Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Zoeken in blog
{TITEL_VRIJE_ZONE}
{TITEL_VRIJE_ZONE}
---------------------------------- Of jy seëvier of misluk, of jy uithou of sterf, dit hang meer af van wat jy aan jouself doen as wat die wêreld aan jou doen. ( spreuk in Afrikaans- Jim Collins) -------------------------------------------------------
WIJSHEID
esoterische,gnostische en andere filosofische kennis
14-06-2009
De Mysteriescholen en haar invloed op ons denken
Door de groei van het ik-bewustzijn werd zelfzucht geboren uit tot dan toe onbekende begeerten en hartstochten, en maar al te vaak maakte men misbruik van kennis en macht, tot tenslotte de noodzaak ontstond het aantal te beperken van hen die wisten. Zo ontstond inwijding. De oorsprong van de mysteriën, 14:249 (Blavatsky, H.P., Collected Writings, samengesteld door Boris de Zirkoff, 15 delen, Theosophical Publishing House, Wheaton, Madras [Chennai], Londen, 1950-1991)
-Een mysterieschool is een universiteit voor de ziel, een school voor de studie van de mysteries van de innerlijke aard van de mens en van de ons omringende natuur. Als de leerling deze mysteries begrijpt, beseft hij zijn eigen innige verwantschap met het goddelijke, en streeft ernaar door zelfdiscipline en toewijding één te worden met zijn innerlijke god.-
Mysteriescholen genieten al heel lang grote faam. Wie de geschiedenis van het oosten en van het oude Europa bestudeert, komt er spoedig achter welke rol zij gespeeld hebben. Zo werd de mysterieschool een proeftuin, een smeltkroes, een werkplaats en een laboratorium. Het werk bleef relatief onbekend. Onbekender dan de uiterlijke wetenschap. De innerlijke wetenschappen worden niet in brede kring bestudeerd en gewaardeerd, maar er is praktisch geen land te noemen waarvan de geschiedenis niet minstens voor een deel werd geschreven door de mysteriescholen die zich binnen haar grenzen bevonden. Tussen hen en de koningshuizen, de gevestigde kerk en de geleerden bestonden doorlopend connecties.
In alle landen van de oudheid had elke grote tempel bovendien zijn eigen of geheime mysterieschool die aan de menigte onbekend of gedeeltelijk bekend was, en die er als een geheime kern aan was verbonden. Een mysterieschool is niet noodzakelijk een school van mensen die op een bepaalde plaats is gevestigd, met een vaste en in de tijd onveranderlijke locatie en onder altijd gelijke fysieke omstandigheden wat betreft de omgeving.
Een groep emigranten die een beschaving en een cultuur stichtten die in de esoterische geschiedenis tot heden ongeëvenaard zijn; de geestelijke invloed ervan strekte zich door vertakkingen uit tot Egypte, Klein-Azië en Europa. Een andere groep ging in westelijke richting naar Egypte, het geschenk van de Nijl zoals Herodotus het noemde, vermengde zich met de inheemse bevolking en vestigde zich daar in de valleien. Uit die samensmelting ontsprong een vorstelijke beschaving waarvan de roem na duizenden eeuwen nog bestaat, vooral omdat de invloed van zijn mysteriën zich wijd en zijd verspreidde toen de ene zegevierende natie na de andere geboeid raakte door de innerlijke grandeur van Egypte. De spirituele inspiratie van Perzië, Babylonië, Judea en Kreta, Griekenland en Rome is in elk van de gevallen terug te voeren op de Egyptische en vroeg Indo-Europese culturen. Bovendien hadden die oorspronkelijke beschavingen zon enorme esoterische kracht dat er verslagen zijn die aantonen dat Egyptische priesters ingewijden over land in noordwestelijke richting reisden, via wat later de Straat van Gibraltar werd; toen naar het noorden gingen en door de toekomstige Fenicische nederzettingen in Zuid-Gallië trokken; vervolgens nog verder naar het noorden gingen tot ze Carnac (Morbihan) bereikten. Daarna wendden ze zich weer naar het westen en bereikten, terwijl ze nog steeds over land reisden, het noordwestelijke voorgebergte van het Nieuwe Continent [de Britse Eilanden].
Wat was het doel van hun lange reis? En hoever terug moeten we de datum van dergelijke bezoeken plaatsen? De archaïsche verslagen delen mede dat de ingewijden van het tweede onderras van de Indo-Europese familie zich van het ene land naar het andere begaven met het doel toezicht te houden op de bouw van menhirs en dolmens, van kolossale Dierenriemen in steen, en begraafplaatsen die moesten dienen om de as van toekomstige geslachten te ontvangen. De Geheime Leer: De synthese van wetenschap, religie en filosofie, 2 delen, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 1988.2:853-4
Wat was de drijfveer van deze beschavingen anders dan de mysterieleringen leringen die in het gedachteleven van naties doordrongen, misschien uit onbekende bron en door de massa niet als esoterisch herkend? Niettemin waren ze de bron van inspiratie voor de kunstenaar bij zijn zoektocht naar het goddelijke, van de intuïtie van de dichter die hunkert naar waarheid, en van de harmonie die de musicus deed weerklinken toen hij zocht naar de muziek der sferen. Het zijn geen holle woorden als we zeggen dat alles wat geestelijke, intellectuele en artistieke waarde heeft met wortel en kiem zijn ontstaan uit het Heiligdom.
Wat betekenen de steen en papyrus van Egypte anders dan een getuigenis van kennis over lang vergeten oude waarheden? De taferelen van het wegen van het hart tegen de veer van waarheid in de papyrussen van Pert Em Hru het Voor de dag komen, bekend als het Dodenboek schilderen in symbolen en allegorieën wat werkelijk in de geheime kamers van de inwijdingspiramiden plaatsvond. De levende getuigenis ervan is de Grote Piramide van Khoefoe of Cheops die, zoals H.P. Blavatsky meer dan eens laat doorschemeren, misschien teruggaat tot 75.000 jaar v.Chr. of tot een nog vroegere datum (zie Geheime Leer 2:488, 853).
Wat te denken van de druïden en hun oude ceremoniën onder eik en mirte, van hun stenen monumenten die zo zijn opgesteld dat de stralen van de opkomende zon het voorhoofd van de kandidaat raakten toen hij bekleed met de zon opstond van de inwijdingsbank, letterlijk stralend met zonneluister? Waar kwam de training van hun kandidaten in drie graden vandaan, een training die volstrekte morele zuiverheid, geestelijke kracht en een diep inzicht in de waarheid vereisten?
Wat te zeggen van Perzië en zijn lange reeks Zarathoestras, waar in de mystieke centra met zeven vertrekken waarheden van grote intellectuele en geestelijke waarde werden onderwezen aan neofieten die de traditionele training van de mysteriën ondergingen? Waren de magiërs uit een andere bron voortgekomen dan de archaïsche moeder van het occultisme? Wat moeten we denken van de orfische mysteriën, waarvan de strenge discipline en esoterische inhoud misschien wel meer van invloed zijn geweest op de Griekse cultuur dan de Eleusinische mysteriën die eeuwenlang zo populair waren? Wijzen de leringen van Orfeus niet op een oosterse oorsprong die doet denken aan de āśramas of mysterietempels van India? Reisden Pythagoras en Plato niet eveneens naar India, vanwaar ze het identieke patroon van de esoterie naar hun discipelen terugbrachten?
We zouden zo kunnen doorgaan met de Oud-Noorse en Germaanse mystiek, de hindoe- en de Chinese filosofie, het Griekse en Romeinse ceremonieel allemaal wevers van een patroon met één universeel motief, een motief dat in alle tijden en op alle landen is toe te passen, omdat het oneindig kan worden gevarieerd. Als men de innerlijke betekenis van één mysterieschool doorgrondt, begrijpt men de heilige identiteit van alle mysteriescholen niet wat de details van de interpretatie van een bepaalde cultuur of natie betreft, maar de esoterische essentie ervan.
Wat is dan de toetssteen van de waarheid? Eén fundamentele vereiste is universaliteit: is ze door al degenen onderwezen die waren bekleed met de centrale zon van inwijding? Heeft Boeddha Gautama zijn discipelen precies dezelfde leer onderwezen als Jezus Christus? Heeft Śankarāchārya in dezelfde esoterische leer onderricht gegeven als Pythagoras en Empedocles? Werden Zarathoestra en Tsong-kha-pa in hun adeptschap uit dezelfde schoot van de inwijdingskamer geboren als Apollonius van Tiana, Orfeus en Lao-Tse? Hebben Perzië en Griekenland, China en het oude Amerika, IJsland, Wales en Babylonië alle een boodschap ontvangen die, ontdaan van hun uiterlijke kleed, in essentie één is? Dat is ongetwijfeld zo, want zulke patronen zijn op één weefgetouw geweven het tijdloze weefgetouw van de waarheid.
Hoe moeten die diepste diepten worden gepeild, zodat kennis van de werkelijkheid kan worden verkregen? Door training, door discipline, door uit zichzelf voortkomende wijsheid. Die training en discipline van de ziel is het karakteristieke kenmerk van de mysterie-instituten die sinds de instelling ervan twee aspecten hadden: de exoterische vorm, algemeen bekend als de kleine mysteriën die openstonden voor alle oprechte en rechtschapen kandidaten voor diepergaande scholing; en de esoterische vorm, of de grote mysteriën, waarvan de deuren alleen opengaan voor de weinigen en waar de inwijding tot adept de beloning is voor degenen die door hun innerlijke adel in staat zijn het zonneritueel te ondergaan.
Universele getuigenissen in steen en papyrus, symbool en allegorie, grot en crypte, vertellen over de tweevoudige beproeving van de neofieten. Jezus de avatāra sprak tot de menigte in gelijkenissen, maar toen zij alleen waren, legde hij alles uit aan zijn discipelen (Marcus 4:34). De Essenen hadden hun grote en hun kleine mysteriën en, naar men zegt is Jezus van Nazareth in eerstgenoemde ingewijd.
Een mysterieschool is niet afhankelijk van een locatie; ze is eerder een gezelschap of broederschap van geestelijk gedisciplineerde mensen die door één gezamenlijk doel zijn verbonden: dienstverlening aan de mensheid, een dienst die intelligent en met mededogen wordt verleend, want ze is ontstaan uit liefde en wijsheid. Maar het is een feit dat bepaalde centra gunstiger zijn voor een goed resultaat in spirituele aangelegenheden dan andere. Waarom, bijvoorbeeld, waren die oude zetels van de mysteriën bijna altijd in een rotstempel of een onderaardse grot, in een woud of bergpas, in een piramidekamer of tempelcrypte? Omdat de stromingen van het astrale licht rustiger, vrediger en zuiverder worden hoe verder ze zijn verwijderd van de jachtige mensenmenigte. Een centrum voor esoterische training zal men zelden aantreffen in de nabijheid van grote steden, want dat zijn wervelende draaikolken . . . zenuwknopen, zenuwcentra in de lagere regionen van het astrale licht (Purucker, G. de, De Esoterische Traditie, vert. van een verkorte versie van de 2de editie, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2001., blz. 586).
Daarom werden de locaties van de grote mysteriën gewoonlijk zorgvuldig gekozen en hun scholen schonken geen aandacht aan gebouwen van welke aard ook, hoofdzakelijk omdat gebouwen onmiddellijk opvallen en de aandacht trekken van het publiek in het algemeen, en dat is nu juist wat deze meer geheime, meer esoterische scholen probeerden te vermijden. Als de tempels niet meer waren dan centra voor exoterisch ritueel, werden de mysteriescholen soms, los daarvan, in het geheim gehouden, en hielden ze hun samenkomsten, ontmoetingen en inwijdingsriten gewoonlijk in zorgvuldig gereedgemaakte grotten, verborgen voor het publiek, soms zelfs in de openlucht zoals de Druïden deden tussen de eiken in wat min of meer oeroude bossen waren in Engeland en Bretagne; in enkele gevallen was er zelfs geen vaste plaats of locatie; de ingewijden kregen bericht waar ze elkaar van tijd tot tijd konden ontmoeten om hun inwijdingsfuncties te vervullen. Aspecten van de Occulte Filosofie, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 1999., blz. 670
Naar de rustige, vredige plaatsen van diepe stilte worden de adepten aangetrokken en daar kunnen de geheime of grote mysteriën het meest doeltreffend functioneren. Daar in de schuilhoeken van hun verborgen inwijdingskamers heersen de krachten en stromingen van het hogere astrale licht, het ākāśa, de subtiele substantie die overeenstemt met de hogere stromen van geest en intellect.
Terwijl de mysteriën gewoonlijk zeven graden telden, bestaan er aanwijzingen van drie hogere graden dan de zevende. Maar deze zouden zo esoterisch zijn dat alleen de meest vergeestelijkte mensen deze goddelijke inwijdingen zouden kunnen begrijpen en dus ondergaan.
In enig opzicht vormen de mysteriescholen sinds lange tijd het fundament van de beschaving. Plotinus, Avicenna, Albertus Magnus, Paracelsus, Francis Bacon, Jacob Boehme, Newton, Leibnitz en vele andere persoonlijkheden, hebben zich op hun gemak gevoeld binnen de poorten van de mysterieschool.
In de geschiedschrijving zoals men die op school overbrengt, worden de minst belangrijke invloeden het uitvoerigst behandeld, terwijl met geen woord gerept wordt over de invloed van de mysteriescholen. Toch zijn er talloze historici die uitputtend over die invloed hebben geschreven
spreuken:
Pythagoras
Betreed niet de algemeen begane wegen, volg niet de zienswijze der grote menigte, daar die onoordeelkundig en niet eensluidend is.
In het evangelie verbeeld als de brede en de smalle weg. De brede, waarop het groepsdenken de tijdgeest beheerst, en de smalle die zich daaraan onttrekt. Aan het eind en niet aan het begin van de smalle weg staat de enge poort. Het is de onbetreden weg door de woestijn.
Cleanthes
Let niet op roem, als gij spoedig wijs wilt zijn. Vrees evenmin het kwalijk schiftend en niets ontziend oordeel der grote menigte. De menigte kent immers geen verstandige schifting, noch van rechtvaardigen, noch van voortreffelijken. Bij weinig mannen slechts kunt gij die vinden.
De menigte kent geen verstandige schifting, omdat de elite met zijn ingewikkelde verhalen en terminologie altijd ondoorzichtig voor de eenvoudigen is geweest. Altijd heeft het goedgelovige volk hun verhalen geloofd, en als ze het niet geloofden konden ze, niet thuis in het jargon, die verhalen niet ontzenuwen. Daarbij komt ook nog, dat de armen en onderdrukten zich altijd blind hebben gestaard op de pracht en praal als begerenswaardige zaken, die het geluk zouden verzekeren. Zij hebben met bloed, zweet en tranen eindelijk wat bezit verworven, hebben het materieel eindelijk beter gekregen en zijn meer geworden dan de allerminsten. Zij hebben geen boodschap aan een verhaal dat volledige onthechting predikt.
Het zijn altijd de mensen geweest, die eerst geklommen zijn tot de top, de holheid en leegte en façade van de elite doorzien hebben, die weer afgedaald zijn tot de grond en de volstrekte eenvoud hebben bereikt. Prediker, Boeddha, Plato, Socrates, Eckhart, Franciscus, Spinoza, Rousseau, Tolstoj. De eenvoudigen misten ten ene male het taalgebruik en het inzicht in de brouwsels die boven in de boom werden gebrouwen, om ze te kunnen weerstaan.
Plato: Theaetetus
Let op, rondziende, dat niet een der oningewijde luistere. Dat zijn degenen, die in de waan verkeren, dat er niets anders bestaat, dan wat zij met beide handen krampachtig kunnen vasthouden, doch feiten en gebeurtenissen en al wat onzichtbaar is niet aanvaarden als bestanddeel van de werkelijkheid.
Wijsheid van Salomo
Laat ons de rechtvaardige uit ons midden wegdoen, want hij is ons onaangenaam.
De machthebbers, die met behulp van wetenschap en godsdiensten, de onrechtvaardige maatschappij gecreëerd hebben en in stand pogen te houden, hebben het meest te verliezen. Het is voor een leider veel moeilijker toe te geven dat hij misleid heeft, dan voor een misleide.
Empedocles
Ik weet intussen wel vrienden, waarom er nog waarheid is in de mythen, die ik zal verhalen. Doch zeer lastig en bezwarend voor het brein is het te aanvaarden in den gelove.
Homeros Ilias: VI 202
Rampzalig is de mens, die eenzaam dwalend zijn gemoed verteert.
In een overbevolkt land als België is de eenzaamheid nog nooit zo groot geweest. Overal ontwaar je enkelingen en groepen, allemaal dwalend in hun eigen doolhof
Wijsheid verwerven
Bacchylides, 470 v. Chr.
De een wordt wijs door de ander, vroeger zowel als nu, want niet gemakkelijk is het de poorten van onuitsprekelijke woorden te vinden.
Overal op de weg door de woestijn kom je mensen tegen, die al eerder vertrokken zijn. Zij kunnen je vertellen hoe je net zover kunt komen als zij. Maar je moet toch elke keer weer alleen verder naar het land achter de horizon.
Plato
Want niet uit behoefte heeft God de wereld gemaakt, opdat hij eerbewijzen van mensen en van andere goden en demonen zou inoogsten, alsof hij enige toevoer uit de schepping benaderde, van ons rookwalmen en van goden en demonen hunne bijzondere bedieningen.
Het is een merkwaardig, doch helaas alom verbreid, godsbeeld, dat mensen scheppen om hem te behagen, met erediensten, kerkbouw, zwoegen en tobben tot zijn meerdere eer en glorie. Slechts een tirannieke God met behoefte aan macht, onrechtvaardig en liefdeloos zou zoiets kunnen bedenken. Het is dan ook een godsbeeld ontstaan in een hiërarchische maatschappij, met een keizer, raadgevers, priesters en slaven of Paus, kardinalen enzovoort. De antropomorfe god ontstaat pas als de gelijkheid onder mensen verdwijnt, en er meerdere en mindere komen. De god krijgt gedaante en karaktertrekken inherent aan die van de ontaarde mens.
Euripides
God, indien hij oprecht God is, heeft aan niets behoefte. Dat zijn de armzalige praatjes van zangers.
Orpheus
Eén is de volmaaktheid zelve en alles is het voortbrengsel van Eén. Geen der stervelingen kan Hem zien, maar Hij zelf ziet allen. Hem zie ik niet. Een wolk staat om Hem heen. In aller stervelingen ogen immers zijn sterfelijk kleine pupillen. Want vlees en been is het gewas.
Empedocles
De godheid is niet bereikbaar om hem te benaderen met onze ogen of met handen te vatten, doch de hoogst verheven rijweg der overtuiging loopt voor de mensen uit het brein.
"God zien" is een ervaren van de gelukzaligheid, een zien van de samenhang van alles met alles. Het is een opgaan in het Al, een jezelf centrum weten van het heelal.
Ik ben Philippe Decrock, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Philippus.
Ik ben een man en woon in Grimbergen (België) en mijn beroep is Jurist.
Ik ben geboren op 18/10/1964 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wijsbegeerte--theosofie.
Mijn interesse gaat uit naar esoterische,gnostische en bijzondere filosofische kennis doorheen de geschiedenis