GLIMLACH VAN EEN VREEMDE MAN scriptum: Fons Dehouwer 1972
Ik heb zojuist een man ontmoet
Gewoon als alle anderen
Mistroostig en eenzaam
Liep hij op straat te wandelen.
Een dikke jas beschermde hem
Maar hij had koude handen
Een rare mode trof ik aan
Een man uit vreemde landen.
Zijn huid was donker zwart
Zijn hart leek mij erg koud
Zijn hoofd licht neergebogen
En toch was hij niet oud.
Toen hij zo bijna bij me was
Bleef hij onzeker staan
En twijfelde of hij kijken zou
Naar mij of t uitstalraam
Plots kruisten zich onze ogen
Bekeken elkaar een ogenblik
Waarop we beiden kozen
Voor een vriendelijk gezicht
Toen voelde ik een sterk verlangen
Een hunkering naar vriendschap
Wij schonken aan elkaar tezamen
Een innige warme glimlach.
|