Dat mijn katten gek zijn op de kersperiode heb ik u vorig jaar al verteld en ook dit jaar genieten zij weer met volle teugen van de kleine genoegens die Kerst met zich meebrengt.
Zo waant Hippie zich opnieuw de plaatselijke kampioen kerstboomklimmen en laat hij geen gelegenheid onbenut om deze discipline te beoefenen. Het gevolg van al die activiteit is dat mijn kerstboom er maar slapjes bijstaat. Hij helt lichtjes naar links en de ballen en slingers, die wij tegen al dat kattengeweld proberen te beschermen, hangen er maar wat rommelig bij. Maar Hippie laat dat niet aan zijn hartje komen en als wij hem nog maar eens uit de boom hebben geplukt gaat hij prompt een van de laaghangende kerstballetjes te lijf tot hij het van de boom heeft geslagen om er dan verder door het ganse appartement mee te spelen.
Beast is nooit zon klimmer geweest maar hij blinkt dan weer uit in andere disciplines. kerstpakjes vanonder de boom pikken bijvoorbeeld! Mijn dochter dacht hem dit jaar te slim af te zijn door voor hen drie kleine pakjes onder de boom te leggen die hij dan naar hartenlust mocht stelen en openmaken en ik moet zeggen, haar plannetje heeft gewerkt. Alleen deed Beast het in zon tempo dat al zijn cadeautjes al een week voor Kerst zijn gepikt, uitgepakt en ingespeeld.
Het kerststalletje moet ook dringend in veiligheid worden gebracht want ondanks mijn ijdele poging met een plexi plaatje, om Maria, Jozef en het kindeken te beschermen tegen de schelm die Beast soms is, heeft hij hen al ettelijke keren ontvoerd en moet ik hen, samen met de kerstballen van Hippie, in het ganse appartement gaan zoeken.
Soms is al die bijkomende Kerst activiteit, in deze toch al drukke periode, vermoeiend maar ik vind hun streken ook ontzettend grappig en de scheve boom, de gekidnapte figuurtjes en de vloer vol kerstballen neem ik er dan graag bij. Het toont aan dat onze katten echt deel uitmaken van ons gezin en het levert genoeg stof voor grappig anekdotes die we ons nog lang zullen herinneren.
Mijn bomma was een echte dierenvriend en vermits wij als kind veel tijd bij haar doorbrachten hebben wij altijd gedeeld in haar dierenliefde.
Ik heb er zelf geen herinneringen aan, maar fotos en verhalen uit de tijd toen ik nog een lopertje was, vertellen mij dat zij ooit kippen hield. Toen de vier ukjes die haar kleinkinderen waren ten tonele verschenen ging de haan van dienst naar het schijnt nogal tekeer. De heer des huizes viel ons aan en pikte hevig in ons hoofd, met de nodige heisa tot gevolg.
Mijn bompa, wiens dierenliefde eerder door de maag ging, heeft dat probleem snel opgelost door die arme haan, die tenslotte slechts plichtbewust deed wat in zijn genen voorgeprogrammeerd stond, zonder verpinken in de pot te draaien en ik ben ervan overtuigd dat hij hem met veel smaak heeft verorberd.
Exit kippen dus, maar er volgden nog een hele reeks beesten en beestjes. Die dieren waren dikwijls wezen of vondelingen, dus je kan wel stellen dat er speciale karaktertjes tussen zaten.
Zo was er bijvoorbeeld het venijnige Pinkstertje waar ik het al eens over had en mijn bomma was ooit ook de trotse eigenaar van een prachtige Fox terriër die zich altijd van zijn sportiefste kant liet zien. Het beest had namelijk de vervelende gewoonte om weg te lopen en ondanks het feit dat wij uiterst voorzichtig waren om de voordeur te openen als hij in de buurt was en er straten ver achter liepen als hij dan toch weer kon ontsnappen, was hij keer op keer de pist in. Dan bleef hij een paar dagen, of zelfs een beetje langer spoorloos om daarna, compleet uitgeput en uitgehongerd, zijn weg terug naar huis te vinden. Daar werd hij steeds weer met open armen verwelkomd en vertroeteld tot mijnheer genoeg had van het huiselijke leven en opnieuw de wijde wereld introk. Op een keer vonden wij hem wel heel erg lang wegblijven en tot op heden vraag ik mij nog altijd af of hem iets is overkomen of hij een betere thuis heeft gevonden.
Maar het waren niet alleen honden die mijn bomma verzorgde en vertroetelde. Zij heeft ook een mooie grijze roodstaart papagaai gehad die naar de originele naam Jako luisterde. Het beest was best intelligent want als de weerman van dienst op de buis kwam riep hij gegarandeerd leugenaar, in navolging van mijn bomma natuurlijk. Of als de telefoon rinkelde riep hij hallo in koor. Maar die papegaai plukte zich kaal en beet mijn bomma constant in de vingers wat zij natuurlijk niet op prijs kon stellen. Op een dag kwam er toevallig een klusjesman langs die razend enthousiast was over de papegaai, waarop mijn bomma, die al dat gepluim en gebijt hartsgrondig beu was, hem prompt met hok en al meegaf. Toen zij Jako later nog eens ging bezoeken zag hij er prima uit. Zijn veren waren helemaal bijgegroeid en hij kon het zo goed vinden met zijn nieuwe baasje dat die gewoon met hem op de schouder buiten kon wandelen en van bijten was al helemaal geen sprake! Blijkbaar was Jako een zij en met haar mannelijk baasje kon zij het opperbest vinden.
Zo zie je maar; zelfs dierenliefde moet van twee kanten komen!
Heel lang geleden, toen ik nog piep was en de dieren nog spraken, had ik een tante nonneke. Helemaal juist is dat niet, want het ging om de tante van mijn vader maar voor de gemakkelijkheid was tante nonneke haar roepnaam. Nu was dat tante nonneke niet bepaald een katje om zonder handschoenen aan te pakken en je kan gerust stellen dat zij een kleurrijke figuur was. Niet letterlijk natuurlijk, want tante nonneke was, zoals toen nog gebruikelijk, uitgedost in een saaie grijze overgooier met witte blouse en bijpassend kapje op haar hoofd.
Maar wat zij tekort kwam aan uitstraling werd ruimschoots vergoed door haar flamboyante persoonlijkheid. Zo kon tante nonneke bijvoorbeeld alles gebruiken. Als zij op bezoek kwam zorgden wij er dan ook voor dat onze dierbare spullen veilig uit het zicht en in de kast zaten want anders liep je het risico dat zij wel die of diegene kende die juist dat dierbare ding van jou zo nodig zou hebben. Andersom kregen wij ook dikwijls de meest onbruikbare cadeautjes van tante nonneke, die zij waarschijnlijk bij iemand anders had afgetroggeld. Zo waren wij de trotse bezitters van een afzichtelijk houten Tijl & Nele beeld, dat mijn moeder, iedere keer als tante nonneke op bezoek kwam, uit de kast haalde en uitstalde op de meest prominente plaats in huis, wat door tante nonneke steeds goedkeurend werd opgemerkt.
En hoewel tante nonneke ons te pas en te onpas op de vingers tikte voor werkelijk of ingebeeld slecht gedrag was zijzelf zeker niet heilig. Zo deed ze niets liever dan tot laat in de nacht met de mannen kaarten voor geld en hoewel niemand haar ooit heeft kunnen betrappen, was er een donkerbruin vermoeden dat ook vals spelen haar niet vreemd was.
Gelukkig ging zij iedere zondag plichtsbewust naar de kerk en werden al die zonden vergeven. Jammer genoeg moest er altijd een slachtoffer mee en ik denk nog steeds met afschuw terug aan de momenten dat ik slachtoffer van dienst was. Alsof het al niet erg genoeg was dat je op zondagmorgen zo vroeg uit je bed moest, kreeg je voortdurend uitbranders tijdens de dienst omdat je de tekst van een bepaald gebed of lied niet kon mee prevelen, terwijl tante nonneke je letterlijk aanporde tot geveinsd enthousiasme. Toen ik begon te puberen en opstandig besloot om niet meer ter communie te gaan was mijn probleem onmiddellijk opgelost want dat kon tante nonneke natuurlijk niet toelaten en dus werd ik, tot mijn grote opluchting, niet alleen uit de gratie maar ook van de lijst van mogelijke slachtoffers geschrapt.
Van zachtzinnigheid kon je tante nonneke ook niet bepaald beschuldigen. Hoe ze het juist gedaan heeft is een verhaal dat voor altijd verborgen in de tijd zal blijven, maar zij is er ooit in geslaagd om op haar kanariepietje te gaan zitten.
Het beestje zei alleen nog maar piep voor het stierf vertelde zij keer op keer.
Gezien de gestalte van tante nonneke was iedereen verwonderd dat het arme dier nog kon piepen alvorens de geest te laten en sindsdien werden niet alleen kleine kinderen maar ook dieren veiligheidshalve uit haar buurt gehouden.
Nu kan je je voorstellen dat een figuur als zij regelmatig over de tongen ging en geplaagd werd. Zo hebben de mannen in de familie ooit de grootste pret gehad toen de overgooier van tante nonneke, na een toiletbezoek, met een punt in de gigantische witte tent die haar onderbroek was, was blijven steken. De heren der schepping hadden er zon schik in dat zij het mens een hele middag zo hebben laten rondlopen.
Dat, was de enige keer dat ik medelijden had met tante nonneke!
Ijskonijn Claire ontdooit tot tijgerin van Tervuren blokletterde de internetkrant Zita vandaag en ook andere media hadden dergelijke commentaren over het optreden van prinses Claire tijdens de voorstelling van een opvangtehuis voor daklozen met hun hond. Nu leverde het ook geweldige televisie op. Een duidelijk geëmotioneerde Claire die het opnam voor haar echtgenoot en de pers de mond snoerde. Als moeder en echtgenote kan ik haar optreden begrijpen. Ik zou zelfs durven zeggen, respect Claire, want het zal inderdaad niet makkelijk zijn om voortdurend zon mediastorm over je heen te krijgen. Als vrouw kan ik niet goed begrijpen wat de intelligente en knappe Claire ooit in Laurent heeft gezien, maar ik veronderstel dat hij zoals iedereen naast zijn fouten ook zijn kwaliteiten heeft. Of het waar is wat er over Laurent geschreven wordt? Geen flauw idee! Maar het spreekwoord zegt: Waar rook is, is vuur en we moeten toegeven dat er, in het geval Laurent, sprake is van jarenlange aanhoudende rookontwikkelingen!
De Sint is weer in het land en dan denk ik altijd met een beetje weemoed terug aan de tijd toen mijn kinderen nog klein waren en Sinterklaas zowat het hoogtepunt van het jaar. Heel het ritueel van een brief schrijven, het schoentje zetten en het verplichte liedje zingen om daarna verwachtingsvol in hun bedje te gaan en er s morgens voor het krieken van de dag weer uit, was altijd weer een spannend gebeuren. Voor mij, de Piet van dienst, was het Sint moment ook altijd een heel evenement. Er proberen achterkomen wat hun grootste wens was, was meestal geen probleem, maar die wens ook vervullen was niet altijd evident. Zo herinner ik mij dat mijn zoon eens, vermoedelijk samen met al zijn leeftijdsgenootjes, een Buzz Lightyear pop had gevraagd. Jammer genoeg was die desbetreffende pop in geen enkele zaak in de buurt meer te vinden. Na alle speelgoedwinkels in de wijde omgeving te hebben afgebeld is deze Piet, Buzz een dertigtal kilometer ver moeten gaan halen. Maar het blije snoetje dat je dan kreeg maakte het de moeite waard.
Nu mijn kinderen 20 en 18 zijn, behoren die rituelen en de daaruit voortvloeiende verwachtingsvolle spanning al lang tot het verleden maar dat wil niet zeggen dat we de goedheilig man zomaar ongemerkt laten voorbij gaan. Ieder jaar omstreeks deze tijd zitten wij gezellig samen aan tafel voor een uitgebreide Sinterklaas brunch. En natuurlijk hoort daar ook nog een cadeautje bij!
Omdat Google Street View met zoveel ophef werd aangekondigd kon ik niet anders dan het ook eens proberen. Mijn eerste reactie? Street View is leuk! Je kunt inderdaad virtueel door de straten wandelen en de omgeving verkennen alsof je er werkelijk staat. Zo kan je een straat vanuit verschillende oogpunten zien en inzoomen op zaken die je interesseren. Als je aan een monument komt zijn er dikwijls extra fotos van het gebouw of zijn er details te bekijken.
Ik kan onmiddellijk enkele toepassingen verzinnen waarbij Street View van pas komt. Als je een nieuwe woonst zoekt en de omgeving al even virtueel wil verkennen bijvoorbeeld. Of als je dat aller charmantste vakantievillaatje wil boeken en het risico niet wil lopen dat dit in the middle of nowhere staat, of dat juist wel wil. Of misschien kan het ook handig zijn voor verzekeringsmaatschappijen om bij een auto ongeval de omgeving te bekijken en zo de situatie beter in te schatten.
Maar blijkbaar zijn er heel wat Belgen niet opgezet met Street View en volgens de kranten regent het dan ook klachten. Vele burgers voelen zich in hun privacy geschonden omdat ze zichzelf herkenbaar op Street View terugvinden. Sommigen zijn ontevreden omdat ze hun huis liever niet op het net zien en dat kan ik best begrijpen. Ook de politievakbond is niet blij met Street View omdat het systeem misbruikt kan worden om een inbraak, homejacking of tigerkidnapping te plannen. Maar dat geldt natuurlijk voor zoveel zaken die door ongure types met slechte bedoelingen voor andere doeleinden worden gebruikt dan diegene die de makers origineel in gedachten hadden. Moeten we Street View daarom bannen? Ik vind in ieder geval van niet!
Vroeger hadden mijn katten een prinsenleventje. Op tijd en stond hun natje en droogje, een lekkere warme nest én een tuin met aanpalende volkstuintjes waarin ze naar hartenlust konden wandelen, jagen en zonnen.
Door omstandigheden zijn wij naar een appartement verhuisd en moesten onze katten noodgedwongen binnen blijven. Het appartement is op de eerste verdieping en voor katten niet toegankelijk en bovendien ligt het aan een behoorlijk drukke straat wat volgens mij veel te gevaarlijk is. Hippie heeft het er een tijdje moeilijk mee gehad, want hij was diegene die graag op pad ging. Hij stond dikwijls tot vervelens toe aan de deur te mauwen, maar uitstapjes zaten er jammer genoeg niet meer in. Beast vond het binnen blijven niet echt een probleem, want hij ging vroeger nooit ver of lang weg en alleen maar als ook wij op het terras zaten.
Nu houden we onze katten bezig met de nodige speeltjes en krabpalen en gelukkig hebben ze ook nog elkaars gezelschap. Niet dat Hippie het zo nodig heeft om bezig gehouden te worden want zijn favoriete tijdverdrijf is in zijn luie stoel in de zon of bij de verwarming liggen. Alleen om met een knikker te spelen staat hij al eens op en heel af en toe kan zijn pluche rat hem ook bekoren. Of als zijn broer zin heeft om te spelen natuurlijk en hem uitdaagt voor een vriendschappelijk robbertje vechten. Beast echter is altijd op zoek naar entertainment en het is dikwijls grappig om hem bezig te zien. Zo heeft mijn dochter hen onlangs getrakteerd op een muis op wieltjes en toen Beast dat rijdend ongedierte in het oog kreeg ging hij compleet uit zijn dak. Eerst moest hij er natuurlijk op jagen om er dan uitvoerig mee te spelen en zijn prooi in de lucht te gooien, zoals een kat bij een echte muis doet. Hij ging zo hevig tekeer dat Hippie zich verwaardigde om uit zijn stoel te komen om te kijken wat nu weer de oorzaak van al die commotie was. Heel de dag heeft hij achter die nep muis gejaagd en toen ik s avonds ging slapen vond ik het speeltje als cadeau in mijn bed.
No shit!, dacht ik bij mezelf, toen ik deze zomer in de krant las dat er, door de aanhoudende droogte, een muggenplaag was.
En die ellendige rotbeesten zitten blijkbaar allemaal bij mij, dacht ik er nog bij.
Dat is niet waar natuurlijk, want na een rondvraag bij vrienden en kennissen bleek dat iedereen wel last had van deze vervelende insecten. Ik weet niet of mijn irritatiegrens misschien een beetje te laag ligt, of er écht heel veel van die beestjes bij mij zaten, maar ik werd er deze zomer in ieder geval helemaal neurotisch van. Iedere avond voor het slapengaan ging ik met de stofzuiger het ganse appartement rond, op jacht naar muggen. Mijn dochter supporterde langs de zijlijn terwijl ook zij zocht naar de plaatsjes waar die zoemende irritantjes zich verstopten en ik luidop iedere vangst telde. Ongelofelijk maar waar, op één avond heb ik er achtenveertig geteld! Achtenveertig, dat is toch gewoon onvoorstelbaar! Dan kan men inderdaad wel van een plaag spreken! En alsof dat nog niet genoeg was, hielden de soortgenoten die ik had gemist mij uit mn slaap door onophoudelijk dicht bij mijn oor te zoemen. Die volhoudertjes ving ik, handig als ik er ondertussen in was geworden, met een eenvoudig stukje keukenrol of een tissue. Dat deze nachtelijke activiteiten niet bevorderlijk waren voor mijn humeur, moet ik u er waarschijnlijk niet meer bij vertellen. En ik zet dit hele verhaal hier in het verleden, maar eigenlijk klopt dat niet want hoewel we bijna eind november zijn, zijn er nog steeds muggen! Niet meer in de grote getallen van deze zomer natuurlijk, maar iedere avond voor het slapengaan, pleeg ik nog enkele moorden om mij van een goede nachtrust te verzekeren. Jammer genoeg lukt ook dat niet altijd en zijn er nog altijd zoemertjes die mij de ganse nacht uit mijn slaap houden. Het zachte najaarsweertje dat we hebben is heel bevorderlijk voor mijn energiefactuur, maar de aanhoudende aanvallen van zoemende stekertjes doet mij wraaklustig naar een eerste koudeprik verlangen. Ik weet in ieder geval wat ik vraag aan de Sint. Vliegenramen!
Voor onze eerste vakantie in Texas hadden we een strandverblijf tijdens de krokusvakantie gepland, beter bekend als spring break in Amerika. We hadden net een hectische periode achter de rug en een zon- zee rustvakantie met de kinderen klonk ons als muziek in de oren. Voor dit uitje hadden we een leuk hotel gevonden op Padre Island, een eiland voor de kust van Texas, niet ver van de grens met Mexico.
Toen het eindelijk zo ver was gingen we vol verwachting de baan op. Texas is groot en Padre Island was best een eindje rijden, maar het verkeer is een stuk ontspannender dan in Europa en de tocht schoot snel op.
Op de verbindingsbaan van het vasteland met Padre Island werden we uitbundig begroet door toeterende tegenliggers en meisjes die recht stonden in open wagens, terwijl ze ons ongegeneerd flashten.
Heb je dat gezien? vroeg ik mijn man, die met een glimlach van oor tot oor op zijn gezicht hevig van ja knikte.
Ik heb het ook gezien, mama, viel mijn toen vierjarige zoon in. Die meisjes droegen geen gordel, dat is wel heel gevaarlijk, niet?
Dat de jongedames in kwestie compleet ontbloot in de auto stonden was mijn kinderen gelukkig blijkbaar ontgaan, maar ik vond dit toch lichtelijk verontrustend gedrag, zeker in het o zo preutse Texas. Toen we in het hotel aankwamen werd het ons allemaal snel duidelijk. De manager was erg verveeld met de zaak en legde ons uit dat tijdens spring break Padre Island omgetoverd wordt tot feesteiland van de college students. We kregen zonder vragen en zonder extra kosten een betere kamer achteraan in het hotel en als de flashende dames al een alarmbelletje deden rinkelen, dan werd dit belletje door het ongewoon gulle gebaar van de hoteleigenaar alleen maar luider en luider. Wat we juist onder party island moesten verstaan werd ons al snel duidelijk toen we bij het zwembad de rondhangende studenten moesten passeren om onze kamer te bereiken.
Ik merkte een beetje knorrig op dat mijn man zijn collegas hem wel even van dit detail hadden kunnen verwittigen, toen hij hen had verteld dat we een vakantie op Padre Island hadden geboekt, maar blijkbaar hadden zij dat niet nodig gevonden.
We besloten dan maar om het even aan te zien en die nacht te blijven. Tenslotte werd het al behoorlijk laat en hadden we net een heel eind gereden. Bovendien hadden we zo uitgekeken naar deze vakantie en al was de eerste indruk niet bepaald hoopgevend, we gingen er het beste van maken. Misschien viel het allemaal wel mee, spraken we elkaar moed in.
Terwijl ik de koffers ging uitpakken zou mijn man alvast even met de kinderen gaan zwemmen. Nauwelijks enkele minuten nadat ze vertrokken waren werd de deur van onze kamer opengegooid door mijn man, die de zoon met gestrekte armen voor zich uitdroeg, terwijl hij luid riep dat ik hem in bad moest zetten. Het zicht van mijn zoon die als een willoze pop door zijn pa met gestrekte armen, voor zich uit gedragen werd was best komisch, was het niet dat het kind er behoorlijk smerig uitzag. Blijkbaar was hij zonder kijken in de whirlpool gesprongen en wat daar allemaal in gebeurd was, daar durf ik zelfs niet aan te denken! Toen we achteraf de put van verderf gingen inspecteren zagen we dat het water een ondefinieerbare kleur had. Zwemmen was dus uitgesloten wegens de rondhangende studenten in coma van de escapades van de vorige nacht en het spoor van vernieling van diezelfde escapades dat ze achterlieten. We zouden morgen dan maar naar het strand gaan, besloten we tijdens de maaltijd in een klein restaurantje even verderop.
Dat we die nacht niet veel hebben geslapen hoef ik u waarschijnlijk niet meer te vertellen. Rond een uur of twaalf kwamen de comateuze studenten weer tot leven voor een volgende nacht van sex drugs and rock and roll en de muziek die uit hun draagbare toestellen schetterde hield ons de ganse nacht wakker. Gelukkig waren mijn kinderen van zes en vier blijkbaar immuun voor dat lawaai en hadden zij tenminste een goede nacht.
Het strand bleek ook geen al te groot succes. Om te beginnen stond er een stevige bries waardoor het zand hevig opwaaide en in ons gezicht priemde. Bovendien werd het strand bevolkt door ongure types die ons zonder enige overdrijving aan jeugdbendes op vakantie deden denken.
Dat was echt de druppel die de emmer deed overlopen! We gingen recht van het strand naar de hotelkamer om al onze spullen te pakken en zijn zonder omkijken vertrokken om de rest van de vakantie gezellig thuis door te brengen.
Dit was een vakantie om zo snel mogelijk te vergeten!
Het is weer Halloween geweest en de versieringen in winkels en huizen zijn daar nog altijd stille getuigen van. Nu heb ik het altijd een leuk gebruik gevonden, Halloween. Vooral voor de kinderen, die de avond voor Allerheiligen verkleed rond gaan langs de versierde huizen, Trick or Treat roepen en dan meestal op een snoepje worden getrakteerd.
Maar blijkbaar zijn er nog steeds veel tegenstanders van dit feest. Zo las ik in de krant dat een Poolse bisschop zijn landgenoten waarschuwde voor dit heidens gebruik dat volgens hem onverenigbaar is met de leer van de kerk.
Het is inderdaad zo dat Halloween oorspronkelijk een Keltisch feest was want in de Iers-Keltische kalender was 31 oktober oudejaar of All Hallows Eve en dat moest natuurlijk gevierd worden. In de loop van de tijd is dit gebruik vermengd met Romeinse en Christelijke feesten, zoals het feest van de oogst, het eren van de doden en het bedelen van brood met krenten in ruil voor een gebed, om zo de overleden verwanten van de schenker te behoeden voor het vagevuur. Het Trick or Treat spelletje is daar waarschijnlijk een variant op en het verkleden vloeit vermoedelijk voort uit de maskers die men vroeger droeg om boze geesten af te weren.
In de negentiende eeuw werd Halloween door Ierse immigranten naar Amerika geëxporteerd om daarna, volgens kwatongen onder druk van de commercie, opnieuw in Europa geïmporteerd te worden.
Maar zoals ik al zei; ik vind Halloween best een leuk gebruik. Alleen jammer dat onze eigen lieve goede Sint hierdoor een beetje geprangd wordt tussen Halloween en Kerst en zo stilletjes aan, in het gedrang komt!
Ik was net 16 toen de eerste Flair boven het doopfond werd gehouden en behoorde dus helemaal tot de doelgroep van dit nieuwe, opwindende en toen bijna revolutionaire magazine. Na dat ene tienermagazine gaapte het grote niets en een blad voor meiden van zestien tot in de dertig, of iedereen die zich zo voelt, was precies wat we nodig hadden. Dat hebben ze bij Flair altijd goed begrepen en het hoeft dan ook niet gezegd dat ik en mijn vriendinnen reikhalzend naar de met veel ophef aangekondigde lancering van Flair magazine uitkeken. Sinds die eerste Flair, waren wij verslaafd en werd het felbegeerde magazine zondermeer iedere week gekocht, van A tot Z gelezen, uitvoerig becommentarieerd én de mode die er in stond gekocht én gekopieerd.
Heb je Flair al gelezen, werd dé verplichte openingszin op woensdag, waarna het magazine werd bovengehaald en uitgeplozen terwijl iedereen zijn zegje moest doen. Ik herinner mij bijvoorbeeld de eerste Flair model wedstrijd die voor de nodige opwinding zorgde in onze vriendenkring want iedereen had wel zijn favoriet. Flair was zo verweven met ons dagelijks bestaan, dat één van mijn vriendinnen haar dochter naar dat eerste Flair model heeft vernoemd.
Ondertussen is Flair een begrip en hoewel ik er een beetje ben uitgegroeid, ben en blijf ik fan. Van de Flair Pockets bijvoorbeeld, die mij nog steeds tot aankoop van dit weekblad verleiden. En ik heb voor opvolging gezorgd natuurlijk, want hoewel mijn dochter minder fanatiek is dan ik toen, leest ook zij met plezier, Flair!
Omdat we tegenwoordig gebruik kunnen maken van internet en e-mail verkeer verstuur ik eigenlijk nog maar weinig post. Verjaardagskaartjes nog wel natuurlijk en Kerst- en nieuwjaarswensen ook, want ik vind het nog altijd fijn om dit live in de bus te krijgen en te versturen. Maar verder maak ik eigenlijk nog weinig gebruik van de diensten van de post. Of beter van bpost, want bij de hervorming van dit overheidsbedrijf hoort ook een ronkende nieuwe naam.
Onlangs moest ik toch opleidingscheques per aangetekende versturen om een cursus te bestellen. Toen ik een maand na verzending nog steeds niets van de desbetreffende school had gehoord, toch maar eens telefonisch geïnformeerd. Vreemd, zij hadden nog niets ontvangen en een aangetekende zending zou toch de volgende dag besteld moeten worden, niet? De mensen van het postpunt vanwaar ik de zending had verstuurd waren heel behulpzaam. Inderdaad, de brief was aangekomen op het desbetreffende postkantoor, maar de computer kon enkel bevestigen dat hij nog niet bij de geadresseerde besteld was. Waarom? Dat kon de vriendelijke dame mij ook niet verklaren en ook zij vond dit heel vreemd. Dan maar naar bpost gebeld. Eén enkel nummer voor al uw vragen, verkondigt het foldertje dat ik van de vriendelijke dame had meegekregen. Een behulpzame man opende onmiddellijk een dossier en beloofde mij de volgende dag te kunnen vertellen waarom mijn aangetekende zending nog niet was aangekomen. Enkele dagen later nog steeds geen bericht van bpost, maar van de school kreeg ik wel een telefoontje. Blijkbaar was mijn aangetekende brief een maand na datum besteld, maar de opleidingscheques waren er door dieven uitgehaald. Waarschijnlijk hadden zij dat aanzien voor maaltijdcheques. Veel eten zullen ze daar niet van kunnen kopen! Mijn leeg geroofde enveloppe met begeleidende brief had de school wel gekregen, maar een cursus kreeg ik daar natuurlijk niet voor in de plaats. De secretaresse was zo vriendelijk om mijn dossier en dat van de andere slachtoffers te bundelen en contact op te nemen met de VDAB om dit op te lossen. De volgende dag kreeg ik een brief van bpost in de bus, met de koele melding dat mijn aangetekende zending wel degelijk was besteld. Over het feit dat deze brief meer dan een maand onderweg was geweest én dat de inhoud eruit was gepikt werd met geen woord gerept. Blijkbaar vindt men deze details totaal onbelangrijk bij bpost en is een aangetekend schrijven dat een maand later wordt besteld de normaalste zaak van de wereld. Om een lang verhaal kort te maken, die cursus heb ik uiteindelijk gekregen dankzij de inspanningen van de school. En bpost? Nooit meer iets van gehoord! Vroeger had ik daar zeker een zaak van gemaakt maar nu heb ik enkel schouderophalend dit stukje geschreven. Raar toch dat men een overheidsbedrijf met zoveel ophef een modern imago tracht te geven, maar dat het in werkelijkheid gewoon, dezelfde oude krokodil blijft!
Hoewel oktober toch bijna halfweg is, was het vandaag weer ongelofelijk terrasjes weer. En vermits wij in België wonen en deze zomer werden getrakteerd op een matig miezerig Belgisch weertje, dat volgens onze weermannen- en vrouwen niet uitzonderlijk slecht was, moet je daar volgens mij van profiteren. Nu heb ik makkelijk praten want ik kan alles laten vallen en gezellig genieten van het mooie weer. Dat is niet voor iedereen weggelegd natuurlijk. De meesten onder jullie hebben je werk en de dagelijkse beslommeringen, maar toch. Even buiten lunchen kan bijvoorbeeld best of met je raampje open rijden roept ook al een beetje zomergevoel op. Of beter nog, je boodschappen met de fiets doen in plaats van met de auto. Nog goed voor het milieu ook! Nu ga ik jullie misschien jaloers maken maar ik wil het toch even kwijt. Ik heb voor het volle honderd procent van deze mooie dag kunnen genieten. Op een terrasje, uit de wind, met mijn jas en sjaal aan en een zonnebril op mijn neus. Zalig gewoon! En dit weekend wordt ook vrij mooi heb ik mij laten wijsmaken. Iedereen naar buiten dus en genieten!
Toen mijn dochter net zes geworden was zijn wij voor drie jaar naar Texas verhuisd. Mijn kinderen hebben dus allebei eerst Engels leren lezen en schrijven om daarna in het Nederlands aan de slag te gaan. Nu weet ik dat men in België trots is op ons schoolsysteem en dat wij wereldwijd bij de koplopers horen, maar in Amerika wordt de nadruk dan weer op andere belangrijke dingen gelegd. Assertiviteit op een beleefde en respectvolle manier bijvoorbeeld, of zelfstandig beslissingen nemen. Initiatief tonen en verantwoordelijkheidsgevoel worden ook hoog in het vaandel gedragen. Zaken die in ons prestatiegericht onderwijs toch minder aan bod komen.
Zo hebben zij bijvoorbeeld een geweldig systeem ontwikkeld om kinderen te motiveren om te lezen. De leerlingen worden aangemoedigd om in de uitgebreide schoolbibliotheek boeken te ontlenen en te lezen. Als zij hun boek uit hebben kunnen ze op eigen initiatief en op vrijwillige basis een klein testje laten afnemen op de computer in de schoolbibliotheek. Met die testjes kunnen de kinderen punten verdienen, punten die écht iets waard zijn. Twee keer per jaar komt de Schoolastic Bookfare op bezoek, een soort boekenbeurs op reis, waar de studenten hun gespaarde punten kunnen inruilen voor een boek natuurlijk!
Toen mijn dochter voor het eerst met haar verdiende punten een boek ging kopen op die beurs, koos zij zonder aarzelen voor de allereerste Harry Potter. Ik was het niet meteen eens met die keuze, want het was toch een stevig boek voor een beginnend lezer, zeker in het Engels. Maar mijn dochter had toen, en nu gelukkig nog steeds trouwens, haar eigen willetje en zij liet zich niet door mijn argumenten van de wijs brengen. Je kan dus gerust stellen dat zij een Potter fan van het eerste uur is en sinds die dag hebben wij steeds trouw de boeken gekocht en de films gezien. Ondertussen heeft zij mij ook aangestoken en samen hebben we veel plezier beleefd aan de avonturen van de tovenaarsleerling.
Daarom gingen we een beetje met gemengde gevoelens naar de laatste film kijken. In spanning natuurlijk, want we vroegen ons af hoe ze al die details uit de aanzienlijke turf die het laatste boek geworden is op het scherm zouden projecteren. Maar ook met een beetje droefheid, want mijn dochter die min of meer met Harry opgegroeid is, sloot hiermee toch een klein hoofdstuk af in haar leven.
Hoewel mijn twee katten broertjes zijn en uiterlijk heel erg op elkaar lijken, zijn ze qua karakter bijna elkaars tegenpolen. Hippie is een echte kat. Koel afstandelijk en eenkennig want het is duidelijk dat enkel mijn dochter zijn baasje is. Hij zal wel naar je toekomen maar alleen op zijn voorwaarden en als het hem past. Beast is helemaal anders. Beast lijkt soms wel een hond onder de katten.
Als je thuiskomt, staat hij al klaar aan de deur om je te begroeten. Niet zoals een echte hond natuurlijk door naar je op te springen of te kwispelstaarten. Beast komt je al spinnend tegemoet. Met bibberend staartje wrijft hij zijn mooie zwarte lijf tegen je benen om daarna, hondsgewijs, lekker languit te gaan liggen om op zijn buik gestreeld te worden.
Als we aan tafel gaan staat Beast klaar om zoals die andere viervoeter te bedelen. Beast lust dan ook alles en hij is vooral verzot op kaas, chips en brood. Een hond die schooit is best vervelend maar bij een kat is dat gedrag gewoonweg irritant omdat hij vlotjes op tafel kan springen om heel opdringerig zijn bedoelingen kenbaar te maken. Als ik in de keuken sta moet ik dan ook regelmatig van Beast gered worden omdat hij zijn neus in onze lekkere hapjes wil steken wat wij dan weer niet zo hygiënisch vinden.
Een balletje apporteren doet Beast nog net niet, maar er achteraan lopen vindt hij een geweldig spelletje. En zoals een jonge pup zoekt ook Beast altijd iets om mee te spelen. Mijn dochter had onlangs het lumineus idee om hem een oorstokje te geven om mee aan de slag te gaan en het was best grappig om hem daarmee bezig te zien. Nu heeft hij zon obsessie voor oorstokjes ontwikkeld dat hij het vuilbakje uit de badkamer telkens weer omgooit op zoek naar zijn nieuwste speeltje. Als we dan thuiskomen, vinden we een spoor van gebruikte oorstokjes door het appartement en ik moet zeggen dat dat mij niet zo blij maakt. Hoewel het hele gegeven ook bewondering opwekt, want het is toch best slim dat die kat weet waar hij zijn gegeerd speeltje van het moment moet vinden.
Toen we onlangs een bungalow hadden gehuurd hebben we de katten meegenomen. Om hen toch de mogelijkheid te geven ook eens buiten te komen hadden wij het geweldig idee om een katten leiband te kopen, zodat we hondsgewijs met hen konden wandelen. Hippie vond dit fantastisch en ging rustig mee, snuffelend aan elk plantje en takje dat hij tegenkwam. Beast daarentegen vond het hond zijn wel welletjes en toen wij hem eenmaal aan de leiband buiten hadden ging hij compleet uit zijn dak. Hij zette het heel verschrikt op een lopen en kon niet snel genoeg weer binnen zijn, alsof hij wou zeggen dat we nu ook weer niet moeten overdrijven, met dat hondengedoe!
September vind ik best een aangename maand in ons kalenderjaar. De kinderen zijn terug naar school, de meeste mensen opnieuw aan het werk en de dagelijkse sleur komt om het hoekje kijken maar je bent dat nog niet beu, zoals het verder in het jaar al eens het geval durft te zijn. In september verwelkom je die sleur en regelmaat nog als een oude vriend en ben je er blij om. Tenminste dat is bij mij toch het geval. Bovendien hebben we meestal nog wel mooie nazomerdagen in september waar we in onze vrije tijd met volle teugen van kunnen genieten. En september is ook een feestmaand. Niet zo feestelijk als grote broer december natuurlijk daar kan september niet aan tippen, maar toch. De braderijen, de bevrijdingsfeesten, de stoeten en beurzen, de evenementen in parken en op pleintjes . September roept bij mij een aangenaam jeugdsentiment op toen de jaarbeurs in het park voorafgegaan door de obligatoire reuzenstoet nog een van de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar waren. Iets waar je als kind naar uitkeek. En ook nu kan ik nog altijd genieten van de braderijen, stoeten, kermissen, rommelmarkten en optredens die van september zon feestmaand maken. Met de bijbehorende drumbands en majorettes natuurlijk, die nog steeds jaren zeventig gewijs de stoeten opvrolijken met hun korte rokjes, witte laarsjes en hun haar in een dotje, verpakt in een wit netje. Als je die drumbands hoort, ziet en voelt passeren lijk je wel even in een tijdscapsule gestapt, zeker omdat ze nog steeds dezelfde wijsjes spelen als weleer. Ook de geuren dragen bij tot dit jeugdsentiment want nog steeds vind je op braderijen en kermissen dezelfde frietjes, smoutebollen of wafels als toen. En dan vergeet ik het vuurwerk nog dat begin september overal losbarst en september als feestmaand extra kleur geeft. Ah, september een aangename feestmaand waar ik weer met volle teugen van ga genieten!
Iedereen doet al eens een domme uitspraak. In een verhitte discussie bijvoorbeeld of op een onbewaakt moment. Of het is je wellicht al eens overkomen dat je in een gekke bui een uitspraak deed waarvan je enkele tellen later al meteen spijt had en wenste dat je je tong kon afbijten. Zulke incidenten zijn heel menselijk en verstaanbaar. Maar als een organisatie in de media domme voorstellen gaat lanceren fronst heel Vlaanderen terecht de wenkbrauwen. Zo heeft Touring onlangs de hoofdvogel afgeschoten. Zij lanceerden een hele reeks voorstellen om het verkeer vlotter te doen verlopen en files sneller op te lossen. Eén daarvan was het idee om licht gewonden en overleden slachtoffers mee te takelen met het voertuig .
Ik kan nog begrijpen dat zon idee intern bij Touring wordt gelanceerd, maar was er dan niemand zo verstandig om daar bedenkingen bij te maken alvorens naar de media te hollen? Was er dan niemand die zei ; Wel collegas en hoe zien jullie dat praktisch gebeuren? Moet er een arts ter plaatse komen om te bepalen wie mee weggesleept mag worden met het wrak of gaan de techniekers van de sleepdienst een extra opleiding moeten volgen? En als er al een arts ter plaatse is, waarom dan het slachtoffer niet onmiddellijk meenemen en de nodige eerste zorgen toedienen waar die recht op heeft? En waar is dan de tijdswinst?
Blijkbaar was er niemand bij Touring die zich die vragen heeft gesteld. In tegendeel. Men vindt het bij Touring aanvaardbaar om overleden slachtoffers samen met het wrak te takelen. Ik vraag mij echt af hoe deze pechverhelper dat praktisch ziet gebeuren? Laat men het lichaam gewoon in de auto zitten en gaan wij dan allemaal even dimmen bij wijze van laatste groet als we zon wrak met dode passagier zien passeren? Of gaan ze een soort van zak meegeven aan de mensen van de takeldienst die dan over het slachtoffer wordt gelegd om hen aan het oog te onttrekken? En gaat men de slachtoffers dan afleveren bij de begrafenisondernemer of moet de overledene nog een extra laatste ritje naar de werkplaats maken om van daaruit overgebracht te worden naar mensen die hen wel met respect behandelen? Eerlijk gezegd, ik vind dit voorstel ronduit schokkend en mensonterend en bovenal bijzonder dom. Touring heeft zijn blunder gelukkig snel ingezien en de verantwoordelijke communicatie trachtte in het avondjournaal zijn verhaal bij te stellen om de storm van verontwaardiging te sussen. Heel dit voorstel laat bij mij vooral een wrang gevoel na. Slachtoffers hebben recht op eerste hulp en overledenen hebben het recht om met respect behandeld te worden en dat primeert volgens mij op het oponthoud in het verkeer. Gelukkig ben ik lid bij die andere pechverhelper, want mijn verontwaardiging is zo groot dat ik anders zou overwegen de overstap te maken.
Ik en computers. We zijn niet altijd de beste maatjes. Ik beschouw mezelf als een goede gebruiker, maar verder dan dat gaat mijn kennis ook niet. Hoewel. Sinds ik alleen ben, ben ik er toch al in geslaagd kleine probleempjes die ik vroeger aan mijn huisgenoten overliet zelf op te lossen. Dat verdient wel een opsteker, al zeg ik het zelf. Maar de reden waarom het zo stil was op deze blog? Wat ik ook deed, ik kon niet meer inloggen. En ja je krijgt wel hulp op de site onder de vorm van een opsomming van alle mogelijke problemen met de daarbij behorende oplossingen, die ik allemaal heb uitgeprobeerd. Zonder succes overigens. Ik moet zeggen, mijn geduld werd danig op de proef gesteld, want zon ding als een computer een auto of een wasmachine zijn in mijn ogen gebruiksvoorwerpen die dienen voor ons gemak en dus feilloos en liefst ook gebruiksvriendelijk moeten werken. Als zon toestel of applicatie dienst weigert, word ik heel nerveus. Zo ook met het inloggen op deze blog. Alles heb ik geprobeerd, weken, neen zelfs maanden na elkaar. Soms geduldig en nauwgezet, andere keren moest ik dringend stoom aflaten omdat mijn zoveelste poging weer mislukt was. Nu zult u denken, had zij dan haar paswoord vergeten? Of misschien de verkeerde gebruikersnaam ingetypt? Niets van dat alles. Ik weet dat het niet echt veilig is, maar voor mijn gebruiksgemak bedien ik mij meestal van een drietal paswoorden annex gebruikersnamen. Alleen de juiste combinatie niet vinden kan al eens voor problemen zorgen natuurlijk! En als je het e-mail adres intypt in plaats van de naam van je blog, kom je blijkbaar al helemaal niet verder. Dus was er eigenlijk helemaal geen probleem, alleen maar een vergetelheid die ik systematisch bleef herhalen naarmate ik mij drukker en drukker maakte in de wonderen der techniek. Maar nu ben ik er weer en kan ik opnieuw berichtjes posten. Hoera! Ik heb het gemist en ik hoop van u hetzelfde.
Hoewel ik als volwassene zelf twee honden heb gehad, ben ik eerder wantrouwig tegenover vreemde viervoeters. Je zal mij dus nooit op straat spontaan een hond zien strelen, en voor de grotere exemplaren maak ik zelfs graag een kleine omweg. Waarschijnlijk is dat wantrouwen tegenover vreemde honden terug te voeren naar enkele incidenten uit mijn jeugd. Ik herinner mij bijvoorbeeld de hond van de buren van mijn oma. Een prachtige grijze Deense dog, maar in mijn kinderogen een gigantisch kalf waar ik toen al systematisch met een grote boog omheen liep. Het toeval wil dat wij op een dag net op hetzelfde moment de hoek omgingen in tegenovergestelde richting. Dat beest dacht waarschijnlijk eens vriendelijk te zijn en ging bij wijze van begroeting met zijn twee poten op mijn schouders staan. Als kind kon ik dat gebaar totaal niet appreciëren en sindsdien ging ik met een nog grotere boog om dat prachtig dier heen. En dan het venijnig Pinkstertje van mijn oma! Die hing aan mijn lip omdat ik mijnheer tijdens zijn middagdutje in de auto had gestoord toen ik mijn springtouw ging zoeken. Enkele hechtingen later was het leed alweer geleden, maar als je goed kijkt zie je het litteken op mijn bovenlip nog altijd. Maar de ergste van alle viervoeters was de prachtige Dalmatiër van mijn vriendin. Hij luisterde naar de naam Tommy als ik het mij goed herinner, hoewel hij meestal gewoon niet luisterde naar de commandos van zijn baasje en lekker zijn eigen ding deed. De ouders van mijn vriendin hadden een kapsalon en Tommy zat in het kamertje achter het salon, bij de tuin. Tommy moet het waarschijnlijk haarfijn hebben aangevoeld dat ik niet op mijn gemak was in zijn gezelschap, want telkens ik door die kamer moest passeren zat hij geduldig achter de openzwaaiende deur te wachten om dan indrukwekkend te blaffen en naar mij op te springen. Blijkbaar vond hij mijn reactie bijzonder amusant, want het werd op den duur zelfs een spelletje. Ik deed de deur voorzichtig open, Tommy zat netjes achter de deur te wachten om mij vervolgens lekker te doen schrikken. Tussen mij en Tommy is het nooit meer goed gekomen, maar mijn vriendin van toen, zie ik nog altijd even graag .