bij
Hokitika bereiken we terug de kust en laten het woud achter ons maar de regen
blijft ons volgen. Hier bezoeken we enkele jade-shops maar voor meer shopping
is het te nat.
We
gaan ook nog even langs in Shantytown, een nagemaakt oud gouddelvers stadje
met allerlei huizen: postgebouw, station, hotel, school, jail, bank, hospitaal,
pompiers en ga zo maar door. We doen ook een ritje met een oude stoomtrein maar
het geheel geeft toch een fake indruk.
Onze
laatste stop wordt Punakaiki waar we de pancake en blowhole rotsen bezoeken,
deze keer zonder regen. Een mooie wandelweg door een prachtige natuur leidt ons
eerst naar de pancakes. Dit zijn rotsen in platte schijven op mekaar gestapeld
en in de blowholes spoelt de zee schuimend en wild onderdoor.
We
logeren vandaag in een grote, prachtige B&B met als gastheer een Z-Afrikaan
en de gastvrouw is een Schotse. Eten gaan we hier ook en we krijgen dagverse
producten voorgesteld van eigen teelt. Het klinkt vooraf al lekker!
Een
massage door de gastheer behoort ook tot de mogelijkheden.
Morgen
staat er terug een redelijk lange rit voor de boeg die we tegen 13u30 tot een
goed einde moeten brengen want dan wacht onze watertaxi in Abel Tasman
National Park. Edwig. PS de N-Zeelanders zijn WK rugby geworden afgelopen zondag!!!!
De
weergoden zijn onsvandaag niet gunstig
gezind en mijn weerbericht klopte deze keer echt niet: lage bewolking en
motregen om de dag in te zetten. Klein detail: vanmorgen hebben we ons ontbijt
zelf moeten maken. De ingrediënten werden ons wel bezorgd maar brood roosteren
en koffie zetten hebben we eigenhandig gedaan en daarna ook nog alles terug
netjes afgewassen!
Eerst
lijkt de lucht nog wat op te klaren maar dat is niet het geval en onze
heli-hike wordt gecancelled, zelfs de waterkans (wat zit er een betekenis in
dat woord!) om met een latere vlucht mee te kunnen wordt ons niet gegund.
We
besluiten om s voormiddags dan maar iets verder te gaan kijken bij de Franz-Josef
Glacier en ook deze zit in de lage wolken. Maar zie, als we na de wandeling
door de vlakke bedding aan de gletsjer komen, laat de zon zich er even op zien
en een hoekje blauwe lucht verschijnt voor korte tijd. Als we omkeren is ons moment
de gloire alweer voorbij en is alles terug egaal grijs. We denken er nog even
aan om een wandeling te maken rond Lake Matheson maar door de regen komt daar
ook niets van in huis. Dus terug naar ons motel en dit ligt vlak bij een kerkje met bijhorend kerkhof. Een mooi voorbeeld van de typische gebedsplaatsen die we hier al zagen.
Het
wordt dus een beetje een gedwongen rustdag en met morgen een lange rit door de bergen
voor de boeg is dat misschien nog niet zo slecht.
O
ja, gisteren werden we hier in een plaatselijk café in het Nederlands
aangesproken door de dienster! Bleek dat om een Zwitserse jongedame te gaan die
gedurende een achttal jaar in Gent leefde (gelokt door de liefde) en nu pas in
N-Zeeland aan de slag was. Edwig.