Spanje, golfland: Campoamor september 2013, Cartagena
Cartagena is een havenstad, aan de Middellandse Zee, regio Murcia, met 176.000 inwoners.
De natuurlijke haven is de belangrijkste marinehaven van Spanje, met grote moderne dokken, werven, een arsenaal en een torpedofabriek.
Ook is de stad handelshaven, met export van de in de omgeving gedolven lood -, ijzer -, zink - en pyrietertsen en landbouwproducten.
Er is import van ruwe olie voor de raffinaderij van Escombreras. Een grote chemische fabriek verwerkt pyriet en fabriceert verder o.a. superfosfaat. Voorts zijn er hoogovens en metaal industrie.
Voor een bezoek aan Cartagena zoek je best een parkeerplaats aan de vissershaven. Van daaruit ben je op een kleine wandeling aan de haven en het begin van de excursie.
Tips voor deze stedentrip vind je op de site http://www.stedentipsvoortrips.nl/spanje/cartagenakaart.htm
Onze trip legden we vast in de volgende fotoreportage:
Camara Oficial de Comercio Industria y Navegacion
Vismijn
Toerismebureau
Ingang Romeins theater
Romeins Theater
Stadhuis
Woning geïnspireerd op architectuur van Gaudi
Oude molen
Zicht op de oude vestingswallen met in de voorgrond een militair hospitaal
Casa Batllo ligt aan de Passeig de Gràcia (Paseo de Grácia), het nummer 41. Het huis werd oorspronkelijk gebouwd tussen 1875 en 1877. In 1900 werd het opgekocht
door de rijke industrieel Josep Batlló i Casanovas die de opdracht gaf aan Gaudí om het oude pand af te breken en te vervangen door een nieuw huis.
Van 1904 tot 1906 werkte Gaudí aan de nieuwe gevel en dak. Hij voegde ook een extra verdieping toe en paste het interieur grondig aan.
De gevel van het Casa Batlló is gemaakt uit zandsteen bedekt met kleurrijke trencadis (een soort Catalaanse mozaïek).
Typisch voor Gaudí worden rechte lijnen waar mogelijk vermeden. De eerste verdieping heeft onregelmatig gevormde ovalen ramen. Balkons op de
lagere verdiepingen hebben balustrades in de vorm van beenderen en de balkons op de hogere verdiepingen lijken op stukken van doodskoppen. Deze
eigenschappen gaven het huis de bijnaam Huis van de Beenderen. De grote ramen op de eerste verdieping gaven het nog een andere naam: Huis
van de geeuwen.
Het kleurrijke geschubde dak lijkt op de huid van een reptiel. Volgens sommige kenners van Gaudís architectuur stelt het dak een draak voor. De
kleine toren met een kruis zou het zwaard van Sint Joris voorstellen dat in de draak steekt. De beenderen en de doodskoppen aan de gevel stellen de
slachtoffers van de draak voor.
Het interieur van het huis is al even fascinerend als de buitenkant. Nogmaals vermijdt Gaudí het gebruik van rechte lijnen wanneer het maar mogelijk
is.
CasaMila
(1906-1910) is een appartementengebouw van architect Antoni Gaudí en het is een van zijn bekendste werken. Het gebouw werd opgetrokken onder het mecenaat van de adellijke familie Milà. Casa Milà ligt aan de Passeig de Gràcia (Paseo de Grácia), het nummer 92. De buitenmuren zijn golvend uitgevoerd.
Het gebouw wordt ook La Pedrera genoemd, wat Catalaans is voor De Steengroeve. Die naam slaat op het uiterlijk van het gebouw en had oorspronkelijk een pejoratieve betekenis, omdat het gebouw aan geen van de toen geldende architecturale normen voldeed. In dit bouwwerk bevindt zich een museum, met wisselende exposities. Verder zijn een appartement op de vierde verdieping, de zolder (met een
tentoonstelling over het werk van de architect) en het golvende dakterras te bezichtigen. De luchtkanalen en schoorstenen hebben grillige vormen diekenmerkend zijn voor het gebouw.
In Casa Milà bevindt zich de eerste parkeergarage van Barcelona. De bewoners konden per koets (en later per auto) naar hun eigen verdieping rijden. Pas later werden er liften geïnstalleerd.
In 1984 werd La Pedrera, samen met andere werken van Gaudí, erkend als werelderfgoed door de UNESCO.
Sinds 1986 is La Pedrera eigendom van de bank Caixa Catalunya (de huidige Catalunya Caixa), die voor aankoop en restauratie zo´n 7 miljard pesetas neertelde
ParcGuëll
Het park begon als een
vastgoedproject. Eusebi Guëll, een bekende Catalaanse industrieel, kocht 17
hectare grond gelegen op een heuvel in de Gràcia wijk, ten noorden van Barcelona.
Er werden 60 woningen evenals een aantal gemeenschappelijke gebouwen
gepland.
In 1900 droeg Guëll zijn vriend en beschermeling Antoni Gaudí op om het gebied
te ontwikkelen. Met de hulp van enkele andere gelijkgestemde architecten
waaronder Josep M. Jujol en zijn medewerker Francesc Berenguer werkte Gaudí aan
de tuinwijk tot 1914 toen het duidelijk was geworden dat het project een
commerciële flop was. Guël slaagde er niet in om ook maar één woning te
verkopen. In 1918 werd de stad eigenaar van het domein en in 1922 werd het open
gesteld voor het publiek als een openbaar park.
Twee huizen evenals een aantal
paviljoenen voor bezoekers en werklui waren reeds voltooid. De paviljoenen, die
door Gaudí ontworpen waren, lijken uit een sprookje te komen. Ze hebben gebogen
daken bezet met felgekleurde geglazuurde tegels en versierde spitsen. De trap
aan de ingang van het park werd eveneens ontworpen door Gaudí. De draakachtige
hagedis in het centrum van de met keramiek versierde trap is het best gekende
symbool van Parc Guëll.
Een ander bekend onderdeel van
het park is de Gran Placa Circular. Het was oorspronkelijk bedoeld als centrale
marktplaats voor de bewoners en wordt omringd door wat bekend staat als de
langste bank ter wereld. De kleurrijke met keramische tegels versierde bank,
ontworpen door Jujol, kronkelt als een slang rond het plein. Het zicht vanaf
het plein is weergaloos, je kan tot aan de Middellandse Zee zien. Het hele
platform wordt ondersteund door 86 enorme zuilen, die onder het plein een zaal
creëren, de Sala Hipòstila.
Van 1906 tot 1926 woonde Gaudí in
een van de voltooide huizen in het park. Het huis, dat nu gekend is als het
Casa Museu Gaudí, werd ontworpen door Francesc Berenguer. Het doet dienst als
museum en er worden tekeningen en meubilair (onder andere van het Casa Batlló) getoond. In het park met kronkelende paden die ondersteund worden
door op bomen lijkende pilaren ligt ook nog het Casa Trias - dat evenwel niet
toegankelijk is voor het publiek.
Parc Guëll werd in 1984 door de UNESCO genomineerd als werelderfgoed.
Rojales ligt aan de Rio Segura en naast Benijofar. De omliggende regio is rijk aan uitgestrekte velden met citroenen, sinaasappels, mandarines. Een hydraulisch systeem met de stenen brug, waterrad en dam zorgen er voor een regelmatige watervoorziening. De vruchten zijn er te vinden van november tot maart. Dit jaar is de oogst nog in april, mei.
In Rojales treft men de Cuevas del Rodeo aan in de Calle Rodeo. Het zijn grotwoningen, 'troglodytes', reeds in de 18e eeuw uitgegraven door mijnwerkers uit Murcia die er gekomen zijn om er aan landbouw te doen. Kunstenaars ook uit het buitenland houden hier exposities en verblijven er enkele weken.
Een bezoek aan de cuevas del Rodeo, in het bijzonder de cueva 10 of Sala B.art - B.art Hall (voor ons cueva de la musica), leverde ons een aangename muzikale verrassing op. We nipten er van een druppeltje jenever en genoten van enkele vrolijke danspassen van plaatselijke jeugdigen.Wil je even mee genieten klik dan hier.
Voorbij de grotten vindt men er het schelpenhuis of casa de las conchas. De eigenaar is Fulleda Manuel Alcaraz die vanaf zijn 7e jaar de schelpen verzamelde van de stranden van Guardamar del Segura en La Manga del Mar Menor. Gedurende 12 jaren versierde hij de woning met ongeveer 600 000 schelpen over een oppervlakte van 600 m² aan muren.Voor een fotoreportage klik hier.
Momenteel staat het schelpenhuis te koop.
Boven op een heuvel met 3 kruisen en in de nabijheid een kruisweg, aangelegd langs die berg, krijgt men een panoramisch uitzicht op Rojales en omgeving.
De legende van de opgesloten maagd in Rojales en nog meer wetenswaardigheden over Rojales vertelt Hugo Renaerts in zijn uitgebreide blog 'Vlamingen in Costa Blanca'.
Benijofar dankt zijn naam aan het arabisch Yauhar = zoon van een parel. Ongeveer 4000 inwoners leven van fruit-en groententeelt dank zij de nabijheid van de Rio Segura. In Benijofar kom je op de Plaza Constitution, plaats aan de kerk, de Belgische Bistro "La Plaza" tegen. Ze is gemakkelijk te vinden dank zij de roze parasols. Twee vriendelijke dames zorgen er voor vele Belgische bieren, allerlei specialiteiten en heel wat nuttige weetjes.
Spanje, golfland: Campoamor april 2013 - Cabo Roig
Orihuela Costa bestaat uit enkele fraaie badplaatsen waaronder Cabo Roig, la Zenia, Playa Flamenca, ... Cabo Roig bezit wel het het mooiste en aangenaamste strand waar je bij een winderige, doch zonnige dag wat vitamine D kunt opslaan. Vanaf de toren kan je er een kustwandeling doen. Een goed begaanbaar pad brengt je langs de kliffen tot aan het strand van la Zenia.