Vindt u dat de Sociale zekerheid moet opgesplitst worden tussen Vlaanderen en Wallonië
{TITEL_VRIJE_ZONE}
ABVV - METAAL
Het ABVV-team bij Van de Wiele / Ferromatrix wenst alle bezoekers van harte welkom !
01-06-2007
Piotr mist 4 vingers
Een schrijnend verhaal van een Poolse arbeider die via een Nederlands wervingsbureau in België zijn boterham kwam verdienen. Dit is geen verzonnen verhaal want ikzelf heb deze man ontmoet vorig jaar op een studiedag in Brussel rond interrimarbeid. Baekelandt Patrick
donderdag 31 mei 2007
De Standaard schrijft: "'Hier heb ik gewoond', zegt Piotr Kowalski terwijl hij naar een bungalow wijst. 'Het was niet gemakkelijk om met negen mannen in zo'n kleine ruimte te leven.' Vandaag wonen er Tsjechen in de bungalow. Ze zijn net terug van hun werk. English? Deutsch? Français? Neen, alleen gebarentaal. De bungalow heeft een grote centrale kamer, twee toiletten en douches en zes slaapkamertjes waarin alleen plaats is voor een stapelbed."
"Op het recreatiedomein vlakbij de Nederlandse grens staan vooral Poolse auto's, hier en daar een bedrijfswagen van een Nederlands uitzendbureau.
Kowalski is schichtig, hij voelt zich niet op zijn gemak. De verhalen over verklikkers die later in de problemen geraken, zijn hem niet onbekend.
Hij is - net als zoveel Polen - de armoede van zijn land ontvlucht. Als zelfstandige in de bouwsector kon hij na de val van het communistische regime zijn brood niet langer verdienen. Wervende advertenties in tijdschriften, waarin Nederlandse uitzendkantoren op zoek waren naar Polen die ook de Duitse nationaliteit hadden, hadden hem doen besluiten een bus naar Nederland te nemen. In 2002 was Polen immers nog geen lid van de Europese Unie en daarom waren de uitzendkantoren voor de bouwsector op zoek naar Polen met een dubbele nationaliteit. Met geleend geld en een zak conserven om de eerste twee weken te overleven, vertrok Kowalski richting Breda.
Gedurende enkele jaren werkte hij voor twee uitzendkantoren. Hij kreeg zeven tot acht euro per uur contant uitbetaald en werkte gemiddeld tien uur per dag, zes dagen per week. Van zijn loon ging een vergoeding af voor het bed in de gemeenschappelijke bungalow en voor zijn arbeidskleding.
Tijdens een bezoek aan Polen in 2006 nam hij contact op met Euroworks, een uitzendkantoor dat 'werk in België' promootte. Aan de telefoon vertelde Kowalski dat hij tegelzetter was, waarop de firma hem liet weten dat ze werk voor hem had. Via een sms vernam hij dat hij in Blaimont, in de buurt van Namen, werd verwacht. Later, toen hij bijna op zijn bestemming was, kreeg hij via zijn gsm te horen dat hij in een bungalowpark in Kasterlee zou worden opgewacht. Na een autorit van meer dan twee dagen arriveerde Kowalski om tien uur 's avonds op de parking van het bungalowpark. Twee Duits sprekende mannen vroegen zijn paspoort, namen een kopie en duwden hem een Nederlandstalig arbeidscontract onder de neus. Neen, er was geen Poolse vertaling. Neen, een kopie van het contract konden ze hem nu niet bezorgen. Maandagochtend zou Kowalski als hulparbeider in de bouw beginnen, daarna zou hij als tegelzetter aan de slag kunnen. 'Toen ik 's ochtends naar het adres reed waar ik kon beginnen, bleek het geen bouwwerf te zijn, maar een houtzagerij. Ik moest werk doen waarvoor ik niet was opgeleid en dat ik nog nooit had gedaan. Maar ik had me nu al die moeite getroost om tot hier te komen, dus ik kon er maar het beste van maken', vertelt Kowalski. Drie weken later sneed hij vier vingers van zijn rechterhand af.
In het ziekenhuis waar hij naartoe werd gebracht door de baas van de houtzagerij, werd zijn middelvinger er weer aangezet. De overige vingers bleven tot de helft gereduceerd. Hoe zou de verzekering geregeld zijn? Wie zou de rekening betalen? Euroworks liet niet van zich horen en Kowalski zelf had geen geld, want hij had nog geen loon voor de drie weken werk ontvangen. Na vier dagen ziekenhuisverblijf werd Kowalski opgewacht door een medewerker van Euroworks. 'Wat was er aan de hand? Heb je liggen slapen op je zaagmachine?' Kowalski werd terug naar het bungalowpark gebracht met de mededeling dat hij een dag later moest opkrassen. 'We kunnen je niet meer gebruiken', zei de medewerker. Na lang aandringen kreeg Kowalski een kopie van het arbeidscontract dat hij had ondertekend. Tenminste, dat dacht hij, want het papier dat hij kreeg was een ander Belgisch arbeidscontract waarop vermeld stond dat het contract was beëindigd als gevolg van een arbeidsongeval. Het papier had geen enkele waarde. Naar de drie weken achterstallig loon kon hij fluiten.
Toen de auto wegreed, zag Kowalski voor het eerst - aan de nummerplaat - dat hij door een Nederlandse firma was tewerkgesteld. 'Ik dacht de hele tijd dat ik met een Belgisch bedrijf te maken had.' Niet dat het voor hem enig verschil zou hebben betekend, want de ingewikkelde Europese regelgeving was hem vreemd. Wist hij veel dat Polen wél welkom zijn in Nederland, maar niet onvoorwaardelijk in België. Met zijn twee handen op tafel, zijn goede bovenop zijn slechte, vertelt Kowalski hoe hij bijna een week op de dool was. 'Ik had geen geld, geen dak boven mijn hoofd en mijn rechterhand was nog ingezwachteld.' Ten einde raad ging hij aankloppen bij het OCMW in Antwerpen, dat hem doorverwees naar een ABVV-medewerkster in Turnhout. Piotr Kowalski is een van de weinige Polen die hier illegaal hebben gewerkt, in nesten zijn geraakt en voor wie het verhaal goed afloopt. De Belgische houtzagerij heeft hem een wettelijk arbeidscontract van onbepaalde duur gegeven en hij krijgt een vergoeding voor zijn gedeeltelijke invaliditeit. 'Maar hij is lang niet de enige', zegt Cynthia Deman van het ABVV. 'In diezelfde periode hebben nog twee Polen een ongeval gehad.' Maar helaas gaan de meesten, onopvallend, terug naar Polen en ze maken nooit een zaak van het onrecht dat hen is aangedaan.'
Bestaat Euroworks nog? Volgens Kowalski is het uitzendbedrijfje opgedoekt en failliet verklaard, maar op een Poolse website biedt Euroworks nog altijd werk aan in België en Nederland. Kowalski heeft horen zeggen dat dezelfde mannen hier nog steeds aan het werk zijn." Bron: De Standaard
De Standaard schrijft:"Als iedereen in de wereld leefde als de Belgen, dan hadden we drie planeten nodig hebben. Dat blijkt uit onze ecologische voetafdruk. Eet u aardbeien in de zomer of ook met kerst? Koopt u altijd Belgische tomaten of vooral Spaanse. Boontjes uit uw tuin, uit de diepvries of uit Kenia? Hebt u spaarlampen of gloeilampen? Gaat u elke zomervakantie met de trein naar zee of neemt u het vliegtuig naar een verre bestemming? Verwarmt u uw huis met aardgas of elektriciteit?"
"Bijna alles wat u doet, heeft invloed op uw ecologische voetafdruk. Dat is de verzameling van alle hulpbronnen van de aarde die nodig zijn om te voorzien in de levensstijl van uzelf, uw stad of uw land, uitgedrukt in hectare productieve grond. Het gaat om alles wat je in een jaar tijd verbruikt aan voeding en consumptieartikelen. De soja die in Brazilië wordt verbouwd om de dieren te voederen die later je steak op je bord worden. Het katoen dat verbouwd wordt in Kazachstan om je hemd te maken. De CO2-uitstoot van de fabriek die autos produceert, van de brandstof die je verbruikt om met de auto te rijden, van de verwarming in je huis.
Daar tegenover staat de biocapaciteit van de aarde: visgronden, akkerland, bebouwde oppervlakte waar huizen en kantoren op staan en wegen op liggen, weiden waar de dieren in grazen, bossen voor hout en voor de opname van broeikasgassen als CO2. Alleen het deel van de aarde dat productief is, wordt in aanmerking genomen. Dat is amper 22 procent van de planeet, of 11,5 miljard hectare al de rest is ijs, woestijn, oceaan. Waar geen rekening mee wordt gehouden is drinkbaar water. Ook met niet-afbreekbare vervuiling (onze vuilnisbelten) wordt geen rekening gehouden.
De ecologische voetafdruk is een concept dat uitgevonden is door twee onderzoekers: William Rees en Mathis Wackernagel, en dat ondertussen internationaal erkend is. In Californië werd het Global Footprint Network opgericht. Jaarlijks wordt daar van 146 landen, op basis van 3.800 gegevens en 10.000 berekeningen, de ecologische voetafdruk berekend. De resultaten worden om de twee jaar gepubliceerd in het Living Planet Report van WWF.
Overconsumptie
En het gaat niet goed met onze planeet, blijkt uit het laatste jaarrapport van 2006. Uit de resultaten blijkt duidelijk dat we ver boven onze stand leven. Tussen 1961 en 2003 is de ecologische voetafdruk van de wereldbevolking meer dan verdrievoudigd. In 1985 consumeerden we evenveel als onze planeet opbracht. Sindsdien consumeert de wereldbevolking meer dan de aarde opbrengt, in 2003 zelfs 25 procent meer, terwijl dat twee jaar eerder nog maar 21 procent was. Dat betekent dat we niet alleen van de intresten leven, maar ook een deel van ons kapitaal opsouperen, zegt Geoffroy De Schutter van het Wereldnatuurfonds (WWF).
Vooral de exponentiële toename van de uitstoot van koolstofdioxide, door het gebruik van fossiele brandstoffen, is daarvoor verantwoordelijk. De uitstoot van CO2 is tussen 1961 en 2003 negenvoudig gestegen. De bossen absorberen wel CO2, maar kunnen die toename niet meer aan. Dit is ook een oorzaak van het klimaatprobleem, zegt De Schutter.
Het gevolg van onze overconsumptie is ook het verlies aan biodiversiteit. Die wordt gemeten op basis van 3.600 populaties van 1.300 gewervelde dieren: landdieren, zoetwaterdieren, zeedieren. In 33 jaar tijd is die biodiversiteit met een derde afgenomen, diersoorten die dus uitgestorven zijn.
De gemiddelde voetafdruk van alle wereldburgers bedraagt nu 2,2 hectare per persoon, terwijl dat maar 1,8 hectare zou mogen zijn. Ook de Belg leeft ver boven zijn stand. Onze ecologische voetafdruk is gemiddeld 5,6 hectare. Tussen 1975 en 2003 is hij gestegen met 38 procent. België zit ook duidelijk hoger dan de gemiddelde voetafdruk van de Europese landen. Voor de EU van 25 landen is dat gemiddeld 4,8.
Alle Belgen samen verbruikten 60.480.000 hectare, terwijl de biocapaciteit van ons land maar 12.960.000 hectare is. We gebruiken dus vier keer meer dan het equivalent van de natuurlijke rijkdommen die ons land jaarlijks kan produceren. Die trend zien we in de meeste industrielanden, terwijl ontwikkelingslanden veel minder verbruiken dan ze opbrengen (zie kaart).
Als iedereen in de wereld zoals wij leefde, dan hadden we drie planeten nodig, concludeert De Schutter. Nederland en Duitsland leven op minder grote voet (4,4 en 4,5 ha) dan België, Frankrijk zit op hetzelfde niveau. Duitsland steeg in de periode dat België met 38 procent steeg, met maar 6 procent.
De ecologische voetafdruk toont niet aan waarom bepaalde landen hoger of lager scoren. Maar Duitsland kent wel een betere isolatie van gebouwen en hogere milieu-eisen, legt De Schutter uit. Zwitserland is bezig met de analyse waarom het zo hoog scoort. Wij vragen aan het Belgische Instituut voor Statistiek om dat ook te doen.
Amerika boven
Het zijn vooral de geïndustrialiseerde landen die verantwoordelijk zijn voor de te grote voetafdruk. Noord-Amerika leeft op de grootste voet (9,4 ha), daarna de EU-landen (4,8) en de niet-EU-landen (3,8). De Scandinavische landen zitten allemaal in de kopgroep. Het Midden-Oosten en Centraal-Azië zitten op 2,2 ha, Latijns-Amerika en de Cariben op 2 ha. De voet van Afrika is het kleinst, 1,1 ha. Bovendien is de voetafdruk van de geïndustrialiseerde landen tussen 1991 en 2003 nog met 8 procent gestegen, terwijl die van minder geïndustrialiseerde landen met 5 procent is gedaald en die van de ontwikkelingslanden zelfs met 11 procent.
De snelle groei van de economie in China en India gaat niet gepaard met een grote impact op de planeet (1,6 en 0,8 ha). De meeste consumptiegoederen die daar geproduceerd worden, zijn bestemd voor de export. De CO2 die fabrieken uitstoten, komt dus op rekening van de landen die de goederen importeren en verbruiken.
De Verenigde Staten, Finland en Canada staan met hun ecologische voetafdruk helemaal aan de top, Bangladesh, Somalië en Afghanistan bengelen aan de staart. België staat 13de op de wereldranglijst. Nederland en Duitsland doen het binnen Europa een stuk beter (4,4 en 4,5).
Bij de berekeningen wordt wel rekening gehouden met een eventuele toename van de biocapaciteit. Als de productiviteit van een stuk akkerland toeneemt door het gebruik van meststoffen, dan zal de ecologische voetafdruk van de tarwe die erop geteeld wordt, lager liggen. Als door technologische vernieuwingen de papierindustrie twee keer zo efficiënt wordt voor zijn papierproductie, dan wordt de voetafdruk van een ton papier gehalveerd.
De biocapaciteit van de aarde is de afgelopen dertig jaar dan ook wel toegenomen, maar niet in die mate dat de toename van de consumptie is opgevangen.
Als we ons gedrag niet veranderen en geen rekening houden met een voortdurende groei van de bevolking en de economie, dan zullen we tegen het midden van deze eeuw twee keer onze planeet nodig hebben, waarschuwt De Schutter."
Syndicale Raad ABVV-Metaal keurt ontwerpakkoord PC 111 goed
Op de Syndicale Raad van 20 april, onder het voorzitterschap van Herwig Jorissen, werd het ontwerpakkoord in het PC 111 besproken en ter stemming voorgelegd.
Het ontwerpakkoord werd de afgelopen weken in de verschillende federaties uitgebreid bediscussieerd. Er werden verschillende kritische opmerkingen gemaakt. Onder andere over het feit dat het recht op brugpensioen na een loopbaan van 40 jaar niet gerealiseerd werd en over de aparte enveloppe voor Wallonië (met gevaar van regionale CAO's).
Uiteindelijk werd het akkoord goedgekeurd met 60,18% voor, 35,10% tegen en 4,72% onthouding.
ABVV-memorandum: federale solidariteit moet blijven
Naar aanleiding van de federale verkiezingen van 10 juni stelde het ABVV een memorandum op. In deze eisenbundel neemt het ABVV stevig standpunt in tégen de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid en vóór de versteviging van de federale solidariteit. We selecteerden enkele interessante stukken uit de tekst.
1. HET BEHOUD EN DE VERSTEVIGING VAN DE FEDERALE SOLIDARITEITSMECHANISMEN.
(...)
Het ABVV zal waakzaam toezien op het behoud van de federale solidariteit en op de versterking van het federale werkgelegenheidsbeleid dat moet rekening houden met de noden van de drie Gewesten, door een verbetering van de bestaande samenwerking tussen de diverse beleidsniveaus en door een uitgediept sociaal overleg.
versterking van het werkgelegenheidsbeleid en een betere afstemming van het aanbod van en de vraag naar werk door meer mogelijkheden aan de werknemers te geven voor hun mobiliteit en door de ondernemingen te responsabiliseren om te investeren in steden en subregios met veel werkloosheid
verbetering van de bestaande samenwerking tussen het federale en het regionale niveau, waarbij een regionaal beleid afgestemd op de eigen noden mogelijk is en het sociaal overleg versterkt wordt.
(...)
Bovendien zijn er zeker drie materies die ons direct aanbelangen omdat ze de federale solidariteit waarborgen waarvan we duidelijk zeggen dat die federaal moeten blijven. Er kunnen geen toegevingen gebeuren m.b.t.
de wet van 1968 m.b.t. de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, wat betekent dat ook de loonvorming een federale materie moet blijven
het arbeidsrecht
de sociale zekerheid: deze moet federaal blijven, zonder enige privatisering of financiering in pijlers
Wij zijn tegen een regionalisering van de werkloosheidsuitkeringen en de RVA, zoals wij ook altijd tegen de afsplitsing en onderbrenging van een tweede gefiscaliseerde pijler van de gezondheidszorg en de kinderbijslagen geweest zijn.
De volledige tekst kan je terugvinden op deze link.
Neen tegen de splitsing van de Federale Sociale Zekerheid
NEEN TEGEN SPLITSING FEDERALE SOCIALE ZEKERHEID Informatiebrochure
We hebben getracht om in deze informatiebrochure, op een beknopte manier, de standpunten van de vakbewegingen, patroons en een deel van de politieke partijen mee te geven aangaande het programmapunt van de komende federale verkiezingen, namelijk de splitsing van de federale sociale zekerheid. Iedereen is vrij om zijn eigen conclusie te trekken maar ons standpunt is duidelijk : Wat ons scheidt maakt ons zwakker en wat ons bindt maakt ons sterker ! Eenheid is de oplossing en solidariteit is de fundamentele bouwsteen voor elke werknemer ! Daarom zeggen wij neen tegen de splitsing van de sociale zekerheid !
Je kan deze brochure lezen via de link "website voor syndicalisten" (Deze brochure werd geschreven door een aantal syndicalisten)
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.