Geef judoka waardigheid terugÂ’
Artikel gevonden op het web inzake het coachen:
UTRECHT - 's Wereld overkoepelende judofederatie IJF besloot recentelijk dat coaches voortaan niet meer naast de mat mogen zitten om hun pupil bij te staan. Anton Geesink, voormalig olympisch kampioen in de discipline, is het van harte met de maatregel eens. "Het wordt tijd dat we de sporters hun waardigheid teruggeven."
De IJF spreekt ondermeer van een educatieve maatregel. Geesink: “Ik zie dat ook zo. Het is niet goed dat jonge mensen steeds maar naar de kant moeten kijken of ze het wel goed doen. Geef ze de kans zelf een beslissing te nemen. Dat hoort bij hun ontwikkeling. Biedt de jongens en meisjes de gelegenheid een paar minuten op zichzelf te vertrouwen.”
De coaches zijn in rep en roer. Geesink: “Zij gaan er van uit dat judo zo moeilijk is dat ze bij voorkeur op de rug van de atleet moeten zitten om alles in goede banen te leiden. Dat is onzin. We praten over een heel simpel spelletje. Laten we maar eens kijken hoe dit nu in de praktijk uitpakt. Ik vind wel dat we het over een tijdje goed moeten evalueren.”
Misgedragen Als tweede reden gaf de IJF op dat de coaches zich bij de Olympisch Spelen in Peking de afgelopen zomer tijdens de partijen zouden hebben misdragen. Als IOC-lid was Geesink daarbij. “Ik heb dat niet zo gezien. Laten we niet vergeten dat ook coaches mensen zijn, die zich zeer nauw bij een atleet betrokken voelen. Ze hebben het recht een keer uit de band te springen.”
Geesink, onbezoldigd adviseur van de nationale- en internationale federaties, is niet verrast door de ingreep van de IJF. “Na het WK in 2003 in Osaka heb ik alle instanties een brief geschreven met aanbevelingen. Daarin stond ook de suggestie coaches niet langer naast de mat te dulden. Daarna heb ik er nooit meer iets over gehoord.”
Invloed Tot vorige week dan. Geesink: “Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee of dit van invloed is geweest. Het zou kunnen. Ooit heb ik voorgesteld om judoka’s tijdens de partij in verschillende kleuren pakken (wit en blauw) te laten uitkomen en het heeft dertig jaar geduurd voor dat idee is uitgevoerd.”
Moet er nog meer veranderen? Geesink: “Ik heb ook al vaker gezegd dat bij de zwaargewichten die mastodonten van de mat moeten. Mensen die veertig kilo boven hun ideale gewicht zitten horen niet thuis in de topsport. Of ik daarmee dicrimineer? Laat ik het zo zeggen: Na alles wat ik in de loop der jaren voor de atleet gedaan heb, hoef ik me niet meer te verdedigen. Maar het gaat natuurlijk om de structuur van het lichaam.”
Meer trainen Men kan moeilijk van deze categorie vragen nog meer te trainen. Geesink: “Dat is ook helemaal niet nodig. Als het in de sport niet goed gaat begint iedereen over harder trainen. Ik heb het liever over beter trainen. Het mag best een uurtje minder, maar gebruik de tijd die je hebt goed. Dat is begeleiding. De verhalen over overbelasting in de sport zijn genoegzaam bekend, lijkt me zo. Verder is het ook een kwestie van begeleiding.”
Zelf was hij toch ook niet de lichtste? Geesink, voormalig zwaargewicht: “Toch wel. Kijk de boeken er maar op na. En de plaatjes van dat lichaam! Tijdens mijn actieve loopbaan ben ik nooit boven de 100 kilo geweest.”
|