Dat mijn katten gek zijn op de kersperiode heb ik u vorig jaar al verteld en ook dit jaar genieten zij weer met volle teugen van de kleine genoegens die Kerst met zich meebrengt.
Zo waant Hippie zich opnieuw de plaatselijke kampioen kerstboomklimmen en laat hij geen gelegenheid onbenut om deze discipline te beoefenen. Het gevolg van al die activiteit is dat mijn kerstboom er maar slapjes bijstaat. Hij helt lichtjes naar links en de ballen en slingers, die wij tegen al dat kattengeweld proberen te beschermen, hangen er maar wat rommelig bij. Maar Hippie laat dat niet aan zijn hartje komen en als wij hem nog maar eens uit de boom hebben geplukt gaat hij prompt een van de laaghangende kerstballetjes te lijf tot hij het van de boom heeft geslagen om er dan verder door het ganse appartement mee te spelen.
Beast is nooit zon klimmer geweest maar hij blinkt dan weer uit in andere disciplines. kerstpakjes vanonder de boom pikken bijvoorbeeld! Mijn dochter dacht hem dit jaar te slim af te zijn door voor hen drie kleine pakjes onder de boom te leggen die hij dan naar hartenlust mocht stelen en openmaken en ik moet zeggen, haar plannetje heeft gewerkt. Alleen deed Beast het in zon tempo dat al zijn cadeautjes al een week voor Kerst zijn gepikt, uitgepakt en ingespeeld.
Het kerststalletje moet ook dringend in veiligheid worden gebracht want ondanks mijn ijdele poging met een plexi plaatje, om Maria, Jozef en het kindeken te beschermen tegen de schelm die Beast soms is, heeft hij hen al ettelijke keren ontvoerd en moet ik hen, samen met de kerstballen van Hippie, in het ganse appartement gaan zoeken.
Soms is al die bijkomende Kerst activiteit, in deze toch al drukke periode, vermoeiend maar ik vind hun streken ook ontzettend grappig en de scheve boom, de gekidnapte figuurtjes en de vloer vol kerstballen neem ik er dan graag bij. Het toont aan dat onze katten echt deel uitmaken van ons gezin en het levert genoeg stof voor grappig anekdotes die we ons nog lang zullen herinneren.
Mijn bomma was een echte dierenvriend en vermits wij als kind veel tijd bij haar doorbrachten hebben wij altijd gedeeld in haar dierenliefde.
Ik heb er zelf geen herinneringen aan, maar fotos en verhalen uit de tijd toen ik nog een lopertje was, vertellen mij dat zij ooit kippen hield. Toen de vier ukjes die haar kleinkinderen waren ten tonele verschenen ging de haan van dienst naar het schijnt nogal tekeer. De heer des huizes viel ons aan en pikte hevig in ons hoofd, met de nodige heisa tot gevolg.
Mijn bompa, wiens dierenliefde eerder door de maag ging, heeft dat probleem snel opgelost door die arme haan, die tenslotte slechts plichtbewust deed wat in zijn genen voorgeprogrammeerd stond, zonder verpinken in de pot te draaien en ik ben ervan overtuigd dat hij hem met veel smaak heeft verorberd.
Exit kippen dus, maar er volgden nog een hele reeks beesten en beestjes. Die dieren waren dikwijls wezen of vondelingen, dus je kan wel stellen dat er speciale karaktertjes tussen zaten.
Zo was er bijvoorbeeld het venijnige Pinkstertje waar ik het al eens over had en mijn bomma was ooit ook de trotse eigenaar van een prachtige Fox terriër die zich altijd van zijn sportiefste kant liet zien. Het beest had namelijk de vervelende gewoonte om weg te lopen en ondanks het feit dat wij uiterst voorzichtig waren om de voordeur te openen als hij in de buurt was en er straten ver achter liepen als hij dan toch weer kon ontsnappen, was hij keer op keer de pist in. Dan bleef hij een paar dagen, of zelfs een beetje langer spoorloos om daarna, compleet uitgeput en uitgehongerd, zijn weg terug naar huis te vinden. Daar werd hij steeds weer met open armen verwelkomd en vertroeteld tot mijnheer genoeg had van het huiselijke leven en opnieuw de wijde wereld introk. Op een keer vonden wij hem wel heel erg lang wegblijven en tot op heden vraag ik mij nog altijd af of hem iets is overkomen of hij een betere thuis heeft gevonden.
Maar het waren niet alleen honden die mijn bomma verzorgde en vertroetelde. Zij heeft ook een mooie grijze roodstaart papagaai gehad die naar de originele naam Jako luisterde. Het beest was best intelligent want als de weerman van dienst op de buis kwam riep hij gegarandeerd leugenaar, in navolging van mijn bomma natuurlijk. Of als de telefoon rinkelde riep hij hallo in koor. Maar die papegaai plukte zich kaal en beet mijn bomma constant in de vingers wat zij natuurlijk niet op prijs kon stellen. Op een dag kwam er toevallig een klusjesman langs die razend enthousiast was over de papegaai, waarop mijn bomma, die al dat gepluim en gebijt hartsgrondig beu was, hem prompt met hok en al meegaf. Toen zij Jako later nog eens ging bezoeken zag hij er prima uit. Zijn veren waren helemaal bijgegroeid en hij kon het zo goed vinden met zijn nieuwe baasje dat die gewoon met hem op de schouder buiten kon wandelen en van bijten was al helemaal geen sprake! Blijkbaar was Jako een zij en met haar mannelijk baasje kon zij het opperbest vinden.
Zo zie je maar; zelfs dierenliefde moet van twee kanten komen!
Heel lang geleden, toen ik nog piep was en de dieren nog spraken, had ik een tante nonneke. Helemaal juist is dat niet, want het ging om de tante van mijn vader maar voor de gemakkelijkheid was tante nonneke haar roepnaam. Nu was dat tante nonneke niet bepaald een katje om zonder handschoenen aan te pakken en je kan gerust stellen dat zij een kleurrijke figuur was. Niet letterlijk natuurlijk, want tante nonneke was, zoals toen nog gebruikelijk, uitgedost in een saaie grijze overgooier met witte blouse en bijpassend kapje op haar hoofd.
Maar wat zij tekort kwam aan uitstraling werd ruimschoots vergoed door haar flamboyante persoonlijkheid. Zo kon tante nonneke bijvoorbeeld alles gebruiken. Als zij op bezoek kwam zorgden wij er dan ook voor dat onze dierbare spullen veilig uit het zicht en in de kast zaten want anders liep je het risico dat zij wel die of diegene kende die juist dat dierbare ding van jou zo nodig zou hebben. Andersom kregen wij ook dikwijls de meest onbruikbare cadeautjes van tante nonneke, die zij waarschijnlijk bij iemand anders had afgetroggeld. Zo waren wij de trotse bezitters van een afzichtelijk houten Tijl & Nele beeld, dat mijn moeder, iedere keer als tante nonneke op bezoek kwam, uit de kast haalde en uitstalde op de meest prominente plaats in huis, wat door tante nonneke steeds goedkeurend werd opgemerkt.
En hoewel tante nonneke ons te pas en te onpas op de vingers tikte voor werkelijk of ingebeeld slecht gedrag was zijzelf zeker niet heilig. Zo deed ze niets liever dan tot laat in de nacht met de mannen kaarten voor geld en hoewel niemand haar ooit heeft kunnen betrappen, was er een donkerbruin vermoeden dat ook vals spelen haar niet vreemd was.
Gelukkig ging zij iedere zondag plichtsbewust naar de kerk en werden al die zonden vergeven. Jammer genoeg moest er altijd een slachtoffer mee en ik denk nog steeds met afschuw terug aan de momenten dat ik slachtoffer van dienst was. Alsof het al niet erg genoeg was dat je op zondagmorgen zo vroeg uit je bed moest, kreeg je voortdurend uitbranders tijdens de dienst omdat je de tekst van een bepaald gebed of lied niet kon mee prevelen, terwijl tante nonneke je letterlijk aanporde tot geveinsd enthousiasme. Toen ik begon te puberen en opstandig besloot om niet meer ter communie te gaan was mijn probleem onmiddellijk opgelost want dat kon tante nonneke natuurlijk niet toelaten en dus werd ik, tot mijn grote opluchting, niet alleen uit de gratie maar ook van de lijst van mogelijke slachtoffers geschrapt.
Van zachtzinnigheid kon je tante nonneke ook niet bepaald beschuldigen. Hoe ze het juist gedaan heeft is een verhaal dat voor altijd verborgen in de tijd zal blijven, maar zij is er ooit in geslaagd om op haar kanariepietje te gaan zitten.
Het beestje zei alleen nog maar piep voor het stierf vertelde zij keer op keer.
Gezien de gestalte van tante nonneke was iedereen verwonderd dat het arme dier nog kon piepen alvorens de geest te laten en sindsdien werden niet alleen kleine kinderen maar ook dieren veiligheidshalve uit haar buurt gehouden.
Nu kan je je voorstellen dat een figuur als zij regelmatig over de tongen ging en geplaagd werd. Zo hebben de mannen in de familie ooit de grootste pret gehad toen de overgooier van tante nonneke, na een toiletbezoek, met een punt in de gigantische witte tent die haar onderbroek was, was blijven steken. De heren der schepping hadden er zon schik in dat zij het mens een hele middag zo hebben laten rondlopen.
Dat, was de enige keer dat ik medelijden had met tante nonneke!
Ijskonijn Claire ontdooit tot tijgerin van Tervuren blokletterde de internetkrant Zita vandaag en ook andere media hadden dergelijke commentaren over het optreden van prinses Claire tijdens de voorstelling van een opvangtehuis voor daklozen met hun hond. Nu leverde het ook geweldige televisie op. Een duidelijk geëmotioneerde Claire die het opnam voor haar echtgenoot en de pers de mond snoerde. Als moeder en echtgenote kan ik haar optreden begrijpen. Ik zou zelfs durven zeggen, respect Claire, want het zal inderdaad niet makkelijk zijn om voortdurend zon mediastorm over je heen te krijgen. Als vrouw kan ik niet goed begrijpen wat de intelligente en knappe Claire ooit in Laurent heeft gezien, maar ik veronderstel dat hij zoals iedereen naast zijn fouten ook zijn kwaliteiten heeft. Of het waar is wat er over Laurent geschreven wordt? Geen flauw idee! Maar het spreekwoord zegt: Waar rook is, is vuur en we moeten toegeven dat er, in het geval Laurent, sprake is van jarenlange aanhoudende rookontwikkelingen!
De Sint is weer in het land en dan denk ik altijd met een beetje weemoed terug aan de tijd toen mijn kinderen nog klein waren en Sinterklaas zowat het hoogtepunt van het jaar. Heel het ritueel van een brief schrijven, het schoentje zetten en het verplichte liedje zingen om daarna verwachtingsvol in hun bedje te gaan en er s morgens voor het krieken van de dag weer uit, was altijd weer een spannend gebeuren. Voor mij, de Piet van dienst, was het Sint moment ook altijd een heel evenement. Er proberen achterkomen wat hun grootste wens was, was meestal geen probleem, maar die wens ook vervullen was niet altijd evident. Zo herinner ik mij dat mijn zoon eens, vermoedelijk samen met al zijn leeftijdsgenootjes, een Buzz Lightyear pop had gevraagd. Jammer genoeg was die desbetreffende pop in geen enkele zaak in de buurt meer te vinden. Na alle speelgoedwinkels in de wijde omgeving te hebben afgebeld is deze Piet, Buzz een dertigtal kilometer ver moeten gaan halen. Maar het blije snoetje dat je dan kreeg maakte het de moeite waard.
Nu mijn kinderen 20 en 18 zijn, behoren die rituelen en de daaruit voortvloeiende verwachtingsvolle spanning al lang tot het verleden maar dat wil niet zeggen dat we de goedheilig man zomaar ongemerkt laten voorbij gaan. Ieder jaar omstreeks deze tijd zitten wij gezellig samen aan tafel voor een uitgebreide Sinterklaas brunch. En natuurlijk hoort daar ook nog een cadeautje bij!
Omdat Google Street View met zoveel ophef werd aangekondigd kon ik niet anders dan het ook eens proberen. Mijn eerste reactie? Street View is leuk! Je kunt inderdaad virtueel door de straten wandelen en de omgeving verkennen alsof je er werkelijk staat. Zo kan je een straat vanuit verschillende oogpunten zien en inzoomen op zaken die je interesseren. Als je aan een monument komt zijn er dikwijls extra fotos van het gebouw of zijn er details te bekijken.
Ik kan onmiddellijk enkele toepassingen verzinnen waarbij Street View van pas komt. Als je een nieuwe woonst zoekt en de omgeving al even virtueel wil verkennen bijvoorbeeld. Of als je dat aller charmantste vakantievillaatje wil boeken en het risico niet wil lopen dat dit in the middle of nowhere staat, of dat juist wel wil. Of misschien kan het ook handig zijn voor verzekeringsmaatschappijen om bij een auto ongeval de omgeving te bekijken en zo de situatie beter in te schatten.
Maar blijkbaar zijn er heel wat Belgen niet opgezet met Street View en volgens de kranten regent het dan ook klachten. Vele burgers voelen zich in hun privacy geschonden omdat ze zichzelf herkenbaar op Street View terugvinden. Sommigen zijn ontevreden omdat ze hun huis liever niet op het net zien en dat kan ik best begrijpen. Ook de politievakbond is niet blij met Street View omdat het systeem misbruikt kan worden om een inbraak, homejacking of tigerkidnapping te plannen. Maar dat geldt natuurlijk voor zoveel zaken die door ongure types met slechte bedoelingen voor andere doeleinden worden gebruikt dan diegene die de makers origineel in gedachten hadden. Moeten we Street View daarom bannen? Ik vind in ieder geval van niet!