De laatste hermetisch verpakte doos is zoek.Die met de ajuinsoep, hetnoordzeepannetje, de andijvipuree en de praliné flan.
De koude schotel die voorzien was voor zondag en op vrijdag werd gebracht stond warm te worden op de verwarming.
De keuken van mijn moeder staat boordevol restjes van de voorbije dagen.
Geen sprake van dat ik die mag meenemen voor mijn kippetjes.
Ze slaat alle gerechten door elkaar, wordt boos als we de overtijdse weghalen en staat er telkens weer versteld van dat ze de volgende morgen een nieuwe maaltijd krijgt.
Ze bleef zaterdag thuis en wachtte op traiteur Goossens die nooit is komen opdagen omdat hij op vrijdag alles al had gebracht.
Ze ging vandaag boodschappen doen en bracht haar lievelingsgerecht mee,rauw gehakt.
Met het maandmenu in de hand bel ik haar iedere dag om te vragen wat ze voor lekkers kreeg.
Boterboontjes zijn voor haar gekookte frietjes, een schnitzel was zonder twijfel gepaneerde vis, de chipolatta lijkt dan weer op spaghetti omdat er een gaatje inzit.
Opgestapelde lege dozen in de hall die Amanda, het hulpkokje van Goossens, niet meekrijgt.
Die dozen zijn immers haar bezit.
De levering gebeurt volgens mijn moeder al even na negenen en soms komen ze ook na twee.
Misschien toch niet zon goed idee, die warme maaltijden.
11-11-2006
Coco is haar naam
Gezegend werd ik met een mooie naam,
Je verwerpt mijn eer, mijn hele zijn,
als je hem niet eens gebruiken durft,
in je mails naar mij,
en ondertekent als een papegaai.
10-11-2006
Mijn love birds
Ze worden 'love birds' genoemd. En dat is niet lukraak gekozen: een koppeltje bemint elkaar eindeloos. Kleurrijk zijn ze ook, deze Agapornis roseicollis, gemeenzaam dwergpapegaaitjes genoemd. Ik schafte me er onlangs twee aan: een blauwstaartig mannetje en zijn vrouwtje. Hoe kon ik vermoeden dat ze me zoveel plezier zouden verschaffen! Ze huizen in mijn bureel en zorgen voor non-stop muziek in alle volumes en toonaarden. Hun reportoire lijkt wel eindeloos. Ik vernam dat deze soort erg handtam te maken is. Daar wil ik me deze winter dan ook graag onledig mee houden. Hopelijk evolueert dat zodanig dat ik binnen de korste keren een blogstukje aan het typen ben terwijl Davy en Diva, zittend op mijn schouder, al fluitend meebloggen. I'll let you know.
Alles had ik geprobeerd. Met de waterslang was ik jullie te lijf gegaan, overstromingen moeten zijn ontstaan in die ingenieus geknutselde gangen. Met in white spirit gedrenkte propjes heb ik jullie uitgangen versperd en sonorapparaten noch omgedraaide plasticflessen mét stok konden jullie doen verhuizen naar de tuin van mijn buurman. Het was allemaal tevergeefs.
Het was genoeg geweest, mijn laatste troef moest nu worden uitgespeeld.
Ik had mijn vuile, stoute schoenen aangetrokken en, gewapend met een schop, stond ik daar op het laatste lapje ongerept gazon van mijn eens zo mooie tuin.
Het motregende vies en bloeddorstige muskieten hadden al een hele tijd in mijn stokstijve, blote benen gestoken. Ik hield vol. Het was nu of nooit.
Wat zag ik daar? Mijn wachten werd eindelijk beloond.
Een klompje aarde dwarrelde langzaam van je laatst gecreëerde bergje naar beneden. Je was dus in de buurt en wel pal voor mijn voeten. Het zou nog enkele seconden duren vooraleer je adem zou komen happen.
Concentratie, diep inhaleren, één, twee, drie en tsjak, boem, patat, erin, erop en nog eens, en nog eens.
Hebbes!
Ik tilde je voorzichtig op met mijn schop en legde je opzij. Er was gelukkig geen bloed te bespeuren maar ik zag dat je op heterdaad werd betrapt want je graafhandjes en je kleine mondje zaten nog vol verse aarde.
Ik had eigenlijk meelij want je was zo mooi! Maar het moest, sorry!
Om mijn geweten wat te sussen, heb ik je begraven zoals je het zou verkiezen: in het bos tussen de afgevallen eikenbladeren.
Morgen, wanneer de regen de laatste sporen zal hebben uitgewist, zal ik weer kunnen genieten van mijn mooie tuin.
Voor hoelang? Ik weet het niet. Waarschijnlijk tot je collegas zullen komen proeven van mijn voedselrijke tuinbodem.
Maar ook ik zal er zijn!
08-11-2006
Vrijgezellen
Totaal overbodig om urenlang op café te zitten kniezen voor een gekleurd cocktailtje mét strootje in de hoop dat een ladderzatte kerel eindelijk de moed opbrengt om je lallend aan te spreken.
Evenzo vruchteloos is het om een dancing vol te swingen, slechts één drankje te kunnen betalen, in de oren van je danspartner te moeten schreeuwen en er de volgende dag enkel teenpijn en het nasidderen van de technomuziek aan over te houden.
Er zijn inderdaad eenvoudigere en aangenamere manieren om een potentieel lief te leren kennen.
Stel je boodschappen eens uit tot een doordeweekse dag, maandagen en vrijdagen uitgezonderd weliswaar.
Naargelang het type dat je wil leren kennen stap je gezwind tussen vijf uur dertig en zeven uur dertig je favoriete magazijn binnen.
Je herkent ze meteen al aan hun kledij, die vrijgezellen.
De sportievelingen onder de bedienden dragen een nonchalante trui, een broek in velours en eigentijdse stappers.
Hun boodschappen beperken zich tot een snelmaaltijd, een huiswijn, appelen en een paar repen chocolade.
Om de managers te kunnen strikken moet je helaas wat later opdagen.Zij waren immers slechts om half tien op het werk vanmorgen en moeten nog een reeks e-mails over de items en issues aanvinken en ze naar hun secretaresses forwarden zodat deze ze voor hun aankomst morgen vroeg zouden kunnen afprinten.
Zij dragen natuurlijk een pak, das en de opgeblonken schoenen die hun huishoudster op de afgesproken plek op een rijtje zette.
Als hun vest nonchalant open valt bemerk je beslist een valse plooi in hun hemd. Voor mij hét teken dat er geen vrouw in hun tijdelijk vrijgezellenleven huist.
Het zijn die vrijgevochten alleenblijvers waarvan hun ex vroeger naar The Bold and the Beautiful keek en die bij thuiskomst van hun ambitieuze eega het avondeten enkel nog in de micro hoefde op te warmen.Zij en de kinderen hadden veel vroeger gegeten. Zij wachtte al dan niet op hem, reeds gehuld in négligé.
Hún boodschappenmandje bevat voorgewassen sla, een steak, een subtiel uitgekozen fles wijn, een paar pakken merkchips en een pousse-café.
Ze hebben meestal geen voordeelkaart, die past niet in het etui van hun krediet kaarten.
Al ben ik niet op vrijersvoeten, toch vind ik het telkens weer interessant die mannen gade te slaan. Zijn ze niet vreselijk boeiend?
Veel boeiender dan debuurvrouw die net een nieuw wasmiddel heeft ontdekt.
Aan jullie de keuze en steeds tot uw dienst,
Artemis
07-11-2006
Traiteur
Traiteur Goossens was bereid mijn leugentje-om-bestwil mee te spelen. De volgende dag zou mijn prijs al voor de eerste keer bij mijn moeder arriveren. Om elf uur vanmorgen kreeg ik al een telefoontje van haar (ze belt me nooit). Ze was alweer alles vergeten en vroeg me wat ze moest doen met die hermetisch verpakte doos die aan huis werd geleverd. Ze had dat meisje aan de voordeur verteld dat ze zich van adres moest vergissen daar ze niets speciaals verwachtte. Toen het vrouwtje mijn naam vernoemde heeft ze het pakje uiteindelijk toch aanvaard. Ze vroeg me wat er in die doos kon zitten. Ik vertelde haar het hele verhaal opnieuw; dat ik een gedichtje had geschreven voor een wedstrijd op het internet en dat ik hiermee de eerste prijs won, namelijk een dagelijkse gratis maaltijd voor mijn moeder gedurende een heel jaar lang. Ik bleef een kwartiertje wachten aan de telefoon tot ze de doos had geopend en zich ervan vergewiste wat erin zat. Ze was blij verrast, bejubelde me en wilde mijn ingezonden gedichtje absoluut lezen. (Dat zal ik dus nog moeten schrijven) Toen ik vanmiddag even bij haar langs ging, had ze bijna alles opgegeten. De kok die haar de maaltijd kwam brengen had zijn koksmuts op. (lol) Ik zag geen schorseneren zoals ze me over de telefoon vertelde. Traiteur Goossens had het menu voor de hele maand november netjes op papier achtergelaten. Vandaag kreeg ze preisoep, een wildstoofpotje met peren en puree en een advocaatpudding. De pudding vond ze het lekkerst. Het menu heb ik stiekem mee naar huis genomen omdat Goossens niet enkel aan bedrijven en particulieren levert maar ook aan bejaarden. Mijn moeder wil natuurlijk niet geweten hebben dat ze bejaard is. En zo weet ik meteen ook dat ze morgen geen asperges met euroburgers en witte kool zal eten. Neen, morgen krijgt ze knolseldersoep, schnitzel, boterboontjes en aardappeltjes. De griesmeelpudding (wat dit ook moge zijn) zal natuurlijk eerst verorberd worden. Een kleine overwinning, ik voel me goed.
Puberteit
Moest deze weblog een paar jaar eerder hebben bestaan, dan had ik mezelf waarschijnlijk tenvolle teruggevonden in de problematiek van de huidige bloggende moeders.
Ik lees hun ervaringen nu gematigd, eerder kritisch en soms al lachend en met enig leedvermaak.
Hoe kan ik trouwens ooit vergeten hoe mijn dochters eindelijk volwassen zijn geworden?
Nu pas realiseer ik me hoe mijn ouders hebben moeten opboksen tegen de opvoeding van een kroost van vijf stuk eigenwijzen.
Op twaalf versierde mijn dochter nog een bidhoekje aan de rand van haar bed als voorbereiding tot het ontvangen van het Heilig Sacrament. Tijdens de vormselmis had ik geen enkel probleem om haar te vinden; ze stak een kop uit boven de rest van de maagden die Jezus Christus in hun hartje droegen. Haar heiligheid evolueerde snel tot het verwijderen van alle onzekerheden in een puberleven. Kruisjes en kusjes werden geband, de ontdekking van haar eigen waarheid begon.
Ik keek ernaar, bewonderde en verwonderde met haar mee. Ik was moeder en vader tegelijk om haar de weg te wijzen naar die van een volwassen redelijkheid.
Het is niet van een leien dakje gelopen.
Twee maal heb ik de ruit van de achterdeur moeten vernieuwen. Stoelen en tafels vlogen in het rond. Mijn slaapkamerdeur werd ingebeukt omdat ik haar GSM daar had verstopt.
De boterhammen die ik voor haar smeerde, vond ik terug op weg naar school, die instelling die ze meermaals niet bereikte en zo vreselijk verafschuwde.
Ik heb vaak beroep moeten doen op de politie. Child Focus heeft haar net op tijd gevonden toen ze de oversteek naar Dover wilde aanvatten. Ze was toen helemaal alleen, ze dacht na over de relatie met haar vriendje die haar zoveel verdriet had berokkend
(Die twee nachten in onzekerheid waren de verschrikkelijkste uit mijn leven).
Ze haatte alles en iedereen. Ze kwam thuis wanneer ze wilde, praatte met mij als het haar zinde.
Moeders maanden me aan de strijd op te geven. Wij vochten echter verder, uiteindelijk voor hetzelfde recht.
Het is niet bij maanden gebleven, het was een uitzichtloze strijd. Ook ik heb haar soms gehaat, het soort van liefdevolle haat die enkel ouders begrijpen.
Hoe het is afgelopen?
We hebben gewonnen. Het wederzijds vertrouwen tussen moeder en dochter kan nooit meer stuk.
05-11-2006
Inventief
Als ik haar zeg dat banken op zondagnamiddag nooit open zijn antwoordt ze dat het facultatief wel kan. Wanneer ze de juiste tijd niet meer kan inschatten, schrijft ze dit toe aan de minuten die tussen mijn vraag en haar antwoord inmiddels al verstreken zijn. Een ei dat wekenlang ligt te dobberen in een steelpannetje duidt er telkens op dat het morgen gekookt zal worden. De tuinman brandde het immense gat in haar fauteuil toen zij even in de keuken was terwijl hij zijn sigaretje rookte. Ze heeft het vuur nog helpen blussen. Zelfs de buren kunnen bevestigen dat het bij mij donkerder is dan bij haar om dezelfde tijd. De vetvlekken op haar vest zullen vergoed worden door de kapper die morste, hij beloofde haar een gratis manicurebeurt.
Het was de vrouw voor haar die haar centen niet meer kon tellen aan de kassa van het winkeltje in de buurt.
Het schuim dat de zeep achterliet in haar lavabo droogde ze op voor wij kwamen. Mijn moeder plast, wast en kookt nog zelf, in haar gedachten.
Ze verzet zich met man en macht tegen die ziekte die haar nooit zal treffen.
Mijn moeder is dementerend en weet het niet.
Gisteren loog ik haar voor dat ik een prachtige prijs won via het internet.Enkel zij, zijnde mijn moeder, kon van die prijs genieten.
Een jaar lang zal haar elke dag een maaltijd worden gebracht via een chic traiteurbedrijf.
De naam ervan schoot me niet direct te binnen maar hij zou haar zijn kaartje achterlaten. Ze bleef er graag voor thuis.
Morgen zal ik de warmemaaltijddienst opbellen en hen vragen of ze mijn leugentje-om-bestwil meespelen. Hoop met mij dat het lukt.
04-11-2006
Warmte
Kranten worden luchtig verfrommeld en fungeren als fond voor de minutieus gesprokkeldeduntakjes. Hun vlam werkt aanstekelijk op de gedroogde beukstronken. Die slaan meteen aan. De trotse eik kan tenslotte niet meer weerstaan, brandt eerst aan zijn uiteinden om zich vervolgens volledig over te geven aan de pret van het branden.
Haarden branden, harten verwarmen.
02-11-2006
Aansluitend,...
... because.
01-11-2006
Advertentie (column?)
Veertiger, academicus, professor aan de Universiteit, bezitter van landerijen en paarden, zoekt vrouw uit goed milieu voor blijvende vriendschap.
Och, waarom zou ik deze advertentie van DS niet beantwoorden?
Wat had ik te verliezen? Ik was trouwens alleen en had nood aan een vriend.
Mijnheer VC uit West-Vaanderen belde me enige dagen later op om een afspraak te maken.
Die zomerse dag belde hij aan, met heel wat dossiers onder de arm.Een echte businessman.Hij leek me een stuk ouder dan de leeftijd die hij aangaf in zijn advertentie en was voor mij niet aantrekkelijk.
Hij vertelde me dat hij verschillende vakken doceerde aan de Universiteit van Gent.
Het duurde niet lang voor mijn jongste dochter op zijn knie belandde.Ze zou van hem een pony krijgen die haar zou dragen.
Een vriend kon hij wel blijven maar verder hoefde het voor mij niet.
VC was mijn type niet en zou het nooit worden.
De volgende week kwam hij nog eens langs.We aten samen op het terras.
Vermits hij archeologie doceerde, gaf ik hem twee houten antiquiteiten mee waarvan ik de herkomst niet kende.Hij zou ze laten onderzoeken door één van zijn assistenten.
Ik stuurde VC dezelfde week een brief waarin ik hem uitlegde dat een vriendschap tussen ons niet zou lukken en dat ik graag mijn antieke objecten weer in mijn bezit zou krijgen.
Er gingen enkele dagen over toen ik een fax ontving van de Brugse politiediensten.
Zij hadden mijn laatste brief en telefoonnummer gevonden bij VC en zouden van mij graag wat meer uitleg krijgen.
De politie vertelde me dat VC gezocht werd voor oplichting van verschillende vrouwelijke slachtoffers. Ik zou hen onmiddellijk op de hoogte moeten brengen indien VC zich bij mij nog zou melden.
De politie was net enkele uren weg toen VC aanbelde.
Toen hij binnen was, lokte ik mijn dochter naar de keuken en maande haar aan onmiddellijk naar de plaatselijke politiediensten te bellen.
Ik sta er nog steeds versteld van hoe ze stiekem naar boven liep en resoluut deed hetgeen er van haar verlangd werd.
Kalm als ik soms kan zijn, schonk ik VC een glaasje rode wijn in en deed alsof ik naar hem luisterde. Hij heeft nooit gemerkt hoe gespannen ik toen was.
Nog geen tien minuten later belde de politie aan om de gezochte man mee te nemen.
Hij wist niet wat ik toen wist en wat ik van plan was en overhandigde me de dossiers die hij meedroeg, ter bewaring.
Hij werd berecht en zit zijn gevangenisstraf uit.
De politie vond mijn bezittingen terug in zijn woning.
Ik blijfsingel, gelukkig, doch ietwat minder goedgelovig.
31-10-2006
Leven (2)
Zes poezen, drie kippen (twee zijn er gestorven van de kroep maar in de lente wil ik meer van die scharrelkipjes, eitjes uitdelen is toch zo leuk!) en de konijntjes Huppel en Puppel (Huppel is denk ik blind, het is een albinootje).
Een tuin vol bomen en elk jaar meer en andere bloemen en vaste planten.
Het wordt hier onderhand een chaotische bedoening, de weerspiegeling van mijn eigenste karakter.
Moet je toch meegemaakt hebben in dit eenmalig leven!
Kraaien, eksters, eekhoorntjes, ijsvogels, vinkjes, roodborstjes, egeltjes en muizen, ik lok ze allemaal om deel te nemen aan mijn besef van bestaan dat voortdurend uitgebreid dient te worden.
Ik ben een freak en het wordt steeds erger!
Ik wil nu een volière.Met vinkjes en kleurrijke parkietjes en ik wil dat ze hier gelukkig zijn.Dat ze zingen uit volle borst, dat ze me wakker maken vooraleer ik hen wek.
De stapel houtblokken voor de open haard heeft plaats moeten ruimen. Hun stapelplaats een overkapping onder de dakpannen kwam vrij.
Toen Babi, mijn jongste kattin, tussen dat mensenhoog opgestapeld hout een verborgen pad ontdekte, viel de hele lading naar beneden. Van stapelen heb ik, zo bleek, weinig verstand.
De lege plek die aldus ontstond bleek geknipt als volière.
Hun behuizing is reeds klaar.Natuurlijk heb ik ze niet zelf gemaakt maar ik ben verliefd op het resultaat en ben die ene die voor mij weer een droom heeft waargemaakt eeuwig dankbaar.
Temidden van de Hydrangea petioloaris die zich een weg door de pannen heeft gebaand, zullen ze straks happy zijn, mijn pittevogeltjes.
30-10-2006
Lente, zomer en herfst - Solidair
Een ideale dag om de hereniging van drie seizoenen definitief vast te leggen. De paarse bloemetjes van de lentebloeier Vinca mayor bloeien door de zachte temperaturen opnieuw. Ze bejubelen het engelenbeeldje dat ik verleden jaar van mijn beste vrienden voor mijn verjaardag cadeau kreeg. Grote aren sieren de grassen en de kleine bodembedekkende Koeleria's glanzen en dansen in de zon. Dat alles terwijl de stamroosjes zich nog steeds in vol ornaat en voor de tweede keer dit jaar manifesteren. De gele chrysant wil intussen absoluut opvallen. Hij is oh zo gevoelig voor vorst. Op de achtergrond verkleuren de bomen. Ze houden hun bladeren nog even stevig vast om ze heel binnenkort voor altijd los te laten.
Ik voel hun verbondenheid, hun hunkering naar leven!
28-10-2006
Verstaan maar niet begrepen
Deze vier zinnetjes ving ik ooit ergens op. Verstond ze maar begreep ze pas veel later, met het rijpen van het leven. Het overkwam me ook. J'aime celui qui m'aime Est-ce ma faute à moi Si ce n'est pas le même Que j'aime chaque fois
Een vriend van me vond gisteren de rest van het gedicht. ik ben er blij om al loopt het helemaal anders dan ik me had voorgesteld.
JE SUIS COMME JE SUIS
Je suis comme je suis Je suis faite comme ça Quand j'ai envie de rire Oui je ris aux éclats J'aime celui qui m'aime Est-ce ma faute à moi Si ce n'est pas le même Que j'aime chaque fois Je suis comme je suis Je suis faite comme ça Que voulez-vous de plus Que voulez-vous de moi
Je suis faite pour plaire Et n'y puis rien changer Mes talons sont trop hauts Ma taille trop cambrée Mes seins beaucoup trop durs
Et mes yeux trop cernés Et puis après Qu'est-ce que ça peut vous faire Je suis comme je suis Je plais à qui je plais
Qu'est-ce que ça peut vous faire Ce qui m'est arrivé Oui j'ai aimé quelqu'un Oui quelqu'un m'a aimée Comme les enfants qui s'aiment Simplement savent aimer Aimer aimer... Pourquoi me questionner Je suis là pour vous plaire Et n'y puis rien changer.
Jacques Prévert
27-10-2006
Studenten
Minstens een keer per semester krijg ik het bezoek van de één of de andere Nigeriaanse student. Ze studeren toevallig allemaal in Leuven (een twintigtal kilometer hier vandaan), hebben op zn minst tien broertjes en zusjes achtergelaten in hun geboorteland, bedienen allen een GSM en dragen een om-ter-mooist fleurig multikleurig wollen badmutsje. Ik denk dat ze in hun tas ook een boekje hebben zitten dat uitleg verschaft over het waarom van hun financiële bede. Ze tasten er telkens diep naar, maar effectief heb ik dat bewijsje nog nooit te zien gekregen.
Och wat, voor mij is dat geschriftje tenslotte van ondergeschikt belang als je je medemens maar helpt.
Jean was hier minstens al vijftien keer. Steeds laatstejaarsstudent . Ik veronderstel dat hij voor het beroep van notaris of hartchirurg opteerde.
Hij overweldigde me telkens met de meest bevallige complimentjes en vertrouwde me zelfs toe dat hij doorheen al die jaren dat hij me kende verliefd geworden was.
Een kleine bijdrage voor zijn studies gaf ik hem enkel de eerste paar keer. Later schakelde ik over naar schrijfbenodigdheden of verse eitjes.
Hij was altijd tevreden.
Afgelopen zomer was mijn dochter toevallig thuis toen Jean weer aanbelde.
Hij had zo graag mijn vijver eens gezien. Ik vond dat ik hem dat moeilijk kon weigeren. Ik gaf hem wat limonade en een koekje terwijl hij de tuin rondwandelde. Die man had tenslotte kilometers afgelegd vanuit het verre Leuven.
In de woonkamer bewonderde hij mijn verzameling zilveren hebbedingetjes in de glazen étagère.
Hij vond ze mooi en zei dat ik wel rijk moest zijn.
Daarop sprong mijn dochter plotseling recht en riep : Its all fake!
Toen Jean weer de deur uit was spelde ze me duchtig de les.Dat ik niet zo lichtgelovig mocht zijn, dat hij voor hetzelfde geld terug zou komen met een hele bende om mijn huis leeg te halen, enz.
Misschien had ze wel gelijk. Misschien moest ik niet iedereen zomaar vertrouwen.
Heeft Jean de boodschap ook begrepen? Hij komt niet meer.
Of misschien is hij eindelijk afgestudeerd.
Vandaag kreeg ik Michel, een vriend van Jean, op bezoek. Hij kreeg een zakje van de boom afgevallen appelen mee die ik gisteren raapte.
Eindelijk gerust
Heb ik er spijt van dat ik hem spontaan vroeg wie er voor zijn planten zou zorgen tijdens zijn afwezigheid!
Tien minuten voor hij vertrok kwam hij me nog een blitsbezoekje brengen. t Is te zeggen, hij kwam een Delhaize mandje afleveren met een dertigtal aangebroken keukeningrediënten.
Zijn ijskast moest immers leeggemaakt worden voor hij zn tocht van drie maanden zou aanvatten.
Niet dat ik nooit Oriëntaals kook maar ik zou begot niet weten hoe ik szechan, steranijs, koenjit, soba, taotja en garum in mijn gerechten moet verwerken.
En de gedachte hoeveel proevende lepeltjes in al die potjes reeds werden ondergedompeldschrikte me af om ze voor mijn eigen huishouden te gebruiken.
Ik moest zelf maar weten wat ik ermee deed.Met andere woorden: Maak jij ze maar allemaal leeg en breng de lege glaasjes naar het containerpark want daarvoor heb ik nu geen tijd meer.
Heb ik prompt gedaan, weg is weg.
Om de planten water te geven en de emmer te ledigen die onder het lek van het dak staat zou ik via de garage moeten binnen gaan.Ik begrijp nog steeds niet waarom ik niet gewoon de sleutel van de voordeur kreeg.
Bij mijn eerste plantenbezoek merkte ik al gauw dat de garagepoort niet sloot. Iedereen had dus vrije toegang tot zijn huis en al zijn bezittingen en ik droeg hiervoor meteen de enige verantwoordelijkheid.
De garagepoort is intussen gebarricadeerd en de zijdeur kan nu ook weer gesloten worden.
De planten in huis kan ik geen water geven want mijn vriend heeft de waterleiding laten afsluiten.Voorlopig staan zijn vrouwentongen dus op zijn terras.
Nog nooit had ik het genoegen kennis te maken met de binneninrichting van een gescheiden celibatair die zijn overspelige vrouw nog steeds niets gunt.
De wanorde en de rommel waardoor ik me een weg moet banen is gigantisch.Hij is verzamelaar van alles uit zowel heden als verleden.
De fietsen van de kinderen zijn intussen veel te klein geworden, hun speelgoed zou best voor zijnkleinkinderen kunnen dienen.Wat heb je nog aan hun eerste pispotje, de picknickmand, de opgestapelde matrassen of die grote pingpongtafel?
Ik weet niet waarom ik daar moet zijn, buiten het rapen van de massas appelen die daar nu van de bomen vallen.
Je zou voor minder een tijdje andere oorden opzoeken!
25-10-2006
Grafonderhoud
Met poetsen heb ik problemen; poetsen is namelijk niet mijn ding. Vroeger kwam er bij mij een dame schoonmaken. Ik beschouwde haar meer als gezelschap dan als werkkracht. Iemand taken opleggen is niet aan mij besteed. Ik kon niet pretenderen nog harder te moeten werken maar ondertussen boodschappen te doen dan die medemens die zich op dat moment vol overgave op mijn huishouden stortte.
Omdat ik niet fulltime werk, kreeg ik opzekere dag een uitnodiging van de gemeente om grafzerken te gaan schoonmaken tijdens de week voor Allerheiligen. Een kerkhof leek me steeds luguber; je bezoekt het slechts als je niet anders kan, als je grootouders of een oude tante overlijden.
Tot je er zelf mee wordt geconfronteerd; als je broer sterft op 18 jaar in een auto-ongeval of als je plots je vader verliest. Vanaf dan begaf ik me regelmatig naar het kerkhof, prevelde de gebeden na die mijn moeder me voorbad, was blij dat Allerheiligen weer voorbij was en stond nooit stil bij het feit dat graven van dierbaren ook onderhouden moesten worden.
Het voorstel van de gemeente omdeel te nemen aan het grafonderhoud van de overleden gemeentebewoners leek me in eerste instantie totaal absurd. Hoe durfden ze het te vragen! Had men dan niet meer respect voor mijn persoon?
Weken heb ik erover nagedacht, mijn moeder vond het mijn afkomst onwaardig, tot op het moment dat ik voor mezelf besloot het toch te doen.
Twee jaar geleden poetste ik voor het eerst vijf grafzerken. Het sneeuwde. Ik was er op bepaalde momenten helemaal alleen, op dat serene plekje waar ik plots die rust voelde die ik nooit tevoren had ervaren.
Marmeren of arduinen zerken: ik wilde ze doen schitteren alsof het die van mijn eigen familieleden waren!
Achteraf vond ik het een van de meest voldoening gevende ervaringen die ik ooit meemaakte.
Vorigjaar ging ik weer. Iemand anders poetste nu het graf dat ik het jaar tevoren nog zo koesterde dat van een jonge man die véél te vroeg was heengegaan.
Ik kreeg zeven nieuwe zerken toegewezen. Met nog meer gedrevenheid dan het jaar voordien ontdeed ik elke vierkante centimeter van de meest hardnekkige aanslag.
Ik, die in mijn leven nooit zo had gepoetst.
Terwijl ik bezig was, zag Ik de grote bedrijvigheid op het kerkhof van mijn gemeente. Mensen liepen aan en af met emmers en poetsmiddelen en grote potten chrysanten. Iedereen bejegende elkaar vriendelijk, alsof we allen tot dezelfde familie behoorden.
Een jonge vrouw bracht een lieftallig plantje naar haar overleden broer. Ze bleef een tijdje mijmerend bij zijn graf staan, doofde toen haar sigaret en knikte me glimlachend toe toen ze vertrok.
Een koppel van mijn leeftijd bezocht het graf van hun zoontje dat amper 1 jaar op deze wereld verbleef meer dan 20 jaar geleden. Ik leende hen graag mijn harkje uit.
Ondertussen brachten mensen bloemen voor het graf waar ik nog aan bezig was. Dat lieve koppel verontschuldigde zich voor het feit dat ze dit jaar het graf van hun geliefde niet meer konden onderhouden.
We praatten, ze bedankten me en zouden s avonds eens terugkomen. Ik hield meteen van hen en wilde het zerkje daarom met nóg meer toewijding verzorgen.
Ik zag mensen plastic bloemen uit de afvalcontainer halen die net tevoren door anderen werden weggegooid.
Een kerkhof is helemáál niet luguber; er heerst een heel speciale, serene sfeer, een sfeer die je doet beseffen dat we uiteindelijk allemaal gelijk zijn.
Zeven zerken heb ik gepoetst. Met iedere overledene had ik weerom een intense relatie.
Verkleurd door het bleekwater stapte ik het kerkhof buiten. Iedereen mocht me zien met die trotse blos op mijn wangen.
Vandaag ging ik er weer heen, zonder schroom. Ik wil dat ietsje meer beleven in het leven.
Ik ontmoette er mijn buurvrouw die het graf van haar zoontje bezocht dat op vijfjarige leeftijd overleed.
Ik snoeide de verdwaalde eikenstek die mijn te poetsen zerk vervuilde.
Met Allerheiligen zal de zon schijnen op de achtblinkende graven die ik dit jaar speciaal verwende
Ik ben moe, mijn rechter schouder doet pijn van het schrobben.
Ik ben een tevreden en gelukkig mens.
22-10-2006
Vincent
Mijn eerste roman: "Het leven van Vincent Van Gogh". Een dik boek van meer dan vijfhonderd pagina's, ik heb het in één adem uitgelezen. Tijdens zijn leven werd slechts één schilderij van hem verkocht. Hij is arm gestorven. Don McClean zong in "Starry, Starry Night" een hommage aan hem. Het blijft mooi.
18-10-2006
In de ban van de ring
Het zal ongeveer tien jaar geleden zijn dat mijn moeder haar eerstecommuniering hier verloor.
Toen hielp ze me een enkel keertje in de tuin en gooide wat onkruid op de composthoop. De ring moet daar van haar vinger gevallen zijn.
Ik huilde die nacht toen ik van mijn zussen hoorde dat zij ervan overtuigd was dat ik haar ringgestolen had.
Na al die jaren kijk ik nog steeds de eksters na of ze geen blinkend rondje naar hun nest vervoeren.
De composthoop is inmiddels humus geworden, mijn tweede tuinhandschoen waarschijnlijk ook.
Ik dacht plots aan dit verhaal toen ik vandaag het gras van een bejaard buurvrouwtje ging maaien.
Ook zij was haar ring plots kwijt.
Ik zocht op mijn knieën tussen de lavendel, kieperde de hele grasmand om en keek zelfs in de broodzak die ze me voor mijn kippetjes had klaargelegd. Ikhuiver van de gedachte dat ik haar juweeltje zou teruggevonden hebben, zonder dat ze het zag. Zou ook zij mijn eerlijkheid in vraag stellen?
Zal ze me morgen bellen dat ze haar gouden ring heeft teruggevonden?
17-10-2006
Aken (2)
Ik reed totnogtoe meestal enkel in België, le plat pays qui est le mien.(Die ene keer niet meegerekend toen ik naar Napels reed in mijn Volvo automatique en me danig ergerde over de persoon die naast me zat. Haarspeldbochten à volonté, ik was blij dat ik er zonder kleerscheuren vanaf kwam en niet inging op zijn walgelijke avances. De blutsen in mijn wagen waren van veel minder belang.)
Aken daarentegen ligt in een diep dal, dat zie je pas goed als je naar beneden rijdt.
Mijn rijschoolervaring is miniem.Met glans geslaagd voor het theoretisch examen, liet ik mijn voorlopig rijbewijs een tiental jaar vergelen op het plaatselijk politiebureel. Ik kreeg een job bij het Consulaat van Belgïe in Zürich waar je overal terecht kon met de tram.
Het praktische gedeelte was in die tijdnog bijzaak.
In twee dagen tijd kon je het leren.Als de nonnekes het konden, kon ik het ook.
Tot ik uit het dal van Aken moest geraken om mijn dochter veilig thuis te brengen.
Ik zag die enorme heuvel, die berg, op me afkomen.Zon hoogobstakel had ik voordien nog nooit gefaced.
Mijn hele lichaam beefde, vooral mijn voeten en de handen die ik nu gebruiken moest.
Mijn dochter bleef rustig.Zij had vannacht niet gedroomd dat we rollend de heuvel zouden afdonderen terwijl we de klever achter ons noodzakelijkerwijze meesleepten in de afgrond.
Met beide handen hield ik het stuur stevig vast, de handrem gedurig beroerend, één voet op de koppeling, de andere op het gas.
De heuvel was duidelijk te hoog voor mij.
Met mijn ene overblijvende vinger drukte ik snel op het vensterknopje en zwaaide wanhopig naar potentiële hulpverleners.
Ik kreeg enkel getoeter en gevloek als antwoord op mijn welgemeende smeekbede.
Een tegenliggend raampje opende zich even later toch.
-Entschuldiging bitte, ich kan nicht nach oben, ich habe es nie gelernt.
De bereidwillige parkeerde zn wagen langs de kant en stapte rustig uit.
Een allochtone Duitser, helemaal in het zwart gekleed, knappe gast.
-Alles losslassen, gebood hij me
- Und steigen Sie jetzt aus.
- Oehoe, ahah, ich wage es nicht,waren mijn enige kreten.
- Losslassen müssen Sie, jetzt.
Ik liet alles los, behalve de handrem, stieg aus en bleefbibberend aan de kant staan.
Ik mocht weer naar binnen, zei hij, op de achterbank. Liever was ik te voet het hoekje om gegaan.
- Wenn Sie nicht fahren können, warum fahren Sie denn?, vroeg hij nog.
- Ja aber, in Belgiën haben wir solche höhe Berge nicht, verontschuldigde ik me.
Ik maande hem sidderend aan nu snel het bochtje te nemen en daar te stoppen - door mijn benauwdheid had ik niet gemerkt dat het licht weer op rood was gesprongen.
Ik bedankte mijn mooie engelbewaarder voor zijn vriendelijke hulp. Hij keek mijn dochter begripvol aan.
- Waarom heb je die man zijn GSM-nummer niet gevraagd voor de volgende helling, zei ze nog sarcastisch toen we onze weg vervolgden.
Voor richting Liège hebben we toen gekozen, nadien voor Eupen, bijna de juiste route op weg naar België.
Ik kon weer genieten van het landschap én van mijn dochter.
Drie uur later waren we veilig thuis.
Een snelcursus heuvelrijden staat op mijn lijstje.