Gisteren avond was het nog heel laat warm maar we hebben toch goed kunnen slapen.  Deze morgen wakker geworden van het gerammel van bakken leeggoed en biertonnetjes die van de rondvaartboot die hier lag afgezet werden.  Even later kwam er een biersteker de boot bevoorraden.  We vertrokken te 08:50 uur toen er ook een opduwer uit de sluis kwam en het jacht de KZ171 (NL) uit de richting Wolfsburg kwam.  Beiden gingen ook in de richting van de Elbebrug, maar de opduwer draaide er net voor terug om enkele duwbakken die daar aangemeerd lagen op te halen.

Zonsondergang.  Net over de Elbe Trogbrücke.  Boven en onder in sluis Hohenwarthe.

Het andere jacht ging voor ons op naar de Doppelschleuze Hohenwarthe.  Hier lag al een ander jacht te wachten en wij moesten er ons bij leggen om te wachten op een schutting.  Na een kwartier mochten we dan met z’n drieën de sluis in. Hier zijn drijvende bolders en met een hoogteverschil van 14 meter mag dat wel.  De schutting duurde wel 45 minuten.  Het is weer zo een sluis waar het water in drie opvangbakken van verschillende nivieau’s opgevangen wordt om water te sparen. Rond de middag kwamen we dan aan de volgende sluis, Güsen, en moesten wij weer 45 minuten wachten.  Er kwam eerst nog beroepsvaart naar boven en dan moesten we nog tot 13:00 uur wachten op beroepsvaart eer wij er in mochten. Het is al een hele tijd geleden dat we nog eens hebben moeten wachten voor een sluis, we zijn het niet meer gewoon. Nadien gingen we nog verder tot aan km 349 ter hoogte van Parey waar we aan de kade aanlegden.

Sluisgebouw onderzijde sluis.  Watertoren van Burg.

De fietstocht hebben we uitgesteld tot 16:30 uur omdat het zo heet was.  Ondertussen waterspelen gehouden.  De fietstocht ging van Parey via Güsen, Ihleburg en Parchau terug naar Burg. (24 km) We konden niet langs het kanaal gezien het jaagpad hier op sommige plaatsen niet berijdbaar is met een gewone fiets.  Het was ook te heet om langs daar te rijden aangezien er op dat stuk dat we vandaag gevaren hebben geen bomen langs het jaagpad staan.  Aanvankelijk wilden we de auto een stuk verder gaan zetten maar we vonden het te heet en in de verte zagen we onweerswolken naderen.