7 uur ontbijt. 8 uur : aan de toegangspoort van een magnifieke afsluitingsmuur. Het Rijk van het Midden wierp een verdedigingswal op. Het beste wapen om indringers op afstand te houden.
Van drie muren werd er door opeenvolgende vorsten er èèn aaneengesloten muur gemaakt.
7000 km lang ( en dit is geen achternaam van een keizer).
7e eeuw voor Jezus werd een eerste deel aangeaard. De 7000km- eenheid in 220 voor Jezus. En wie bouwde de muur van Thebe? Herlees het gedicht
Hij geraakt in verval en wordt door de Mingkeizers (middeleeuwen) in ere hersteld.
Een klimmende aanloop van een kilometer en dan ruim vijf kilometers op de muur. Nu is alles peis en vree. Geen vijandige opstandelingen in de buurt. Wij zijn zelfs alleen ( 15 medereizigers) om de muur in ons hart te veroveren. Het is een hele karwij. Op en af, soms wel op geplaveide trappen en hellende platforms. Het is warm. Het licht is zacht. De zon is in heerlijke morgenstemming.
De bruingele muur volgt gedwee de dalen en de hellingen van het landschap. De torens torenen er fier bovenuit. Zover je kan zien muur en torens in een ongerept landschap.
Wonderbaarlijk.
Wij wandelen van Jinshanling naar Simatai.
Weer ongrijpbaar en in een flits voorbij. Hou kan je dit vasthouden. Laat ons hopen dat ons geheugen lang gegrift blijft.
Onze Chinese gids gaat in op een vraag om op de terugweg naar Peking het Zomerpaleis te bezoeken.
Een park aan een groot meer. "Tuin van de wonderbaarlijke heuvels" aan het water.
In de achttiende eeuw liet de keizer voor zijn moeder paleizen bouwen op de "berg van het lange leven".
Een keizerin van de negentiende eeuw was nog meer in de wolken en bouwde waanzinnig verder. Paleizen in het rond. Zij bouwde zelfs een marmeren boot aan de kade waar ze ging bootjevaren met een echte boot. Zij legde een prachtige geschilderde overdekte gaanderij van 700 m lang aan zodat madam niet in de zon of de regen moest gaan van haar paleis naar haar marmeren boot. Hoogheidswaanzin. Want madam had het geld om haar vloot te bekostigen, gespendeerd aan zoveel hoogheidswaanzin. En.....De Japanners versloegen een weinig later de Chinezen in een zeeslag. O ironie !! De ondergang was naderend.
Maar de paleizen die er staan zijn adembenemend. De uitzichten vanuit de heuvelpaleizen zijn grandioos.
En de benamingen : "hal van de welgezindheid en het lange leven". Wij werden er welgezind van en hopen op een lang leven.
Of : Wolken Verdrijvende Hal. Inderdaad geen wolkje aan de hemel, geen vuiltje aan de lucht. En dat in Peking. Om en bij de 25 graden.
I'am a train..i'am a train ...i'am a train..... 29 april
En de nachttrein nog wel. Dat spaart tijd, veel tijd, maar spaart geen slaap, bijna helemaal geen slaap. De voorbije dagen hebben wij ruim 1400 km in vogelvlucht afgelegd vanuit Peking naar Xiahe( zeg : 'kzie-achè)( dus vanuit Beijing). De eerste etappe ging naar Xi'an ('kzie-an). Zo een treincoupé van zes bedden - drie aan drie- Frieda heeft het middelste bed, Joos het hoogste bed en dus te beklagen. Maar neen hoor, daar blies de airco lekker fris. De volgende trein twee dagen later :Joos zelfde positie; Frieda op de eveneens comfortabelere benedenplaats.
Je kan je wel het vermaak voorstellen bij zo'n treinreis waar iedereen ervan uitgaat dat hij/zij toch niet zal slapen. Grapjes alom. En de zweetlucht 's morgens niet te harden. Reizen, weetje wel.
Maar eerst onze dagen in 'kzie-an".
Deze stad is lange tijd de hoofdstad van China geweest.
De Qinkeizers ( lees Chinkeizers = >China) stichtten deze stad'. De stad heette oorspronkelijk de "eeuwige vrede" tot en met Tang periode ( 7e tot 10e eeuw na Jezus.)
Maar niets is voor eeuwig ...verval....toen kwamen de Ming ... De stad werd : westelijke vrede (= Xi'an ) en dit alles zonder oorlog. Zelfs de Japanners zijn nooit tot daar doorgedrongen. Vrede is haar welverdiende en onvervalste naam.
Om die vrede preventief te beschermen heeft de Ming in veertiende eeuw een met aarde aangestampte muur,versterkt met stenen, opgetrokken. 14 km lang-12m hoog-14 m breed. Kantelen om de boogschutters hun pijlen te laten afschieten. Perfecte ritmische opeenvolging.
En nu versierd met duizenden driedubbele lampions. Wij hebben de hele 14 km rond gefietst onder een weldoende zon. De hemel is nooit azuurblauw, laat ons zeggen smoggietjes blauw.
Xi'an. Het terracotta leger. Werelderfgoed van de bovenste plank.
Een keizer liet in 231 VOOR Jezus een graftombe maken ( dus diep onder grond). Men schat dat er zo'n zevenduizend artefacten onder grond in militaire opstelling paraat stonden om zijn eigen graf te bewaken.
Er zijn er nu een duizendtal soldaten tentoongesteld. Levensgroot. Allen verschillend van elkaar. Levensgrote paarden ( de koetsen waren van hout en dus onder grond vermolmd en niet meer te zien) de soldaten staan in rijen nog perfect opgesteld. Allemaal in terracotta.
Je mag spreken van een ondergronds legergarnizoen met alles erop en eraan.
Er was in de beginjaren 1970 waterschaarste. Een zeker meneer YONG begon te graven naar water. Hij haalde een arm boven, een hoofd , een been.
Hij liet dat aan zijn dorpelingen zien. Iedereen in paniek. Wat uit de grond komt is van de duivel bezeten. Yong werd uit zijn dorp verdreven naar een berg. Een paar maanden later kwam zijn lief zeggen dat het af was, want haar ouders wilden niet dat zij met zulke onverlaat zou trouwen. Van verdriet begon hij terug te graven en nu vond hij hele mensen in terracotta.
Hij heeft toen de machtigen in Beijing op de hoogte gebracht. Ondertussen heeft meneer Yong 130 presidenten van over heel de wereld de hand geschud, die dit wereldwonder allemaal willen zien.
Dank u meneer Yong voor zoveel schoonheid. Dat houdt ons jong.
En nu een vraagje die Frauke, ons oudste kleinkind, stelde: hoe lang is een Chinees.
's avonds hebben wij een spektakel bijgewoond van de Chinese bovenste plank.
Het Sunshine grand theater brengt dans, muziek, choreografie. De klassiek traditionele dansen en muziek van de Tangdynastie worden uitgevoerd. Spectaculaire traditionele kostuums, schreeuwerige kleurprojecties, suikerzoete achtergronden, krachtige muziek, oude instrumenten gaven hun klanken vrij.
Elke acteur geloofde er echt in om zo de Chinese ziel bloot te leggen. Wij legden ons daarbij neer en genoten. Alleen "hier" kan zo'n voorstelling. In ons land zou het overkomen als overdone en kitsch.
Maar wat het nog heerlijker maakten: wij konden voorafgaandelijk eten in het theater zelf. Eten pico bello. Met een glaasje bier en plaatselijke warme wijn.
En van eten gesproken. De keuken van Xi'an is de meest gerenommeerde van China. 's anderdaags in de moslimwijk. Een wijk waar de ene eettent de andere opvolgt. Alle geuren en kleuren. Alle spijzen en zaligheden. Volk zoveel als op de Koppenberg. Biam-Biam noedels, voor onze neus klaargemaakt. Zo lekker dat ze niet van tussen onze stokjes vielen. En daarbij satés van schaap en rund en verse groenten. Njiam-Njiam. De moslims kennen en kunnen er wat van.
En om te danken zijn wij de Grote Moskee binnengewandeld. Een moskee op Chinese wijze. Een oase van rust temidden van die koppenberg. Paviljoentjes. Tuintjes. Pratende mensen op de bankjes. Witte mutsen op hun hoofd. Wij goedgemutst.
De Drumtoren en de Beltoren in de buurt. Imposante gebouwen in Chinese dakpannenstijl. De Bel 's morgens om wakker te worden. Het trommelgeroffel voor bedtijd.
Wat verder het grootste waterfontijnenspektakel van de wereld. De waterstralen van laag naar hoog, van links naar rechts, in boogjes, zwiepend .... En dat tweehonderdmeter lang en vijftig meter breed. En in front van ons zicht op de waterpartij : de magnifieke Grote pagode van de Wilde Gans. De navel van het boeddhisme. De monnik, die het stichtte, had twintig jaar lering opgedaan in India , Afghanistan ...en alle geschriften vertaald in het Chinees. De Grote Gans waakt er nog altijd over.
Het GROOTSTE Waterspektakel van de wereld zei onze Chinese gids.(Erik, voor ons als Nederlands sprekende reizigers). Hij gidst ons zeer alert en verstandig.
Hij stuurde ons naar de klas. Naar de kalligrafieklas. Een museum over de Chinese teken-en schilderkunst. Zeer degelijke uitleg. Zo zijn wij te weten gekomen dat wij allebei in de Chinese jaartelling tot het jaar van de Tijger behoren. Als voornaamste eigenschap : sterk; strong.
Na de kalligrafie-uitleg, aan ons om het penseel in de inkt te doppen. De Chinese basistekens apart zijn niet zo moeilijk. Maar ze samengesteld krijgen was andere koek. Edoch.
Wij kalligrafeerde wederzijds het woord : love. Zelfs het meest moeilijke Chinese woord penseelden wij : Biam-Biam noedels.
Wij relaxten tenslotte in de prieeltjes naast de tempeltjes en grote klok van de Kleine Pagode van de Wilde Gans.
De moslims waren grote handelsreizigers en zij vestigden zich ondermeer in Xi'an, het begin van de Zijderoute. De moslims maken 0,025% uit van de Chinese bevolking. Ze zijn met 30 miljoen. Zij leven geconcentreerd ten westen van Xi'an.
Na de nachttrein rijden wij nog vier uur met de bus tot Xiahe.
Een sprookje van duizend en èèn moskee en ontelbare minaretten. De groene, witte en blauwe kleuren maken grote sier. Gouden bollen drie, vier, vijf van groot naar klein rijzen omhoog en blinken en blikkeren in de zon. Het goudenmaansikkeltje als kroon op het werk.
Onmiskenbaar moslimgebied.
En wat zo leuk is voor hen en andere minderheden in het land : zij werden niet gevat door de èènkindpolitiek. Zij hadden vrije kinderkeuze.
Wij stijgen met een zucht naar 2930 meter. De zon is er nog altijd, maar het wordt wat frisser. Deze middag nog 19 graden maar het kan deze nacht naar het vriespunt gaan, maar dan liggen wij goed toegedekt.
Wij vinden ons hotel op 200m van het Labrangklooster. Èèn van de voornaamste kloosters buiten Tibet. Het grootste na Lhassa (in Tibet zelf). En zeer toonaangevend. Een tempelcomplex waar nog 1000 monniken studeren en mediteren.
Wij zien onmiddellijk in het straatbeeld monniken in hun donkerrode pij rondlopen. Tibetanen in traditionele klederdracht vullen het beeld aan. Want hier zijn de Tibetanen in de meerderheid en niet de Hanchinezen zoals overal elders in het land. De Hanchinezen werden massaal overgeplaatst om de meerderheid te gaan vormen. Deportatie noemen wij zoiets.
Wij wagen ons aan een wandeling van 3 km rond het klooster. Wij vertragen onze stap omwille van de hoogte.
Wij draaien aan de gebedsmolens als volleerde bedevaarders ( dat zijn wij toch tenslotte nietwaar) En de honderden pelgrims lopen ons voorbij in gezwinde passen en maar draaien aan de reeksen gebedsmolens rondom. Want dit is een pelgrimsoord buiten categorie. ( de vergelijking met Compostela gaat door) De gebedsmolens zijn van een groot kaliber en er zijn er zeker over de duizend.1174 om precies te zijn.
Wij sluiten onze avond af met lekker Tibetaans eten in de Nomad. Een restaurant met zicht op het klooster. Wij eten tsampa en momo. Curieus?
Voor de boeddhisten bestaat misschien niet. Morgen ben ik misschien rijk, morgen ben ik misschien boeddhist. Misschien, misschien.....je zal je leven lang studeren en mediteren om tot wijsheid te komen. Onwetende illusie dient op te houden. Het lijden moet opgeheven worden door de begeerte te bekampen. En vrij te zijn van alle gedachten.
Ook in het Labrangklooster mediteert en studeert men : theologie, geneeswijzen,astrologie, recht, esoterisch boeddhisme.
Er zijn verschillende strekkingen in het boeddhisme. Eentje vindt dat alle leven van mensen en dieren gelijkwaardig is en die eten dus geen vlees.
Hier zijn ze van de geelkapsectie of Gelugpa.
Een monnik leidt ons rond in de verschillende tempels (alleen mag je er niet binnen - wacht maar). Hij doet de rondleiding in een wat te snel tempo. Mooi versierde tempels met sierlijke tekeningen en fresco's.Verbazingwekkende Boeddha's : met zwaard in de rechter hand om de onwetendheid en de boze geesten te bestrijden; met duim en de wijsvinger een nulletje maken als teken van Erbarmen. Erbarme dich. De geleerde boeken mooi ingepakt gestapeld in boekenrekken of verstopt binnen in een Boeddha zelf. De halfduistere tempels worden verlicht door branden Yakvetkaarsen. Geschenken van de bedevaarders : kaarsen, rijst, yakvet, centen, snoepjes, noten allerhande worden op offertafels gelegd. Sjaals, rond de Boeddha of opgehangen op bijzondere plekken. Gebedsvlaggen als wimpels. Op alle binnenplaatsen smeulende vuurhaarden: takjes van een soort levensboom en andere brandbare vruchten worden in het vuur gelegd.
De grote tempel is hallucinant groot; plaats voor honderden monniken.
De offergangtafel rond de vele beelden en de Boeddha's puilt uit van offergaven. Denk aan onze bedevaartsoorden.
De gids rondt af.
Wij met ons tweeën blijven toch een beetje onvoldaan drentelen op het voorplein van de grote tempel. Een grote familie in traditionele klederdracht dient zich aan met kaarskandelaars, rijstzakjes, yakvet in de hand. Bij het nemen van foto's van hen maken wij kennis. De familie komt offergaven brengen en heeft de maaltijd van vandaag voor de monniken betaald. Zij blijven op het voorplein wachten.
Plots komen van alle kanten monniken toegestroomd. Ze zetten hun gele puntmuts op en vleien zich neer op de trappen voor de grote tempel. Ze beginnen gebeden muzikaal monotoon te prevelen. De gele puntmuts is als een zwaard om de onwetendheid te verdrijven.
Ze doen hun laarzen uit en betreden de tempel. Wij volgen de familie in hun offergang. Er klinkt een trom, een triangel...De zangerige gebeden weerklinken. Wij leven devoot en bescheiden teruggetrokken mee. Yakmelk wordt geserveerd aan de monniken. No,no wij nemen geen foto's.
Wij gaan nog in twee andere tempels binnen. In èèn volgen wij weer een offerende familie. Zelfde ontroerende beelden overmannen ons. De monniken krijgen hier Momo's geserveerd. Wij houden ons op de achtergrond en geven ons ogen de kost om het in ons geheugen in te prenten. Lieten ze ons binnen omdat Frieda er zo devoot uitzag?
Wij gaan nog een tempel binnen en kunnen hem tot bij de gouden koepel beklimmen. Wij kunnen hem buiten omcirkelen. Wij zien het ganse klooster voor ons liggen en geven ons nu rekenschap van een kleine stad waarin de zeer bescheiden lemen woonvertrekken voor meer dan duizend monniken nederig buigen voor de weelderige tempels.
Wij beklimmen nog de achterliggende berg om de aardigheid. Nog meer panoramisch zicht.
Aan de andere kant van het stadje gaan wij op zoek naar de moskee. De moskee is afgebroken. Alleen een machtige toren blijft overeind en drie prachtig gedecoreerde toegangspoorten. Een vriendelijke witmuts moslim legt ons met handen en voeten uit dat over twee jaar de moskee met zijn binnenplaatsen zal herbouwd zijn. Hij toont ons de zeer mooie maquette.
Wij sluiten de dag af met de beste noedels van west China, dixit onze gids. En dat het gesmaakt heeft.
Weet u de Tibetanen hier leven erg mee met Tibet en contesteren nogal het centraal gezag in Beijing. Die zijn er niet mee gediend en hebben bvb het gebied afgesloten tussen 2008 en 2010 en nog eens twee maanden in 2013.
Neen, niet doortje van de kampioenen.( is Anderlecht al kampioen?)
Tijdens de tangdynastie ( 7e- 10e eeuw) leefden boeddhisten, moslims en andere gezindten vredevol samen. Weer een bewijs dat verdraagzaamheid best wel kan als we maar bereid zijn de ander toe te laten in ons leven.
Wij moeten wel vijfhonderd levens besteden om de vele aspecten van het boeddhisme en de boeddha's en symbolen te begrijpen. Toch boeddhist worden, dan hebben wij nog vijfhonderd jaren tegoed via de reïncarnatie.
Wij zitten nu op "den buiten". Xiahe is zo groot als Puurs en telt dus 17000 inwoners. Het ligt in de bergen, dat had je al begrepen. Een soort zandbergen van uitzicht zonder al te veel begroeiing, laat staan groen of bomen.
De mensen leven hier van de veeteelt ( yaks en schapen). Wij gaan straks op bergtocht naar de Yakboeren en de steppe.
Een enorme tegenstelling met de steden. Wouden en wouden van flatgebouwen. Echte wolkenkrabbers. De smog wegschrobben,dat doen ze. Wij vermoeden dat er een Chinese bouwmeester is aangesteld en op straffe van doodstraf moest die allemaal dezelfde grauwe woontorens bouwen. Hoewel er af en toe een voorzichtige variatie te bespeuren valt.
Je kan je het niet voorstellen bvb de stad Xi'an, waar wij op de muur reden, telt 17 miljoen inwoners. De stad is dan ook enorm buiten de muren uitgebreid. Xi'an buiten de muren.
Wij verlaten ons stadje op zoek naar de gras-en graasvelden van de Yaks en de schapen op 3300m hoogte. De Tibetaanse hoogvlakten.
De mensen zijn hier roodbruingetaand met rode koontjes. De vrouwen zwarte vlechtjes tot diep op de rug. Alleen de bolhoedjes ontbreken om ons in Peru of Bolivië te wanen. Wij rijden eerst 30 km verder de bergen in.
Op de graasvelden lopen wij tussen de Yaks en de geiten. Steile klimmen die onze adem doen stokken, ons hart sneller laat slaan. Het uitgestrekte landschap 360 graden fabuleus badend in de zon. Op het hoogste punt staat een hoge indianentent zonder stof errond. Het is wel versierd met slierten van wimpels in alle kleuren. Elk kleurrijk vlaggetje: een gedachte voor een godheid o.m. Een god van de wijsheid, een god van de filosofie, een god van de innerlijke rust...
Wij gaan temidden van al die vlaggetjes staan en voelen de innerlijke rust. Geen geluid, geen gebrom dat stoort. Vredig. Pastoraal. Laat ons hier drie tenten bouwen.
Een Tibetaanse familie komt hier inderdaad feest vieren en bbquen en bouwt een tent waarin een vuur kan branden. Als wij goed rondom ons kijken zien wij zulke vlaggenmasten overal op de top van de omliggende bergen, overal feest, overal dank aan de godheden. Onze Tibetaanse gids zegt dat die feesten rond 1juli plaatsvinden.
Deze boeddhisten eten vlees. Zij leven op zo'n grote hoogte dat ze genoeg vetten en vlees moeten eten om te overleven.
Zij eten evenwel geen slangen,vogels of kikkers. Want die kunnen uit reïncarnatie komen.
Het zou je kunnen overkomen dat je je moeder of je vader zou opeten. Dan kus je nog liever een kikker die prins wordt.
De Tibetanen onderscheiden drie groepen.
- De nomaden die met de beesten de graslanden afdwijlen. Ze blijven soms maar èèn week ter plaatse, soms twee weken soms een maand, soms langer.
- De boeren bewerken het land en kweken groenten
- De monniken die mediteren en helpen bij ziekte en overlijden.
Ze doen aan ruilhandel. De nomaden leveren vlees, vet , olie, wol voor dekens.... De boeren de groenten... De monniken het spirituele.
Wij trekken naar een dorp dat ons twintig eeuwen terug werpt in de tijd.
Tibet was toen bezaaid met kleine koninkrijkjes. Die bekampten mekaar om toch wat groter te worden. Er was een koninkrijkje dat altijd maar verloor. De burgers, teleurgesteld in de koning, wilden hem afzetten; ze gaven hem nog 1 kans. De koning had een droom. Hij zou zijn rijkje beschermen door een kruisgewijzemuur te maken. De muur werd opgetrokken met klei, keien en houten balken in de vorm van een kruis. Het koninkrijkje van het Achthoekig Kruis werd nooit meer verslagen.
Op die kleien muur van zeven meter lopen wij nu tweeduizend jaar later.
Binenin primitieve lemen huisjes met yakkak bestreken. Overal liggen die uitwerpselen te drogen. Ze worden daarna opgestapeld om in de winter te gebruiken als brandstof voor hun stoven.
Er zijn rennen om hun schapen en Yaks te houden, groentenhofjes, houtmijten.
Hun wc is uiteraard buiten: een muur in een lange u vorm |___| tegen een blinde muur. In die u-vorm op de grond een lange gleuf van 20cm.======. Kloppen hoeft niet want de deur doet het niet omdat ze er niet is. En als pittig detail die muren zijn van klei en yakkak gemaakt.
Wij gaan eten bij een plaatselijke farmer. Wij krijgen Yakthee, vers gebakken brood ( twee soorten wat harder en zachter-zonder zout) yakboter, yakkaas ( een wat grovere parmesan).
De boer prepareert voor onze ogen zijn tsampa. Hij doet bij elkaar in een kom: yakboter, yakkaas, Yakthee, een soort meel en suiker. Hij kneedt en hij kneedt en kneedt met zijn handen en maakt er lekkere kubussjes van.
Ons smaakt het prima. Een lekkere lunch. Een energiebom. Maar dat hebben wij wel nodig op deze hoogte.
Frauke laat weten dat Hoe Lang zeker een Chinees is. Maar ze vraagt zich af wie de vrouw is van van meneer Hoe Lang. Enig idee?
Vandaag gaat onze busreis naar Langmussi ( zeg langmusse - met de twee ss-en tegen de voortanden). Ruim drie uur rijden door de steppe op de hoogvlakte. De valleien soms breed, soms zich verdichtend tot bijna een v-dal. In de brede vlakte sporadisch een dorpje Vijfhuizen. Verder weg hier en daar tenten van de nomaden. Geen yoerten maar stevige partytenten met schouwtje erop. Nog sporadischer een groter dorp met zo te zien alle voorzieningen. Wij rijden op een fatsoenlijke baan met een behoorlijke drukte zoals het verkeer bij ons 's nachts. De zon is er weer maar het is zeer winderig zodat er af en toe een zandwind de kop opsteekt.
De bergen zijn hoog en afgerond daarachter in de verte de rocky mountains bestreken met sneeuw.
De Tibetanen mogen meerdere vrouwen hebben tot maximum vijf. Maar ze moeten wel hun lieven gaan zoeken in andere dorpen. Inteelt is nooit goed.
In zo'n dorp kan de Lama ( de abt zeg maar) kleine jongens komen uit zoeken en hen mee te nemen naar het klooster. Daar krijgen ze dus hun opleiding in het boeddhisme. Je kan altijd uittreden, het staat je volledig vrij. Maar er rust dan wel een schandvlak op de familie. Waar en wanneer hebben dat nog gehoord?
Het opperste voor de Chinezen is yin en yang. Dan zijn er de vijf basiselementen : water, vuur, aarde, hout en metaal. De jaartelling volgens de dierenriem volgt. Op basis van al deze gegevens kan elk geborene zijn kwaliteiten kennen. Bvb je bent Yang geboren in het jaar van de tijger en in de maand van het water.... Vijfhonderd jaar heb je ervoor nodig om het allemaal te begrijpen.
Ondertussen weten wij dat er naast de sectie van de Geelkappen de rood-, wit-en blauwkappen bestaan.
We hadden gisteren op 1 mei gedacht veel roodkappen te zien , maar net als bij ons niets te bespeuren.
Ondertussen : wie is de vrouw van meneer Hoe Lang. Ja, inderdaad mevrouw Wie Lang.
Julie zijn net als wij waarschijnlijk verbaasd over het inlijven van jonge monniken door de Lama. Wij zagen jongetjes in dieprode wijnkleurige pijen rondlopen. Jongetjes gelijkend op onze kleinkinderen Guus, Tuur en Tibbe en die zijn zes jaar. Schande? Onze gids van deze morgen vertelde ons dat niet de Lama de jongetjes rekruteert, maar dat hij wel op zoek is naar de reïncarnatie van de boeddha en zo op zoek gaat naar een nieuwe Dalai Lama.
Wij trachten hun cultuur en gewoonten te begrijpen. Het gaat er hier aan toe zoals bij ons. De ouders vragen aan de kinderen wat wil jij later worden en een aantal kinderen zeggen dan monnik. En ze treden dan in. Een hele eer voor de familie. Een monnik in de familie. Wij denken terug aan onze Tibetaanse gids in Xiahe die zei dat boer, nomade en monnik een drie-eenheid vormen. Ze ruilen alles wat ze hebben aardse en spirituele goederen. Ook de familie die de offergaven bracht...kaarsen, rijst, yakvet, en de maaltijd van de monniken daar in het klooster betaalden. Elkaar wederzijds steunen en delen in dit bestaan. Zijn wij in het westen ook terug niet op zoek naar nieuwe vormen van delen ....plukboerderijen, repaircafés, potlucks, coöperatieve banken, de transitiebeweging.
Er bestaan ook nuns en dus nonnenkloosters, maar die zijn niet zo dik gezaaid als de mannenkloosters. Er zijn vijf principes waar de monniken zich moeten aanhouden : niet doden, niet liegen, geen alcohol, niet
roken en geen seks. De vrouwelijke nuns en de monniken mogen elkaar niet aankijken en/of aanraken.
Het boeddhisme bestrijdt drie duivels : onwetendheid, hebzucht( verlangen), boosheid.
Je stelt je altijd nederig op tav de andere. Bvb.Je zal geen kwaadheid met kwaadheid bestrijden.
Wij hadden een zeer belezen gids deze morgen bij ons bezoek aan het langmusiklooster, weer geelmutsen. De gouden daken van de verschillende tempels gaan terug naar het feit dat Dalai Lama als hij reisde van het ene klooster naar het andere in een gele baldakijn vervoerd werd. De boeddhisten( wij spreken met opzet niet van gelovigen, want ze geloven niet in goden) dachten er goed aan te doen gouden daken op de tempels te plaatsen, terwijl dat door de innerlijke verrijking voor niets nodig was of is. Het is een traditie geworden. Want het zijn de Tibetanen zelf die alles betalen.
Nog een bijzonderheid. In deze streek is het de gewoonten dat de doden op een offerplaats hoog op de berg worden gebracht en daar in stukken aan de dieren worden geofferd. Gieren en andere dieren. Het vast geloof in de reïncarnatie ondersteunt deze rite. Veel toeristen willen die necropool zien en fotograferen. Wij kiezen ervoor om respect op te brengen voor de riten van deze boeddhisten en de doden in vrede te laten.
Wij slapen tussen twee kloosters in. Op die scheidingslijn staat een moskee,die recht voor ons staat als wij uit ons hotel komen. Een toren van vier verdiepingen. Symbolischer kan het verdraagzaam samenleven niet zijn.Een opengewerkte Pisaansetoren met de wenteltrap in het midden. Het dak mooie geglazuurde groene tegels. Een moslim geeft ons graag permissie om de toren te beklimmen. Nadat wij hem dat beleefd gehandentand hebben gevraagd. Het uitzicht op de twee kloosters is weer oogverblindend met al dat goud en zilver. Wij hebben nooit mensen gezien op de toren. Je ziet als je beleefd bent kom je overal.
De kleinste moskee telt 400 en de grootste moskee 1200 monniken.
De monnikjes van vier tot zestien jaar krijgen gewoon school en leren filosoferen en mediteren in beginstadium. Daarna begint het echte werk.
Het kan niet anders of er zitten conflicten in een dergelijke grote groep. Elke monnik heeft een persoonlijke coach( wij drukken het gemakkelijkheidshalve westers uit). Die coachen proberen de twistende monniken te laten inzien waar het schoentje wringt.
De monniken zijn geen pezewevers. Ze staan in het leven en lopen vrij rond in het dorp. Er is geen grote sier, ze wonen in armoedige huisjes, ze doen hun was in het bergriviertje maar ze lopen ALLEMAAL wel rond met een smartphone. Voor de Huwawei van Frieda halen ze hun neus op, chiquere merken hebben ze; maar geen sikkepit beter.
De kloosters zijn van hetzelfde type : de klassieke grote houten en metalen gebedsmolens rondom het domein van enkele kilometers. Binnenin de tempels, de eenvoudige woonvertrekken van de monniken. Stel je maar een groot dorp voor met straten veel nog met aangestampte aarde, hoewel de betonweg ook hier zijn intrede doet.
Wij zitten in Langmusi. Een voorname lamamonnik heeft in een grot ( lang mu si )lange tijd gemediteerd en in afzondering geleefd. Een tijger bewaakte de grot. De opgezette tijger doet dat nog altijd. Het is een echt bedevaartsoord. Wij wandelen verder door een spectaculaire kloof met nog meer meditatie grotten. Wij komen uit op een vlakte omgeven door statige bergen. Rust. Tijd voor meditatie. Geen geluid. Een valk op zoek naar zijn prooi. Dat wat het eerste klooster betreft
Het tweede werd gesticht door een geleerde Lama die alle geleerde boeken bestudeerd had en de vertaling in het Tibetaans heeft gemaakt. Het loopt omhoog tegen een bergkam.
Alle twee behoren ze tot Geelkappen.
De bedrukte wimpels en vlaggetjes zijn overal te zien. Een feestelijk stemming. Rood voor vuur, geel voor aarde, blauw voor lucht, wit voor wolken, groen voor gras. Geluksbriefjes worden op de bergtop uitgestrooid en door de wind meegenomen vallen ze als sneeuvlokjes op de rug van de berg. Een gelukssneeuwtapijt. Tot meer eer en glorie van de goden, want wat op de briefjes en wimpels is gedrukt, is voor hen bestemd.
Onze gids is correct en streng in de leer en zegt dat dat gebruiken van volkse devotie zijn en dat die ingeslepen zijn in het boeddhisme. Want het boeddhisme kent geen goden en laat zelfs een god in het diepst van je gedachten niet toe.
Bij al dat moois verkeert Joos in hogere sferen zodat hij niet meer let op aardse beslommeringen en laat achteloos zijn fototoestel achter bij de filosofietempel.
Maar het vlees is zwak en daarom eten wij weer lekker Chinees. Vandaag in een moslimrestaurant yakmeat met paprika, noedels van de bovenste plank, Momo's. Soms floept er nog iets van tussen de stokjes, maar slurpen mag. Voor 6 à 7 euro heb je je al behoorlijk dik gegeten.
Soms laat je wel verleiden door een lekker westers eitjesontbijt.
Wij verplaatsen ons naar Songpan in hogere sferen. De hoogte varieert tussen de 3500 en 3700 m. De hoogvlakte kilometers breed. Grasland waar de Yaks de baas zijn. Nomadententen. Bereden paarden om de kuddes te overschouwen. Maar ook de ruiters op moto's brommen op de (vroegere!?) bergpaadjes om de kudde bijeen te drijven. Dan weer kloven waar de Yaks als berggeiten opklimmen. De besneeuwde toppen van nog hogere bergen in de verte, het Himalaya gebied veronderstellen wij. Alleen Yaks en nomaden overleven hier.
Wij naderen Songpan. Grote bruggenwerken, hoog boven de begane grond, zijn aan de gang, kilometerslang. Zeg maar de brug van Vilvoorde op de Brusselse ring maal 300. De dorpjes voor Songpan liggen onder het stof en onder het mastodontische materiaal voor zo'n gigantische bouwwerf. Wij veronderstellen dat er nieuwe spoorweg wordt aangelegd. Of zou de betonmanie hier ook toegeslagen zijn. In sommige dorpen zouden wij niet kunnen overleven. En de Chinese regering deinst er niet voor terug om op te ruimen wat in de weg staat.
Wij weten niet wat wij moeten hopen of de Chinese regering deze mensen uitkoopt en naar de stad overbrengt of ze in as en stof te laten vergaan.
In elk geval proberen ze nu al de nomaden in wat kunstmatige tentendorpjes te concentreren, of erger nog, ze naar stad te lokken omdat de yakteelt vervuilend zou zijn. De nomaden krijgen dan in ruil woning en graan. Quid?
Songpan is een ommuurde stad. Denk aan Carcassonne maar dan vlak.
De stad binnen de muren brandde af in 1998 en is als origineel terug opgebouwd. Nagemaakte antiek verkoopt ook goed. Binnenin wemelt het van een gezellige drukte. Winkeltjes, restaurantjes, cafeetjes. De plaatselijke mensen die met een borsteltje een truffelachtig zwart peenworteltje van 2 à 3 cm wit tovert. Wij kunnen niet achterhalen welke lekkernij het wel kan zijn. Er zijn zeker vijftig stalletjes waar drie of vier mensen vrolijk kuisen. Proeven kan niet dus toch maar niet kopen.
De stad heeft drie mooie toegangspoorten met de typisch Chinese wachttoren. Ook twee overdekte elegant versierde bruggen over het riviertje dat door de stad loopt.
Wij zoeken tevergeefs naar wat in onze boeken stond: een levensgroot standbeeld van Mao. Van zijn sokkel gevallen?
Wij smullen nog van zoete taartjes en keren naar ons hotel( dit keer een backpackers hostel uit het boekje van de trotters) terug.
Voor de eerste maal trekt de hemel dicht en dreigen de wolken. Regen hangt in de lucht.
De nacht verdreef de wolken. De morgenzon is helder. Wij noteren voor vandaag 21 graden.
De yakmeat is het topje van de culinaire geneugtes. De kleine open vrachtwagens liggen vol met opeengestapelde vleeskarkassen. De versnijdingen gebeuren in open lucht. Ingewanden en ander vlees worden in waterbassins ( waarin wij als klein kind nog in gewassen werden) schoongemaakt. Aan vleeshaken hangen allerlei soorten delen van het rund. Alles in open lucht. Aan de haken hangen gevilde yakballen ( of testikels in het beschaafd) te drogen. Eens iets anders dan gehaktballen.
De bruggenpijlers van gisteren worden via een ingenieus systeem voorzien van het bovenliggende wegdek. Een grote bak van pijler naar pijler doet dienst als bekistingssysteem en wordt volgegoten met beton. Eens gedroogd gaat die grote bak op eigen kracht verder naar de volgende pijler. Fantastisch die ingenieurs uitvinders.
Nog van gisteren : het truffelworteltje heet Warm Grass. En is goed voor mannen. Maar dat hebben wij voorlopig niet nodig.
Dus bij die 21 graden vertrokken wij naar de hoogste waterval van gans Azië. Wat wij zagen was een ballet van waterpartijen die klein meertjes vormen en elkaar feeëriek opvolgen. Zilveren waterpareltjes dansen naar beneden omgeven door een zachte ruisende melodie. Dan weer stort een grote zilveren paardenstaart zich trapsgewijs naar beneden.
Plantaardig materiaal zoals bomen, planten, takken en bladeren in het water maken dat samen met de oplosbaarheid van kalksteen kalkafzetting gevormd wordt. De kalk hoopt zich op en op die manier worden de kleine meertjes vormt. Wij zien kleine blaasjes op het water, koolzuurgas en dat maakt de kalkafzetting mogelijk. Wij gaan jullie de afmetingen van deze murmelende schoonheid besparen. Maar weet dat alles in China bigger is. Deze site is nog niet zolang ontsloten en de bewaker vertelt ons dat in het park achter de waterval beren zitten, geen lieve pandaatjes maar echte van een kloek formaat. Gelukkig dat er bewakers zijn. Ja, ook wij zijn ordinaire toeristen. Met de vraag of wij geen ecosystemen komen beschadigen.
Wij bezoeken nog twee Tibetaanse kloosters. In een tempel zijn monniken oud en jong ( onze zesjarigen) de trom aan het roffelen, de cimbalen aan het slaan, de jachthoorn aan het laten burrelen, samen gebeden prevelend in een ritmisch geheel. Het decor van deze tempel is (zoals al de anderen) kleurrijk met slingers, met lampenkappen, met vlaggen, met ontelbare kleine boeddha's in vitrinekasten, met de geleerde boeken in zijde ingepakt of tussen houten planken op schappen gelegd. De monniken mogen deze boeken uitlenen. Het blijft mystiek en mysterieus. Je zou er van in tranche geraken. Toch goed gelet op onze twee overblijvende foto-apparaten.
Ook voor de eerste keer een foto van de Dalai Lama in een tempel gezien. In de tempels is voor hem ook altijd op het hoogste niveau een troon voorzien, die weliswaar nooit bezet wordt. De dames mochten in deze tempel niet binnen.
Tot slot lopen wij rond in een Tibetaans bergdorp. Te betreden via een versierde bewimpelde en bevlagde brug over het bergriviertje.
Dit is een zelfbedruipende gemeenschap. De jonkiegeitjes blèrend in de ren voor het huis. De zwarte varkens lui liggend op de weg, helemaal geen geknor bij zoveel gelukzaligheid, kippen en hanen vrij van alle zorgen. De huizen zijn mooi uit hout opgetrokken. Wij zien arbeiders dikke bomen ontschorsen. Wij zien vrouwen en mannen in rijtjes op de heuvelende rug van de berg het land bewerken.
In de kleuterschool lachen de kinderen eerst verlegen en zeggen dan Ni Hao en als we weggaan wuivend byebye. Hun kinderboekjes zijn even aandoenlijk: paard, Yak, kip.Wat doet de haan.. ...kukeleku.
Wat moet er nog meer zijn om gelukkig te zijn. Of is dit onze roze bril.
Wij rijden door een zeer scherpe v-kloof naar Chengdu. Ruim tweehonderd km naast de haastige en opbotsende bergrivier. Meer plaats voor de rivier en een tweevaksbaan is er niet. Het is een drukke verbindingsweg en onze chauffeur moet op de tippen van zijn pedalen rijden. De uitzichten op de steile bergen zijn soms kaal en zanderig dan weer groen bebost. Heuvelende kronkelende bergen. Majestueuze uitzichten. De laatste tachtig km naar Chengdu zijn er ontelbare tunnels door de bergen gegraven; velen langer dan vier km. Licht en donker wisselen.
De stad kondigt zich aan langs brede, maar vooral groene lanen. Het groen verbergt de ontelbare flatgebouwen. Modern en fris onderdak biedend aan 10 miljoen mensen.
Wij vallen omlaag van 2900m in Songpan naar 530 in Chengdu. Wij noteren 31 graden. Maar ( de eerste ) regen wordt voorspeld.
De naam Chengdu is nu al een paar keer gevallen en natuurlijk verbinden jullie die naam met het park van de lieve pandabeertjes. Maar dat is voor morgen.
Chengdu ligt in de provincie Sichuan. En ja , nu je het zegt, de provincie werd in 2008 getroffen door een grote aardbeving met 80.000 doden, waaronder veel schoolkinderen.
En voor de specialisten : Chengdu was het laatste bolwerk tegen de invasie van de Japanners in de tweede Wereldoorlog en redde zo China. Een Amerikaanse luchtbrug heeft voor de nodige logistieke ondersteuning gezorgd. En zo mee de oorlog in een beslissende plooi gelegd.
Daarna was er ook verzet tegen Mao en de zijnen, want de nationalisten waren aan de macht.
Een verzetprovincie bij uitstek omdat ze hun eigen baas wilden zijn. Werkers, denkers en doeners.
De inwoner Deng Xiaoping begon hier met de ontbinding van de volkscommmunes en liet privé-bezit toe als ideaal voor persoonlijke verantwoordelijkheid. Deng als latere baas van China legde de ommezwaai op in gans het land. Vandaar het huidig Staatskapitalisme.
Meer idyllisch is de naam die stad kreeg. In de derde eeuw voor Jezus : " Volmaakte Hoofdstad"
De provincie Sichuan heet " Vier Waterlopen" en oeps je kent er weer eentje van, van het spelletje dat je meermaals gespeeld hebt : yangtze. Naast de Gele rivier de tweede grootste.
In deze grootstad zal het wellicht niet voorkomen, maar in de Tibetaanse dorpen werd Joos zijn ijdelheid meermalen gestreeld toen plaatselijke schonen met blozende kaakjes vroegen of ze met Joos op de foto mochten. Toen daarna oudere dames en heren dat ook vroegen en Frieda erbij wilden was de egoschade niet te overzien.
Beloofd is beloofd. Hoewel veel diersoorten met uitsterven bedreigd zijn is de panda de meest bekende. De metafoor voor al wat aan het verdwijnen is.
Het WWF symbool heeft de panda's wereldberoemd gemaakt. Het komt ook wel omdat ze zo aaibaar zijn. Ze kunnen net als kinderen gek doen, glimlachen en speels zijn. Ze zijn nog met weinig. Maar goed nieuws, gisteren is er een jonkietje( wij zijn met Hollanders op stap) geboren. De eerste acht dagen zijn van levensbelang en worden ze gevoed met de papfles en allerlei ingewikkelde preparaten,om de spijsvertering en de darmen op orde te krijgen. Het baby'tje kregen wij niet te zien. Het is al een wonder op zich dat er eentje geboren wordt. De sexuele appetijt is niet aan de mannetjes besteed ( hoewel schattig zo'n pandavrouwtje). Bovendien zijn het Napoleonnekes, die mannen. Echte mannen weten waarom. Wij hebben aan de directie van het pandapark voorgesteld om ze toch naast bamboe Warm Grass van Songpan te geven.
Je kan je het fotogeklik voorstellen als atwee groten wat zitten te dollen, als er eentje rustig op zijn gat bamboe zit te smullen, als er twee jonkies in de boom hangen te hangen, als er een languit ligt te slapen met zijn poot onder zijn kop, als er eentje glijbaantje speelt van de bamboestruik, als er eentje hoog in de boom te bespeuren valt....
Schattig allemaal. Wit en zwart op zijn best.
Maar er waren ook "red" panda's. Kleiner, bruin van kleur en snoetje van een poes. Minder bekend maar even schattig.
Ook wij maakten honderden foto's. En nu maar wissen.
Wij eten lekkere noedels en begeven ons naar het "renmin gongyuan"park of gewoon, zoals het hoort , Het Park van het Volk. Er was een volkje bijeen in dat park met schaduwrijke theehuizen, met prachtige bloemenperken, met vijvers. Maar vooral de ontspannen ambiance. Orkestjes die de plaatselijke zangers en zangeressen begeleiden; die kregen bij het begin elk liedje (plastiek) bloementuiltjes van de mensen als blijk van appreciatie. Wij konden niet achterblijven tot groot jolijt van de Chinezen.
Wat verder waren ze de klassieke oefeningen aan het doen op ritmische muziek. Wij daartussen. Gratis amusement voor de Chinezen.
Wij mochten ook even badmintonraketten lenen. Applaus verzekerd. Joos kon er nog altijd eentje vanachter tussen zijn benen terugslaan.
Er was ook een huwelijksmakelaarsmarkt. Op papieren werden de kwaliteiten van respectievelijke man of vrouw aangeprezen. Wat dacht je, Joos is achter zo'n papiertje gaan staan. Hilariteit.
Je kan overal met hem komen,maar...
En om een persoonlijk probleem van hem op te lossen ( waarom moet die tv altijd zo luid staan) heeft hij zijn oren laten kuisen. De oorkuisers hebben in dit park goed te doen. Vele Chinezen laten dit doen.
En van al die gekkigheid zijn wij gaan uitrusten in een heerlijk theehuis met een theetje van kwaliteit.
Gisteren sloten wij de dag af met de plaatselijke specialiteit: Hot Pot.
In de tafel is een gat uitgespaard en daarin brandt een gasvuur. Ze brengen een pot met lekkere kruiden en veel pepertjes in een bouillonsaus. Rood van kleur. Lekker hot. Wij kiezen voor konijn om dat in die saus te laten sudderen. Er worden nog bordjes bijgeschoven met lekkers ( wat het was ? toch iets van konijn) maar heet, heet.. En dat wij dat allemaal al met stokjes kunnen eten. Ongelooflijk.
We stegen met een zucht naar boven in de lucht, wij zaten zo gezellig in ons vliegtuigie. 's morgens in de vroegte om 4 uur 40 in de lobby van het hotel en 800 km verder aankomen in Shangri-la op opnieuw 3160 m hoogte om 9uur.
Shangri-la is een begrip. Een reiziger-avonturier, een schrijver, een cineast. De reiziger (Rock)kwam hier in de hemel terecht en beschreef hem. De schrijver (Hilton) schreef op basis daarvan een roman(1933)- Lost horizon. De cineast (Capra) maakte de film met dezelfde titel. Een mythe werd geboren. Een ideale wereld. Een paradijs. De bewoners leven in vrede samen volgens ecologische principes in èènheid met de natuur. Bovendien beschikten zij over het eeuwige leven dankzij een elixir. Dus werkelijk de hemel.
Een hype is gecreëerd. Velen gingen op zoek naar Shangri-la. Vele plekken in China, die hoog in de bergen besloten lagen, probeerden zich de naam toe te eigenen. De Chinese regering heeft beslist dat Zhongdian zich de naam Shangri-la mocht aannemen. Hier zou voortaan het paradijs en de hemel zijn. Vanuit het vliegtuig kunnen wij er ons iets bij voorstellen: kanjers van bergen, besneeuwde pieken, dorpjes gezaaid in de diepe valleien.
En voor de afwisseling ligt het dorp aan de voet van een Geelkapklooster, hoog op de heuvel. Tweehonderd Tibetaanse trappen. En zelfs op deze hoogte trappen wij niet op onze adem.
De hoofdtempel met kleurrijke vlaggen, wimpels en fresco's imponeert ons opnieuw. De Boeddha's lachen of bekijken ons ernstig.Wij krijgen van een monnik wierrookstokjes toegestopt. Devoot wandelen we de tempel rond in een geurende sfeer. Buiten offeren wij stokjes in een zandbakvat waar ze zachtjes verder geurig opsmeulen. " Moeders bewieroken mag vandaag " nietwaar Katrien.
En dan staan wij voor de grootste gebedsmolen van de wereld ( van de hemel weten wij het nog niet). De gebedsmolen is een lookalike aan de watertorens in ons land bvb die van Puurs. Maar dan in vernist goud rondom om. Zowel de stam als de koepel. Een aantal bedevaarders nodigen ons uit om de molen mee te laten draaien. Want je moet wel met tien mensen zijn om die molen draaiende te houden.
Het authentieke dorp is tweemaal afgebrand. De laatste keer in 2014. En in een kleine twee jaar staat dat authentieke dorp met zijn mooi gedecoreerde houten voorgevels er bijna volledig weer. Maar geen authentieke bewoners meer te zien. Wel veel kooplui en eettenten die ons willen verleiden. Het ene na het andere. Dit is alles behalve hemels of paradijselijk. Wel het moderne koopparadijs. Wat deed Jezus met zulke lui in de tempel.
Welaan, Geelkappen verdrijf de kooplui uit de buurt van uw tempels. Jullie bestrijden toch de onwetendheid en de hebzucht en voor èèn keer: gebruik kwaadheid en boosheid. Weg met die sjacheraars, weg van die mooie introverte tempels. Doe het.
Doe het Boeddha ter ere.
En dat het volk lokt. Iedereen wil in het paradijs komen. En met teveel in het paradijs is ook niet goed.
Wij toeristische consumenten. Wij, wij ook dragen bij tot de Lost Paradise.
Misschien morgen, nog hoger in bergen zullen wij alleen zijn met de wolken dicht bij de hemel. Want daar verkopen ze geen nep gouden lepettjes.
Vandaag toch nog troost. Aan de voet van het klooster, in het museum van de revolutie, wordt de Lange Mars ( 1934) geëvoceerd. Mao en de zijnen moesten hier in deze streek over bergen van meer dan 4000 m met de steun van de Tibetanen. Leuzen als : The Red Army is the people's Army. The Red Army is the Army of the poor. The Red Army is the liberator and savior of the poor and oppressed. Then thousend heats to the Red Army.
Dat kan tellen nietwaar.
Gegroet
Joos en Frieda
P.S. De regen zou wel willen, maar de wolken willen nog niet mee.
Gisterenavond hebben weer eens uit een pruttelend potje gegeten. Wij vroegen dit maal voor een zachte versie, niet teveel pepertjes. Alle soorten groenten pruttelen in een pot midden op tafel. Lekker kippenbilletjes erin, varkenslapjes, garnaaltjes, paksoi, sla, komkommer. En dan maar vissen. Kommetje rijst erbij. Veel trager eten doen wij. Maar lekker, heumm, heumm.
De typische dansen worden elke avond ten beste gegeven op het grote plein voor de tempels. De toeristen worden uitgenodigd om mee te doen. Houterig doen wij een poging. Dat noemt men gelukkig zijn.
Op weg naar ons hotel laten wij ons verleiden om een Rockcafé binnen te gaan. De foto's Lennon en Yoko, bob Marley, bob Dylan lokken ons naar binnen. Een bandje brengt Chinese pop. Nog meer foto's aan de muur van westerse stars. Wij vragen "The times they are a changin" aan, maar zelfs deze jonge lui verstaan geen Engels. Wat wij van hen niet verstaan hadden, was dat ze entreegeld vroegen voor dat bandje. Wij vielen bijna achterover van de rekening. Nochtans maar lekkere thee gedronken. Maar als halve boeddhisten namen wij een Zen houding aan.
Na een lekker westers ontbijt ( ook wij hebben onze zwakheden) beginnen wij aan een fikse wandeltocht. Niet de hoogste bergen maar de heilige bergen rond Shangri-la. De uitzichten op de besneeuwde toppen blijven fascineren. Wij passeren tempels en tempeltjes en stoepa's. Er is zelfs een "tempel van de honderd kippen". Drie monniken gingen met de kippen op stok, hoewel er èèn monnik nog jong was. Een fraai zicht al die kippen vrij rondlopend aan de tempel.
De belletjes aan de tempels en de gebedsmolens zijn ook overal aanwezig. Zulke belletjes met een boodschap op een kartonnetje aan de klepel vastgemaakt was een zeer leuk cadeautje toendertijd te verkrijgen in Oxfam Wereldwinkel.
Wij wandelden verder door dennenbossen en merken op een bepaald moment een speciaal laag gebouwtje. Blijkt dat een graftombe te zijn. Wij horen gebeden prevelen en veronderstellen dat er een begrafenis aan de gang is. Wij zijn zonder het te weten op een grafheuvel terecht gekomen en zien nu overal graftombes. Er hangt een luidspreker in een boom waaruit die gebedjes komen. Oef, wij verstoren geen intieme plechtigheid. Dit is weer zo een plaats waar je voor altijd in vrede zou kunnen rusten.
Wij omcirkelen Shangri-la. Een pracht van een wandeling. En wij zijn ons bewust hoe mooi het hier wel geweest was. Het stadje is niet meer intiem genoeg. Jammer. Maar de toeristen zullen komen. Wij genieten van de omgeving buiten de stad.
Buitengewoon aan de stad is dat er zoveel bevolkingsgroepen vredevol samenleven : Tibetanen, Huimoslims, Naxi, Yi, Lisu, Pumi, Bai en ja ook nog Chinezen. Sommigen zijn aan hun potskes te herkennen.
Wij proefden de elixir van deze streek en ontdekten dat niet het verlangen naar het eeuwig leven van belang is maar zoals Herman de Coninck dichtte : "er is nu, en dat moet je zien"
Van Beijing en de Chinese schrifttekens weten wij dat wij in een tijgerjaar geboren zijn. Echte tijgers dus. Dat kwam ons vandaag goed van pas. Wij wandelden ruim 15 km door de "tiger leaping kloof". En maar klimmen geblazen bij een temperatuurtje van +- 28 graden. 700m hoogteverschil overbrugd. Over ezelpaadjes klauterend. Keien schots en scheef. De afgrond naast ons diep naar beneden. De sneeuwbergen schieten in pieken omhoog. De zon ongenadig. Scherpe V-dalen. Af en toe op deze hoogte dorpjes van de Naxi en de Li. Wij hebben de Tibetanen verlaten.
De Yangtze diep beneden in groene kronkelende slangenbeweging. En juist als wij al tevreden zijn van onze klimprestaties volgen er nog 28 stenige haarspeldbochten. Nee niet de mooie ban van Alpe d' huwez maar een nijdig keienpad.
Shangri-la van de verloren horizont, van het herwonnen paradijs is hier en nu.
Het is lastig klimmen. Gelukkig hebben we genoeg water en een ruime picknick mee. Zoals de coureurs op tijd eten om geen inzinkingen te krijgen. Echte lastdierezels zijn wij. Maar ezels met een tijgerhart komen er wel.
De afdaling is heerlijk en in de schaduw van de bomen en loopt afdalend langs de flanken van de verschillen bergruggen. De ondergrond is zacht en niet rotsig. Een tempootje dat er wel mag zijn. Wij bekomen in een theehuis. Wij drinken icetea.
De tijgersprongkloof is de diepste van China. Die tijger was wel bij de pinken want hij sprong over Yangtze op het smalste punt van de kloof. Een wereldrecordsprong van 30 meter. De jager kreeg het nakijken.
Op deze hoogte is de kloof en de Yangtze beschermd. Beneden de 1700 m niet meer. Wij kennen allemaal het drama van de waterkrachtcentrale en de verhuis van 1 miljoen mensen lager in het dal. Steeds weer yin en yang. Ook vanuit het paradijs houden wij onze ogen gericht op de wereldse mankementen.
Wij slapen in een hostalletje voor backpackers : hostal Half Way. Een houten intieme constructie van een aantal kamers met houten trappen naar drie verdiepingen. Denk aan een aaneenschakeling van houten chalets. Het ruime terras aan de afgrond biedt een spectaculair panorama.
Maar wij zijn al over halfweg. Want morgen wandelen we maar 3 uur om ons dan naar een andere plaats te begeven. Ma.w. De kloof is langer.
Ze serveren ons hier eten van de bovenste Chinese plank. Op een draaitafel zodat iedereen zich gemakkelijk van de verschillende schotels kan bedienen. De Chinese keuken is zeer lekker en heeft weinig te maken met de Belgische Chinees ( want die baten nu friturend uit).
Het dondert en bliksemt in de bergen. Een stortbui stort zich over ons en in de diepte, de Yantze voedend. Wij zitten gelukkig ( ja, gelukkig) binnen.
Als het van de Chinezen afhangt wordt de tijgersprong een olympische discipline. Veel volk komt er naar deze legende kijken; èèn van de toeristische topattracties van China. Dus vele supporters gegarandeerd.
Het was bovendien goed aangelegd met vele,brede, steile trappen tot aan de bruisende rivier. De stenen tijger was nog niet over de rivier geraakt. Hij waakt onbewogen over de kloof.
De kloof is zo spectaculair omdat naast de rivier twee bergen van meer dan vijfduizend meter omhoog rijzen. De Haba sneeuwberg maakt deel uit van het Himalaya-gebergte. Van zijn opponent zijn wij de naam vergeten.
Voor wij dit schouwspel konden aanschouwen, hadden wij al ruim twee uur gewandeld op de flanken van de bergen. Meestal dalend, soms een steekse klim. De afgrond adembenemend naast ons. Soms op paadjes van 50 cm. De panorama's en foto's werden begrijpelijk uit stilstand (waar)genomen. Ook adembenemend.
Gisteren nog vergeten te vermelden dat toen wij al een eind goed aan het klimmen waren en met het gedacht dit varkentje gaan wij gemakkelijk wassen, volgden er nog 28 haarspeldbochten. Na twee bochten moesten wij uitpuffen en op adem komen. ( misschien hebben we dat gisteren al in de mail gezet. Maar onze account was geblokkeerd en wij weten niet wat er verstuurd is. Met mijn alomgekende technische knobbel heb ik dit kunnen oplossen, tenminste als je nu de mail aan het lezen bent)
Door dit prachtige landschap rijden wij naar Lijiang ( was ook genomineerd voor de naam Sangri-la)
Er was er vandaag eentje jarig en dat hebben in de namiddag in een trendy gelegenheid gevierd. Een reuze grote taart. Licht en lekker. Maar een groot stuk vult ook goed. Verschillende spelen: biljart. Kickervoetbal, darts.... Dus een echt feestje.
's avonds (na de technische ingrepen) verkennen wij het oude naxistadje. Wij knipperden met onze ogen. Maar dat vertellen we morgen weer meer over.
" ....vrouwen aan de macht........en als ze lacht is er even wereldvrede ..." zingt Klaas Delrue. Die vrede was er bij de Naxi in Lijiang. Dit volk kwam uit Tibet en verplaatste zich in zwarte tenten (= Naxi). De samenlevingsregels werden bepaald door het matriarchaat. De vrouwen aan de macht. De man als die huwde bleef bij zijn moeder wonen. Maar moest wel bijdragen aan het gezin van zijn vrouw. De erfenis ging naar de meisjes. Tegenwoordig noemen ze deze mannen " woessies, deppen, nerds. Jammer, want door het ego en haantjes gedrag van de mannen is er nu geen wereldvrede.
Het oude stadscentrum van Lijiang kan je maar betreden via een pascontrole (werelderfgoed). In je internationale paspoort is er een toegangsticket, dat ten alle tijde door de politie kan opgevraagd worden. Deze streek is Chinees cultureel erfgoed en dat wordt op deze manier beschermd. Hier staan hekken voor een goed doel.
Maar wij gingen bij gisteren aanknopen. Nog even wachten.
Wij maakten vandaag een fietstocht naar het meer bij Lijiang. Zoals gewoonlijk liggen meren in het dal. Maar wij moesten eerst een nijdige klim van kilometers lang overwinnen. Frieda reed in haar gele T-shirt. De gele trui kon ze behouden, want zonder verpinken en afstappen kwam ze als eerste vrouw boven, vierde als je de mannen meetelt. Op terugweg deed ze nog beter en kwam ze als tweede boven. Toegegeven Joos werd pas derde, weliswaar met een slechte versnelling. ( ja, als je excuses zoekt).
Het meer was prachtig; een Hollander heeft hier een rozenpark aangelegd in de stijl van het Keukenhof net voorbij Den Haag. Nu weten wij uiteindelijk hoe echte rozen ruiken. Heerlijk.
De velden worden hier nog bewerkt zoals bij ons vijftig jaar geleden. Meestal vrouwen met een Maopet op, die kleine driewielkarretjes vooruit trappen met een grote last van granen, grassen,groenten.
Zelfs Adobe-blokken vervoerden ze op deze manier. De adobehuizen waren nog in opbouw. Authentiek.
Ontelbare opgetuigde paarden lopen met de Chinezen op hun rug tot aan het meer en in de omliggende bergen. De Chinezen houden er erg veel van om vervoerd te worden op een gemakkelijke manier. Dit paardrijden wordt een grote toeristische attractie.
Wij komen toe in een Naxi- dorp bezijden Lijiang. Wij lunchen er overheerlijk. Vis, kip, tofu, gewokte groenten allerhande en in sausjes bereid zo dat het water je in de mond blijft staan. Not to hot, not to spicy.
De bruggetjes , de smalle waterloopjes, het intieme dorpje doet aan Brugge denken. Ze noemen Lijiang ook het Venetie van Hunan (een provincie van China).
Wij leveren onze fiets in vlakbij een groot standbeeld van Mao. Het is het eerste standbeeld van Mao dat wij zien. En opmerkelijk genoeg, de laatste drie dagen hebben wij veel beeltenissen en foto's van Mao gezien in eenvoudige cafeetjes, restaurantjes en winkeltjes. De gedachte van Mao leeft hier nog. De blauwe kieltjes en dito petten ontgaan ons niet.
Gisterenavond. Wij begeven ons naar de oude stad. Op het grote plein een dansgroep in traditionele klederdracht. Het publiek laat zich niet onbetuigd en doet lustig mee. Op een riviertje draaien twee grote watermolens. De zadeldaken met uitstekende versiersels op de hoeken vleien zich in etages tegen een bergflank. Idyllisch. Wij slaan een klein straatje in en volgen een riviertje. Aan de ene kant winkeltjes van allerlei slag, aan de andere kant opeenvolgende gelagkamer waar live en luid muziek gespeeld en gezongen wordt. Glitter en glamour in duizendvoud. Tussendoor grote BBQ eettenten waar je kan aanwijzen welk vlees,kip, wormen of insecten je wil eten en met welke groente. Ook verschillende soorten paddenstoelenspiesjes.
Nauwelijks door te komen. Chinezen blij in topvorm. En dit gaat maar door en door, ruim een kilometer. Wanneer wij ons uit het gewoel willen terug trekken, en naar de bovengelegen straat gaan, letterlijk hetzelfde liedje. Nog hoger wordt net rustiger. Een koppeltje in trouwoutfit laat zich van zijn beste kant fotograveren. De oude huizen als decor. Wij verzoenen ons, want dit is schoon zonder te suikerig te worden. In de kringloop van de straatjes en watertjes raken wij de weg kwijt. Wij moeten terug naar de drukte. Lijiang, het Brugge van China. Alleen hier lopen nog veel meer Chinezen rond!
Gegroet
Joos en Frieda
P.S. Van die technische knobbel is natuurlijk een grapje.
Het beeld van de Chinezen op hygiënisch vlak dat wij hebben, is niet zo fraai. Rochelaars, spuwers, boeren, windenmakers en dat allemaal in het openbaar.
Wij willen dit beeld nuanceren. Het komt nog voor, maar ze hebben westerse manieren geleerd. En als er dan toch zo eentje begint te rochelen gevolgd door spuug, maak je je snel uit de voeten. Maar een fluim zoals Völler die aan Rijckaart gaf, perfect recht in zijn gezicht, hebben wij hier nog niet gezien. En de antwoordfluim van Frenk was ook niet mis. Rood voor beiden. Nederland weg uit Italië- 1990. M.a.w. De westerlingen kunnen er ook iets van.
Zeker en vast beterschap voor de Chinezen.
De openbare WC'S zijn vaak nog primitief. Een lokaaltje met drie of vier muurtjes op heuphoogte. Een gleuf van 30 centimeters om daarin je kleine en grote behoeften te deponeren. WC papier moet jezelf bij de hand hebben. En na de gedane boodschappen kan je de papiertjes in een mandje deponeren. Zedig dichtgevouwen natuurlijk. Als je dan gezeten bent tussen de twee muurtjes kan je je buur niet zien. Gelukkig geen gênante toestanden tegengekomen. Zelfs in restaurantjes of andere gelegenheden word je verwezen naar het openbare toilet.
Trouwens op de hotelkamers zijn het westerse WC's,of in cafeetjes doe je hetzelfde in de mandjes. In de cafeetjes op zijn Frans, in de hotels op zijn Belgisch. Maar papier niet doorspoelen in het WC. Kijk, in Istanbul stond er geen mandje, maar een emmertje met water. Wat moet je dan doen?
Erger is het probleem met de wegwerpcultuur. Overal liggen lege plastiek flessen, plastiekzakjes, plastiek tout court, blikjes, allerlei rotzooi. Ofschoon er op verschillende plaatsen afvalbakjes ( gescheiden rest en recycleer) staan, laten ze alles vallen waar ze staan. Als de overheid niet ingrijpt wordt het een rommeltje van me-kan-niet-meer. Want de Chinezen zijn massaal in eigen land aan het reizen. En ze zijn met velen.