Westveld
Inhoud blog
  • Vinkenlaan
  • Sociale woningen
  • Toponiemen op het Westveld
  • Georges Maenhout
  • Zuster Cecile

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Zoeken in blog


    Geschiedenis van het Westveld
    30-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.heecken ackere
    In de periode 1422-1436 betaalt Jan vanden Berghe rente op land in heecken ackere komende van Olivier vanden Berghe.

    Mogelijk verwijst de  naam naar een persoon, misschien een Vandereecken of een Vereecken. Dit dient nog verder onderzocht te worden. We moeten in dit verband immers zeggen dat we een genitief-s missen. Mocht het de akker van Vereecken zijn, dan zou er wellicht sprake zijn van vereeckenS ackere.

    Waarschijnlijk is het logischer als uitleg te geven dat het gewoon gaat om een stuk grond waar eiken groeiden of gekweekt werden. Misschien komt dit stuk land dan overeen met de percelen die plantaige boomen en plantsoen bosch werden genoemd en waar specifiek werd opgegeven dat er eiken gekweekt werden.

    Volgens R. Poelman zou het woordje heecken ook kunnen verwijzen naar hek, afsluiting. Dan zou het toponiem zoveel betekenen als omheinde gronden.


    30-04-2017, 11:40 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jean-Baptiste Schoutheet en het huis bij de Watermolenbrug
    Jean-Baptiste Schoutheet was diegene die in 1786 bijna het ganse Westveld kocht uit de nalatenschap van Pieter-Ignace de Corte, heer van Bruynsputte. Een arme donder was Schoutheet niet. Daarnaast had hij ook nog andere eigendommen zoals het huis bij de Watermolenbrug te Gent.

    Biografie Jean-Baptiste Schoutheet

    Jean-Baptiste Schoutheet werd te Dendermonde geboren op 12 april 1735 als zoon van Jean-Louis en Isabella Maria van Steelant, en overleed op 17 januari 1806, eveneens te Dendermonde.

    Jean-Baptiste werd na zijn studies rechten aan de universiteit van Leuven ([i]) advocaat in de Raad van Vlaanderen ([ii]) en schepen van de Keure van de stad Gent ([iii]).
    Jean-Baptiste zal zoals zo veel leden uit zijn familie rechten studeren aan de universiteit van Leuven.
    Rechtenstudies, en vooral het behalen van het diploma, werden in die tijd beschouwd als een toegangsbewijs voor een stedelijke administratie of de diplomatie ([iv]). Hij behaalde het diploma in de beide rechten ([v]) op 17 augustus 1759 ([vi]). Als gediplomeerde in de rechten trekt Jean-Baptiste naar Gent, waar hij op 8 juli 1779 de eed aflegt als advocaat bij de Raad van Vlaanderen ([vii]).
    In 1770 wordt hij echter als tweede schepen van de Keure vermeldt ([viii]). In 1780 wordt zijn naam vernoemd in verband met het tot stand brengen van een nieuw reglement aangaande huisbelasting van de stad Gent ([ix]). Hij zou dan elfde schepen van de Keure geweest zijn. In 1788 wordt hij vijfde schepen ([x]). In 1790 komt Jean-Baptiste echter niet voor op de lijst van de schepenen van de Keure. In 1792 wordt hij vierde schepen, maar op 6 december van het zelfde jaar wordt hij tweede schepen van de Keure benoemd. Op 10 mei 1793 wordt hij in die zelfde functie bevestigd.
    Met zijn functies in de wetgevende sector bouwt hij eigenlijk verder op de functie die zijn voorouders lange tijd te Elversele, Daknam, Eksaarde en Lokeren hebben uitgeoefend, namelijk die van schout.

    Wij houden ons echter vast aan twee “Gentse” bronnen, namelijk de Wegwijzer van Gent en het Memorieboek der Stad Ghent van ‟t jaer 1301 tot 1793. De reeks Wegwijzer van Gent, er verscheen er ieder jaar een, hebben wij geraadpleegd in De Zwarte Doos, het Gentse stadsarchief. De reeks vangt aan bij het jaar 1770.
    Zo vermeldt Marcus van Vaernewyck Jean-Baptiste als tweede schepen van de Keure in 1770. Noch de Wegwijzer van Gent, dat een administratief-organiek naslagwerkje is, noch het Memorieboek maken in 1770 melding van Jean-Baptiste als schepen van de Keure. Jean Baptiste Hubert Serruys vermeldt Jean-Baptiste Schoutheet in zijn Eerste placcaerten-boek van Vlaenderen in verband met het tot stand brengen van een nieuw reglement betreffende de huisbelasting. Dit was in 1780 en Jean-Baptiste Schoutheet was toen elfde schepen. Wij kunnen zo nog een aantal voorbeelden geven maar het lijkt ons logischer weer te geven wat de Wegwijzer en het Memorieboek ons bijbrachten. Vooreerst de Wegwijzer van Gent: Jean-Baptiste werd voor het eerst schepen van de Keure in 1780 en kreeg de twaalfde plaats toegewezen. Hij zou ook gedurende de jaren 1781, 1782 en 1783 schepen blijven, respectievelijk op de elfde, tiende en negende plaats. Hij zal pas opnieuw schepen worden in de periode 1789-1790, telkens op de vijfde plaats. In de periode 1792-1794 komt hij weer aan bod, op de vijfde, vierde en de tweede plaats. Daarna is zijn loopbaan als schepen voorbij. Wel staat Jean-Bap-tiste gedurende de ganse periode 1770-1796 geboekstaafd als advocaat bij de Raad van Vlaanderen. In dit verband is de periode 1770-1779 tegenstrijdig aan het feit dat hij pas op 8 juli 1779 de eed aflegde als advocaat bij de Raad van Vlaanderen. Nu het Memorieboek: dit boek vermeldt Jean-Baptiste voor de eerste maal als schepen van de Keure in het jaar 1788. Daarna wordt het drie jaar stil. Vervolgens, in 1792 en 1793 wordt hij opnieuw schepen, respectievelijk vierde en tweede (1792) ([xi]) en tweede (1793). Daarna was het afgelopen met zijn loopbaan als schepen.

    Over de activiteiten als schepen in de periode 1778-1783 lezen we bij Piet Lenders het volgende ([xii]).
    In 1778 wordt Jean-Baptiste als nieuwe schepen benoemd in opvolging van Vilain XIIII die hoogbaljuw van Gent werd benoemd. Jean-Baptiste werd aanbevolen door De Graeve, raadsheer bij de Raad van Vlaanderen ([xiii]), die hij kende uit zijn Leuvense studententijd.
    Lenders omschrijft Jean-Baptiste als een zeer verstandig man. In het zelfde jaar worden de departementen van openbare werken en waterstaat gescheiden. Jean-Baptiste krijgt openbare werken toegewezen terwijl het departement waterstaat naar G.A. d’Olisy gaat. Jean-Baptiste zal trouwens jarenlang bevoegd blijven voor de stadsgebouwen en ontving daar dan ook een aparte vergoeding voor. Ook in 1782 bleef het departement openbare werken onder het beheer van Jean-Baptiste, als tiende schepen van de Keure, en dat van waterstaat bleef ook bij d’Olisy de Notax. Deze man zal trouwens de zorg voor de Gentse wateren uit de handen van Jean-Baptiste nemen, al werd hij meer als provinciaal ambtenaar bekeken.
    In 1782 wordt ook gestart met de afbraak van de militaire versterkingen in en rond Gent. Jozef II had hiertoe opdracht gegeven. De afbraak gebeurde onder de leiding van Jean-Baptiste Schoutheet en de heren Goethals en Corthals. Het trio was ook belast met de liquidatie, zeg maar de verkoop, van het afbraakmateriaal.
    In 1783 wordt Jean-Baptiste niet herbenoemd als schepen. Hij werd dan ook door minister Starhemberg uit de stadsmagistraat verwijderd ([xiv]). Dit was het gevolg van de weigering van de stadsmagistraat om mee te werken aan de nieuwe fiscale politiek van de regering. In 1786 was Jean-Baptiste evenmin schepen, maar in 1788 wordt hij opnieuw aangesteld en dit als vijfde schepen van de Keure. In 1792 was hij opnieuw vijfde schepen.

    Uit de Wegwijzer van Gent van 1782 kwamen we ook te weten dat Jean-Baptiste Schoutheet directeur is geweest van de Koninklijke Academie der Schilder, Teeken en Bauw konst binnen Gend.

    Het huis bij de Watermolenbrug

    Jean-Baptiste Schoutheet, schepen van de Keure van de stad Gent en advocaat bij de Raad van Vlaanderen, had naast zijn vele eigendom doorheen het Vlaamse land ([xv]) meerdere eigendommen te Gent, maar een interesseert ons in het bijzonder: het huis bij de Watermolenbrug.
    De Watermolenbrug ([xvi]), ook Braambrug genoemd, in de buurt van de Braampoort die een van de vier stadspoorten was die werden gebouwd in de 12de eeuw, wordt in 1224 vernoemd en was een stenen brug met twee bogen. De brug werd in 1885 gesloopt voor het eerste deel van de overwelving van de Reep (het huidige Lieven Bauwensplein).
    In 1297 werd op de plaats van de brug een watermolen gebouwd die werd stilgelegd in 1874 en volledig verdween in 1881. In de onmiddellijke omgeving waren een viertal watermolens gebouwd. Op de zelfde plaats bevond zich ook een sluis met bijhorend sluishuis. En hier komt het huis dat wij bedoelen op de proppen.

    Aan het feit dat Jean-Baptiste Schoutheet dit huis aankoopt in 1779 gaat een korte verbouwgeschiedenis vooraf. In afschrift daterend van 4 juni 1716, vonden we in De Zwarte Doos een aanvraag tot verbouwing van bedoeld huis terug.

    Het huis was toen eigendom van Rogiest Bogaert proprietaris van een hauten huyseken en de stede ghestaen op de watermeulenbrugghe abouterende aen de huysen van de selve brugghe dat hij van intentie is het selve huyseken ende stede te doen afbrecken en de van nieuw van steen te doen opmaecken midtsgaders boven de voorseijde shuijsen te maecken het werck conforme de modelle […] desen annex ([xvii]) daer toe hij den muer en de dack jeghenwordigh op deselve brugghe oock staende moet afbreken ende verhooghen de gote daert opligghende ende alsoo hij u edelen consent van noode heeft keert den suppliant hem tot deselve.
    Het gebouw waarvan de muur moet worden afgebroken en heropgebouwd en de goot verhoogd is het sluishuis. Het argument van Rogiest Bogaert om te verbouwen is van dit gebouw een notabel enbellissement voor de stad te maken. Het gebouw moet er dus niet al te fatsoenlijk hebben uitgezien.
    Na een bezoek van de commissarissen verantwoordelijk voor deze verbeteringswerken krijgt Rogiest Bogaert van de schepenen van de Keure op 13 februari 1713 de goedkeuring om de werken uit te voeren.

    Volgens de commissarissen dienden volgende werken te worden uitgevoerd: de suppliant sal vermoghen af te breken den muer ende het dock van het sluyshuys bij requeste vermeldt, ende dat hij het huys van nieuwe in steen sal vermoghen op te bauwen op een rechte linie naer conformiteijte van de modelle ende project hier annex gheparapheert bij de onderschrevende secretaris, ende alsoo de verwijding van de brugghe van twee voeten min een quaert bij deselve modelle afghedecineert niet en […] ghebeuren ten waere het roerende werck waer-mede de sluijsen opgehewonden worden wierd verandert inghevolghe van een tweede modelle hier […].
    Bogaert moest ook de stenen van de afbraak recupereren, evenals de schaliën, de kepers en het lood van de goot. Verder moet hij ook de nodige vensters voorzien, zoveel als de ontvanger van de werken nodig acht. Verder zal hij ten eeuwigen dage dak en goten onderhouden zonder financiële tussenkomst van de stad.

    Aan veel dingen komt een einde, zo ook aan het leven van Rogiest Bogaert sr.
    Op 3 november 1779 verkopen de erfgenamen van Sieur Rogier Bogaert d’Aude deze eigendom aan Jean-Baptiste Schoutheet.
    De erfgenamen waren Marie Anne Bogaert gehuwd met François Baijleij, Rogier Bogaert en Pieternelle Bogaert ([xviii]).
    Notaris Jan Joseph De Meersman, notaris publicq, die naast het huis woonde, regelde de administratieve kant.
    Het huis was belast met 10 schelling 8 groten 6 denier per jaar aan grondlasten. Het huis zelf kostte £ 512 groten wisselgeld.
    De kwitantie: Ontfanghen te hebben van jor J.B. Schoutheet de somme van vijfhondert en twalf ponden groten wisselgelt in voldoeninghe der coopsomme in de vorenstaende contracte vermelt, actum Ghent 13 maert 1780.

    Op 24 december 1793 verkoopt Jean-Baptiste deze eigendom aan Bernardus Joannes Isacie ([xix]), licentiaet in de medecijnen.
    De akte wordt verleden voor notaris Dominicq Raman, notaris gheadmitteert in den raede in Vlaenderen.
    Op het ogenblik van de verkoop verhuurt Jean-Baptiste deze eigendommen blijkbaar en wel aan een Engelse kapitein, Jeffersohn genaamd. Kapitein Jefferson belooft het huis te zullen verlaten binnen de acht tot veertien dagen na de bekrachtiging van de verkoop. Om zijn belofte kracht bij te zetten doet hij beroep op de eer en de waardigheid van zijn adjudant. Helaas staat de naam van de adjudant niet in de akte vermeld. Het huis werd verkocht voor de ronde som van £ 650.



    [i] Hij kreeg het diploma van licentiaat in de rechten op 17 augustus 1759. (A. de Schoutheete de Tervarent, Histoire de la Maison de Schoutheete, du Pays de Waes, issue de celle de van Zuylen, de Hollande, 1861)

    [ii] Hij legde de eed als advocaat bij de Raad van Vlaanderen af op 8 juli 1778. (A. de Schoutheete de Tervarent, (1861)

    [iii] Het bestuur van Gent was opgedeeld in twee delen. Enerzijds kende Gent die schepenen van de Keure die het bestuur van de stad en de justitie onder hun bevoegdheid hadden, en anderzijds de schepenen van Gedele, die toezicht hielden op de verdeling van erfenissen, maar tevens instonden voor de voogdij over minderjarigen en wezen. Het is bijna vanzelfsprekend dat de schepenen van de Keure een hoger aanzien genoten dan die van Gedele.

    [iv] Het is trouwens ook zo dat de oude adellijke waarden van ridderlijk en hoofsheid sterk in belang waren afgenomen. In de plaats waren gekomen de waarden van zaken doen en hoge administratieve functies.

    [v] Burgerlijk en canoniek recht.

    [vi] A. de Schoutheete de Tervarent, (1861)

    [vii] A. de Schoutheete de Tervarent, (1861)

    [viii] M. van Vaernewyck, Historie van Belgis (op: www.dbnl.org). Marcus van Vaernewyck kan Jean-Baptiste Schoutheet niet gekend hebben. Hij was al bijna 200 jaar dood toen Jean-Baptiste schepen werd. (R. De Schryver, Historiografie. Vijfentwintig eeuwen geschiedschrijving van West-Europa (1997)). Amédée de Schoutheete de Tervarent vernoemt in zijn Histoire… wel een Jean Schautheete die reeds in 1528 schepen was en in de periode 1540-1557 ook schepen was.

    [ix] J.B.H. Serruys, Eersten placcaerten-boek van Vlaenderen

    [x] A. de Schoutheete de Tervarent, (1861)

    [xi] De schepenbank werd in 1792 tweemaal vernieuwd.

    [xii] P. Lenders, Gent, een stad tussen traditie en verlichting (1750-1787) (1990)

    [xiii] Charles-Joseph De Graeve (° Ukkel, 1731 (volgens sommige bronnen 1736), x Françoise Cathérine Kervyn (1744-1824), + Sint-Denijs-Westrem, 1805). Studeerde letteren, wijsbegeerte en rechten aan de universiteit van Leuven. Raadsheer in de Raad van Vlaanderen. Samen met Jan Jozef Raepsaet en Maarten de Bast auteur van het Manifest van Vlaanderen, wat eigenlijk de onafhankelijkheidsverklaring van het graafschap Vlaanderen inhield. (Wikipedia)

    [xiv] Bedoeld wordt Georg, prins van Starhemberg. Hij was van 1770 tot 1780 gevolmachtigd minister ad interim onder Maria Theresia, in 1780-1781 gouverneur-generaal onder Jozef II en tussen 1781 en 1783 gevolmachtigd minister eveneens onder Jozef II. Hij dus na de keizerin en de keizer de machtigste man in de Oostenrijkse Nederlanden. (nl.wikipedia.org). Hij voerde trouwens tegen zijn zin de hervormingen van Jozef II in de Zuidelijke Nederlanden door. (www.18e-eeuw.nl)

    [xv] Zo bezat hij onder andere grote oppervlaktes aan onroerend goed en een kasteel te Oostakker (op het huidige Westveld, Sint-Amandsberg). Het zwaartepunt van de eigendommen van de familie Schoutheet, later de Schoutheete de Tervarent, lagen echter in het Waasland en Zeeland.

    [xvi] M. Labyn, Uit de geschiedenis van de Gentse bruggen (in: Ghendtsche Tydinghen, 1987, nr. 1)

    [xvii] Desen annex ontbreekt in de kopie die we in De Zwarte Doos (SA Gent) konden inkijken.

    [xviii] Franciscus Bayley huwt Maria Anna Bogaert op 20 februari 1745 in de Sint-Niklaasparochie (Gent) in het bijzijn van de getuigen Rogerius Bogaert en Petronilla Bogaert.

    [xix] Bernardus Joannes Isacie x Rosa Coleta Vlamynck op 2 september 1775 in de Sint-Jakobsparochie te Gent. Getuigen: Franciscus Ignatius Vlamynck en Joanna Judoca Speekaert.

    30-04-2017, 11:38 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    20-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Macharius Vanden Haute vs. Jacqueline Livijne van Conckelberghe i.v.m. Schuurgoed
    Over het Schuurgoed is al heel wat geschreven. Nog steeds vinden wij zaken terug die, alhoewel hoofdzakelijk onsamenhangend, belangrijk zijn voor de complete geschiedenis van deze voor het Westveld (Sint-Amandsberg) belangrijke hofstede. Het Schuurgoed was na het Goed ter Roosbroeken de belangrijkste hofstede op het huidige Westveld. Ook in documenten die nog zich nog steeds in privé-handen[1] bevinden hebben we een document teruggevonden dat verband houdt met het Schuurgoed, namelijk een minnelijke schikking tussen Macharius Vanden Haute en Jacqueline van Conckelberghe.

     

    In 1730 bereikten Macharius Vanden Haute en Jacqueline Livijne van Conckelberghe een akkoord in een hangend proces, proces hanght onghedecideert inden raet van vlaenderen, dat reeds vrij oud was. Macharius Vanden Haute had het proces in aanvang aangespannen tegen Jan Baptiste van Conckelberghe. Gelet op het feit dat het om een proces voor de Raad van Vlaanderen ging betekent dat het een zaak in beroep betreft.

    Macharius Vanden Haute, de eiser, was kanunnik van de Sint-Baafskathedraal en synodaal rechter. Jacqueline Livijne van Conckelberghe, de weduwe van meester Pieter Coddesmidt die bij leven advocaat was bij de Raad van Vlaanderen, was de hoir unicq van meester Jan Baptiste van Conckelberghe[2], bij leven eveneens advocaat bij de Raad van Vlaanderen.

    De reden van het proces was in eerste instantie belastingen op een eigendom van 28 oude bunders. De belaste eigendom was ghenaemt het schuregoet, het Schuurgoed op het Westveld, Sint-Amandsberg dus. 28 oude bunders vormden 22.400 vierkante roeden. Dit zijn ongeveer 25 "nieuwe" bunders. In ons decimaal stelsel vertegenwoordigt dit ca. 33,77 ha.

    De belastingen bestonden uit 3 cijnsen, ofte sourenten, samengesteld uit:
    - 10 sch 9 gr aan het Groot Begijnhof
    - 6 sch 9 gr 6 den aan onse Lieve Vrauwe ter radiën in de Sint-Baafskathedraal
    - 3 sch 4 gr aan de armen van Sint-Salvators (geseijt heijligh kerst).
    Samen bedraagt dit 1 £ 1 gr 6 den per jaar. Het aandeel van Jan Baptiste van Conckelberghe in dit bedrag beliep 2 sch 11 gr 10 den. Dit bedrag sloeg op 4 oude bunder die hij in het Schuurgoed bezat.
    J.B. van Conckelberghe was echter niet de meest correcte betaler. Hij had namelijk bij Vanden Haute een betaalachterstand lopen van 3 £ 10 sch 9 gr 6 den. Dit bedrag was opgebouwd gedurende 27 jaar.

    Naast dit financiële geschil liep er nog een tweede proces tussen Vanden Haute en van Conckelberghe en dit in verband met het gebruik van de houtkanten tussen het cleen hammeken, dat grensde aan de noordkant van de grond van van Conckelberghe, en de gronden eigendom van van Conckelberghe.
    Het cleen hammeken hebben we reeds in 2008[3] beschreven. De Cleinen Ham vonden we terug in een splitsingsakte van het Schuurgoed uit 1532. Het stuk grond had toen een oppervlakte van 14.966,21 m². In 1694 was deze oppervlakte gereduceerd tot 2.228,22 m². Bij de regeling van de erfenis van Macharius Vanden Haute in 1738 bedroeg de oppervlakte 3.327,48 m².

    Het akkoord tussen Macharius Vanden Haute en Jacqueline Livijne van Conckelberghe zag er als volgt uit:
    1. Jacqueline van Conckelberghe zal verder jaarlijks het bedrag van 2 sch 11 gr 10 den.
    2. Zij zal tevens de schulden van J.B. van Conckelberghe volledig vereffenen.
    3. Wat betreft de houtkanten werd een getuige opgeroepen, namelijk Jan Everaert[4], voormalig pachter van het Cleen Hammeken[5]. Het graven van de scheidingsgracht, het opbermen en aanplanten was gebeurd in de tijd dat hij pachtte van François Vanden Haute[6]. Er was echter een voet spatie gelaten. Dit in overleg met de voorganger van J.B.  van Conckelberghe, procureur Bonne. Dat was reeds in 1701 gebeurd. Dit alles was gebeurd om de grond te bevrijden van de beesten. De overeenkomst in deze reeds lang aanslepende kwestie bepaalde dat het hout staande buiten de gracht beiden toekwam, elk de helft in eenen gelijcken hauw.

    Daarmee waren de geschillen opgelost en werden de twee processen van de rol bij de Raad van Vlaanderen geschrapt.



    [1] Familiearchief de Schoutheete de Tervarent, met dank dat we deze documenten mochten inkijken.

    [2] Voor het verband tussen Jan Baptiste van Conckelberghe en het Schuurgoed zie, D. Mattens, Hoe Jan Baptiste van Conckelberghe eigenaar werd van het Schuurgoed te Oostakker (nu Sint-Amandsberg) (in: Heemkundig Nieuws, jg. 41, nr. 4, 2013, p. 24-28)

    [3] D. Mattens, De hoed van Napoleon, of een licht doen schijnen over het Westveld (Jaarboek Heemkundige Kring De Oost-Oudburg, 2008, nr. 45)

    [4] Jan Everaert pachtte in 1694 het volledige Schuurgoed waar het Cleen Hammeken een onderdeeltje van was. (D. Mattens, Hoe Jan Baptiste van Conckelberghe [...] (2013, p. 26)

    [5] Het Cleen Hammeken grensde in 1701 ook aan gronden die in het bezit waren van Petronille Vanden Haute, zuster van François Vanden Haute.

    [6] Jan Everaert pachtte toen ook nog gronden van mijnheer Vandermeersch en procureur Bonne.

    20-04-2017, 10:49 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1676

    Grenzen:

    Margarete Antoinette vander Meere, fa. Gillis, douairière van Geron van Crombrugghe[1], ridder, heer van Lovelde, Tollien, enzoverder en moeder van Joris van Crombrugghe, houdt 6 gemeten, het leen Roosbroek, in leen.
    Grenzen:

    Noord

    Lucas van Velde

    Oost

    H. Geest van Sint-Salvator, Lucas van Velde, procureur…

    West

    Lieven van Houcke, Kwade Plas.

    Bron: RA Gent, Fonds Bisdom: LSB1350 - Denombrement

    [1] Waarschijnlijk gaat het hier om Georges van Crombrugghe, schepen van de Keure van Gent, heer van Loringe, Lovelde, Tonlieu (x Gent (Sint-Michiels), 27.07.1652, + Gent (Sint-Baafs, 19.06.1675)

    15-01-2017, 11:41 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1672
    Jan van Acker pacht van Karel Seghers 1 bunder land int heijvelt zuid de roosbroecken meersschen.

    Bron:
    RA Gent, Fonds Bisdom: R785/R – Registreerboek van pachtgoederen

    02-10-2016, 12:30 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1613

    In dit jaar werd een pachtcontract opgemaakt met een looptijd van negen jaar. Onderwerp van het contract was een stuk grond van 7 bunder 1 gemet en 20 roeden. Het contract gold tussen Henricus Franciscus vander Burch, bisschop van Gent en heer van Sint-Baafs, als verpachter en Niclaes Sey fs. Lieven[i] als pachter.

    Met een grote vorm van zekerheid kunnen we stellen dat dit stuk grond behoorde bij het Goed te Roosbroeken, de grote tegenhanger van het nog bestaande Schuurgoed. Het Goed te Roosbroeken lag zo ongeveer halverwege de huidige Koerspleinstraat, destijds Pachtgoedstraat.

    Bron: RA Gent, Fonds Bisdom: R859/E – Register van pachtcontracten

     

     



    [i] Lieven Sey verkoopt in 25 november1598 100 roeden land op de Achtenkouter te Oostakker.

    25-09-2016, 11:36 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1507
    In een denombrement waarin Pieter de Mil optreedt als man van voogdij van Arnaudijne Rons is sprake van 60 roeden. De grenzen waren: oost: Theinsvelt straetken; west: Sint-Annahospitaal; noord: Pieter Naert

    Deze 60 roeden lagen duidelijk op het Heiveld (Westveld). Hier is ook sprake van "theinsvelt straetken", de Heiveldstraat dus.
    Het gaat hier om een denombrement, een beschrijving van een onroerend goed. In dit document worden dus een aantal grenzen van desbetreffende stuk grond gegeven.

    Bron:
    RA Gent, Fonds Bisdom: LSB268 – Denombrement door Pieter de Mil als man van voogdij van Arnaudijne Rons

    18-09-2016, 10:52 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1420
    Up theynse velt: 8 gemeten 180 roeden. Slechts op 1 gemet 60 roeden waren tienden verschuldigd; up theinse velt: 1 gemet 23 roeden, tiendevrij; upt hoghe heinse velt: 5,5 gemeten 82 roeden. De gronden werden verpacht door het Sint-Annahospitaal.

    "theynse velt" of het nu "hoghe" is of niet is duidelijk een oudere vorm voor Heiveld, wat de oude benaming voor het huidige Westveld is.

    Bron:
    RA Gent, Fonds Bisdom: B896 – Legger van renten en pachtgoederen

    18-09-2016, 10:49 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1399
    Willem Evenen houdt van het Sint-Annahospitaal 1 gemet 23 roeden grond die tiendevrij was. Hij houdt eveneens van het zelfde hospitaal een oppervlakte aan gronden van 5,5 gemeten 82 roeden waarvan een half gemet tiende vrij is.
    Het Sint-Annahospitaal, dat aan de Sint-Baafsabdij verbonden was, bezat op het Westveld heel wat gronden. Gelet op het feit dat de bron een legger van renten is, een financieel document dus, worden alleen oppervlaktes en centen beschreven. Naar grenzen en dergelijke toe geeft dit document geen nadere informatie.


    Bron:
    RA Gent, Fonds Bisdom: B895 – Legger van renten

    03-09-2016, 11:57 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1395

    Pieter de Hardue houdt een leen van 80 roeden groot, ligghende up theijnse velt daer men gaet te Roosbrouc.
    Dit is een zeer vage omschrijving. De exacte ligging van de gronden valt aan de hand van de voorliggende gegevens niet nader te bepalen.

    Alhoewel de bron een denombrement is, dit is een beschrijving van het desbetreffende goed, staat in dit denombrement bitter weinig over grenzen en dergelijke.

    "theijnse velt" is een oudere vorm voor Heiveld. Het huidige Westveld was een onderdeel van het Heiveld en heette destijds (16de-18de eeuw) Sint-Amandskouter, wat in een bepaald document verbasterd werd tot "joosyntjens mannekens cautere". Zo zie je maar dat schoon en netjes schrijven in die tijd ook niet altijd gebeurde.


    Bron: RA Gent, Fonds Bisdom: R879/26 – Denombrement van 80 roeden op het Heiveld door Pieter de Hardue

    03-09-2016, 00:00 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vraag: (onder)pastoors
    De H. Kruisparochie heeft een aantal pastoors en onderpastoors gekend die ons allemaal gekend zijn.
    Na het "verdwijnen" van de onderpastoors werd er beroep op zogenaamde zondagpastoors. Die kennen wij niet. Wie kan ons daarbij helpen.
    "Zondagpastoors" waren geestelijken die de pastoor bijsprongen zonder een echte functie op de parochie te hebben. Wie kent ze en wie weet er meer over te vertellen.
    Ook bij de overgang van de ene pastoor op de andere traden zij op. Zij waren dan ook een soort zaakwaarnemers van de "sede vacante". Zij hadden wel de "lasten" maar niet de "lusten" die aan de functie van parochieherder op de H. Kruisparochie verbonden waren. Toch volgens E.H. Dirk Moereels, de voorlopig laatste pastoor van de parochie.

    25-08-2016, 08:47 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vraag: parochiale kring
    Wij weten dat de parochiale kring op het Westveld enkele malen van locatie is verhuisd.
    Wat ons echter meer interesseert zijn de opeenvolgende uitbaters/geranten van de kring op de verschillende plaatsen (Reinaertkluis, de Westveldhoeve en de huidige plaats aan de kerk). Dankzij de inlichtingen van een buurtbewoonster hebben wij een zeer beperkte lijst van uitbaters van de kring op de huidige plaats kunnen samenstellen. Wij hadden graag deze lijst uitgebreid gezien.
    Alle info in dit verband is dus welkom.

    23-08-2016, 08:58 geschreven door westveld  

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vraag: herbergen
    Op het Westveld kennen wij drie herbergen:
    1) In de Nachtegaal, of een van zijn varianten, in de buurt van de Nachtegaalstraat en -dreef. Reeds gekend in 1846. Hij staat dat jaar ingetekend op een kaartje dat voor de rechtbank in een geschil in verband met de aanleg van de spoorweg. Deze herberg, nu zelfbedieningszaak Sako, lag toen inderdaad aan de spoorweg.
    2) In de Jager, gelegen langs de Heiveldstraat
    3) Café 't Westveld, gelegen langs de Alfons Braeckmanlaan.

    Zijn er nog herbergen op het Westveld? En, wie kan informatie verstrekken over de hierboven geciteerde herbergen (jaar dat ze van start zijn gegaan, wie heeft ze uitgebaat en van wanneer tot wanneer, enzoverder)? Foto's zijn uiteraard welkom.
    Alvast bedankt voor jullie medewerking.

    19-08-2016, 17:55 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toponymie: bucht

    Uit een document uit het Gentse rijksarchief  (1718) blijkt dit perceel onderwerp te zijn van een juridisch probleem tussen Passchier van der Haeghen als pachter en Arnaut Jacob vanden Kerchove en Gillis Coolens als verpachters. Zij verlenen Passchier van der Haeghen, met toestemming van de bisschop van Gent, een pachtreductie als gevolg van de Spaanse Successieoorlog waar van der Haeghen economisch slachtoffer van is geworden.

    De bucht was 817 roeden groot en lag in de Roosbroeken.
    Een bucht is een omheinde hoek of een omheind deel van een weide, waarin dieren worden bijeengedreven of bijeengehouden. Er werd niet gespecificeerd om welke dieren het ging. Waarschijnlijk ging het zelfs om een partij land waarop graan werd verbouwd.
    Een bucht zou collectief gebruikt worden, waar het vee werd verzameld voor de nacht of als er gevaar dreigde, of om te melken, enzoverder.

    Bucht zou ook kromming betekenen (vergelijk met buigen). Volgens Van Durme (1) wordt het woordje bucht ook gebruikt in de betekenis van ettingen.
    Volgens Lindemans (2) was een bocht, ook bucht, een plaats waar het vee, vooral schapen, van begin juni tot einde oktober, 's nachts werd samengedreven met de bedoeling het land op die plaats te bemesten. Dit gebeurde door het plaatsen van mobiele horden. In Vlaanderen werden vaste bochten gebruikt die doelmatiger waren naar het verzamelen van de mest toe. De daarin geproduceerde en verzamelde mest werd aangewend om aan het gewonnen land toch een zekere bemesting te geven.



    (1) L. Van Durme, Toponymie van Velzeke-Ruddershove en Bochoute (1982, p. 308)

    (2) P. Lindemans, Geschiedenis van de landbouw (2 delen, 1952)

    14-08-2016, 10:02 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vraag: Bruynsputte
    Pieter-Ignace de Corte, heer van Bruynsputte, was in de 18de eeuw eigenaar van het Westveld.
    Vraag is waar de heerlijkheid/leen Bruynsputte gelegen was. De Potter-Broeckaert situeren deze in Zeveneken met enclaves in Oostakker. Nazaten van de laatste heren van Bruynsputte, Tayart de Borms, situeren het in de buurt van Sint-Niklaas maar brengen hiervoor geen bewijs aan. Ridder Amédée de Schoutheete de Tervarent beschrijft in zijn werk over de lenen van het Land van Waas een leen dat eventueel aan de beschrijving zal kunnen voldoen, maar hij geeft geen naam op.
    U begrijpt het al: waar lag deze heerlijkheid/leen? Wie heeft meer informatie over ligging, grootte, opeenvolgende eigenaars enzoverder.
    Alle info is welkom.

    11-08-2016, 10:19 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toponymie: Bosackere
    Werd vermeld in 1532 en was in zijn totaliteit 768 roeden of 11.408,48 m² groot. Het document van 1532 blinkt niet echt uit in het aangeven van grenzen. Dus ook hier ontbreken ze.
    Cavel A kreeg 334 roeden toegewezen en Cavel B 434 roeden. Dit is hoogst verwonderlijk te noemen omdat het document uit 1532 dat de verdeling regelt bij ieder perceel telkens exact de zaak in twee deelt. Een afwijking van 100 roeden is dus bijna niet mogelijk.
    Dat het hier om een bos gaat is vrij duidelijk. Op een kaartje van 1805 staat een perceel, genaamd Oude Bosch. Of het ene perceel met het andere iets te maken heeft blijkt nergens uit, maar het is natuurlijk niet onmogelijk.

    07-08-2016, 00:00 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Militaire oefeningen op het Westveld
    Het Westveld was gedurende een periode het geliefkoosd oefenterrein van de militairen gelegen in de Leopoldskazerne te Gent.
    Het ging hierbij om militairen (miliciens?) van het 2 Linieregiment. Zij verplaatsten zich van de kazerne naar het Westveld o.a. in zogenaamde "Brenn-carriers", een zeer licht "pantservoertuig" op rupsen. Bedoeling van dit voertuig was de "zandstuivers" veilig naar en van en door de linies te brengen. Het werd gedurende de tweede wereldoorlog door de Engelsen ontwikkeld en was voorzien van een automatisch wapen, de Brenn.

    Bewoners van Sint-Amandsberg ervaarden de passage van deze voertuigen als pantservoertuigen. Volgens sommigen waren in de Leopoldskazerne dan ook pantsertroepen gelegen. Zelf hebben wij het "geluk" gehad onze legerdienst in de buurt van het 2/4 Lansiers te Leopoldsburg te mogen doorbrengen. Er is heel wat meer oppervlakte nodig dan die van de Leopoldskazerne in Gent om dergelijke eenheid te kunnen huisvesten. De daar gebruikte pantservoertuigen zijn dan ook van een totaal ander kaliber dan de voertuigen van het linieregiment.

    Mochten er nog mensen zijn die zich dit herinneren en nog iets willen toevoegen, dan vernemen we dit graag.


    21-05-2016, 00:00 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hippodroomlaan
    In het gebied waar de oudste appartementsblokken van Volkshaard staan langs de Hippodroomlaan (gebouwd ca. 1980) zou vroeger, in de jaren 1930, een wielerpiste gelegen hebben. Wij hebben dit uit mondelinge overlevering, maar vonden nergens bevestiging.

    In het zelfde gebied zou de cavalerie van de toenmalige rijkswacht oefeningen gehouden hebben. Dit was in de jaren 1970. Zoals geweten werden in 1972, ter gelegenheid van 100 jaar Sint-Amandsberg, voor een allerlaatste maal paardenwedrennen gehouden waar later de appartementen zouden gebouwd worden.

    Als antwoord op onze vraag ivm de Hippodroomlaan antwoordde een oud-inwoner van het Westveld dat het Westveld destijds oefenterrein was voor de militairen uit de Leopoldskazerne.

    Dezelfde oud-inwoner wist ook te vertellen dat in de jaren 1950 op die plek "beer" werd gestort. Van waar die precies kwam kon hij mij niet vertellen. Hij wist wel nog te vertellen dat op die plek brem geweldig goed groeide en bloeide. Brem is dan ook een plant die op schrale, arme grond goed gedijt. Als de plant er met zijn "volle goesting" staat geeft ze overdadig gele bloemen. Eens uitgebloeid worden de bloemen vervangen door bruine zaaddozen in de vormen van een peulvrucht. Bij grote hitte springen die open met een knetterend geluid alsof de struiken in brand staan. Dit hebben wij zelf mogen ervaren in de heidevlaktes van Houthalen-Helchteren.

    Met dank aan Herman Derave

    16-05-2016, 00:00 geschreven door westveld  

    Reageer (1)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Watervoorziening
    De eerste bewoners in de sociale woningen van Volkshaard moesten het zonder leidingwater stellen. De waterleiding lag wel in de straten maar was niet op de huizen aangesloten.
    "Ter vervanging" was er per 4 huizen een pomp op de straat voorzien. Waarschijnlijk grondwater, dat regelmatig door het laboratorium van de stad Gent werd gecontroleerd en dat van behoorlijke kwaliteit schijnt geweest te zijn.
    Er was echter een groot probleem en dat was de wasdag. Als er tegelijkertijd in alle huizen werd gewassen (zoals toen dikwijls de gewoonte was gebeurde dat op dezelfde dag) kon het wel eens gebeuren dat "de pomp af was", dit wil zeggen dat er geen water meer was. Bijgevolg diende men dan enkele dagen te wachten tot de watervoorraad weer aangevuld was. Men nam echter zijn voorzorgen en de bewoners vulden op voorhand zoveel mogelijk flessen zodat ze alvast drink- en kookwater in voorraad hadden.

    Ons welwillend meegedeeld door Herman Derave.

    07-05-2016, 00:00 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    24-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pieters Martha Francisca
    Martha Pieters was voor het Westveld van grote betekenis.
    Ze werd te Gent geboren in 1910 en overleed, eveneens, te Gent in 2000.

    In 1961 was ze mede-oprichtster van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn, de zogenaamde "weging", in de Nachtegaalstraat. Ze deed dit samen met de echtgenote van Jacques Monsaert, de latere burgemeester van Sint-Amandsberg.

    Tussen 1958 en 1980 was ze mede-oprichtster en bestuurslid van de KAV-Westveld. Samen met mevr. Carez en Agnes Guenter richtte ze ook nog COVDA-Westveld op.

    Martha Pieters was dus met andere woorden een bezige bij in het verenigingsleven dat toch hoofdzakelijk op vrouwen of vrouwgebonden materies gericht was.

    Toch wel iemand die niet of nauwelijks vermeld wordt.

    Meegedeeld als reactie op deze blog door Herman Derave, zoon van Martha Pieters.


    24-04-2016, 00:00 geschreven door westveld  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Archief per week
  • 19/10-25/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 26/06-02/07 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs