Mijn katten zijn dol op Kerst, zoveel is duidelijk ! Vooral het feit dat er een boom aan te pas komt vinden ze geweldig. Vorig jaar heb ik na drie dagen van katten uit de kerstboom plukken dat ding maar afgebroken en, tot grote ergernis van mijn dochter, een onooglijk klein exemplaar gezet, kwestie van 'de vrede op aarde' een beetje te bewaren. Dit jaar wou ik het toch opnieuw proberen, maar hé, een kat is een kat en waartoe dient een boom ? Juist ja, om in te klimmen ! Nochtans viel het nogal mee, de eerste dagen. We hielden hen dan ook nauwlettend in de gaten en iedere poging tot kerstboomklimmen werd in de kiem gesmoord. We waren er dus redelijk gerust in dat onze varkentjes de boodschap hadden begrepen, tot we die ochtend opstonden en het wel leek of er een kerstexplosie in de woonkamer had plaatsgevonden. De kerstboom was omgevallen en de vloer was bedekt onder een tapijt van glitters van de nieuwe onbreekbare kerstballen die we gelukkig net hadden aangeschaft. Blijkbaar zit de schrik er nu even in, want kerstboomklimmen is er voorlopig niet meer bij, maar ondanks verwoede poetspogingen blijven we overal sporen van glitters terugvinden. Het kerststalletje moet het echter nog steeds ontgelden. Wij hebben een exemplaar dat nog door mijn dochter in de kleuterklas in elkaar is geknutseld en dat voor mij een emotionele waarde heeft. Jammer genoeg wordt het arme kindeken telkens ontvoerd door twee, geheel in het zwart geklede huurmoordenaars, die het op hem gemunt hebben. Nadat ze het onooglijk poppetje, dat eigenlijk bestaat uit een balletje op een tandenstoker en een lijfje van een propje katoen in zwachtels gewikkeld, hebben ontvoerd,vinden ze het geweldig om dat figuurtje helemaal 'uit te kleden'. Vooral Beast is een geduchte terrorist. Tot wij genoeg kregen van de jacht op het kindje Jezus en we de ganse familie maar een veilig onderduikadres in de kast, hebben bezorgd. Maar nog steeds is Beast niet weg te slaan van de kerstboom. Vermits wij al zijn pogingen tot entertainment ondermijnen heeft hij nu zijn zinnen gezet op een klein vierkant pakje, dat hij steeds vanonder de boom steelt en dan probeert uit te pakken. Ik zou hem niet kunnen missen, maar soms is hij toch echt een beetje vermoeiend !
Oké, ik beken; al sinds mijn puberteit heb ik een ongelofelijk zwak voor handtassen! Ik heb ze in alle kleuren, maten en stoffen. Voor elke gelegenheid heb ik er wel één, en wat ik ook aantrek, ik kan altijd een bijpassende handtas uit mijn doos toveren. En toch blijf ik er nog steeds nieuwe kopen. Hoewel ik telkens weer zweer dat dit het allerlaatste exemplaar is en dat ik nu pas een nieuwe zal aanschaffen als alle andere versleten zijn, wat waarschijnlijk wil zeggen dat ik de komende tien jaar voorzien ben, kan ik toch geen winkel voorbij lopen of ik moet eens bij de handtassen kijken. En meestal blijft het niet bij kijken alleen, want altijd weer vind ik wel een mooier of handiger exemplaar. Het vreemde is dat ik eigenlijk maar een paar handtassen werkelijk gebruik. Ik stel dan ook zeer hoge eisen aan mijn rommelzak. Hij mag niet te groot zijn, maar zeker ook niet te klein en hoewel ik weet dat het absoluut niet elegant oogt, draag ik mijn handtas het liefst gekruist als ik onderweg ben. Bovendien moet het ding voorzien zijn van voldoende vakjes die vlot openen en sluiten want als je telkens moet prutsen om iets te vinden is de lol er voor mij al snel af. Daarom heb ik dan ook in mijn doos een heleboel afgedankte exemplaren liggen die ik op het moment van aankoop prachtig vond, maar die uiteindelijk tijdens het gebruik helemààl niet zo handig bleken te zijn als ik had gedacht. Die exemplaren belanden dan onderaan en meestal haal ik ze er maar af en toe weer uit om dan opnieuw te besluiten dat het eigenlijk geen handig ding is en ze weer voor lange tijd op te bergen. Soms koop ik ook een handtas uit frustratie. De solden is bijvoorbeeld een bijzonder gevaarlijke periode. Als ik dan al eens alleen op koopjesjacht ga, krijg ik het na een tijdje soms geweldig op mijn heupen omdat mijn maat er bij dat prachtige bloesje weer net niet bijzat of omdat die elegante broek eenmaal aan helemààl niet zo elegant was als ze er op de kapstok uitzag en dan is een handtas natuurlijk snel gekocht. Dat ding hoef je niet te passen, en dan kan je tenminste zeggen dat je een koopje hebt gedaan. Meestal blijkt dat koopje achteraf geen al te beste koop en belandt dàt exemplaar na enkele dagen sowieso in de doos. Maar ik troost mij dan weer met de gedachte dat ik al menig maal een vriendin uit de nood heb kunnen helpen met een handtasje voor één dag, zodat ze dat niet hoefde aan te kopen om dan op weer op haar beurt een doos aan te leggen. Bovendien, zo erg ben ik dan ook weer niet. Ik heb een vriendin die twee koffers vol handtassen op zolder heeft staan. Dan valt het bij mij nog mee, met mijn ene doos!
Ik heb twee katten, of beter gezegd, de kinderen hadden elk een kat, maar vermits mijn zoon niet meer bij mij woont en geen interesse meer heeft voor Beast heb ik hem geadopteerd of hij mij, dat kan ook natuurlijk. Hippie was en blijft de kat van mijn dochter. Hij is een mooie een beetje hooghartige zwarte straatkat met symmetrische witte vlekken. Hij is een beetje koel en afstandelijk, maar kan ook heel lief zijn en eigenlijk is hij gewoon 'een vijg', want de dingen die mijn dochter met dat arme beest aanvangt hou je niet voor mogelijk. Zo vindt ze het bijvoorbeeld leuk om poppenkast met hem te spelen, hem aan te kleden of hem te laten dansen op muziek en alhoewel hij het duidelijk niet leuk vindt ondergaat hij zijn lot, zonder krabben of bijten en zit hij de rit gewoon uit. Zijn broer, Beast is uit ander hout gesneden en laat niet zomaar met zich sollen. Hij krabt of bijt ook nooit, maar als hij vindt dat mijn dochter te ver gaat begint hij vervaarlijk te grollen en is dat voor haar duidelijk de boodschap dat ze hem moet laten gaan. Beast is niet zo mooi als Hippie, maar dat compenseert hij ruimschoots door zijn opgeruimd karakter, zijn ondernemendheid en zijn zin voor avontuur. Beast is altijd bezig, vindt altijd wel iets wat hem boeit of dat hij nader moet bekijken. Dat kan een open kast zijn of een speldje dat op de grond is gevallen er is altijd wel iets wat zijn interesse heeft. Zoals mijn wekker bijvoorbeeld, die vindt hij bijzonder interessant. Ik heb zo'n lichtwekker die, voor het alarm aangaat de opgaande zon simuleert. Beast slaapt meestal bij mij en als hij dat licht ziet komt hij mij luid spinnend begroeten. Dan knuffelen we nog wat tot het alarm afgaat, een vrolijk fluitend vogeltje dat je zachtjes wakker maakt. Iedere keer als hij dat geluid hoort gaat die gekke kat compleet uit zijn dak en begint hij te zoeken en te jagen naar dat vogeltje, dat hij nooit kan vinden. Hij loopt toertjes in de slaapkamer, gaat aan het raam kijken en komt elke keer uit bij de bron van het geluid ; de wekkerradio. Vermits zijn ogen zijn oren bedriegen geeft hij het dan maar op en gaat meewarrig naar de keuken, wachten op ontbijt. Hippie toont geen enkele interesse voor dat nepvogeltje en komt pas uit bed als mijnheer weet dat het ontbijt geserveerd wordt. Toen we naar het appartement zijn verhuisd vond ik het een beetje jammer voor die beesten omdat ze niet meer naar buiten kunnen, maar ze hebben zich heel goed aangepast en ik zou hen niet meer kunnen missen. Zeker nu niet, nu ik ziek ben ; ze zijn mijn gezelschap, mijn afleiding en mijn bezigheid.
Jij staat met een stip op nummer twee van mn lijstje met vervelende doktersbezoeken zei ik ooit tegen mijn tandarts. Net na de gynecoloog ! Gelukkig heb ik een vriendschappelijke relatie met hem en kon hij er om lachen want het is natuurlijk niet erg verstandig om zoiets te zeggen, net als iemand met allerlei materiaal in je mond gaat zitten werken. Maar ik meen het, echt! Alhoewel ik ervan overtuigd ben dat tandartsen héél nuttig werk verrichten en ik plichtsbewust elke zes maand op controle ga, heb ik ook een geweldige hekel aan dat bezoek. Het begint al met die ellendige stoel die je in een onderdanige positie brengt. Op het eerste zicht lijkt het alsof je lekker ontspannen ligt, maar in werkelijkheid ben je volledig aan de willekeur van je tandarts overgeleverd en kan je geen kant meer uit. Daarna wordt een oogverblindend licht voor je geschoven en tot slot buigt je tandarts zich over je heen, terwijl hij met een haakje tussen je tanden peutert en goed- of afkeurend bromt, al naargelang. Bovendien propt hij met zn andere hand een mini-waterafzuigsysteem in je mond, zodat je niet gaat kwijlen, want dat zou pas genant zijn ! Ik weet niet hoe het bij u zit, maar van al die spullen in mn mond krijg ik het vreselijk benauwd. Misschien heb ik de een of andere afwijking, maar mijn mond moet vrij zijn om te ademen, te praten, te eten, te drinken te kussen en niets meer. Als er tijdens de behandeling ook nog zon cylindervormig watje bij moet panikeer ik al helemaal en ik kan u verzekeren dat het mij al meer dan eens is overkomen dat ik braakneiging kreeg. En dat is nog maar het begin! Je tanden worden vakkundig schoongemaakt, heet dat dan. Eerst peutert hij met een ijzeren super tandenstoker al het plak tussen je tanden uit. Dat doet geen pijn, maar alleen denken aan het schrapende geluid van dat instrument bezorgt mij kippenvel. Daarna volgt een kleine versie van de hogedrukreiniger, die met een oorverdovend piepend geluid alle plak wegspuit. En tot slot worden je tanden gepolijst, zodat ze opnieuw lekker glad aanvoelen. Als het even meezit, ben je er vanaf en kan je je na betaling snel uit de voeten maken, met de bedenking dat zes maanden toch wel héél erg lang is en de belofte aan jezelf dat je vanaf nu je tanden elke dag extra zult verzorgen. Heb je pech, dan ontdekt je tandarts een gaatje, of een oude vulling die is losgekomen en mag je nog eens terugkomen om die klus te klaren. Dan pas begint voor je tandarts het echte werk, en haalt hij het grote materiaal boven. De boor bijvoorbeeld ! Terwijl ik dit schrijf lopen de koude rillingen al over mn rug. Als je goed verdoofd bent door een vakkundig gezet prikje doet het helemaal geen pijn, maar dat geluid in je hoofd ; Om gek van te worden ! En dan die watjes waar ik het net over had, die in je mond gepropt worden om de vullingen te plaatsen. Je weet wel hoe ik me daar bij voel ! Waarom ik dit allemaal vertel, vraag je je misschien af ? Ik heb morgen alweer een afspraak, om kwart over tien. Denk je dan misschien even aan mij ?
Vermits ik mij niet zo goed voel, blijf ik vanavond lekker thuis, met een kaasplankje, een glaasjes wijn én de controle over de zapper. Dat leek mij beter dan om tien uur 's avonds heen en weer geslingerd worden tussen het verlangen naar mijn knusse bed of het fijne gezelschap waarin ik mij dan bevind. Volgend jaar groot feest!