Een gratis dag in Doha, de hoofdstad van Qatar Zondag, 16 november 2014
foto's: https://plus.google.com/photos/102497882852892734023/albums/6083314160100532577 Het is middernacht. Onze 90 dollar hebben we ingeruild voor een halve liter bier, twee flesjes spuitwater Pellegrino, een croissant met kaas, twee belegde broodjes, twee potjes yoghurt met fruit en voor wat nog overblijft vijf kleine koekjes. Amaai, wat we maar kunnen kopen in een luchthaven voor 63 euro?? Nu, het is toch gratis gekregen geld, 't is maar om te zeggen dat het zeer prijzig is.
We blijven zitten en gaan af en toe eens naar het infoscherm zien of te vlucht wel zal doorgaan. '1.55 u. gate open' blijft er gelukkig staan. Hopelijk kunnen we om 2.55 u. vertrekken, drie uur later dan gepland. Wanneer het goed 12.30 u. is geworden, begint de shopjuf de stoelen op de tafels te zetten en wordt iedereen die er nog zit vriendelijk verzocht verder te trekken. Het winkeltje wordt ook gesloten. We trekken maar verder naar Gate 9 en zetten ons neer in de zetels. Van een aangekomen Qatar-vliegtuig is nog geen spoor te bekennen. Eindelijk komt de Boeiing er aan. We volgen het lossen en laden. Een gans gedoe met aanrijden van catering, valiezen,... Leuk om zien, maar minder leuk is dat de tijd verder vordert. Het zal onmogelijk worden om op de aangegeven tijd te vertrekken. Een hostess komt onze instappassen ter plaatse nazien. Eindelijk wordt ingestapt. regelmatig moeten mensen opzij gaan staan. Ook wij krijgen die opdracht. We krijgen de mededeling dat we een dag later de vlucht naar Brussel moeten nemen, dat we op hotel kunnen in Doha. Alles zal daar geregeld worden. Nog snel Hans bellen dat hij ons in Brussel niet moet komen ophalen, het zou tevergeefse moeite zijn.
Precies om 3.55 u. vertrek eindelijk het vliegtuig, een grote BOEING 777-200LR. Niet met drie, maar met vier uur vertraging. We hebben ons al bij de dag extra vakantie neergelegd. De vlucht naar Doha duurt 14 uur voor een afstand van 11.978 km. We zijn doodmoe en willen zo snel mogelijk een uiltje vangen. Maar om 5 u. in de ochtend krijgen we reeds een maaltijd aangeboden. Ik kies voor 'beef'. We proberen wat te slapen, zo goed en zo kwaad als het kan. De tijd en de afstand verstrijkt traag. Ik volg de vluchtroute op het schermpje. 't IS wel boeiend te zien over welke landen wordt gevlogen. Wat later krijgen we een zakje popcorn, en nog later een ontbijt. De hostess geeft ons keuzes. Zeker geen vegetarisch, dus wordt het een lekker bakje met ei, worstje, champignons, tomaat, een yoghurt, een bakje fruit...
Precies om 9.55 u., 14 u. later dan we zijn vertrokken, landt het toestel op de landingsbaan van Doha. Het avontuur begint. Zodra we het luchthavengebouw binnen stappen staan heel wat medewerkers klaar met bordjes in de lucht: Paris, Istanbul, Londen,.... Tientallen verbindingen werden gemist door dat ene vliegtuig dat te laat was. Al die mensen, en dat waren er veel, moeten op kosten van Qatar Airlines naar een hotel gebracht worden, morgen teruggehaald worden, eten... Die man met zijn hartinfarct heeft voor een ware revolutie gezorgd. Wij moeten naar de balie en krijgen bons voor het Swiss-Belhotel Doha. Voor 250 QAR Quatari Riyal (=55 euro) maaltijden inbegrepen en zelfs een internationaal telefoongesprek van 3 minuten. Op iedere hoek van de luchthaven staat een medewerker om de gestrande passagiers de weg te wijzen, info te geven... Je kon er echt niet verdwaald lopen. Daarna gaat het door de immigratiedienst waar we voor een camera moeten staan en in onze ogen wordt gekeken of we niet ziek zijn. (Heb ik ook al eens meegemaakt in Cambodja). We moeten nog enkele ogenblikken wachten en zodra we met zes personen zijn voor hetzelfde hotel, worden we er met een taxi heen gebracht. Wat is Doha op het eerste gezicht mooi! Enorme wolkenkrabbers aan de horizon vormen de skyline. Het is hier dat Tom Boonen reeds verschillende keren de 'Ronde van Qatar' won.
Na de nodige formaliteiten aan de hotelbalie kunnen we naar de elfde verdieping. Wat een kamers!! Een echte balzaal, zo groot, met salon, bureau... Alles er op en er aan. En wat een vergezicht op de stad. Om 12.30 u. trekken we naar het verdiep voor het middagmaal. Wat er klaar staat voor het middagmaal is gewoon onbeschrijflijk en dat voor 79 QAR (17,34): voorgerechten, een zestal verschillende hoofdgerechten en een kunstvol versierde desserttafel met allerlei lekkers. Oom Raymond vraagt een glas wijn, maar de juf schiet in een lach. Wijn, alcohol is verboden in Qatar. Water en cola, dat kunnen we krijgen. Geen bier of wijn! De voetbalploeg van Zuid-Arabië is er ook gelogeerd en komen ook luidruchtig. Wat die mannen in hun bord scheppen en dan gewoon laten staan, schandalig vinden we. Zo het eten verkwisten! Na het middagmaal leggen om en tante zich wat te rusten en we spreken af om 14.30 u. de stad in te trekken en ondertussen kan ik een stuk verslag schrijven.
We trekken de stad Doha in. De palmbomen en de brede lanen geven de stad een eigen sfeer. Het verkeer is zo druk dat we niet weten hoe we de weg zullen over geraken. Zodra er een gaatje is vanwege een rood licht spurten we de weg over. We kuieren langs de haven. Eigenaardige bootjes liggen er aangemeerd. Men is volop bezig aan de restauratie van boten. Op andere boten wordt gewoond. De skyline van de nieuwbouw komt steeds dichterbij. We schieten het ene beeld na het andere. De minaretten van de moskees zijn ook overal aanwezig. We hebben er zelfs reeds het gezang van op de toren moeten aanhoren. We wandelen terug en trekken het 'Museum voor Islamitische kunst' binnen. We moeten door een scanner zoals in de luchthaven. Het bezoek zelf is gratis en er mag gefotografeerd worden. De fonteinen, de bogen en het gebouw zelf zijn onbeschrijflijk mooi. Binnenin zijn verschillende verdiepingen met tot de verbeelding sprekende kunstwerken uit het Midden-Oosten, Irak, Egypte, Syrie, India... Goud, zilver, edelstenen... Alles zit veilig achter glas. Het moet vervelend zijn voor de bewakers daar een gehele dag op hun stoet te zitten. Ik zou alles willen op foto zetten, maar ik moet me beperken. Na één verdiep heeft Raymond het gezien en gaat buiten plaats nemen om ons op te wachten. Bernise en ikzelf verkennen ook het tweede verdiep. Een koppel met de vrouw tot onder de ogengesluierd slentert ook doorheen de zalen. Ik do eeen inspanning om ze ongezien toch in mijn beeld te krijgen.
We wandelen terug tot het hotel om ons wat op te frissen met een heerlijke douche. Wanneer we de liftdeur openen om de elfde verdieping te betreden schrikken we ons een bult. Daar staat een dame klaar om de lift in te stappen helemaal in het zwart. Ook haar hoofd is helemaal bedekt, er zijn zelfs geen ogen te zien. Naast haar haar man helemaal in de Arabische kledij.
18.30 u. Het avondmaal is net zoals deze middag een rijkgevulde buffettafel met alles er op en er aan. Het wordt nu stilaan 20.00 u. (18.00 u. in België, nog een verschil van twee uur). De enige die ik via skype kan bereiken in Rekkem om nog een praatje te slaan is ACR-vriend Michel Six. Zo wordt het tijd om in bed te kruipen, na de weinige nachtrust op het vliegtuig zal het een verkwikkende nacht worden. En morgen moeten we er om 4.00 u. terug al uit. Om 5.00 u. zal de taxi hier staan om ons terug naar de luchthaven te brengen. We hebben onze vlucht naar Brussel om 8.10 u. Het is nog een zevental uur vliegen. We landen om 13.05 u.
We zijn in elk geval blij met deze extra dag gratis vakantie. We hebben in Qatar gelogeerd met een bezoek aan Doha. Graag meegenomen.
Laatste dag: inpakken en wandelen Zaterdag, 15 november 2014 foto's: https://plus.google.com/photos/102497882852892734023/albums/6081769123868514865 De valiezen worden gepakt. Eenmaal klaar kunnen we nog een flinke wandeling maken. Cam rijdt met ons, Nancy en Emmah naar Wonga Park. Daar vatten we om 11.15 u. de 'Mount Lofty Walking Track' aan. Eerst is het een rustige wandeling langs de Yarra River. Op de Yarra zien we sportievelingen met de kano. Rangers komen een kijkje nemen of alles rustig is. Wij stappen verder door. Daarna moeten we een flinke klim nemen, de Mount Lofty op. Van daaruit hebben een prachtig zicht op de groene omgeving. Nog een stukje klimmen en dan volgt een supersteile daling richting Yarra. Onze lus is af, nog wat terugstappen naar de parking. Om 12.45 u. bereiken we opnieuw ons startpunt. We hebben 5,300 km gestapt.
Ons verblijf loopt stilaan ten einde. We hebben veel uitstappen gemaakt, diverse vluchten gemaakt... en toch hebben we in die 5 weken slechts een piepklein stukje van dat onmetelijke land Australië gezien. Het land is zo groot als geheel Europa. In 5 weken zou het ook niet lukken geheel Europa te verkennen. Ik heb toch een goed idee van wat Australië is.
Vandaag vrijdag doen we het wat kalmer aan. De lange fotoreportage zullen er ook niet meer bij zijn. In de voormiddag trekken we er met Nancy op uit naar het shoppingcenter Brandsmart. Alle winkel zijn outletwinkels, verkopen producten rechtstreeks van fabriek uit overschot of van vorig jaar. Alhoewel ik niet van winkelen houd, vind het toch leuk ook even rond te neuzen. In een kledingszaak stelt nancy aan haar pa voor een mooie broek te kopen. Raymond moet er absoluut geen hebben. Ik daarentegen wil er wel een kopen. Zo'n ongelooflijke prijs! Een mooie broek voor 14 euro. ja, je leest goed: 14 euro. De Gilettescheermesjes zijn ook véél goedkoper dan bij ons. Mijn extra gekochte valies op de Victoria-market in Melbourne zal toch stilaan vol geraken. Ja, de Sint is hier ook al in het land en vergat mijn kleinkinderen niet. Vandaar trekken we naar een supergrote doe-het-zelf zaak. Nonkel had als opdracht bij alle plantjes sproeiertjes te plaatsen op de leidingen. Hij heeft er nog te kort. Zijn vingers dragen reeds de sporen, maar hij heeft er nog een twintigtal te gaan.
Na het middagmaal trekken Nancy, Raymond en Bernice naar een ander winkelcentrum. Ik blij in de namiddag ten huize om de foto's en verslag van mijn laatste dag in Tasmanië af te werken, om stilaan de valiezen op te maken, De Weekbode, Het Nieuwsblad en Het laatste Nieuws te lezen...
Na het lekker avondmaal, opnieuw Belgische kost van tante Bernise, spelen we nog een partijtje kaart. Nonkel en tante zitten voortduren met hun gedachten bij de begrafenis van broer Leonard in hun hoofd. NA de uitvaartdienst krijgen ze onmiddellijk verslag van dochters Sandra en Severine via skype. Zo leven ze toch nog wat mee met deze trieste gebeurtenis. Zo wordt het tijd om de dag af te sluiten. Het wordt onze laatste nacht in een Australisch bed.
Stanley - vliegveld Launceston Sheffield - Railton - Laucenston Donderdag, 13 november 2014 foto's: https://plus.google.com/photos/102497882852892734023/albums/6081413804942741281 Vandaag ben ik reeds vroeg wakker. Het speelt in mijn hoofd dat de bewerking van mijn foto's nog niet af is en het verslag nog niet is geschreven. Ik kan toch niet achterop geraken en nu er hier in het hotel internet ter beschikking heb, moet ik alles deze morgen kunnen uploaden. Om 6.15 u. houd ik het voor bekeken. Ik wip het bed uit, leg de laptop aan en werk verder aan de foto's. Ondertussen heb ik ook water gekookt om wat koffie te drinken en mijn gisteren gekochte koeken als ontbijt naar binnen te werken. Eenmaal dat klaar is, is het tijd om een douche te nemen. Ik hoor nog geen lawaai in de naastliggende kamer van de Chinese jonge dames. Ik zal zorgen dat ik als eerste de badkamer kan gebruiken. Daarna is het tijd om het verslag te schrijven. Tegen 8.30 u. is alles klaar en kan ik naar beneden trekken om alles via internet door te sturen. De bagage wordt in de Nissan geplaatst en ben ik om 9.00 u. klaar om op verkenning te trekken in Stanley.
Ik wandel eerste naar de ene kant van het stadje. Stanley is aan twee zijden omgeven door de zee, de Straat van Bass, met daar middenin een platte berg. Op mijn wandeling kan ik weer genieten van heel wat oude huisjes. Het is precies een dorp zoals in de oude cowboyfilms. Ze weerspiegelen de glorie van weleer. In het slib zijn watervogels naarstig op zoek naar voedsel. Ik keer op mijn stappen terug en trek naa de andere kant van Standley. Die andere zijde is het een zandstrand, uiteraard in de vroege morgen helemaal verlaten.
Ik vat stilaan de terugweg aan. Onderweg houd ik regelmatig halt om iets te bekijken of enkele mooie plaatsjes te schieten. Langs de weg staan alle bezienswaardigheden aangeduid. Ik moet keuzes maken, je kan niet alles zien. Op de snelweg rijden ook heel wat mastodonten van truck. Zo bereik ik de havenstad Bernie. Ik rij het stadscentrum door. Ik vind wel een parking, maar heb geen pasmunt om in de automaat te stoppen. Trouwens wat moet ik in een winkelcentrum gaan doen? Ik rij verder door het stadscentrum en vervoeg opnieuw de highway A2 naar Devonport. Ik verlaat de snelweg langs de kust en trek het binnenland in richting Sheffield. Dat dorp staat bekend om zijn vele muurschilderijen. Het moet de moeite zijn om dat te zien. Aan een 'lookout' houd ik opnieuw halt. Merkwaardig, overal zijn toiletten voorzien. hier is het maar een pover gebouwtje. Het infobord vertelt dat we in een landbouwstreek zijn. Op het paneel staan alle groenten die er worden verbouwd afgebeeld. Ook papaver mag er in deze streek worden geteeld voor de aanmaak van morfine. Omdat de teelt in het Verenigd Koninkrijk niet lukte, werd geprobeerd in Tasmanië.
Sheffield is inderdaad en zeer leuk stadje geworden. Omdat het stadje wegdeemsterde werd gezocht hoe het nieuw leven kon worden ingeblazen. Er werd een comité opgericht en men stelde voor, naar analogie van een stad in Canada, muurschilderijen aan te brengen. En zo geschiedde, met werkelijk fantastische resultaten. Van overal ter wereld komt men nu naar Sheffield om deze prachtige kunstwerken te bekijken. Ik vind het ook hoogtijd om ook een stukje te eten.
Ik vervolg mijn weg en in het volgende stadje, Railton, het dorp van de Topiary, heeft men het voorbeeld van Sheffield nagevolgd. Hier verscheen voor de huizen en in de tuintjes kunstig geknipte buxusfiguurtjes: dieren, personen,... Op een groot grasveld staan er verschillende bij elkaar. Een heer komt even praten en zegt dat hij met het project is begonnen in 1999. Hij poseert bij zijn eerste kunstwerk, een ploegende boer. Voor zijn deur staan verschillende metalen vormen die hij verkoopt. Hij biedt me een plannetje aan en een postkaart. Er zijn inderdaad heel mooie bij, de leukste vind ik de olifant voor de apotheek.
Ik zet mijn weg verder richting snelweg. Langs de weg liggen er opvallend veel kadavers van doodgereden dieren. En telkens vliegt er een zwarte kraai van weg als je met de auto voorbij komt. Zij voeden zich met de dode dieren. Toch matig ik even mijn snelheid om eens wat beter te zien, en jammer.. het is een mooie Walibi die werd aangereden. Het moet nog niet zo lang gebeurd zijn, is bijna nog helemaal intact.
Via Elizabeth Town bereik op opnieuw de snelweg. Ik heb nog tijd zat vooraleer ik aan de luchthaven moet zijn en besluit, nu ik het links rijden al goed onder de knie heb, me in de tweede grootste stad van Tasmanië te wagen, Launceston. Met de gps geraakt makkelijk in het centrum. Ik sta er zelfs geparkeerd in de hoofdstraat. Ik bekijk de parkeermeter, voeg er de gevraagde 2,5 dollar in. Maar dan begint de miserie, er komt geen briefje uit de automaat. Komaan zonder dan maar en ik trek op verkenning. Lauceston telt heel wat oude huizen. Het is een prachtstad. Ook de Townhal getuigt van een groots verleden. Maar wanneer ik terug bij de wagen kom ik er een briefje aan de ruit gekleefd, 25 dollar boete! Ik ben niet akkoord, ik trek naar de Townhal. Er stond vermeld dat je daar je boete kon betalen. Ik geef de nodige uitleg, dat er geen briefje uit kwam. "Al bij al komen er hier geen briefjes uit, je moet het nummer van de parkeerplaats intikken", weet de vriendelijke mevrouw aan de balie te vertellen. Ze zegt dat het niet erg is,. "Heb je het boetebriefje bij?" "Ach neen, als ik het meebreng kan er opnieuw een boete aanhangen." Ze geeft me een balpen en vraagt het nummer te noteren. Nogmaals terug naar de Nissan en snel naar de Townhal. De tijd begint te dringen. Vriendelijk wordt het nummer en mijn naam genoteerd en ze stelt me gerust, "No worry!" (maak je geen zorgen).
Oef, das nu de tweede maal dat ik er deze week goed wegkom zonder boete. De stad verlaten is vrij eenvoudig, tweemaal links en de weg loopt gewoon verder als snelweg. Zo bereik ik nog voor 17.00 u. de omgeving van het vliegveld. Eerst nog even de tank terug bijvullen en de Nissan, ondertussen heel vuil geworden van de vele grintwegen, weer in bij Europcar.
Aan de incheckbalie is het heel lang wachten. Slechts één jonge dame bemant de balie. Eenmaal de bagage afgegeven en de boardingpas in mijn bezit, kan ik verder. Twee heren vragen even mijn mening over mijn verblijf in Tasmanië en vragen me nog een vragenlijst in te vullen. Alles gaat vlot door de controle en dan is het wachten tot het ogenblik dat we aan boord kunnen van het vliegtuig.
Plots verschijnt op het scherm, 18.50 u. in plaats van de voorziene 18.40 u. Maar nog even later verschijnt '21.00 u.' Ach neen, das meer dan twee uur vertraging. Ik verwittig Nancy dat ze nog niet naar het vliegveld in Melbourne hoeven te komen.
Iedereen keert terug naar de wachtzaal en we krijgen als troost een bon van 8 dollar om iets aan te kopen. En dan maar proberen te tijd te vullen met wat lezen, wat spelletjes te spelen op de laptop... Eindelijk wordt het 21.00 u. en kunnen we inderdaad het vliegtuig op. Tegen 22.20 u. landt het vliegtuig in Melbourne. Cam, Raymond en Bernise zijn me komen ophalen. Het was een mooie vierdaagse, alleen één met de ongerepte natuur, met verlaten stranden..., een onvergetelijke cruise, een wandeling naar de Montezuma Falls... Zo bereiken we opnieuw Warrandyte om 23.30 u. Slaapwel iedereen.
Het moet vandaag opnieuw een schitterende dag worden. Ik moet zorgen dat ik tijdig met alles klaar ben om zeker de cruise niet te missen en om gemakkelijk parking te vinden voor de Nissan. Reeds van voor 8.00 u. wandel ik rond in de haven van Strahan. Ik ga eerst mijn reserveringsformulier uitwisselen tegen een boarding pass. Ik krijg een mooie plaats aangeboden, nr. 86, helemaal vooraan aan het venster. Ik heb trouwens voor deze cruise geboekt voor een 'gold pass', ik wil eens genieten van het beste van het beste. We kunnen pas aan boord om 8.30 u. en slenter nog even rond. De vissersboten en de oude huizen schitteren reeds in de zon. Een visser toont me de eigenaardige manier van vissen, een gevlochten net met daaruit metalen pennen. Ik begrijp er niets van. Wanneer ik zie dat ze reeds de boot opstappen ,bied ik me ook aan. Helaas, het is niet deze, maar de grote catamaran die er net naast ligt. Eens aan boord word ik begeleid tot aan mijn zetel. En toevallig, het koppel dat ik gisteren ontmoette op de wandeling in het regenwoud neemt plaats op dezelfde rij. We kunnen voor de rest van dag af en toe wel een woordje wisselen. Zover zelfs dat we elkaars adres en email uitwisselen. Het koppel is van Tasmanië zelf, ze wonen in Hobart, de hoofdplaats.
Eindelijk is het 9.00 u. geworden. De boot verlaat de haven en vaart door de Macquarie Harbour naar het eerste doel van de dag, de Hell's Gates. De kapitein heet iedereen welkom en geeft voortdurend uitleg. Hij nodigt iedereen ook uit eens een kijkje bij hem te komen nemen, we kunnen vrij rondlopen op de verschillende dekken. De Hell's Gates is een smalle doorgang van de zee naar de haven. Het kreeg die naam van de gevangenen die naar het Sarah eiland werden gebracht, het was hun tocht naar de hel. Stomkop die ik ben, ik ruil mijn bon in voor een kop thee en een chocoladegebakje op het moment dat de boot de zee opvaart. De golven doen de boot op en neer dansen en mijn thee is nog moeilijk vast te houden, een ferme gulp komt op mijn fototoestel terecht. Zo goed mogelijk me steunend probeer ik opnieuw op het dek te geraken om de foto's van de vuurtoren en de schuimende zee op de rotsen niet te missen.
Daarna keert de catamaran op zijn passen terug door de poort en vaart nu regelrecht naar de Fish Farms. Op de videoschermen is alles mooi te volgen (zie foto). We krijgen heel wat uitleg over deze viskwekerijen. De boot vaart tot heel dicht bij zo'n overspannen kweekvijver. We zien de vissen opspringen uit het water. Het moeten zeker lekkere vissen zijn zo gekweekt in het zuivere water van de haven.
De boot vaart verder en we bereiken het beruchte 'Sarah Island'. Het is ondertussen 10.40 u. geworden en we krijgen een uur te tijd om het eiland te verkennen. Gidsen geven uitleg aan de verschillende restanten. Vol overgave en met gesperde ogen geeft Janelle uitleg over het gevangenisleven. Het moet een harde tijd zijn geweest tussen 1821 en 1833. Op het drukte moment verbleven er 451 personen op het eiland, gevangenen, soldaten die voor de bewaking zorgden, een priester met zijn gezin, een dokter met z'n gezin, de kampcommandant en medewerkers... Het was hard werken voor de gevangenen. Ze moesten Huon Pine bomen hakken en er werden schepen gebouwd. De voeding bestond uit niet veel meer dan brood en wat groenten. Van haar uitleg begrijp ik niet al te veel, ik ga rustig zelf mijn gang aan de hand van een plannetje en probeer rustig de panelen met uitleg te lezen. Tien minuten voor we terug op de boot moeten zijn wordt vanaf de boot een fluitsignaal gegeven dat over het gehele kleine eiland te horen is.
Nu wendt het schip zijn steven naar de monding van de Gordon River. Hij vaart nu rustig de rivier op terwijl we mogen aanschuiven aan het buffet. Wij hebben keuze zat in groentjes, aardappelen en pasta's, zalm, hesp, kaas... Van alles is er meer dan voldoende. We schuiven het tafeltje uit onze lederen zetel en kunnen genieten van een stevig maal, terwijl links en rechts de oevers van de Gordon River aan ons voorbijglijden.
Zo bereiken we de aanlegplaats voor een tweede halte, het Rain Forest. De kapitein heeft ons heel wat uitleg gegeven over de Huon Pine, een boom die enorm sterk hout oplevert. Een filmpje toont ons hoe destijds de bomen, die tot 2000 jaar oud waren, werden gerooid. Nu is het een beschermde boom. De kapitein toont me persoonlijk hoe de boom er uit ziet. We kunnen van de boot en krijgen een half uur de tijd om een rondgang te maken in het regenwoud. De regenwoud is ondoordringbaar, alles is bedekt met mos en slingerende groene haren... Om de pracht van het regenwoud op een foto weer te geven is bijna onmogelijk. Je moet er van doordrongen worden. Een mooie planken wandelweg is tussen het regenwoud aangelegd en heel wat infoborden geven uitleg over de planten, vogels, vlinders,.. Bij een oude omgevallen Huon Pine van zo'n 2000 oud geeft een gidse uitleg. De boom groeit 1 millimeter per jaar. Op een doorgezaagd exemplaar zijn jaartallen aangebracht.
Eenmaal op de catamaran terug wordt de terugtocht aangevat. Eerst kalm op de rivier en daarna in de haven op volle snelheid, 50 km per uur. Het is 15.00 u. als we terug de aanlegsteiger bereiken. We hebben in die zes uur tijd 126 km op het water afgelegd. Bij het afstappen worden we door een bedrijf geleid waar een aftandse zaagmachine een boom doorzaagt. Opnieuw heeft een gids uitleg. Het is een commerciële bedoening, de plankjes en voorwerpen liggen er te koop. We kunnen even ruiken aan het zaagsel, werkelijk een doordringende geur. In de achterliggende shops zijn mooie meubels, kunstvoorwerpen en gebruiksartikelen uit Huon Pine te koop. Niet goedkoop als je het me vraagt.
Ik rep me naar de auto. Het is 15.15 u. als ik kan starten. Ik heb nog meer dan 220 km voor de boeg om Stanley te bereiken. Tot Zeehan en Rosebery is het vlot rijden, we kunnen de aangegeven snelheid van 100 km per uur bijna overal aanhouden. In Rosebery houd ik even halt om wat drank en proviand op te slaan en rij dan verder naar Tullah. Ik bekijk even waar dat verkeersbord '50' staat die ik de dag voordien niet zag. Ik houd me aan de snelheid. Daarna komen de wegenwerken alwaar we over de stofferige grintweg niet meer dan 40 km per uur halen. De tijd vordert. Even neem ik een verkeerde afslag en kom in Waratah terecht. Als ik op een doorlopende weg uitkom kan ik niet anders dan mijn gps eens opnieuw instellen en op mijn passen voor 6 km terugkeren. Niet erg, ik merk ondertussen op een oorlogsmonument de naam 'Belgium' staan. Ik trek even de remmen dicht om wat nader te bekijken en in de achtergrond is ook nog een waterval te bespeuren. Zo kom ik terug op de goede weg naar Somerset terecht. Ik rij door een desolaat landschap. Enorme stukken bos zijn gerooid en op een bepaalde plaats stijgt ook rook op... Restanten worden in brand gestoken.. Wanneer ik wat verder een houthakker aan het werk zie, is dat opnieuw het moment om even dichter te gaan zien. De man houdt op met zagen en vertelt me dat het zeer goed brandhout is. Ik vervolg mijn weg. Ik moet nu voor een gebergte. Het is voortdurend draaien en keren, op een neer. Het vordert opnieuw van geen meter. Mijn gps verlaat steeds verder mijn uur van aankomst in het hotel. Eens de bergen door kom ik terecht in een prachtig heuvelachtig landschap. Van ver is een enorme kudde koeien op een heuvel een schitterend beeld, zeker een foto waard. Zo kom ik eindelijk op de snelweg A2 die naar Stanley leidt terecht. Ik kan er opnieuw goed vorderen, maar maximum aan 100 per uur. Nog even bijtanken en de laatste kilometer worden afgelegd. Verdorie, aan een rond punt ben ik opnieuw de verkeerde richting uit. Pas na een negental kilometer heb ik het door. Er staat niet anders op dan rechtsomkeer te maken. Tegen 7.45 u. bereik ik Stanley. Op de achtergrond schittert een mooie platte berg. Hij is een beetje te vergelijken met de Uluru in de Red Centre.
Er zijn werken in de Churchstreet waar het hotel is gelegen. Het zand ligt werkelijk overal, zelf de mooie tapijten vloer heeft te leiden onder het zand van de werken. Het hotel is er een uit vervolgen dagen. Het is een nette kamer, WC en douche zijn gemeenschappelijk. Ik moet wel even terug naar de receptie, ik vond niet onmiddellijk de kamer. Mijn toegewezen kamer bevindt zich net boven het café. Wat een lawaai. Er is internet beschikbaar, maar op de kamer lukt het niet. Ik moet dus naar het café. Blijkbaar een stamcafé van heel wat gasten. Jong en oud aan de toog gekscheren er en lachen. Een heeft zo'n verschrikkelijke lach, precies een blatend schaap. Nu blijkt het een beetje de woordvoerder te zijn, want hij maakt al vlug kennis met mij. Hij roept er zelfs iedereen bij om samen voor de foto te poseren. Ik kan er verder mijn foto's uploaden, de krant downloaden, even naar het thuisfront bellen... Ik ga nog wat avondopnames maken en trek me op mijn kamer terug om nog tot middernacht verder te werken aan de foto's van de voorbije dag.
Tullah Lakeside - Strahan Dinsdag, 11 november 2014 foto's: https://plus.google.com/photos/102497882852892734023/albums/6080752379658358385 Ik heb nog heel wat werk voor de boeg vooraleer ik kan ontbijten. Een pak foto's moeten nog afgewerkt worden en de tekst met het dagverslag moet nog helemaal getypt worden. Ik ben reeds van 7.00 u. druk bezig. Tegen 8.30 u. is alles klaar, is de kamer opgeruimd en in de wagen geladen. Ik trek naar de bar voor het ontbijt. Ik bestel me een 'eggs en bacon' met toast en een koffie. Ik krijg een resem vragen? Hoe moeten de eieren zijn? De man achter de toog ziet wel dat ik er veel van begrijp en vraagt of een 'sunny side up' goed is. Jaja, 't is me om het even, een ei is een ei. En als je nu wil zien wat een 'sunny side up' is, bekijk dan meer even de foto. Zelfde vraag over de koffie. Waarom allemaal zo moeilijk maken. Hij toont me een grote tas en vraagt of het oké is. 't Is oké, het kan me allemaal niet schelen, als ik maar een ontbijt heb. Terwijl ik wacht kan ik met het internet de foto's en de tekst uploaden. Het ontbijt smaakt heerlijk. Ik werk verder een schrijf nog een artikel voor Het Nieuwsblad, bekijk de mails... Het is reeds 9.15 u. voor ik met alles klaar ben.
Ik trek daarna op wandel. Ik vertrek aan de slaapbarakken, trek langs het meer om zo het centrum te bereiken. Ik volg een straat die naar het de Pioneer Cemetry Reserve leidt. Zo kan ik ook even zien hoe de mensen hier wonen, allemaal op elkaar lijkende huizen in straten altijd recht op de hoofdstraat. Het oude kerkhof ligt helemaal ver weg, met een wegeltje tussen de bomen te bereiken. Het is een ware wildernis geworden met op de achtergrond de bergen. Ik keer op mijn passen terug en heb zo als ochtendwandeling reeds 4 km in de benen.
Ik rij nu naar het 4 km ver gelegen Lake Mackintosch en de stuwdam. Helemaal beneden draait de centrale die elektriciteit produceert. Een man uit Singapore maakt me een foto met de Nissan. Ik keer terug naar de hoofdweg en stop dan om even het oude treinstel te bekijken. 'Wee Georgie Wood' gaf z'n naam aan de gehele onderneming. Er is de gehele geschiedenis van het aanleggen van het treinspoor uiteengezet op prachtige panelen. Ik volg een tijdje het spoor dat er als souvenir is blijven liggen. Her en der staan nog roestige laad karretjes. De site lijkt meer op een stort van oud ijzer en vermolmd hout.
Tijd om Tullah te verlaten en naar het volgende stadje te rijden. Ik ben nog maar een paar kilometer ver of ik zie rechts van de weg een politiewagen staan. Ik rij er rustig voorbij maar zie dat er een flits afgaat. Enkele ogenblikken later wordt ik achtervolgd door de politiewagen en via de sirene merk ik dat ik moet stoppen. Ik open het venster en vriendelijk vraagt de jonge agent mijn rijbewijs. Ik wil uit de wagen stappen, mijn rijbewijs zit in mijn laptoptas achteraan. Ik zeg dat ik Belg ben en vraag wat ik verkeerd heb gedaan? Vriendelijk antwoord de politieman, laat maar zitten, ik moet het niet meer hebben. Je hebt een klein beetje te snel gereden. Je reed 65 km en je mag er maar 50 rijden. Niet erg, rij maar verder. Ik begrijp nog altijd niet hoe de verkeersregels zijn, op de gewone enkele rijweg mag je overal 100 rijden. Waar aangeduid staat 60 of 80 uiteraard maar aan die snelheid. In elk geval ben ik goed weggekomen.
Het volgende stadje is Rosebery. Ik vul even de benzinetank bij. Ik wandel even in het centrum. Plots zie ik er opnieuw een politiewagen, blijkbaar dezelfde agent, want hij zwaait reeds vriendelijk van ver. Even verder is een enorme instelling van de mijn.
Ik vervolg mijn weg en zie een paneel dat wijst naar de Montezuma Falls, 6 km op een binnenweg. ik rij er heen en al snel verandert de asfaltweg in een sterk draaiende, dalende stofferige grintweg. Op de parking staat aangeduid dat de wandeling naar de waterval 3 uur in beslag zal nemen. Ik trek mijn bergschoenen aan. Het zal geen overbodige luxe zijn. Ik start om 13.20 u. De weg is de oude spoorwegbedding die er meer dan 100 jaar gelden werd aangelegd. Die weg loopt dwars door het regenwoud. Het is er enig wandelen, alleen een met de natuur. De zon schittert op de varens. Her en der takken, veel plassen. Ik kom enkele mensen tegen die al op de terugweg zijn. Met hun korte wandelschoentjes zullen ze wel natte voeten hebben. Heel veel omgewaaide bomen en takken versperren de weg en moeten we er onder of overheen kruipen. Sommige stukken zijn bijzonder zompig. De borden met uitleg liegen er niet om. De gemiddelde neerslag per jaar bedraagt in het regenwoud 3 meter. Op bepaalde stukken zijn de honderdjarige dwarsliggers van het spoor nog zichtbaar. In de bergwand is ook een gekapte gang te zien. Daarin werd gezocht naar goud, koper, zilver, tin... Het gebied is zeer rijk aan mineralen. Na meer dan een uur stappen bereik ik de waterval. Machtig, met zijn 104 meter is het de hoogste waterval van Tasmanië. Een oude prentkaart toont hoe destijds een houten brug werd gebouwd om er de trein over te laten rijden. Een was hele constructie, waarvan nu niet veel meer is overgebleven, tenzij enkel met mos begroeide stukken. Voor de toerist werd nu wel een hangbrug gespannen. Het is een wiebelend ding en ik voel er me niet al te veel op mijn gemak op, smal en een gapende diepte... Na alles grondig te hebben bekeken, de nodige foto's en filmpjes en alle panelen met uitleg grondig te hebben gelezen, vat ik om 14.50 u. de terugweg aan. Met wat ijver bereik ik opnieuw de parking om 16.00 u. Ik ben zeer tevreden van de wandeling door het regenwoud, op het bord aangeduid met 9,8 km.
Nu moet ik nog een 70-tal km rijden naar Strahan. Dat zal ik maar in een ruk afwerken, anders wordt het opnieuw heel wat. Eenmaal Zeehan voorbij verandert het landschap. Geen met bomen begroeide bergen meer, maar eerder groenere onbegroeide bergen. Tegen 17.45 u. bereik ik de eindbestemming, het Discovery Holiday Park. Het park bestaat uit verschillende bungalowtjes. Ik krijg sleutel 21. inderdaad, voro mij alleen een leuk huisje. Een slaapkamer met een dubbel bed, een keuken met alles er op en er aan, een badkamer en nog een slaapkamer met twee stapelbedden. Ruimte zat voor een persoon. Ik keer op mijn stappen terug naar de havenplaats. Ik wil even verkennen waar ik morgenochtend moet zijn om deel te nemen aan de cruise. Mijn avondmaal neem ik ineen kleine zaak? Ik bestel er een 'Fisherman's basket'. De maaltijd bestaat uit diverse soorten vis met frieten, lekker. Tijd om terug te keren naar mijn lodge om foto's en verslag af te werken. Opnieuw zit een boeiende dag er op.
Voor mij begint vandaag het groot vierdaags avontuur, helemaal alleen er op uit. Ik heb een vlucht heen en terug geboekt van Melbourne naar Launceston in Tasmanië, een auto gehuurd en drie hotels geboekt. Hopelijk loopt alles van een leien dagje.
De nacht is wat korten, je slaap niet zo vast, want je wil zeker op tijd zijn om te vertrekken. Om 5.45 u. ben ik reeds op de been om te douchen, wat te ontbijten en alles klaar te maken. Het is dan alleen nog wachten op Cam. Hij zal me naar de luchthaven brengen.
Om 6.45 u. kunnen we vertrekken. Wat een drukte op de weg. Naarmate we de luchthaven naderen is het stapvoets rijden, zelfs staan we enkele malen helemaal stil. Ik maak me al zenuwachtig. Krijg ik wel voldoende tijd om alles af te handelen en tijdig het vliegtuig te halen? Eindelijk kan Cam me voor de inkom van Jetstarafzetten. we nemen afscheid. Hij heeft twee dagen conferentie in Melbourne.
De hal van de luchthaven staat bijna volledig vol reizigers, zo'n drukte! Ik diep mijn bevestiging uit mijn koffer en vraag aan een man die er staat om info te geven waar ik me moet begeven. Ik heb geluk, de rij aan de incheck voor Launceston is niet zo druk. Al snel ik het mijn buurt en is alles vlug afgehandeld. Ik mag me naar de controle begeven. Het is 8.00 u. en de rijen wachtende passagiers is enorm lang? Op het scherm staat reeds aangeduid voor Launceston 'go to gate'. Op de papieren staat dat de gate 15 min. voor vertrek sluit. Ik heb dus nog 15 min. om er geraken. Ik maak me zenuwachtig, maar eigenlijk hoeft het niet. Er waren er nog zoveel na mij aan de incheckbalie. Ik geraak zonder problemen door de controle en stap gezwind naar gate 28. Oef! Maar daar wordt helemaal nog niet ingestapt. Blijkt dat de crew nog niet aanwezig is. Ik kan er een praatje slaan met enkele vriendelijke Australiërs. Ondertussen gaat een hostess de rijen af en haalt er de reizigers uit met een wat grotere tas. Ze moeten mee om die op een weegschaal te plaatsen of bekijken de afmetingen en indien te zwaar of te groot moeten ze extra betalen.
Eindelijk kunnen we het vliegtuig in. En toch vertrekt het vliegtuig redelijk stipt, het is pas 7 minuten later dan gepland. Maar dan is het opnieuw gaan aanschuiven om de take off te nemen. Om 8.45 u. hangen we in de lucht, en tussen de wolken door kunnen we nog even bekijken hoe uitgestrekt de stad Melbourne is geworden. Vier miljoen inwoners vergt toch heel wat huizen.
Een groot half uur later zien we de stranden van Tasmanië opduiken en het gebergte. Het vliegtuig maakt zich klaar om te landen. Het is zonnig, maar heel winderig. Een trui is geen overbodige luxe. Over het tarmac trekken we naar het luchthavengebouw. Een man met een hondje besnuffelt er de tassen en ruikt hij iets dan gaat hij aan het blaffen. Hetzelfde herhaalt het hondje aan de band waar de bagage wordt opgenomen. Het hondje is opgeleid om te snuffelen naar fruit, dat mag Tasmanië niet binnen. Zo kan ik onmiddellijk aanschuiven aan de naastliggende balie van Europcar. Na geduldig mijn buurt hebben afgewacht worden mijn formulieren opgemaakt. De sleutels van de kleine Nissan liggen klaar. Ik lever mijn internationaal rijbewijs af en klaar is kees. Ik neem er toch veiligheidshalve nog een extra ongevallenverzekering bij, je weet maar nooit. Ik krijg er nog een dik wegenkaartenboek bij. En ik kan stap naar de autoparking.
Bij nummer 97 staat een glimmend karretje. Dat wordt voor vier dagen mijn reisgezel. Ik berg alles weg, en zoek even hoe ik met een automatische wagen moet omgaan en kan uiteindelijk om 10.30 u. vertrekken. Mijn eerste rit links helemaal alleen. Dat loopt vrij aardig. Onmiddellijk ben ik op de juiste snelweg. De snelheden zijn in Australië 100, ook op snelwegen. Het is af en toe op de remmen gaan staan, want al snel zit je er boven. En links staat een verdacht voortuig. Inderdaad, flitsten hebben ze hier ook al onder de knie.
Langsheen de weg staat ook toeristische info. Ik verlaat de snelweg en neem de gewone weg naar Westbury. Het is een leuk stadje, met aan iedere straat aan weerszijden een kolom met de straatnaam. Het kerkje oogt helemaal zoals ik nog in Engeland heb gezien. In het warenhuis koop ik wat drank, een zak krentenbroodjes en wat bananen, kwestie van toch iets te kunnen naar binnen werken vandaag.
Van Westbury gaat het naar Deloraine. Voor de infodienst staat er een monument met een paard. Het is Lalua, het paard werd in die stad geboren en was ooit in de jaren 1880 een super racepaard. Het is het allerbeste paard gebleven dat Tasmanië ooit heeft voortgebracht.
Vandaar gaat het via landelijke wegen naar Mole Creek. Onderweg wordt geregeld eens halt gehouden om een plaatje te schieten. Ja, zelfs bij de aanduiding van een oud kerkhof in Chudleigh keer ik even de auto en rij wat terug. Ik vervolg mijn weg naar Mole Creek. Ik breng er eerst een bezoek aan het wildpark. Ik wil absoluut de Tasmaanse duivel zien. Het ziet er een niet meer zo modern park uit, de hokken zijn aftands. In het eerste hok ligt een 'Divel' uitgestrekt in de zon, hij richt even zijn hoofd op, maar voor de rest verroert hij van geen vin. In de naastliggende hokken zijn geen dieren te bespeuren, liggen die verscholen te slapen?? Meer geluk bij de volgende afspanning. Daar rennen vele Tasmaanse Duivels heen en weer. Ze ploeteren in een plas water, rennen tegen elkaar aan. Ik volg een gehele tijd hun doen en laten. Vandaar gaat het naar een vijver met leuke watervogels. In een met een net overspannen hok huizen roofvogels. Tussen de bomen lopen enkele kangoeroes en een troep grijze ganzen. De kangoeroes zijn wellicht bezoekers gewoon, die blijven rustig staan als je dichterbij gaat. In twee verschillende hokken zijn de Wambats druk in de weer. Ik zie ook voor het eerst deze dieren in actie. Ja, het zijn schattige beesten. In heel wat hokken zitten nog volwassen Tasmaanse duivels. Die zien er al wat gevaarlijker uit, voorral wanneer ze hun muil opensperren. Ik heb me toch een uurtje kunnen vermaken bij die inheemse dieren.
Even voor 15.00 u. bereik ik ticketkantoor voor een bezoek aan de grotten van Mole Creek. Om drie uur start een rondleiding in de Maracoopa Cave. Ik heb geluk, net op tijd. Er kunnen drie grotten bezocht worden; maar één grot is voldoende. De gids wacht nog even op nog enkele aankomende bezoekers, onze groep is immers niet zo groot. We kunnen eindelijk naar binnen. Overal mag gefotografeerd worden, uitgenomen in de eerste zaal van deze ene grot. Waarom niet is een raadsel. Een wondere wereld van stalagmieten en stalactieten gaat open. De grotten werden in 1906 ontdekt. De rivier heeft in miljoenen jaren tijd prachtige zalen uitgesleten. Het gaat steeds hoger en hoger. Er zijn heel prachtige formaties. Drie bij elkaar gegroeide stalagmieten kregen de naam van de heilige familie, en inderdaad, met wat verbeelding zie je er Maria, Jozef en Jezus in. We keren op onze stappen terug en in de eerste zaal krijgen we nu de oplossing waarom niet mag gefotografeerd worden. De gids dooft alle lichten en aan het plafond lijkt het precies allemaal op schitterende sterretjes. Het plafond hangt vol glimwormen. mooi om het bezoek af te ronden.
Vandaar trek ik nu verder richting Tullach. Ik heb nog 100 km voor de boeg. Het is 16.15 u. geworden, ik moet opschieten. Het gaat dwars door de bergen van de Cradle Mountains. Het is voortduren klimmen en dalen, draaien en keren. Je kan het landschap best vergelijken met de Vogezen. Ik kom geen enkele andere wagen tegen, ik ben er eenzaam en alleen aan het rijden in een onmetelijk mooi berglandschap. de 'lookouts' worden mooi aangeduid. Zo bereik ik opnieuw een grote weg die naar Cradle Mountain leidt en zo verder naar Tullah. De laatste 20 km zijn herschapen in een werf. Het is voortdurend over opspattend grint rijden.
Zo bereikt ik om 18.45 u. de Tullah Lakeside Lodge. Het inschrijven loopt verrassend vlot, mijn boekingsdocument afleveren en ik krijg de sleutels. De lodge is niet meer dan enkele barakken met daarin een lange gang met links en rechts kamers. Je kan het best vergelijken met het vakantiedorp Melchtal in Zwitserland voor diegenen die er in hun jeugdjaren nog hebben verbleven. Ik moet snel terug naar de receptie; Je kan er slechts tot 19.30 u. een avondmaal bestellen. Ik geniet er van een heerlijke steak met een slaatje en frieten en een glaasje rode wijn. Ik kan er op internet mijn mails ophalen. Ik blijf er nog wat aan de foto's werken.
Tegen 20.30 u. ben ik op de kamer. Ik werk er nog wat aan de foto's. Maar de vermoeidheid overmant me. Ik ga om 22.00 u. slapen. Ik zorg morgen wel tijd wakker te zijn om verder de foto's af te werken en het verslag te schrijven. In het restaurant is internet ter beschikking en wil zeker alles uploaden.