De waterpistooltjes die in de roos schieten en die niemand deren, schieten in de roos, maar de kanonnen die in de roos schieten, schieten zogezegd een heel andere kant op. Want de duivel maakt de artillerie wijs dat ze helemaal niet meer in de roos schieten, zeggende: "God vraagt u een bepaalde keuze te maken, en eenmaal je die keuze gemaakt hebt, kan je niet meer terug. En dan zegt God: "Je hebt de verkeerde keuze gemaakt. "" En de artillerie is er mee weg: "O we schieten helemaal de verkeerde kant op. " Met als gevolg dat ze ook EFFECTIEF de verkeerde kant op gaan schieten. Want ze veranderen van schouder en kiezen een ander doel, terwijl ze het doelwit nu net recht in het vizier hadden.
Ik lig al jaren met de duivel in de clinch, en dan denken ze dat ik daarvoor te benijden ben! Ik ben daarvoor niet te benijden hè. Dat denken is een wanhoopsdaad begaan. Omdat ze het conflict met de duivel niet aankunnen, vermijden ze het conflict, en worden ze zijn kompaan. En je kan geen twee heren tegelijk dienen hè. Als ze de juiste keuze zouden maken, dan zou dat deuren openen naar een ernstigere samenwerking, en de zaak vergemakkelijken voor wie na hen komt. En wie na hen komt, dat zouden zij zelf kunnen zijn. In tussentijd blijft de ernst plaats maken voor meer onbegrip en onredelijkheid. Neem nu de keuze die ik gemaakt heb, of de weg die ik gekozen heb. Dat vinden de mensen er het ergste aan: niet waar ik geraakt ben, maar hoe ik er geraakt ben. Dat ik de rechtvaardige weg ontleend heb, les sentiers de la justice, en niet langs de illegale douane gepasseerd ben, dát vinden ze het ergste. De parel, dat is het eeuwige leven, en aan die weg blijven timmeren stelt voor veel mensen problemen.
Van de mensen die geloven in het ware evangelie, verlangt de duivel dat ze afdwalen naar een nabijgelegen tussenstadium. Het is nog niet in zijn klauwen vallen, maar het is ook niet meer het ware geloof in het ware evangelie zoals ze in haar oorspronkelijke staat is. Op die manier kan de duivel zijn greep op hen versterken, op zo'n manier dat ze niets vermoeden. Hij probeert ze een merkteken op te kleven, zodat hij ze kan stigmatiseren, in een hokje onderbrengen dus, zodat dat merkteken hen bij hun oorspronkelijke geloof langzaam maar zeker weglokt. Ik zal u een voorbeeld geven: Neem een openstaande vacature voor een belangrijke leidinggevende functie. Wie die betrekking aanvaardt is zijn vrijheid, en zijn onafhankelijke positie, ogenblikkelijk kwijt. Want hij gaat verbintenissen aan met andere mensen, en die andere mensen hebben allemaal hun prijs. Als ze hun nieuwe "baas" niet in een hokje onderbrengen, betreft het een geïsoleerd geval, want zulke ontgoochelende fake-leidinggevende functies zijn er te over! Maar voor zij die de functie niet aanvaarden, ja, zij die een standvastig en onomkoopbaar geloof hebben, begint het kat-en-muisspelletje met Satan weer van voor af aan.
De profeten die het woord van God verkondigd hebben, zijn mijn meesters. Er zijn ook andere meesters geweest in mijn leven, en die "andere" mag je letterlijk nemen. Ze vinden het jammer dat ik op intellectueel gebied niet meer zo zwak sta als vroeger. Ze kunnen het niet verdragen. Dus ze vinden dat mijn intelligentie uit het niets komt, omdat hen dat het beste uitkomt. Als mijn intelligentie uit het niets zou komen, dan zou dat komen omdat de intelligentie van al mijn meesters uit het niets zou komen. Voor sommige van hen klopt dat ook, namelijk voor zij die de verkeerde tradities van onze voorouders niet van zich kunnen afschudden. Maar om bij het begin van de alinea in te pikken: mijn meesters zijn de profeten die het woord van God vertolkt hebben, en zoals het woord van God al doet vermoeden: hun intelligentie komt niet uit het niets, maar komt van God. De school in deze maatschappij, daar worden diploma's uitgereikt naarmate de faveurs en schouderklopjes uitgedeeld worden. Op zo'n school ben ik natuurlijk een mislukte idioot. Bij overmaat van ramp breek ik die school compleet af; het mag geen wonder heten dat ik in de ogen van die mensen een ramp ben. De stem van het volk is eensluidend: tegen de tradities van de voorouders kan je niet winnen. De stem van de ramp is ook eensluidend: dat zullen we nog wel eens zien!
Jullie komen allemaal ergens vandaan, en jullie ZOUDEN er allemaal iets uit MOETEN geleerd hebben. Daar zijn jullie immers bevoorrechte personen voor: jullie weten hoe het daar was, jullie WAREN er immers. En als je om rechtsgeldige redenen ergens geraakt bent, op een betere plaats, dan weet je ook dat die ervaring kan aangewend worden om andere mensen te helpen. Je was ooit, ergens, op een bepaald ogenblik in een impasse, en je bent eruit geraakt. Als dat het geval is, GEBRUIK de ervaring die je daar opgedaan hebt dan ten bate van de anderen die in hetzelfde schuitje zitten als jij, toen; maar nee, de mensen schuiven hun rijkere kant naar voor, en de lessen die ze daar toen gekregen hebben, ja zelfs openbaringen, schuiven ze naar achter. Dát is níet vanzelfsprekend!! Je hebt rijker, en je hebt armer. En alleen al op uzelf: zelf heb je ook een rijkere, en een armere kant. Er is duisternis, en er is licht, en daartussen heb je oneindig veel kleurschakeringen, en elke kleurschakering verleent zich perfect voor misbruiken. En de rijkere kant moet ook altijd verantwoording afleggen tegen de armere kant. In deze optiek wel, en dit is de correcte optiek. Gebruik wat je van God gekregen hebt, in plaats van het te misbruiken. Doe met uw talenten iets voor de anderen, in plaats van ze verloren te laten gaan.
|