Soms voel ik me gevangen, gevangen in een web. Een web van mijn verlangens, verlangens die ik heb.
Het zijn vaak verlangens, die blijven dreinen in mijn hoofd. Ze blijven alsmaar zitten, als een vlam die nooit dooft.
Meestal zijn het maar kleine dingen die ik verlang. Maar een van mijn grootste verlangens, maakt mij verdrietig en bang. Want ergens verlang ik naar jou.
Ik voel me gevangen, gevangen in een web. Mijn verlangens zijn de spin en ik de prooi.
Ik zit gevangen in een web. Een web van verlangens en ik denk alsmaar aan jou.
soms soms zie je iemand en dan weet je het gewoon dat is iemand waar je echt van gaat houden waar je hele dagen over kunt dromen waar je zoveel voor zou geven maar waar je ook zo bang voor kunt zijn bang, omdat hij weg kan gaan bang, omdat hij weg zal gaan
vanaf de eerste dag dat ik je zag zag ik hoe je was je was zo vrij zo lekker met je leventje bezig daar pas ik niet bij dat weet mijn verstand je wil vrij en ongebonden zijn
maar intussen heb je pijltjes verschoten en geloof me vrij, het was raak, recht in de roos ik ben me aan je gaan hechten ik ben als een sneeuwvlokje voor je gevallen en gesmolten ik kan de tijd niet meer terugdraaien en mijn verstand weegt niet op tegen mijn gevoel
ik wil bij je zijn ik wil je kussen, je voelen ik wil nog zovele dingen met je doen alleen weet ik niet of jij me daar de kans zal toe geven en dat, lieve schat, die gedachte doet pijn
Ik zit alleen aan de tafel en voor mij ligt een berg met scherven, de restanten van wat eens mijn hart was. Op de grond om me heen liggen allemaal lege lijmtubes, herinnerigen aan eerdere pogingen om de scherven aan elkaar te plakken.
Ik doe elke keer mijn best en ben heel voorzichtig maar ik krijg het niet meer in elkaar. Het zijn zoveel stukjes en ze lijken allemaal hetzelfde, een begin kan ik niet echt vinden. De lijmresten verraden eveneens de eerdere mislukte pogingen om de zaak te herstellen, maar het lukt eenvoudigweg niet. Misschien ben ik toch nog stukjes kwijt.
Maar waarom krijg ik het niet meer tot één geheel? Het is toch mijn hart en ik weet hoe het er origineel uit zag, voor ik het spontaan in jouw handen heb gelegd. Jij kan er niets aandoen dat je het onbewust liet vallen in duizend stukjes. Ik had je eerder moeten waarschuwen hoe broos en breekbaar het was.
Het vreemde is ook dat van de stukjes geen schittering meer uitgaat, geen glans, daar waar het in jouw handen straalde en licht gaf. Nu blijft elke reflectie uit en is het slechts een dof hoopje scherven, zefls zonder scherpe randen. Misschien kan ik de scherven maar beter weggooien en een nieuw hart kopen, één dat niet breekt en dat ik gewoon kan weggeven zonder dat ik het gevaar loop dat iemand het zomaar laat vallen...
Ik onthou mijn dromen nooit, maar ik weet dat ik droom over jou Misschien probeert iets me te vertellen dat ik mijn dromen vergeten moet Maar ik weet dat ik dat nooit kunnen zou Daarvoor voel ik na deze korte tijd veel te veel voor jou ...
In mijn hoofd spelen heel wat vragen een belangrijke rol. De één nog vreemder dan de ander. Maar vandaag bereikt het zijn tol.
Ik bleef heel de tijd ontkennen, dat ik nog verliefd kon zijn. Ik wilde niet weer gekwetst worden. Wilde niet weer voelen... die hartbrekende pijn.
Maar diep vanbinnen is het verlangen sterker dan ooit. Die manier waarop je me kuste en die aanraking van jou, hebben mijn hart ontdooid.
Ik ben weer verliefd! ... schreeuwt het door me heen. Ik wil niet weer gekwetst worden, komt daar als een donderklap overheen.
Dan is de tijd gekomen, dat jij zal moeten gaan. Ik weet dat het zal gebeuren, maar of ik nu wil of niet... Ik laat terstond een traan.
Je merkt het en troost me, dat voelt zalig en fijn. Toen je weg was, was het goede over. Toen je weg was, was er weer die pijn.
Ik ben verliefd op je, maar ben bang je te verliezen. Ik ben verliefd op je, maar ik zal moeten kiezen. Of mijn verstand op kan tegen dit gevoel. Of dat ik het hierbij laat en afzie van dit liefdesgevoel.
Maar nee, dat kan ik niet. Daarvoor zijn de gevoelens die ik voor je koester veel te sterk.
Je verscheen ineens uit het niets. Maar wordt het ook iets? Je geeft me een gevoel dat ik al heel lang niet meer had. Maar wat voor gevoel geef ik jou? Als ik je zie, dan kan ik echt alles aan. Maar wat zie jij? Als ik je stem hoor, voel ik me gelukkig. Maar wat hoor jij? Als ik in je ogen kijk, dan wil ik nooit meer wegkijken. Maar waar kijk jij naar? Ik zweef door de lucht als ik aan je denk. Maar zal jij me naar beneden halen? Ik mis je als ik je een paar dagen niet zie of spreek. Maar mis jij mij?
Ik zou graag sterren willen plukken en ik weet dat het me zal lukken Ik zou ze bewaren in mijn hart, speciaal voor jou apart Ze zouden mijn ogen doen stralen en het beste in mij naar boven halen Daarna zou ik ze aan jou schenken, zodat je altijd aan me zou denken Zolang deze sterren blijven schijnen, zal wat wij hebben nooit verdwijnen
Was er voor de liefde maar een handleiding Dan wist je wat er in die ander om ging Waarom houden van niet altijd eeuwig kan zijn Waarom het niet altijd vreugde is, maar soms ook pijn Je weet dan eindelijk waarom die welbepaalde keuze werd gemaakt Waarom jouw hart zo pijnlijk is geraakt Heb je er één dan weet je hoe je de liefde moet beleven Er ontbreekt alleen nog één ding... Deze handleiding moet nog worden geschreven!
Je zei dat ik geen toekomst met je heb. Ik werd onbewust door je gekwetst. Toch had je me niks beloofd. Maar ik heb er wel in geloofd. Dat doe ik trouwens nog altijd. En ik geniet van elk moment met jou.
Vechten met het verleden. Doe dat nou niet. Kijk liever naar het heden. Ik wil graag dat je mij ziet. Geef onze liefde een kans. Laat het nou rusten...
Ik heb het moeilijk om het je te zeggen, daarom hoop ik het op papier wel uit te kunnen leggen. Wat je gisteren niet hebt gezien of gevoeld, was een traan om jou bedoeld.
Ik geef meer om je dan ik had verwacht, echter op één ding heb ik me niet bedacht. Dat jij er niet klaar zou voor zijn en ik je misschien ongewilde dingen liet doen. Liefde kan je echter niet kopen, al heb je nog zoveel poen.
Ik heb nochtans mijn best gedaan om jouw hart te stelen. Het is zelfs zo ver gegaan dat ik mijn liefde met je wilde delen...
Mijn onzekerheid was niet onterecht... Er is geen toekomst voor ons samen weggelegd, hoe graag ik dat zelf ook zou willen...
Als ik een klein vlindertje zou zijn....
Als ik een klein vlindertje zou zijn zou ik meteen naar je toevliegen om je eventjes te zien Ik zou op je neusje gaan zitten als een kusje en in je oortje fluisteren hoe lief ik je vind
Maar ik ben helaas geen vlindertje al zou ik het heel graag willen zijn, want ik wil je zo graag vaker zien Ik denk aan je... want ik mis je echt heel erg!