HET STRAATMEISJE scriptum: fons dehouwer
Haar gouden uurwerk, een geschenk van een rijke verliefde klant, wijst negen uur aan. Het grootste deel van de ochtend besteedt ze aan haar make-up en haartooi. Eten doet ze s morgens nooit. Ze heeft haar zwartlederen rokje aan met daarop een knalrode blouse met witte franjes. Op haar hoofd draagt ze een bruin westernhoedje, een goede combinatie met haar fluwelen laarsjes met hoge hakken. In deze kleren, zo vindt Leny, heeft ze het meeste succes bij haar klanten. Gelukkig is het vrij warm vandaag. Ze hoeft geen jas of mantel aan te doen. Ze loopt, licht geamuseerd, door de Vanwezenbekestraat.
De Chinezen zijn nog volop bezig hun winkelrekken aan te vullen met exotische producten en verse groenten. Ze stopt voor een oosters reisagentschap en laat haar blikken glijden over de namen van verre bestemmingen. Zou ze dit jaar een grote reis maken? Of wordt het weer maar eens Blankenberge. Haar fantasie brengt haar naar een zonovergoten vakantieland met wuivende palmbomen en knappe donkere kerels. Het zal weer niks voor haar zijn want ze is eigenlijk nog nooit buiten Europa geweest.
Ze komt terug tot de werkelijkheid als aan de overkant van de straat een RTT werkman haar toefluit op een manier zoals alleen mannen dat doen naar mooie vrouwen. Leny is altijd vriendelijk tegen potentiële klanten en glimlacht uitdagend terug. Op t Koningspleintje speelt een groep migrantenkinderen met lege colablikjes. In de deur van een café waar meestal Afrikaners komen staat een jonge zwarte te flodderen met een blanke vrouw die kennelijk verliefd op hem is.
Leny stapt flink door. Ze is wat later dan gewoonlijk. Van ver ziet ze haar collega-vriendinnen Katja en Marinda staan. Ze hebben elk hun vaste plaats maar in de stille uren staan ze meestal samen te praten.
Ze neemt haar plaats in tegenover De President, een proper en vrij goedkoop rendez-vous huisje. Ze is er reeds dikwijls met klanten naar binnen geweest. Leny doet haar werk niet met tegenzin.
t Is een beroep zoals een ander, vindt ze. Akkoord, niet iedereen is er tegen opgewassen. Ge moet soms wat kunnen verdragen van de klanten. Maar wie slooft zich graag van de morgen tot de avond uit in een fabriek voor een habbekrats.
Vanachter de straathoek komt een wat oudere heer tevoorschijn.
Mijn eerste klant vandaag denkt Leny bijna hardop. De man draagt een zwart-lederen aktentas, waarschijnlijk een zakenman.
Heb je misschien een vuurtje voor mij? Vraagt Leny op een poeslieve verleidelijke manier. De man, overweldigd door zoveel vriendelijkheid, haalt zijn aansteker boven en steekt het vuur aan Lenys sigaret.
Dat ziet er een dure uit zeg fleemt Leny verder, Van goud zeker?
Ja, de aansteker is van goud.
Die past buitengewoon goed bij uw persoonlijkheid, mijnheer. Zegt Leny.
De man is duidelijk in zijn nopjes en laat zich in het verdere gesprek maar al te graag verleiden door de aantrekkelijke Leny.
Ze gaan De President binnen en staan in de luxueuze gang. Een wat gezette man opent in de zijmuur een schuifloketje.
Zeshonderd frank per uur, kamer nummer vier fluistert de man achter het loketje en geeft de sleutel aan Leny, zij weet de weg.
Eens op de kamer is alles routine voor haar. Uit de kleren, behalve wat sexy lingerie, die is voor seffens. De man kleed zich helemaal uit en wordt door Leny gewassen.
Hopelijk heeft U geen bezwaar tegen een condoompje? vraagt Leny. Nee, hij heeft geen bezwaar, gelukkig. Leny wil alleen maar safe sex met vreemden en dat geeft soms wel eens moeilijkheden. Alleen goede bekenden en vaste klanten durft ze wel eens zonder.
Zoals meestal bij de wat oudere mannen is ook deze man erg aardig en lief. Echt geen zware karwij vindt Leny. Zij geniet er zelfs een beetje van en vindt het spijtig als de man reeds na enkele minuten klaar is.
Zoals alle mannen wordt ook deze man daarna zenuwachtig en wil zo vlug mogelijk vertrekken. Een naspel is er niet meer bij en in een mum van tijd zit hij weer in zijn kleren.
Hoeveel is het ? vraagt de man.
Vijftienhonderd zegt Leny.
De man steekt tweeduizend frank in Lenys beha en doet teken dat ze de rest mag houden.
Tot ziens zegt de man en verdwijnt met een vluchtige kus.
Weer een tevreden klant denkt Leny.
Nadat ze zichzelf opnieuw wat heeft opgemaakt gaat Leny terug de straat op.
t Is een kalme dag vandaag. Ze mag blij zijn als ze vandaag een klant of drie kan strikken.
Al vlug staan Leny, Katja en Miranda te praten over allerlei vrouwelijke onderwerpen. Over het werk gaat het slechts heel sporadisch. De roddelblaadjes, kleding, de kinderen thuis en vooral geld en investeringen zijn zowat de geliefde onderwerpen. Alle drie vinden ze zichzelf zakenvrouwen. Hun geld staat op een spaarboekje maar vooral vinden ze dat je best goud kunt kopen. Dat blijft zijn waarde behouden. Bijna wekelijks stappen ze in de Pelikaanstraat binnen bij de Joden om gouden sierraden te kopen. Leny heeft zelfs een kluis gehuurd om al haar goud te bewaren. Ja dat goud is voor later als ze uit het vak stapt.
Dat gouden sierraden slechts een fractie van hun winkelwaarde hebben weten ze niet. Ooit staat hun dus nog een zware desillusie te wachten.
Half de namiddag stopt Leny met haar werk. Dan begint het echte leven. Een lekker etentje, winkelen en s avonds uitgaan met haar vaste vriend tot in de vroege uurtjes.
|