Opinies, vertelsels en andere onzin van een sceptische zwamneus
07-07-2011
Waar is dat feestje
Den Vlaamschen Nationaelen feeschtdag nadert alweder met zevenmijlslaarzen. Niet dat ik daar nu specifiek en in uitgebreide slagorde van wakker lig, wel integendeel,maar toch is er iets dat mijn armtierige verstandelijke vermogens kietelt. Als er dan toch tot in den treure weer eens een keer een feestdag dient opgedist, welk excuus delft men daartoe dan op ? Welke datum knobbelt men daartoe dan uit, om niet intens in te boeten aan wat er nog aan credibiliteit rest ? Waarmee zullen we de festiviteiten extra in de verf zetten ? Keuzes legio. De geboortedag van de grootste Belg, Damiaan De Veuster, bijvoorbeeld. Laat dat nu toevallig een Vlaming zijn en zon kerel, daar kun je in het buitenland mee uit pakken. Daar mag je mee gezien worden. Zelfs Brel komt wat mij betreft onvoorwaardelijk in aanmerking. Of Boon, of een andere Geus. Of Mercator : die heeft Vlaanderen en bij uitbreiding de rest van de wereld toch op de kaart gezet ? Of misschien en niet geheel onlogisch ware de stichtingsdatum van het Vlaams Gewest gekozen. Of zelfs 21 juli, want hoe had Vlaanderen kunnen bestaan zonder België ? Eventueel is de datum waarop de belastingsaangifte binnen moet te prefereren, gezien het creatief interpreteren van voornoemde aangifte toch een nationale sport is. Ik zie überhaupt ook geen graten in 1 juli, want wat is er Vlaamser dan de vakantie ? Beter nog : 23 april, naar verluid de dag van het bier. Need I say more ?
Maar nee, ondanks deze grabbelton aan perfect verdedigbare feestelijkhedenalibis is het elf juli geworden. Omdat, naar men zegt, op die datum ooit eens een stel plompverloren boerenkinkels in een godvergeten gat wat topzware ridders met een uit de kluiten gewassen goedendag door het moeras heeft geknuppeld. Hoera, dat moet gevierd worden !
Laat ons nu even wel wezen : toen Conscience die veldslag anderhalve eeuw geleden ten berde bracht had geen hond er nog weet van. t Was tenslotte al meer dan vijfhonderd jaar geleden en een mens heeft wel anders aan zijn hoofd, nietwaar ? Hendrik heeft een onverwachts uitgedraaide knokpartij uit een ver verleden van tussen een stel oude koeien uit een of andere Kortrijkse sloot getrokken om zijn eigen schrijverscarrière wat extra swung te geven. Hoe zou u zelf zijn.
Edoch, 1302 is in hetzelfde bedje ziek als pakweg bij benadering ongeveer welgeteld exact elk ander historisch verhaal, mythe of andere hervertelling van een geschiedkundig gebeuren. Of wat dacht u. Men projecteert met overgave en oogkleppen het heden op een door de eeuwen heen gefabriceerd mythisch verleden en zucht vol Sehnsucht. Zoals men in een toekomstverhaal ook onvermijdelijk het heden in die Things to Come projecteert. Dat blijkt ook uit de schrijfsels van Ernest Claes. Die schreef, toen hij erachter kwam dat de Godevaart van Vierson, destijds heer van de lakenstad Zichem, ook naar Kortrijk was getrokken om mee te bakkeleien, dat hij de Fransen er wel duchtig van langs zou hebben gegeven. Beetje gënant als je bedenkt dat voornoemde Zichemnaar geen Vlaming maar een Brabander was. En dat Brabant gelieerd was aan de Franse koning. En dat hij er dus van langs kréég aan de zijde van het Franse ridderleger in plaats van vice versa. Hij is er voor eeuwig van in de Vlaamse modder blijven steken. Om maar te zeggen dat een Vlaming niet altijd een Vlaming is. Of zoiets.
t Is ingewikkeld. Dat is het altijd. Om kort te gaan : Vlaanderen was in die dagen een klein beetje anders dan vandaag. t Zal toch niet waar zijn ? Niet alleen omvatte het amper twee van de huidige vijf provincies, er zat ook een stukje Frankrijk in geborduurd. Niet verwonderlijk, want Vlaanderen wàs een stukje Frankrijk. Al eeuwen. Frankrijk dat trouwens na het verscheiden van Carolus Magnus maar een schijntje was van het land dat we heden elke zomer onder de voet lopen. En dat vond men best. Stond men niet bij stil. Grappig is ook dat de Graaf van Namen, de Walen weet u wel, de Vlamingen een handje toestak, vergezeld van een resem onder andere Poolse huurlingen. En Hollanders. En wat al niet. Want de Graaf van Namen was een zoon van die van Vlaanderen en onze pa, alias Gwij van Dampierre, kun je toch niet in de kou laten staan ? Enfin, het kan er ook mee maken hebben dat die van Namen Zeeland wilde innemen en daarvoor eerst Vlaanderen wilde heroveren. Het was me een zootje. Zelfs in Gent, binnen Vlaanderen dus, waren ze er niet helemaal uit of ze nu met Philips de Schone van Frankrijk moesten heulen of met de Vlamingen. Van een chaotisch systeem gesproken.
De wens van die middeleeuwse vechtersbazen was niet een onafhankelijk Vlaanderen. Ze zouden godbetert niet geweten hebben wat ze ermee moesten aanvangen. Het concept ging hun zelfgemaakte pet belforthoog te boven. Nee, die lui waren het als goede Belgen avant la lettre gewoon zat dat Filips de Schone de zoveelste belasting uit zijn mouw schudde. Hoewel Gwij er tussen twee haken zelf ook wat van kon. Die zijn zakken waren ook altijd leeg en dus was hij constant op zoek naar minder fortuinlijke zakken om in te graaien. Waar hebben we dat nog gehoord. Enfin, ze waren de taksen dus beu. En dus klopten ze erop. Dat deden ze wel meer in die tijd. Ook tussen Vlaamse steden onderling, wat zeg ik : zelfs binnen de steden zelf. De motivatie was onveranderlijk en bedroevend voorspelbaar de verdeling van geld en macht. Waar hebben we, zoals ik al zei, dat, en ik val in herhaling, nog gehoord.
De slachtpartij op de Groeningekouter was uiteindelijk maar om één reden opmerkelijk : Een ridderleger te paard werd vrolijk in de pan gehakt door een zootje ongeregeld te voet. Blij dat ik er niet bij was. Dit was slecht nieuws voor het militaire apparaat van de tijd,want het wees erop dat het geruiterde leger zijn beste tijd had gehad. Bedenk maar gauw iets anders of het loopt slecht af. En het liep daadwerkelijk slecht af. Want toen de closing credits over de Guldensporenslag liepen bleef er een bont allegaartje aan gewonden achter, om nog maar te zwijgen van de ridders die met hun vier maal vier vastzaten in dat vermaledijde moeras. En zich dus maar overgaven, want zo kon een mens niet fatsoenlijk andere mensen doodslaan. Zelfs toen al gold dat je overlevenden krijsgevangen nam. Er viel nog een flinke stuiver losgeld aan te verdienen. Zeker aan die ridders met hun adelijke achterban en door uitbuiting uitpuilende beurs. Maar de winnaars hadden daar geen oren naar. Ze gingen door op hun elan en, in wat je vandaag de dag alleen maar kunt omschrijven als een daad waarvoor je in een handomdraai voor een Haags tribunaal zit, huppelden de Vlamingen rond om van de au secourezen vakkundig de grijze massa te verpulveren. Slaat al dood, als het ware. Ook goedendag. En dus herhaal ik : hoera, dat moet gevierd worden !
Duidt u het mij niet ten kwade als ik dus de gekozen datum, zo er al een moest gekozen worden want waar houden ze zich toch mee bezig, nogal armzalig vind. Er is bitter weinig om trots op te zijn, er is geen enkele link met het Vlaanderen zoals we dat anno 2011 kennen en ik zou met de slagers en wevers van weleer niet op de foto willen staan.