Vindt u dat de Sociale zekerheid moet opgesplitst worden tussen Vlaanderen en Wallonië
{TITEL_VRIJE_ZONE}
ABVV - METAAL
Het ABVV-team bij Van de Wiele / Ferromatrix wenst alle bezoekers van harte welkom !
01-09-2007
Xavier Verboven over de gevolgen van de staats hervorming
Een schitterend intervieuw met oud-voorzitter van het ABVV Xavier Verboven over de gevolgen van de staatshervorming.
BRUSSEL -- Op het paleis passeert een stoet oude wijze politici die de koning moeten helpen de knoop van de regeringsformatie en de staatshervorming te ontwarren. Maar wat houdt die staatshervorming in en wat zullen de gevolgen zijn? Wij vroegen het aan een veteraan van het sociaal overleg: oud-voorzitter van het ABVV Xavier Verboven.
Wij gaan niet aan de federale solidariteit raken, bezweren de Vlaamse partijen. Wat moeten we verstaan onder federale solidariteit? Federale solidariteit is een rekbaar begrip dat wellicht anders wordt ingevuld door mezelf dan door de Vlaamse onderhandelaars. Voor mij betekent het dat er absoluut niet geraakt mag worden aan het federale karakter van de sociale zekerheid, het arbeidsrecht en de collectieve onderhandelingen. Ik heb er geen probleem mee dat er gestreefd wordt naar een beter en transparanter beleid. Maar wanneer het de bedoeling is om de federale solidariteit onderuit te halen of de federale overheid te verzwakken is er wel een probleem.
Wat u federale solidariteit noemt, noemen anderen transfers.
Dat is een ander debat. Binnen de sociale zekerheid gebeuren er transfers tussen het noorden en het zuiden van het land zoals in elke federale staatsstruktuur. Dat debat wordt ook vaak verkeerd voorgesteld in de publieke opinie. Als je de uitgavenkant bekijkt, zijn er weinig of geen transfers. De Walen consumeren niet meer of minder dan de Vlamingen. Inzake gezondheidszorg consumeren Vlamingen en Walen precies evenveel. Inzake kinderbijslag consumeren de Walen wat meer omdat ze meer werklozen hebben en werklozen hebben verhoogde kinderbijslag, maar langs de andere kant hebben de Vlamingen dan weer heel wat aanvullende voordelen in de pensioenwetgeving omdat de vergrijzing hier harder toeneemt dan in het zuiden van het land.
Aan de inkomenskant is er wel een verschil. De transfers van het noorden naar het zuiden bedragen ongeveer 4,5 procent van het bruto nationaal product. Die zijn gemakkelijk te verklaren. In Vlaanderen is de economische groei groter en de werkgelegenheidsgraad hoger. Het gemiddeld inkomen van de Vlaming ligt hoger dan dat van de Waal en automatisch heeft de sociale zekerheid daardoor ook meer inkomsten. Maar dat is nu eenmaal de basis van onze sociale zekerheid. Dat is niet alleen een verzekeringsprincipe, maar ook een solidariteitsprincipes. De transfer is een uiting van het solidariteitsprincipe. Je mag die transfers ook niet overdrijven. In veel federale staten liggen die nog veel hoger. De transfer tussen Zuid-West-Engeland en Noord-Engeland bedragen acht procent. De transfers tussen Catalonië en Zuid-Spanje liggen nog hoger.
Dus volgens u horen transfers nu eenmaal bij de sociale zekerheid. Tussen arm en rijk, werkenden en niet werkenden en dus ook tussen rijke en minder rijke landsgedeelten?
In het verleden was het juist het omgekeerd, hé. Wallonnië had een
sterk industrieel weefsel en Vlaanderen was arm. Het waren de Walen die
toen hebben bijgedragen tot de financiering van een sterke sociale
zekerheid. Vlaanderen is daarna de economisch sterkere regio geworden maar met de grotere vergrijzing die Vlaanderen in de nabije toekomst zal treffen, zal Wallonie op zijn beurt weer meer solidariteit met onze regio moeten betuigen. In Vlaanderen zullen er meer oudere personen zijn die geld opslorpen uit het pensioenstelsel en er zullen minder actieven zijn die bijdragen.
Welke beslissingen kunnen die federale solidariteit in gevaar brengen?Opsplitsen, hé. Er waren reeds aanzetten in de nota van de formateur. Leterme stelde voor om de sociale zekerheid op te splitsen in twee pijlers: de vervangingsinkomens die verder gefinancierd zouden worden door de sociale zekerheidsbijdragen en de overheid langs de ene kant en langs de andere kant de kinderbijslagen en de gezondsheidszorg die voortaan gefinancierd zouden worden via de fiscaliteit en dus niet langer via sociale zekerheidsbijdragen. Dat heet fiscaliseren. Dat betekent dat je de gezondheidszorg en de kinderbijslagen uit de sociale zekerheid trekt. Na de fiscalisering volgt bijna onvermijdelijk de communautarisering. De gemeenschappen moeten dan op zoek naar inkomsten voor de kinderbijslagen en de gezondheidszorg. Dat gaat over enorme bedragen. Niet elke gemeenschap zal daarvoor de nodige middelen vinden. Dan krijg je onmiddellijk de roep om verdere stappen naar privatisering. Dan ben je weg natuurlijk.
De splitsing van de kinderbijslag was één van de Vlaamse eisen.
De splitsing van de gezondheidszorg ligt nu inderdaad niet op tafel, maar op termijn zal ook die sector volgen. Dat is duidelijk.
Maar dus zelfs de splitsing van de kinderbijslag is nadelig voor de
solidariteit?Dat is zoals een trui die uitrafelt. Je begint te prutsen aan een klein draadje en op de duur blijft er niks meer van over. De kinderbijslagen horen in de sociale zekerheid tot de aanvullende inkomsten. Ook de uitgaven in de gezondheidszorg zijn aanvullende inkomsten. Werkloosheidsuitkering en pensioenen zijn vervangingsinkomens. Die vervangen een normaal inkomen. Maar als kinderbijslag gefederaliseerd wordt, zal onvermijdelijk de vraag rijzen waarom niet alle aanvullende inkomsten gesplitst worden. Dus ook de gezondheidszorg.
Op de onderhandelingstafel lag ook een gedeeltelijke regionalisering van de persoons- en vennootschapsbelasting? Is dat om inkomsten te creëren voor de betaling van de kinderbijslagen?Dat heeft een heel andere filosofie. In staatsterminologie noemt men dat de fiscale autonomie. Men wil Vlaanderen economisch meer zuurstof geven door bijvoorbeeld een verhoogde aftrek op de vennootschapsbelasting. Dat is een totaal verkeerde redenering. Landen als Zweden of Denemarken hebben een sterke economische groei én een goed ontwikkeld belastingsstelsel. Wij hebben geld, zegt Vlaanderen, en wij zullen de federale overheid wel vergoeden voor het verlies aan inkomsten door de lagere vennootschapsbelasting in Vlaanderen. Zo organiseer je de fiscale concurrentie. Als Vlaanderen een lagere vennootschapsbelasting heeft, stimuleer je de delocalisering van bedrijven in Wallonnië en Brussel naar Vlaanderen. Ik moet er geen tekening bij maken wat er gaat gebeuren in de streek van Kortrijk en Moeskroen.
Dat net op een moment dat we op Europees niveau streven naar een harmonisering van de vennootschapsbelasting! Het Europees Vakverbond wil een Europese minimumvennootschapsbelasting. In Ierland bedraagt de vennootschapsbelasting maar elf procent meer. De Letten en Litouwers willen hun belasting nog verlagen. Je krijgt zo een Europese collectieve verarming. De Europese lidstaten kunnen geen welvaarts- en welzijnsbeleid meer voeren. En op dat moment gaan wij juist het tegenovergestelde doen? Waar zijn we mee bezig? De fiscale concurrentie stimuleren in ons kleine landje. Een waanzinnig idee.
Wat heeft het arbeidsrecht te maken met federale solidariteit?
Als je dat splitst, wordt ook het arbeidsrecht een element van concurrentie. Stel dat de opzegtermijnen minder lang worden in Vlaanderen dan in Brussel en Wallonnië. Ook dan dreigt het gevaar van delocalisering want opzegtermijnen zijn onderdeel van de kostprijs van bedrijven.
De Vlaamse onderhandelaars willen ook de instrumenten om te activeren overhevelen naar de gewesten.Heel wat activeringsmaatregelen zijn al gefederaliseerd. Denk aan de weerwerkpremies. En toch wil men een nog verder doorgedreven regionaal arbeidsmarktbeleid. Wat is de verborgen agenda? De splitsing van de werkloosheidsvergoedingen. De werknemers die werkloos worden dreigen dan anders behandeld te worden naar gelang de regio waarin ze wonen. De regio die het hardst zal getroffen worden is natuurlijk Wallonnië. Dat is totaal in tegenspraak met de notie van de federale solidariteit. Verschillende uitkeringen betekent eventueel ook verschillende financieringen. Een werkgever met bedrijfseenheden in Vlaanderen en Brussel zal verschillende bijdragen moeten berekeningen voor zijn werknemers, verschillende afdrachten storten aan verschillende instellingen met verschillende administraties. Waar gaan we naar toe? Dat wordt totaal onbeheersbaar.
Hoe zit het dan met het collectieve arbeidsrecht? De collectieve arbeidsovereenkomsten?Als je dat splitst, is dat een aanfluiting van de solidariteit. In éénzelfde sector kan je dan voor dezelfde werknemers andere lonen onderhandelen. Sommige Vlaamse professoren vinden dat de lonen in Wallonnië lager moeten omdat de productiviteit er lager is. Maar met lagere lonen verarm je Wallonnië. Het eerste exportland van Vlaanderen is Wallonnië. Dat schijnt men te vergeten. Als je de lonen in Wallonnië en Brussel vermindert, tast je de koopkracht aan.
De Vlaamse regering moet Vlaamse cao's kunnen bekrachtigen, staat er in het Vlaamse verlanglijstje.De mogelijkheid om Vlaamse cao's te sluiten, is altijd een eis geweest van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka. Die hadden een andere bedoeling. Zij wilden Vlaamse cao's gebruiken om de federale solidariteit te ondermijnen. Zij wisten zeer goed dat de sociale zekerheid en het collectief onderhandelingsrecht de verankeringspunten zijn van de federale solidariteit. Als je die ankers verzwakt, verzwak je de federale solidariteit. Voka heeft ook altijd gezegd dat de Vlaamse cao's geen nieuw onderhandelingsniveau mochten worden naast het interprofessioneel overleg, de onderhandelingen in de sectoren en in de bedrijven. Zij willen wel nog praten over een loonnorm, maar dan alleen een loonnorm op Vlaams niveau en één op bedrijfsniveau. De andere niveaus waarop nu onderhandeld wordt, willen ze afschaffen. Dat was ook een verborgen agenda achter hun eis voor Vlaamse cao's. Men lijkt daarbij ook weer te vergeten dat er al veel mogelijkheden zijn om de onderhandelingen af te stemmen op de noden en de realiteit in de sectoren en de bedrijven. Nu al zijn er soms al onderhandelingen op niveau van de provincies en zelfs communautaire onderhandelingen in de social profitsector of De Lijn.
Door het overleg in de sectoren op te splitsen, zit je meteen op het niveau van het interprofessioneel overleg. Dat betekent dat je de vakbond die een sterke tegenmacht moet vormen tegen de politiek en tegen de regering en de werkgevers verzwakt. Een opgesplitste vakbond heeft niet dezelfde slagkracht als een eengemaakte federale vakbond.
Waarom ligt dat allemaal zo gevoelig bij de Franstalige partijen? De indruk ontstaat dat alleen de Vlamingen daar iets bij te winnen hebben.Ja, daar moet je geen slimme voor zijn. Met de splitsing van de sociale zekerheid, het invoeren van fiscale autonomie en regionale cao's zal het land worden opgedeeld. Wie zal het zwakke broertje zijn? Wie zal de gebroken potten mogen betalen? Dat zal Wallonnië zijn. Wallonnië heeft vroeger solidariteit betuigd met de Vlamingen. Nu de situatie omgekeerd is, zouden de Vlamingen plots die solidariteit weigeren?
Hebben Vlaamse werknemers daar iets bij te verliezen?
Ja, maar natuurlijk. Vlaamse werknemers werken in Vlaamse bedrijven. Als de uitvoer naar een verzwakt Wallonnië stokt, zullen ook de Vlaamse werknemers daar een prijs voor betalen. Morgen kunnen de rollen door de vergrijzing weer omgekeerd zijn en zou Vlaanderen wel eens zwakker kunnen staan. Ook de Vlaamse werknemers hebben dus alle belang bij solidariteit.
Zit er een liberale agenda achter de communautaire voorstellen?
Je hebt de centrum-rechtse en extreemrechtse partijen in dit land die een
onafhankelijk Vlaanderen willen. Diezelfde krachten willen ook een rechts beleid voeren in Vlaanderen met minder fiscale inkomsten voor de overheid, een zwakke sociale zekerheid én een gedeeltelijk geprivatiseerde sociale zekerheid. Zij dromen dus niet alleen van een politiek onafhankelijk Vlaanderen, maar ook van centrumrechtse maatschappij met nog grotere tegenstellingen tussen rijk en arm, een geprivatiseerde sociale zekerheid en een zwakkere openbare sector.
Een compromis vinden tussen de verschillende gemeenschappen is niet altijd makkelijk. Dat hebt u zelf ook ondervonden. Hebt u in dergelijke momenten nooit gedacht: dan maar liever zonder de Franstaligen?Dat zou een grove vergissing zijn. Dat zou een fataal verkeerde redenering zijn. Zo verzwak je die mooie instelling die de vakbond is. Een vakbond moet de werknemers verdedigen tegen het kapitaal en tegen om het even wie de belangen van de werknemers aantast, zelfs in moeilijke omstandigheden. Die tegenmacht mag je niet opofferen aan communautaire belangen. Dat recht heb je niet.
BRUSSEL -- In Brussel hebben een zeventigtal leden van de 15 December Beweging actie gevoerd tegen de splitsing van de RVA, de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling. Zij vrezen dat de regionalisering van de RVA maar een eerste stap is in de afbouw van de federale sociale zekerheid.
De 15 December Beweging waarin vooral vakbondsmilitanten actief zijn maakt zich zorgen over de plannen van de Vlaamse partijen om het werkgelegenheidsbeleid te regionaliseren. De RVA is één van de belangrijkste peilers van onze sociale zekerheid. Zowat alle Vlaamse partijen met Vandenbroucke van de sp.a op kop willen de RVA splitsen. Wij willen dat de sociale zekerheid federaal blijft. Van Oostende tot Aarlen, alle werknemers moeten dezelfde rechten hebben, aldus Jan Vandeputte die zelf ACOD-voorzitter is van de Nederlandstalige RVA-afdeling.
De betogers die de steun kregen van oud-voorzitter van het ABVV Georges Debunne, vrezen dat het niet zal stoppen met de splitsing van de RVA. Eenmaal de betaling van de uitkeringen gesplitst is, zullen andere stukken volgen: het arbeidsrecht en de CAO's. Zo krijgen we uiteindelijk een neerwaartse spiraal met meer concurrentie en een beperking van de uitkeringen tot gevolg, meent Vandeputte.
S.pa en CD&V menen dat het werkgelegenheidsbeleid beter wordt overgeheveld naar de regio's omdat de verschillen in werkloosheid zo groot zijn. Maar volgens Ludwig Vandermeiren, gewestelijke secretaris van BBTK in Kortrijk, moeten de jubelberichten over de dalende werkloosheid in Vlaanderen met een korrel zout worden genomen. Grote groepen in de steden zitten nog altijd zonder werk. Diegenen die wel werk hebben, kampen met gedeeltelijke werkloosheid of zitten met een tijdelijk contract. Wij zijn niet tegen de middelen die in Oostende worden ingezet om jongeren aan te moedigen een job te zoeken. Alleen worden die middelen ook aangewend om een sanctiebeleid te voeren. In Oostende stijgt het aantal sancties met 50 procent. De jobs die de jongeren aangeboden krijgen, zijn vaak hamburgerjobs: flexibele parttimejobs.
Splitsen is volgens Vandermeiren geen goede oplossing. Als het bad overloopt, helpt het niet om aan beide kanten te dweilen en ondertussen ruzie te maken over wie er het hardst dweilt. Draai gewoon de kraan dicht, dat helpt wel, aldus Vandermeiren. In het verleden hadden we daar trouwens al federale oplossingen voor: verdeel het werk. Na 10 juni willen we die oplossing opnieuw op de agenda zetten.
Volgens ere-senator Paul Pataer is er ook een tegenspraak in de plannen van sommige Vlaamse partijen. Ze willen de RVA splitsen, maar klagen tegelijkertijd ook dat de Vlaamse VDAB, de Brusselse BGDA en het Waalse Forem niet genoeg samenwerken. De plannen zijn dus weinig doordacht.
Marc Goblet, voorzitter van het ABVV in de regio Luik liet een boodschap voorlezen. Hij hoopt dat er na de verkiezingen en nog voor de vakantie een federale actie van het ABVV komt. Zo kunnen we een krachtige boodschap van het ABVV naar de politieke onderhandelaars sturen, aldus Goblet. Volgens Goblet zou alvast de Algemene Centrale van het ABVV ook gewonnen zijn voor een dergelijke actie.
Ook het 'Comité voor de verdediging van de eenheid van het ABVV en van de federale sociale verworvenheden' roept op voor een grote actie na de verkiezingen. Het Comité is een initiatief van verschillende Franstalige en Nederlandstalige afgevaardigden van het ABVV.
De 15 DecemberBeweging werd opgericht na het protest tegen het Generatiepact. Dat pact werd goedgekeurd in het parlement op 15 december. De beweging betreurt dat toen geen enkele partij tegenstemde.
Vanvelthoven oefent druk uit op de sociale partners.
Of de sociale partners het eens geraken of niet, de sociale verkiezingen vinden sowieso in mei 2008 plaats, zegt minister van Werk Peter Vanvelthoven na een onderhoud met de voorzitter van de Groep van 10 Jean-Claude Daoust.
Discussie overlegorganen De organisatie van de sociale verkiezingen, die om de vier jaar plaatsvinden, is gelinkt aan de discussie rond de overlegorganen in de bedrijven. Europa en de Raad van State dwingen de overheid om ook in bedrijven met 50 werknemers een ondernemingsraad te voorzien, maar de werkgevers - daarin gevolgd door de liberalen - zien dat niet zitten. De lat ligt nu op 100 werknemers.
Geen akkoord Aangezien liberalen en socialisten het binnen de regering niet eens raakten, legde minister van Werk Peter Vanvelthoven de bal eind april weer in het kamp van de sociale partners, die een maand de tijd kregen om tot een akkoord te komen. Een maand later is er nog geen akkoord, maar uit een onderhoud dat Vanvelthoven had met de voorzitter van de Groep van 10 blijkt dat de onderhandelingen in een open en constructieve sfeer verlopen en woensdag 6 juni om 18 uur worden voortgezet. De sociale partners krijgen dus nog wat meer tijd om het eens te raken over het dossier.
Tijd dringt De sp.a-minister benadrukt dat er hoedanook op korte termijn een beslissing moet worden genomen. "De onzekerheid over de datum en de procedure voor de sociale verkiezingen mag niet langer duren", luidt het, waarbij Vanvelthoven verwijst naar de twee kb's die nog moeten worden genomen, een waarin de procedureregels worden vastgelegd en een dat de datum van de verkiezingen vastlegt.
Veroordeling Europa Uiterste datum is naar verluidt eind juni. Dan moet de regering de Europese Commissie laten weten hoe ze de Europese richtlijn over de vertegenwoordiging van werknemers in de bedrijven gaat omzetten. België werd door het Europese Hof van Justitie al veroordeeld omdat de richtlijn totnogtoe dode letter bleef. Indien er geen oplossing komt, dreigen er dwangsommen.
Geen uitstel Van uitstel van de sociale verkiezingen kan er hoegenaamd geen sprake zijn, beklemtoont Vanvelthoven. Met of zonder akkoord van de sociale partners, de kb's zullen genomen worden, luidt het vrijdag op het kabinet van de sp.a-minister. (belga/hln)
Een schrijnend verhaal van een Poolse arbeider die via een Nederlands wervingsbureau in België zijn boterham kwam verdienen. Dit is geen verzonnen verhaal want ikzelf heb deze man ontmoet vorig jaar op een studiedag in Brussel rond interrimarbeid. Baekelandt Patrick
donderdag 31 mei 2007
De Standaard schrijft: "'Hier heb ik gewoond', zegt Piotr Kowalski terwijl hij naar een bungalow wijst. 'Het was niet gemakkelijk om met negen mannen in zo'n kleine ruimte te leven.' Vandaag wonen er Tsjechen in de bungalow. Ze zijn net terug van hun werk. English? Deutsch? Français? Neen, alleen gebarentaal. De bungalow heeft een grote centrale kamer, twee toiletten en douches en zes slaapkamertjes waarin alleen plaats is voor een stapelbed."
"Op het recreatiedomein vlakbij de Nederlandse grens staan vooral Poolse auto's, hier en daar een bedrijfswagen van een Nederlands uitzendbureau.
Kowalski is schichtig, hij voelt zich niet op zijn gemak. De verhalen over verklikkers die later in de problemen geraken, zijn hem niet onbekend.
Hij is - net als zoveel Polen - de armoede van zijn land ontvlucht. Als zelfstandige in de bouwsector kon hij na de val van het communistische regime zijn brood niet langer verdienen. Wervende advertenties in tijdschriften, waarin Nederlandse uitzendkantoren op zoek waren naar Polen die ook de Duitse nationaliteit hadden, hadden hem doen besluiten een bus naar Nederland te nemen. In 2002 was Polen immers nog geen lid van de Europese Unie en daarom waren de uitzendkantoren voor de bouwsector op zoek naar Polen met een dubbele nationaliteit. Met geleend geld en een zak conserven om de eerste twee weken te overleven, vertrok Kowalski richting Breda.
Gedurende enkele jaren werkte hij voor twee uitzendkantoren. Hij kreeg zeven tot acht euro per uur contant uitbetaald en werkte gemiddeld tien uur per dag, zes dagen per week. Van zijn loon ging een vergoeding af voor het bed in de gemeenschappelijke bungalow en voor zijn arbeidskleding.
Tijdens een bezoek aan Polen in 2006 nam hij contact op met Euroworks, een uitzendkantoor dat 'werk in België' promootte. Aan de telefoon vertelde Kowalski dat hij tegelzetter was, waarop de firma hem liet weten dat ze werk voor hem had. Via een sms vernam hij dat hij in Blaimont, in de buurt van Namen, werd verwacht. Later, toen hij bijna op zijn bestemming was, kreeg hij via zijn gsm te horen dat hij in een bungalowpark in Kasterlee zou worden opgewacht. Na een autorit van meer dan twee dagen arriveerde Kowalski om tien uur 's avonds op de parking van het bungalowpark. Twee Duits sprekende mannen vroegen zijn paspoort, namen een kopie en duwden hem een Nederlandstalig arbeidscontract onder de neus. Neen, er was geen Poolse vertaling. Neen, een kopie van het contract konden ze hem nu niet bezorgen. Maandagochtend zou Kowalski als hulparbeider in de bouw beginnen, daarna zou hij als tegelzetter aan de slag kunnen. 'Toen ik 's ochtends naar het adres reed waar ik kon beginnen, bleek het geen bouwwerf te zijn, maar een houtzagerij. Ik moest werk doen waarvoor ik niet was opgeleid en dat ik nog nooit had gedaan. Maar ik had me nu al die moeite getroost om tot hier te komen, dus ik kon er maar het beste van maken', vertelt Kowalski. Drie weken later sneed hij vier vingers van zijn rechterhand af.
In het ziekenhuis waar hij naartoe werd gebracht door de baas van de houtzagerij, werd zijn middelvinger er weer aangezet. De overige vingers bleven tot de helft gereduceerd. Hoe zou de verzekering geregeld zijn? Wie zou de rekening betalen? Euroworks liet niet van zich horen en Kowalski zelf had geen geld, want hij had nog geen loon voor de drie weken werk ontvangen. Na vier dagen ziekenhuisverblijf werd Kowalski opgewacht door een medewerker van Euroworks. 'Wat was er aan de hand? Heb je liggen slapen op je zaagmachine?' Kowalski werd terug naar het bungalowpark gebracht met de mededeling dat hij een dag later moest opkrassen. 'We kunnen je niet meer gebruiken', zei de medewerker. Na lang aandringen kreeg Kowalski een kopie van het arbeidscontract dat hij had ondertekend. Tenminste, dat dacht hij, want het papier dat hij kreeg was een ander Belgisch arbeidscontract waarop vermeld stond dat het contract was beëindigd als gevolg van een arbeidsongeval. Het papier had geen enkele waarde. Naar de drie weken achterstallig loon kon hij fluiten.
Toen de auto wegreed, zag Kowalski voor het eerst - aan de nummerplaat - dat hij door een Nederlandse firma was tewerkgesteld. 'Ik dacht de hele tijd dat ik met een Belgisch bedrijf te maken had.' Niet dat het voor hem enig verschil zou hebben betekend, want de ingewikkelde Europese regelgeving was hem vreemd. Wist hij veel dat Polen wél welkom zijn in Nederland, maar niet onvoorwaardelijk in België. Met zijn twee handen op tafel, zijn goede bovenop zijn slechte, vertelt Kowalski hoe hij bijna een week op de dool was. 'Ik had geen geld, geen dak boven mijn hoofd en mijn rechterhand was nog ingezwachteld.' Ten einde raad ging hij aankloppen bij het OCMW in Antwerpen, dat hem doorverwees naar een ABVV-medewerkster in Turnhout. Piotr Kowalski is een van de weinige Polen die hier illegaal hebben gewerkt, in nesten zijn geraakt en voor wie het verhaal goed afloopt. De Belgische houtzagerij heeft hem een wettelijk arbeidscontract van onbepaalde duur gegeven en hij krijgt een vergoeding voor zijn gedeeltelijke invaliditeit. 'Maar hij is lang niet de enige', zegt Cynthia Deman van het ABVV. 'In diezelfde periode hebben nog twee Polen een ongeval gehad.' Maar helaas gaan de meesten, onopvallend, terug naar Polen en ze maken nooit een zaak van het onrecht dat hen is aangedaan.'
Bestaat Euroworks nog? Volgens Kowalski is het uitzendbedrijfje opgedoekt en failliet verklaard, maar op een Poolse website biedt Euroworks nog altijd werk aan in België en Nederland. Kowalski heeft horen zeggen dat dezelfde mannen hier nog steeds aan het werk zijn." Bron: De Standaard
De Standaard schrijft:"Als iedereen in de wereld leefde als de Belgen, dan hadden we drie planeten nodig hebben. Dat blijkt uit onze ecologische voetafdruk. Eet u aardbeien in de zomer of ook met kerst? Koopt u altijd Belgische tomaten of vooral Spaanse. Boontjes uit uw tuin, uit de diepvries of uit Kenia? Hebt u spaarlampen of gloeilampen? Gaat u elke zomervakantie met de trein naar zee of neemt u het vliegtuig naar een verre bestemming? Verwarmt u uw huis met aardgas of elektriciteit?"
"Bijna alles wat u doet, heeft invloed op uw ecologische voetafdruk. Dat is de verzameling van alle hulpbronnen van de aarde die nodig zijn om te voorzien in de levensstijl van uzelf, uw stad of uw land, uitgedrukt in hectare productieve grond. Het gaat om alles wat je in een jaar tijd verbruikt aan voeding en consumptieartikelen. De soja die in Brazilië wordt verbouwd om de dieren te voederen die later je steak op je bord worden. Het katoen dat verbouwd wordt in Kazachstan om je hemd te maken. De CO2-uitstoot van de fabriek die autos produceert, van de brandstof die je verbruikt om met de auto te rijden, van de verwarming in je huis.
Daar tegenover staat de biocapaciteit van de aarde: visgronden, akkerland, bebouwde oppervlakte waar huizen en kantoren op staan en wegen op liggen, weiden waar de dieren in grazen, bossen voor hout en voor de opname van broeikasgassen als CO2. Alleen het deel van de aarde dat productief is, wordt in aanmerking genomen. Dat is amper 22 procent van de planeet, of 11,5 miljard hectare al de rest is ijs, woestijn, oceaan. Waar geen rekening mee wordt gehouden is drinkbaar water. Ook met niet-afbreekbare vervuiling (onze vuilnisbelten) wordt geen rekening gehouden.
De ecologische voetafdruk is een concept dat uitgevonden is door twee onderzoekers: William Rees en Mathis Wackernagel, en dat ondertussen internationaal erkend is. In Californië werd het Global Footprint Network opgericht. Jaarlijks wordt daar van 146 landen, op basis van 3.800 gegevens en 10.000 berekeningen, de ecologische voetafdruk berekend. De resultaten worden om de twee jaar gepubliceerd in het Living Planet Report van WWF.
Overconsumptie
En het gaat niet goed met onze planeet, blijkt uit het laatste jaarrapport van 2006. Uit de resultaten blijkt duidelijk dat we ver boven onze stand leven. Tussen 1961 en 2003 is de ecologische voetafdruk van de wereldbevolking meer dan verdrievoudigd. In 1985 consumeerden we evenveel als onze planeet opbracht. Sindsdien consumeert de wereldbevolking meer dan de aarde opbrengt, in 2003 zelfs 25 procent meer, terwijl dat twee jaar eerder nog maar 21 procent was. Dat betekent dat we niet alleen van de intresten leven, maar ook een deel van ons kapitaal opsouperen, zegt Geoffroy De Schutter van het Wereldnatuurfonds (WWF).
Vooral de exponentiële toename van de uitstoot van koolstofdioxide, door het gebruik van fossiele brandstoffen, is daarvoor verantwoordelijk. De uitstoot van CO2 is tussen 1961 en 2003 negenvoudig gestegen. De bossen absorberen wel CO2, maar kunnen die toename niet meer aan. Dit is ook een oorzaak van het klimaatprobleem, zegt De Schutter.
Het gevolg van onze overconsumptie is ook het verlies aan biodiversiteit. Die wordt gemeten op basis van 3.600 populaties van 1.300 gewervelde dieren: landdieren, zoetwaterdieren, zeedieren. In 33 jaar tijd is die biodiversiteit met een derde afgenomen, diersoorten die dus uitgestorven zijn.
De gemiddelde voetafdruk van alle wereldburgers bedraagt nu 2,2 hectare per persoon, terwijl dat maar 1,8 hectare zou mogen zijn. Ook de Belg leeft ver boven zijn stand. Onze ecologische voetafdruk is gemiddeld 5,6 hectare. Tussen 1975 en 2003 is hij gestegen met 38 procent. België zit ook duidelijk hoger dan de gemiddelde voetafdruk van de Europese landen. Voor de EU van 25 landen is dat gemiddeld 4,8.
Alle Belgen samen verbruikten 60.480.000 hectare, terwijl de biocapaciteit van ons land maar 12.960.000 hectare is. We gebruiken dus vier keer meer dan het equivalent van de natuurlijke rijkdommen die ons land jaarlijks kan produceren. Die trend zien we in de meeste industrielanden, terwijl ontwikkelingslanden veel minder verbruiken dan ze opbrengen (zie kaart).
Als iedereen in de wereld zoals wij leefde, dan hadden we drie planeten nodig, concludeert De Schutter. Nederland en Duitsland leven op minder grote voet (4,4 en 4,5 ha) dan België, Frankrijk zit op hetzelfde niveau. Duitsland steeg in de periode dat België met 38 procent steeg, met maar 6 procent.
De ecologische voetafdruk toont niet aan waarom bepaalde landen hoger of lager scoren. Maar Duitsland kent wel een betere isolatie van gebouwen en hogere milieu-eisen, legt De Schutter uit. Zwitserland is bezig met de analyse waarom het zo hoog scoort. Wij vragen aan het Belgische Instituut voor Statistiek om dat ook te doen.
Amerika boven
Het zijn vooral de geïndustrialiseerde landen die verantwoordelijk zijn voor de te grote voetafdruk. Noord-Amerika leeft op de grootste voet (9,4 ha), daarna de EU-landen (4,8) en de niet-EU-landen (3,8). De Scandinavische landen zitten allemaal in de kopgroep. Het Midden-Oosten en Centraal-Azië zitten op 2,2 ha, Latijns-Amerika en de Cariben op 2 ha. De voet van Afrika is het kleinst, 1,1 ha. Bovendien is de voetafdruk van de geïndustrialiseerde landen tussen 1991 en 2003 nog met 8 procent gestegen, terwijl die van minder geïndustrialiseerde landen met 5 procent is gedaald en die van de ontwikkelingslanden zelfs met 11 procent.
De snelle groei van de economie in China en India gaat niet gepaard met een grote impact op de planeet (1,6 en 0,8 ha). De meeste consumptiegoederen die daar geproduceerd worden, zijn bestemd voor de export. De CO2 die fabrieken uitstoten, komt dus op rekening van de landen die de goederen importeren en verbruiken.
De Verenigde Staten, Finland en Canada staan met hun ecologische voetafdruk helemaal aan de top, Bangladesh, Somalië en Afghanistan bengelen aan de staart. België staat 13de op de wereldranglijst. Nederland en Duitsland doen het binnen Europa een stuk beter (4,4 en 4,5).
Bij de berekeningen wordt wel rekening gehouden met een eventuele toename van de biocapaciteit. Als de productiviteit van een stuk akkerland toeneemt door het gebruik van meststoffen, dan zal de ecologische voetafdruk van de tarwe die erop geteeld wordt, lager liggen. Als door technologische vernieuwingen de papierindustrie twee keer zo efficiënt wordt voor zijn papierproductie, dan wordt de voetafdruk van een ton papier gehalveerd.
De biocapaciteit van de aarde is de afgelopen dertig jaar dan ook wel toegenomen, maar niet in die mate dat de toename van de consumptie is opgevangen.
Als we ons gedrag niet veranderen en geen rekening houden met een voortdurende groei van de bevolking en de economie, dan zullen we tegen het midden van deze eeuw twee keer onze planeet nodig hebben, waarschuwt De Schutter."
Syndicale Raad ABVV-Metaal keurt ontwerpakkoord PC 111 goed
Op de Syndicale Raad van 20 april, onder het voorzitterschap van Herwig Jorissen, werd het ontwerpakkoord in het PC 111 besproken en ter stemming voorgelegd.
Het ontwerpakkoord werd de afgelopen weken in de verschillende federaties uitgebreid bediscussieerd. Er werden verschillende kritische opmerkingen gemaakt. Onder andere over het feit dat het recht op brugpensioen na een loopbaan van 40 jaar niet gerealiseerd werd en over de aparte enveloppe voor Wallonië (met gevaar van regionale CAO's).
Uiteindelijk werd het akkoord goedgekeurd met 60,18% voor, 35,10% tegen en 4,72% onthouding.
ABVV-memorandum: federale solidariteit moet blijven
Naar aanleiding van de federale verkiezingen van 10 juni stelde het ABVV een memorandum op. In deze eisenbundel neemt het ABVV stevig standpunt in tégen de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid en vóór de versteviging van de federale solidariteit. We selecteerden enkele interessante stukken uit de tekst.
1. HET BEHOUD EN DE VERSTEVIGING VAN DE FEDERALE SOLIDARITEITSMECHANISMEN.
(...)
Het ABVV zal waakzaam toezien op het behoud van de federale solidariteit en op de versterking van het federale werkgelegenheidsbeleid dat moet rekening houden met de noden van de drie Gewesten, door een verbetering van de bestaande samenwerking tussen de diverse beleidsniveaus en door een uitgediept sociaal overleg.
versterking van het werkgelegenheidsbeleid en een betere afstemming van het aanbod van en de vraag naar werk door meer mogelijkheden aan de werknemers te geven voor hun mobiliteit en door de ondernemingen te responsabiliseren om te investeren in steden en subregios met veel werkloosheid
verbetering van de bestaande samenwerking tussen het federale en het regionale niveau, waarbij een regionaal beleid afgestemd op de eigen noden mogelijk is en het sociaal overleg versterkt wordt.
(...)
Bovendien zijn er zeker drie materies die ons direct aanbelangen omdat ze de federale solidariteit waarborgen waarvan we duidelijk zeggen dat die federaal moeten blijven. Er kunnen geen toegevingen gebeuren m.b.t.
de wet van 1968 m.b.t. de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, wat betekent dat ook de loonvorming een federale materie moet blijven
het arbeidsrecht
de sociale zekerheid: deze moet federaal blijven, zonder enige privatisering of financiering in pijlers
Wij zijn tegen een regionalisering van de werkloosheidsuitkeringen en de RVA, zoals wij ook altijd tegen de afsplitsing en onderbrenging van een tweede gefiscaliseerde pijler van de gezondheidszorg en de kinderbijslagen geweest zijn.
De volledige tekst kan je terugvinden op deze link.
Neen tegen de splitsing van de Federale Sociale Zekerheid
NEEN TEGEN SPLITSING FEDERALE SOCIALE ZEKERHEID Informatiebrochure
We hebben getracht om in deze informatiebrochure, op een beknopte manier, de standpunten van de vakbewegingen, patroons en een deel van de politieke partijen mee te geven aangaande het programmapunt van de komende federale verkiezingen, namelijk de splitsing van de federale sociale zekerheid. Iedereen is vrij om zijn eigen conclusie te trekken maar ons standpunt is duidelijk : Wat ons scheidt maakt ons zwakker en wat ons bindt maakt ons sterker ! Eenheid is de oplossing en solidariteit is de fundamentele bouwsteen voor elke werknemer ! Daarom zeggen wij neen tegen de splitsing van de sociale zekerheid !
Je kan deze brochure lezen via de link "website voor syndicalisten" (Deze brochure werd geschreven door een aantal syndicalisten)
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.