Tijdens de plenaire zitting van het Vlaams Parlement van woensdag 2 februari 2010, werd een actualiteitsdebat gewijd aan het Brussels Hoofdstedelijk Veiligheidsprobleem. Het nieuwe 'BHV-dossier', zeg maar.
Zie hier de integrale tekst van mijn tussenkomst:
Uit de Plenaire Vergadering, Vlaams Parlement deze namiddag (03.02.2010)
De heer Willy Segers:
Voorzitter, minister-president, ministers, dames en heren, ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van Der Taelen, dit is een point of no return. Dat zeg ik vanuit een persoonlijk standpunt. Ik heb in Brussel meer dan 10 jaar onderwijs genoten als leerling en student en heb er zelf meer dan 20 jaar les gegeven. Dit is voor mij een point of no return. Als het basisrecht op onderwijs voor minderjarigen, kinderen of jongvolwassenen niet meer kan worden gegarandeerd door een gebrek aan veiligheid, dan moet er worden ingegrepen. Ik ga niet alle andere feiten aanhalen die de collegas hier al naar voren brachten, evenmin als de gewelddadige incidenten van het afgelopen weekend.
Het zijn allemaal harde themas waarmee Brussel op een negatieve wijze onder de aandacht kwam. De politieke reacties op heel dit gebeuren zijn opvallend verschillend. We horen haast eensgezinde politieke analyses en beleidsvoorstellen vanuit Nederlandstalige hoek. Oorspronkelijk kwam er geen reactie vanuit Franstalige hoek, en als die er na lang aandringen vanuit de Vlaamse media toch kwam, beperkte die zich tot dooddoeners, simpele oneliners en faits divers. Nochtans, beste collegas, gaat het hier om onze Vlaamse hoofdstad. Een stad met internationale uitstraling en functies. Een stad die we als Vlaanderen om meerdere redenen niet willen en mogen loslaten.
Aan Franstalige zijde lijkt men niet te snappen wat er de voorbije weken en dagen zo speciaal is geweest. Uitspraken als die van burgemeester Thielemans dat gebeurt hier elke dag, bewijzen dit ten volle. We zouden erom kunnen lachen, mocht het niet gaan om de veiligheid van inwoners, ordehandhavers en scholieren. We kunnen echter stellen dat het Belgische politieke bestel er sinds dit weekend een nieuw BHV-dossier bij heeft: het Brusselse Hoofdstedelijke Veiligheidsprobleem! Naast de dramatische toestanden in de Brusselse straten en wijken, legt het ook een reeds langer sluimerend en serieus institutioneel probleem bloot.
Als de voorbije weken en feiten iets hebben aangetoond, dan is het een ontstellend gebrek aan beleidskracht van de Brusselse instellingen. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest keek argeloos opzij en bleef afwezig in het debat. De negentien gemeentelijke baronieën trokken zich terug op hun eiland en verstarden in hun anonimiteit. Precies terwijl een stad van dit formaat snakt naar een moderne, strategische en frisse beleidsaanpak.
De N-VA wenst deze veiligheidscrisis dan ook niet los te zien van de institutionele crisis. Het bevestigt wat wij reeds lang stellen: dit land is op de grenzen van zijn federaal model gestoten.
De heer Wim Wienen:
Mijnheer Segers, heb ik het goed begrepen dat de Brusselse instellingen een gebrek aan daadkracht en beleid vertonen? Mag ik dan concluderen dat u het een historische fout vond dat Brussel een volwaardig derde gewest is geworden?
De heer Willy Segers:
Ik hoef dit op zich geen historische fout te vinden. Ik kom daar seffens op terug, omdat ik dat wil kaderen in het geheel van uitspraken dat daarover onlangs is gedaan.
De voorbije jaren en maanden leerden ons dat het water te diep was om de gedachtegang over de Brusselse instellingen opnieuw te laten vloeien, maar intussen blijken de geesten gerijpt. Enkele weken geleden argumenteerde Brussels oud-staatssecretaris Vic Anciaux dat het model was uitgediend. Er waren ook andere kritische geluiden te horen en te lezen in de pers. Oud-schepen Vandenbossche uit Anderlecht, of Luckas Van Der Taelen in de pers en ook hier in zijn toespraak: het zijn allemaal zaken die ons hoopvol stemmen, omdat de geesten gerijpt zijn en de mentaliteit aan het veranderen is. Als we de voorbije 20 jaar iets hebben geleerd, dan wel dat er iets moet veranderen.
Minister Smet, gisteren hebben we met aandacht geluisterd naar uw uitspraken in Terzake, en we hebben ook gelezen wat u daarover vandaag in de pers hebt verkondigd. We gaan akkoord met een groot deel van die uitspraken, maar we verschillen wel van mening over het opgeven van een gegarandeerde vertegenwoordiging voor de Vlamingen. Dat is een brug te ver. Maar we zijn zeker al tevreden dat deze mentaliteitswijziging er eindelijk is gekomen. We weten dat u daar al een aantal jaren voorstander van bent, maar nu durft u het als Vlaams minister voor Brussel openlijk verkondigen. Het is precies die rol die we als politiek verlengstuk van Vlaanderen moeten spelen. Wat dat betreft, bent u goed geplaatst als minister van Jeugd, Onderwijs en Gelijke Kansen.
Wat de mogelijke oplossingen voor de huidige malaise betreft, staat de N-VA pal achter wat de meeste Vlaamse partijen ook voorstellen. Wij hebben dit ook nooit onder stoelen of banken gestoken en onze vertegenwoordigers in het Brusselse en het federale parlement hebben het altijd al verdedigd: de nultolerantie in die wijken waar het nodig is, de fusie van de zes Brusselse politiezones tot één centraal gestuurd politiekorps, met de correcte inhoud van dat begrip waarbij onder eenheid van bevel de problemen coherenter kunnen worden aangepakt. Ook snelrecht, jeugdsanctierecht, gepaste strafuitvoering en strafinfrastructuur zijn themas die we allemaal kennen. Maar : dit zal niet volstaan.
Onze hoofdstad is duidelijk toe aan een nieuw institutioneel verhaal. Ook in dit veiligheidsdossier blijken de cijfers aan te duiden dat het vooral om een probleem van aanpak en organisatie gaat. Er zijn hier cijfers genoemd, waarmee we ons mogen spiegelen aan een stad als New York, wat het aantal politieagenten betreft. Het gaat dus niet om de getallen, maar om de organisatie en de aanpak.
Wij steunen als N-VA dan ook alle voorstellen die in de richting gaan van afslanken van het ingewikkelde kluwen van politieke besluitvorming in onze hoofdstad, het wegwerken van de dubbelzinnige situaties tussen gewest en gemeenten, meer betrokkenheid vanuit onze Vlaamse bevoegdheden naar de eigen hoofdstad. Eén stad, één politiezone, met sterk gedecentraliseerde gemeenschapsvoorzieningen. Het failliet van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest geeft ons een bijkomende verantwoordelijkheid. De Vlaamse Gemeenschap kan en moet een belangrijke rol blijven spelen in de hoofdstad, inzake onderwijs, inburgering, kinderopvang, en waarom niet de begeleiding van werklozen, arbeidsbemiddeling, justitie enzovoort.
Het spreekt voor zich dat Vlaanderen hier nu volop moet op inzetten. Niet over enkele weken of maanden, maar nu. Minister-president, we vragen dan ook dat u, gesteund door de leden van uw Vlaamse Regering, het debat proactief aangaat. Laat ons niet wachten op een initiatief vanuit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, maar laten we als Vlaanderen een standpunt innemen over onze Vlaamse hoofdstad. We schrijven ze niet af, we schrijven die één miljoen mensen niet af. We houden van deze stad, en dus vragen we daadkracht. (Applaus van de meerderheid)
De voorzitter:
De heer Bouckaert heeft het woord.
06-02-2010 om 11:50
geschreven door WiSe 
|