Woensdag 12 juni: rit nr. 19. Nog 9 te gaaan na vandaag.
Na een deugddoende nachtrust ben ik vandaag op tijd vertrokken. Normaal moet ik 150 km afleggen maar na een grondige analyse van de route heb ik er 10 km af kunnen doen. Het mag ook eens wat minder zijn.
De zon is terug van de partij maar die gure wind doet ook weer zijn best. Gevolg: een zonnige koude dag. Het is trouwens de eerste keer dat ik vertrek in lange broek. In het dal, bij de rivier is het koud en naarmate ik richting het plateau klim stijgt de temperatuur maar die verdomde wind blijft een gesel. Rij ik rechtdoor dan heb ik de wind vanvoor, draai ik naar rechts: wind in het nadeel, draai ik naar links: ook tegenwind. Moet ik dan achteruit fietsen? Maar ja, verstand op nul en vooruit met de geit.
Het landschap is weer sterk veranderd: kleinere bossen, kleinere dorpen en veel groter afstanden tussen de dorpen. Ik heb de weg dikwijls voor mij alleen. Af en toe rijdt er eens een auto of vradhtwagen langs. "Ik voel me zo verdomd alleen"
Tegen het einde van de rit kreeg ik weer een 15tal km gravelwegen voorgeschoteld. Voor de verandering nat en zompig. Pompen, pompen om die nijdige hellingen te bedwingen. Dat laaste beetje energie moet precies ook nog uit mijn lijf. Na 140km heb ik toch weer mijn slaapplaats bereikt. Slaapwel.
Dinsdag 11 juni: rit nr. 18, nog 10 te gaan en ik ben op mijn bestemming, ruim 2000 km gefietst. Amai me gat!
Mijn overnachting was trouwens gratis want de eigenaar kreeg zijn betaalsysteem niet aan de praat. Dus mocht ik zo vertrekken na ontvangst van nog wat wijze raad van deze vriendelijke oude man.
De eerste echt koude dag sinds mijn verblijf hier in Zweden. Amper 10-12 graden en een zeer gure wind, vergezeld van enkele regenbuien. Ik krijg het maar niet warm en zal uiteindelijk drie lagen spotkledij over mekaar dragen. Tegen het einde van de rit is de zon terug van de partij maar warm is het nog niet. Voor wat het parcours betreft: bergop, bergaf, kiezelwegen (en veel zenne, soms met een dikke laag kiezel op) en mooie vergezichten. Die kiezel-en gravelwegen zijn beter bestand tegen de gure winters dan de asfaltwegen (of in ieder geval eenvoudiger in onderhoud). Sommige asfaltwegen zijn dan ook in heel slechte staat.
Ik logeer hier in een hostel aan een zeer grote rivier en de eigenaar is een vriendelijke jongeman die me met de wagen naar het dichtstbijzijnde centrum heeft gebracht om inkopen te doen. Ik moet toch eten!!! Vriendelijke mensen die Zweden.
Maandag 10 juni: Pinkstermaandag. Wordt hier dus niet gevierd. De kinderen gaan gewoon naar school en de werkmens gaat werken.
Een korte rit van Ullanger (Docksta) naar Bjorna, 82 km.
De rit begon weer over de autostrade maar ik had geen keuze, er zijn hier geen ander wegen en dus is het toegelaten om er met de fiets over te rijden. Geen vuiltje aan de lucht dus totdat de gps me een pad instuurt dat verdacht erg stijl was. Hier kan ik echt niet blijven fietsen, dan maar te voet verder. Het parcours ging van kwaad naar erger: eerst stijl, dan rotsblokken, dan een knuppelpad en dit gedurende 3, 5 km. Het zweet stond in mijn schoenen en ik denk dat ik ieder heilige uit de hemel gevloekt heb, maar ik ben er geraakt. Het verdere verloop van de rit was golvend en heel aangenaam fietsen. Als beloning heb ik op het einde van de rit nog twee elanden ( moeder en kind) tegen het lijf gelopen (gefietst). Om een foto te maken van het tweetal was ik veel te hard verschoten en ook veel te traag. Ik heb ze dan toch niet allemaal uit de hemel gevloekt.
Aangekomen in Bjorna moest ik vaststellen dat de camping uitzonderlijk gesloten was. Gelukkig heb ik nog een kamer gevonden in een soort jeugdherberg.
Wie legt er nu een camping vlak naast een drukke autostrade? Wat een herrie, de ganse nacht.
En ja, ook 's nachts is het hier nu nog erg helder. Resultaat: ondanks de vermoeidheid amper een oog dicht gedaan.
Het parcous van de dag verschilt weinig met dat van gisteren. De ene beklimming na de andere, van steil naar steiler naar steilst. Vandaag heb ik verschillende keren de Poggio beklommen, kleinste versnelling en aan een slakkengang. Maar we geraken altijd boven en daar wacht ons dan een deugddoende, snelle afdaling.
Het landschap is nog maar eens veranderd. Akkers liggen nu verspreid tussen de bossen en de heuvels, dit alles aangevuld met de nooit ontbrekende meren. Een prachtig kleurenpallet.
Zaterdag 8 juni: op naar Timra, stadje gelegen aan de Bonische kust.
Ondertussen ben ik al meer dan 2 weken onderweg en bevind ik me halverwege Zweden.
De rit van vandaag start met een pittige klim en eindigt op net dezelfde manier. Alles wat daartussen ligt is klimmen en dalen en nog eens klimmen en dalen. Het landschap is stilaan ruwer geworden maar daarom niet minder mooi. De klimmen worden ook langer en als ze niet lang zijn, zijn ze bijzonder pittig. Nu zou een heerlijk, fris, zelfgebrouwd biertje ferm deugd doen!
13de rit en ik zal het geweten hebben. De rit die ik voorbereid had liep voor een redelijk groot deel langs N50. Vrij drukke weg maar goed te doen tot deze weg plots verandert in een autostrade. Er zat dus niets anders op dan alternatieve wegen te zoeken hetgeen de rit in totaal 30km langer maakte, van 146 naar 176 km. Om 21u ben ik dus in mijn slaapzak gekropen, ongewassen, enkel proper gemaakt met vochtige doekjes.
Hetgeen me opvalt is dat de Zweden grote fan zijn van Amerikaanse oldtimers (wagens) en dat ze hiermee dan wat gaan cruisen tijdens hun vrije dagen. Ik heb nog nooit zoveel mooie en goed ondehouden oldtimers op 1 dag gezien.
En overal wappert de Zweedse vlag aan een hoge mast bij hun woning. Hier kunnen wij Belgen nog iets van leren.
Vrijdapg 7 juni: the day after.
Wat zullen de benen zeggen na zo'n uitputtingsslag? Al bij al valt het goed mee. De rit was in ieder geval minder zwaar en vooral korter.
Vandaag heb ik hier in Zweden de eerste regenbui gehad, het was dan ook meteen de moeite. Gelukkig kon ik net op tijd gaan schuilen en na een half uurtje mijn tocht verder zetten. Om 3 uur was ik al op mijn bestemming en kon ik genieten van een deugddoende douche.
Nadien de was doen, gaan winkelen en dan eidelijk rust.
Dinsdag 4 juni: rit in (rechte) van Tibro naar Orebro
Eigenlijk nog een soort van overgangsrit: veel grote wegen, dwars door de bossen en tussen de grote meren. Vandaag was het vrij warm en redelijk drukkend, gelukkig staat er heir wel meestal een verfrissende wind. Af en toe dreigende wolken maar ik ben nog altijd droog gebleven. Fingers crossed.
Woensdag 5 juni: een iets kortere rit die uiteindelijk toch serieus zeer gedaan heeft aan de benen. Voorlopig het meeste aantal hoogtemeters:1200. En dat met een zwaar beladen fiets, ikzelf maar toch vooral mijn bagage.
Bergop, bergaf, bossen, meer, meer, bossen en nog meer bossen. Mooi is het zeker en allemaal zo groen. Fantastisch mooi land!!!
En dat taaltje, zo grappig om horen. Soms versta ik er geen knars van en dan plots denk je dat ze Nederlands praten. Een a met een bolletje op wordt uitgesproken als de "ao", een a met een tremateken op is dan weer "ee", een o met tremateken is "eu". Raar taaltje maar vriendelijk volkje.
Zondag 2 juni: naar Flatenbadet camping. Hier slaap ik in een stugga (kleine blokhut). En maar gelukkig want vannacht is er een stevig onweer langs geweest. De rit was er eentje om snel te vergeten. De gps vond het belangrijk om mij op een bepaald moment de autostrade op te sturen. Zonder het goed en wel te beseffen moest ik dus op een strookje van 30cm fietsen met auto's en vrachtwagen die mij voorbij zoefden. Niemand die reageerde dus moet dat hier vrij normaal zijn. Ik vond in alle geval dat dit niet voor herhaling vatbaar is en heb dus maar snel aan de volgende afrit de autostrade verlaten (na 6km). Ik had hier een zeker deja vu gevoel bij (remember Jan en Koen).
En toen begon de miserie want meneer gps stuurde mij altijd terug richting autostrade. Uiteidelijk heeft mijn trouwe vriend mister Google me uit de penarie geholpen en ben ik na 127 km veilig op de camping aangekomen.
Maandag 3 juni: op naar Tibro (de meubelstad van Zweden??).
Eerst als afscheid nog een dikke knuffel gekregen van de eigenares van de camping en dan mocht ik vertrekken.
Niks speciaals deze rit, in een rechte lijn naar mijn bestemming gereden met voor de eerste keer een zon die verschrikkelijk goed haar best deed om mij missie te saboteren. Ik heb het gehaald en mezelf op een ijsje getracteerd om af te koelen
Hey, hey, we zijn er weer. Eindelijk na drie dagen weer een degelijke internet verbinding.
Zaterdag 1 juni: op naar Markaryd.
En wat voor een rit was me dat. 90% van de rit over veld-en kiezelwegen gereden maar oh zo mooi. Deze streek is heel landelijk met veel boerderijen en deze worden met mekaar verbonden door deze landwegen. Die hebben wel een naam en zijn de enige verbinding tussen de boerderijen en de dorpen (al ben ik die niet veel tegengekomen. Bovendien ging de weg constant op en af, bergop tussen de bossen, bergaf tussen de bossen. Vermoeiend maar adembenemend mooi.
Vrijdag 31 mei: Van Rostock naar Trelleborg met de ferry. 6u onderweg, mijn achterste deed meer zeer van op een stoel te zitten dan tijdens een lange fietstocht.
Eindelijk aangekomen in Zweden! Veel wind maar droog en licht bewolkt. Van "le plat pays qui est le mien" hebben ze in Zweden ook nog nooit gehoord. Die eerste 40km die ik hier vandaag gereden heb deden me denken aan een ritje Haspengouw.
Vandaag ook al van heel dichtbij kennis gemaakt met een grote kudde reeën. Wie verschoot er nu het hardst, zij of ik? In alle geval waren zij veel sneller dan mij.
Aangekomen aan het pension stond een vriend van de eigenaar mij al op te wachten om de sleutel te overhandigen en mij de goed gevulde ijskast te tonen. Tijd om de benen te ontspannen en het buikje te vullen als voorbereiding op de rit van morgen.
De gelukkigen onder jullie kunnen vandaag net zoals ik genieten van ee vrije dag. Misschiens eens gaan fietsen of zo? Is goed voor de conditie en brengt rust in het hoofd.
Vandaag een korte rit en vlak na de middag aangekomen in Rostock, de havenstad waar ik morgen de ferry neem naar Trelleborg in Zweden.
Wat is dat toch met die fietspaden in Duitsland? Dan links van de weg rijden, dan rechts, dan weer niks meer en soms lijkt het meer op een BMX parkoers. Gelukkig zijn die Duitsers zo verstadig om in een grote bocht om me heen te rijden.
Vandaag alleen maar norse mensen tegengekomen. Zouden die ook allemaal op het Vlaams belang gestemd hebben? Tenslotte ben ik hier ook een buitenlander. Foei, foei, ik schaam me een beetje om Belg te zijn.
Er zijn uiteindelijk ook vriendelijke Duitser. Kon vanavond nergens onderdak vinden, alles volzet. Geen camping in de verste verte te bespeuren en de jeugdherberg is volzet. Frau Schuber heeft uiteindelijk, omdat ik met de fiets ben, haar gasten herschikt zodat ik toch een kamertje had in haar pension. En vermits ze hier in de streek nog meestal cash betalen, en ik niet veel geld op zak had, is mevrouw met mij naar een geldautomaat gereden. Er zijn nog goede mensen op de wereld.
Dinsdag 28 mei: naar Dannenberg 120km..
"Rij niet door het staatswoud" zegt Frau Schuber. Natuurlijk niet! Ik heb vandaag voor 75% van de rit door de bossen gereden. Prachtige rit, totdat het fietpad plots opgaat in rook en de weg verandert in een snelweg. Dan maar dwars door het bos gereden tot in het volgende dorpje en van hieruit op goed geluk richting noordwesten gereden tot ik de wegwijzer Dannenberg tegenkwam. Prachtige rit trouwens.
Woensdag 29 mei: naar Sterberger. Relatief korte rit van 113km.
Kort maar pittig: bijna altijd wind tegen, bergop, , bergaf, kasseien, boswegen, veldwegen,.... Maar tot nu toe de mooiste rit van allemaal. Wat een uigestrekte landschappen. Mijlenver geen huizen te zien, en dan die rust. Tijdens deze rit heb ik massa's buizerds gespot, zwarte specht, bonte specht, 4 vossen (van heel dichtbij), en nog zoveeel meer.
Wat mij opvalt is dat vinken overal ander zingen, gaane van "suskewiet" over "suskewietje" naar "suskewieuw" en zelfs "suskekweethetnimer".
En in Frankrijk verkopen die vinken nog veel meer"djaar"(dichterlijke vrijheid)
25 mei: eindelijk, na een lange voorbereiding staat mijn fiets, gepakt en vooral gezakt klaar om te vertrekken naar de Noordkaap.
Eerzt nog uitgebreid afscheid genomen van de kinderen, de buren en de Lenko en dan ben ik met een kleine delegatie vertrokken richting Achelse kluis. Hier nog wat brandstof bijgetankt en dan ook afscheid genomen van mijn vrienden en mijn lieve vrouwtje. Vanaf nu ben ik op mezelf aangewezen, voor minstens 28 dagen. Da's lang, heel lang.
Eerste dag is heel goed verlopen. 175 km, aangenaam weer en een prachtige route. Als beloning heb ik nu wel een grote pint bier verdiend.
26 mei: vandaag een relatief korte rit:117 km, wind mee en alweer aangename weersomstandigheden. Om 15u30 al aangekomen. Nu eerst douchen, dan eten en dan de was doen. 't Is niet allemaal genieten! Hier moet ook gewerkt worden