Westerse esoterische en filosofische kennis--verrijk je denkwereld
Inhoud blog
  • 400ste verjaardag geboorte van Franciscus, Mercurius van HELMONT
  • Baruch de Spinoza (1632-1677): Ethica
  • JACOB BöHME : filosoof en mysticus
  • GNOSIS ; evolutie
    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Westerse esoterische en filosofische kennis-- verruim uw denkwereld
    Westerse esoterische en filosofische kennis--verruim uw denkwereld
    Westerse esoterische en filosofische kennis
    Zoeken in blog

    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    ----------------------------------
    Of jy seëvier of misluk,
    of jy uithou of sterf,
    dit hang meer af van 
    wat jy aan jouself doen
    as wat die wêreld aan
    jou doen.
    ( spreuk in Afrikaans- Jim Collins)
    -------------------------------------------------------
    WIJSHEID
    esoterische,gnostische en andere filosofische kennis
    19-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Baruch de Spinoza (1632-1677): Ethica
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nederlands filosoof van Portugees-joodse afkomst. Hij werd in 1656 wegens vrijzinnige opvattingen uit de synagoge gestoten en in de joodse ban gedaan. Hij had veel omgang met vrijzinnige christenen en vrijdenkers zodat hij in hun kringen toevlucht vond, tot 1660 waarschijnlijk te Ouderkerk, van 1660 tot 1663 te Rijnsburg. Hier schreef hij zijn eerste wijsgerige werken. Hij werd een beroemd man in de Europese geleerde wereld en onderhield met vele belangrijke tijdgenoten correspondentie. In 1663 verhuisde hij naar Voorburg, in 1670 naar Den Haag, waar hij veel contact had met de kring rond Johan de Witt. Hij trad zelf niet naar buiten, werd in zijn (karig) levensonderhoud door vrienden voorzien en weigerde (in 1676) zelfs een professoraat in Heidelberg. Hij besloot ook zijn hoofdwerk niet tijdens zijn leven uit te geven. Ondanks hetzes van calvinistische predikanten heeft hij een rustig teruggetrokken leven kunnen leiden.

    Spinoza is één der belangrijkste filosofen uit de nieuwere tijd. Na een periode van verguizing en verwaarlozing is zijn filosofie vanaf het einde der 18de eeuw zeer invloedrijk geworden en zij is dit tot op heden. Zijn denken moet vooral begrepen worden uit tweeërlei achtergrond: de joods-mystieke traditie en het redelijk-wetenschappelijk denken. Hij heeft beide in één omvattende visie met elkaar verenigd. Aanknopend bij de eigentijdse filosofie van het cartesianisme, waarover hij ook geschreven heeft, lost Spinoza de problematiek ervan op door deze in een ander, groter kader te plaatsen. Het bij Descartes niet tot een oplossing gebrachte dualisme wordt overwonnen door de gehele metafysica tot één grondprincipe te herleiden. De bij Descartes van elkaar onafhankelijke substanties worden tot attributen van de ene. alomvattende substantie, het eeuwige, noodzakelijke, volmaakte Zijn, dat God genoemd kan worden. Dit Absolute manifesteert zich in verschillende (ook oneindige) attributen. waarvan wij er twee kennen: denken en uitgebreidheid. Deze attributen treden op en zijn voor ons kenbaar als modi (zijnswijzen), zelf weer oneindig (resp. het ene intellect, en beweging en rust en de gedaante van het heelal) of eindig (alle individualiteiten). Uit God de ene substantie is dus alles te verklaren en tot hem is alles te herleiden. God is de grond van het bestaan en het wezen der dingen: zoals uit het wezen van de driehoek volgt dat de hoeken samen 180 zijn zo volgt uit Gods wezen de wereld. Toch is God niet identiek met de wereld: de wereld is door haar nadere concretisering tegelijk de ontkenning van God (omnis determinatio est negatio = elke bepaling is een ontkenning). Doordat in God echter zowel scheppende als geschapen natuur samenkomen (natura naturans en natura naturata). is deze Godsopvatting vaak als pantheïstisch beschouwd.
    Titelblad Ethica


    ETHICA (voluit Ethica Ordine Geometrico Demonstrata, dat is "op wiskundige wijze uiteengezet")

    Spinoza's behoefte om zijn systeem zo wetenschappelijk mogelijk uit te denken en vorm te geven, is bijna ad absurdum gevoerd in zijn Ethica, die opgebouwd is als een leerboek voor wiskunde, dat uitgaat van definities en axioma's en waarin verder alles wordt bewezen aan de hand van stellingen.

    Alhoewel zintuiglijke ervaring en redelijke doordenking van groot belang zijn, is het uiteindelijke doel en de verwezenlijking van het menselijk filosoferen gelegen in de contemplatie, het schouwen van het wezen Gods. Zo moet ook gezien worden als doel en zin van het menselijk leven de amor intellectualis dei, de geestelijke liefde tot God. Spinoza heeft zijn Ethica vooral ook geschreven om de mens dit levensdoel voor ogen te stellen. De mens moet zich zelf zijn, niet passief zijn begeerten volgen, maar actief zijn vermogens versterken en tot het inzicht van de noodzakelijke samenhang der wereld komen, want 'vrij' is diegene die volgens eigen noodzaak bestaat. Deugd kan en mag daarom niet beloond worden, want de deugd is zijn eigen loon ('Premium virtutis est ipsa virtus').

    De 'Ethica' is de rijke neerslag van Spinoza's geconcentreerde bezinning op de problemen God, wereld en mens. Zij loopt over vijf hoofdstukken:

    Eerste deel: God

    Tweede deel: De natuur en de oorsprong van de menselijke geest

    Derde deel: De oorsprong en de aard van de hartstochten

    Vierde deel: De menselijke slavernij of de macht van de hartstochten

    Vijfde deel: De macht van het verstand of de menselijke vrijheid

    Hij past de geometrische methode toe. De wiskunde alleen verschaft de zuivere kennis over God. Waar is, wat berust op helderheid van inzicht. Spinoza beschouwt alles in het licht van de idee der alleenheid.

    Deze eenheid, die onveranderlijk, onvergankelijk, allesomvattend en allesfunderend is, noemt hij God of substantie. God is de in het denken zelf gevonden en door het denken zelf bevestigde vooronderstelling van alle denken en zijn; vandaar dat de fundamentele waarheden over God aan het begin van zijn werk worden uitgesproken.

    Eerste deel

    In een aan redelijke argumentatie gebonden confessie stelt hij God als uitgangspunt van alle denken over de werkelijkheid, want alleen uit God kan de wereld begrepen worden.

    Alle dingen, die wij ons als afzonderlijk bestaande voorstellen, zijn volgens Spinoza wijzigingen of uitdrukkingen, bestaanswijzen of modi van de absolute, eeuwige en oneindige substantie: God. Hier treedt Spinoza's gezichtspunt omtrent de verhouding van God en mens naar voren: zij is logisch en causaal. In het eerste geval wordt de werkelijkheid als een logische conclusie afgeleid uit de premisse (al wat is, is in God en niets kan zonder God zijn of begrepen worden), in het tweede geval treedt de werkelijkheid als 'gewerkt' (natura naturata) op uit de werkende oorzaak (natura naturans).

    God is de vrije oorzaak van alle dingen. Niets is toevallig (contingent). God werkt met onverbiddelijke noodzakelijkheid, alles is krachtens de noodzakelijkheid der goddelijke natuur gedetermineerd, of alles vloeit altijd zó met dezelfde noodzakelijkheid uit zijn almacht of goddelijke natuur voort.

    Tweede deel

    Spinoza behandelt de mens onder het hoofd: 'De geest'. Het theocentrisch gezichtspunt aangaande de mens beheerst deze ethiek: de mens kan slechts vanuit God begrepen worden. De mens bestaat uit lichaam en ziel, modi van de attributen der extensio en cogitatio van een en dezelfde wezenheid. Denkend wordt de ziel zich bewust van haar eeuwige oorsprong waardoor haar geluk en deugd bevestigd zijn.

    Voordat de ziel tot deze kennis gekomen is, doorloopt zij een lange weg. De eerste trap van kennis is de verbeelding (imaginatio). Dit wil niet zeggen, dat deze kennis onwaar is. Haar kennis is onvolledig. De imaginatio en de tweede orde van kennis, de ratio, zijn twee kenwijzen, die beide de ene substantie openbaren, enerzijds in de vorm der negatie, beperktheid en eindigheid, anderzijds in de vorm van algemeenheid en noodwendigheid. Dáár heeft het denken het bepaalde, het contingente en het enkele tot inhoud, hier het algemene, wetmatige en universele. Zij is kennis van algemene begrippen of axiomata, verhoudingen en betrekkingen. De hoogste kenvorm is de intuïtio, die van de volkomen heldere voorstelling van het werkelijke wezen van Gods attributen uitgaat om tot de volledige kennis van het wezen der dingen te komen. Kennis der dingen in het licht van de intuïtio acht Spinoza het hoogste streven en de grootste deugd der ziel. Zo is er continuïteit: de verbeelding is de aanvang onzer kennis, de rede geeft ons de samenhang en de filosofie het eeuwig karakter van alles.

    Derde deel

    De leer der affecten toont hoezeer het Spinoza te doen is om het geluk van de mens. Al wat bestaat openbaart de innerlijke wet van zijn wezen: levensdrang, existentiedrift, zelfhandhaving. Alles strijdt voor zijn bestaan. Er doen zich namelijk in het leven tal van obstakels voor, die het natuurlijke streven naar zelfontplooiing dwarsbomen. Op allerlei wijzen kan de mens door zijn omgeving worden aangedaan, positief of negatief. Bevorderen de omstandigheden onze levensenergie, dan zijn wij verblijd; belemmeren zij haar in haar ontwikkeling, dan gevoelen wij ons bedroefd. Uit deze grondaffecten leidt Spinoza alle andere af.

    Denken wij ons de oorzaken van onze blijdschap en droefheid in, dan is daarmee liefde en haat verklaard. De zucht tot zelfhandhaving is de motor van ons handelen en het richtsnoer van ons gedrag.

    Vierde deel

    Spinoza verstaat onder goed datgene wat het leven bevordert en onder kwaad, dat, waardoor 's mensen verlangen wordt gefrustreerd. Er is niets dat wij begeren, omdat wij het goed oordelen, doch wij noemen integendeel datgene goed, wat wij begeren. Het goede is gegeven met de natuurlijke ontwikkeling naar onze bestemming, de verwerkelijking van onze persoonlijkheid. Goed is wat voor ons van nut is. Door de rede weten wij dat iets nuttig voor ons is.

    Vijfde deel

    Het laatste boek van de Ethica heet: de macht van het intellect of de menselijke vrijheid. Het menselijk leven evolueert langs de weg der rede tot de vrijheid. Vrijheid toont zich in de macht der rede over de affecten.

    Als onze geest alle dingen als noodzakelijk begrijpt zal hij een grotere macht over de aandoeningen hebben en er minder onder lijden.

    Het komt erop aan om in elk ding het goede in het oog te houden teneinde altijd door een gevoel van vreugde bij ons handelen te worden geleid. Vreugde is het gevolg van ware kennis. Zij loopt parallel met de liefde tot de vrijheid, die van deze kennis de onmisbare grondslag vormt. De vreugde wordt des te groter, naarmate de mens zichzelf beter begrijpt en dit gebeurt, wanneer hij alle indrukken op de idee van God betrekt: inzicht in het eigen wezen sluit de liefde tot God in zich. Spinoza begon zijn 'Ethica' met een expositie van het Godsbegrip en hij eindigt zijn werk met de mens te wijzen op het hoogste geluk dat de geestelijke liefde tot God brengt.

    Ethica

     

    III. Onder 'substantie' versta ik datgene, wat op-zich-zelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen; dat wil zeggen datgene, welks begrip niet het begrip van iets anders, waaruit het zou moeten worden afgeleid, vooronderstelt.

    IV. Onder 'attribuut' versta ik datgene, wat het verstand opvat als uitmakende het wezen ener substantie.

    V. Onder 'bestaanswijzen' versta ik de openbaringen ener substantie, ofwel datgene wat in iets anders bestaat, door bemiddeling waarvan het ook wordt begrepen.

    VI. Onder 'God' versta ik het volstrekt oneindige wezen, dat wil zeggen een substantie , uit een oneindig aantal attributen bestaande, van welke ieder voor zich een eeuwig en oneindig wezen uitdrukt.

    VII. Datgene zal ' vrij' heten, wat alleen krachtens de noodwendigheid van zijn eigen aard bestaat en alleenlijk uit zichzelf tot werken wordt genoopt; 'noodwendig' echter, of veeleer 'afhankelijk' zal heten wat door iets anders tot bestaan en tot een vaste en bepaalde wijze van werken wordt genoodzaakt.

    STELLINGEN

    STELLING 7 Het ligt in de aard ener substantie te bestaan.

    STELLING 11 God, of de substantie, bestaande uit een oneindig aantal attributen, van welke elk een eeuwig en oneindig wezen uitdrukt, bestaat noodwendig.

    STELLING 14 Buiten God kan geen andere substantie bestaan noch gedacht worden.

    STELLING 29 In de wereld der dingen bestaat niets toevalligs, maar alles wordt krachtens de noodwendigheid van de goddelijke aard genoodzaakt op bepaalde wijze te bestaan en te werken.

    AANHANGSEL

    Hiermede heb ik Gods aard en eigenschappen ontvouwd, namelijk dat hij noodwendig bestaat; dat hij enig is; dat hij uitsluitend krachtens de noodwendigheid van zijn aard bestaat en handelt; dat hij aller dingen vrije oorzaak is en op welke wijze; dat alles in God is en zodanig van hem afhangt, dat het zonder hem noch bestaanbaar noch denkbaar is; en tenslotte dat alles door God is voorbeschikt, weliswaar niet uit vrije wil of onbeperkte willekeur, maar krachtens zijn volstrekte aard ofwel zijn oneindige macht.

    STELLING 44 Het ligt niet in de aard der Rede de dingen als toevallig, wel echter ze als noodzakelijk te beschouwen.

    STELLING 6 Naarmate de Geest alle dingen als noodwendig. begrijpt, heeft hij meer macht over zijn aandoeningen, ofwel heeft hij minder van hen te lijden.

    STELLING 42 De Gelukzaligheid is niet het loon der Deugd, maar Deugd [Zielskracht] zelf en wij verheugen ons niet in haar omdat wij onze lusten bedwingen, maar omgekeerd, wijl wij ons in haar verheugen, zijn wij bij machte onze lusten te beheersen.

    (Bron: Bonhoeffercollege)

    De Ethica lijkt te zijn opgezet als een meetkundig systeem. Spinoza maakt gebruik van definities, axioma’s en stellingen: zo probeert hij in roerige tijden de zaken objectief te benaderen. Door de geschiedenis heen hebben veel lezers zich erover beklaagd dat het boek daardoor zo moeilijk te lezen is. Maar dan heeft Spinoza toch het laatste woord, want de laatste zin van zijn Ethica luidt: ‘Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam.’

    19-01-2013 om 19:59 geschreven door Philippus  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 22/09-28/09 2014
  • 14/01-20/01 2013
  • 28/11-04/12 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 01/11-07/11 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 27/04-03/05 2009

    Over mijzelf
    Ik ben Philippe Decrock, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Philippus.
    Ik ben een man en woon in Grimbergen (België) en mijn beroep is Jurist.
    Ik ben geboren op 18/10/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: wijsbegeerte--theosofie.
    Mijn interesse gaat uit naar esoterische,gnostische en bijzondere filosofische kennis doorheen de geschiedenis
    Foto

    Inhoud blog
  • 400ste verjaardag geboorte van Franciscus, Mercurius van HELMONT
  • Baruch de Spinoza (1632-1677): Ethica
  • JACOB BöHME : filosoof en mysticus
  • GNOSIS ; evolutie

    Startpagina !

    Categorieën

    Blog als favoriet !

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    yarnotte
    www.bloggen.be/yarnott

    ZOEKTOCHT 

    NAAR 

    DE KATHAREN

    Languedoc, Aude en Ariège

    Tekst (pdf) 26 blz. te bekomen op éénvoudige

    aanvraag via mail
    Foto

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Geschiedenis Westerse Esoterische filosofie
         geschiedenis Rozenkruisers ( geïllustreerd werk 160 blz. pdf. op aanvraag)

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs