Wordt in 1805 vermeld op een kaart die gemaakt
werd naar aanleiding van het olografisch testament dat Jean Baptiste Schoutheet
opmaakte.
Het gaat om het zelfde stuk grond dat in 1786 Beukendriesch werd genoemd.Het gaat dus om een stuk grond waar jonge beuken werden gekweekt. Dit kadert in de zelfbedruipzaamheid van buitenverblijven of het huys van plaisance dat Jean Baptiste Schoutheet in 1786 aankocht.
Het toponiem Beuckendriesch
staat vermeld in 1786. Dit is het jaartal waarin Jean Baptiste Schoutheet quasi
de helft van het Westveld opkoopt in een openbare verkoop naar aanleiding van
het regelen van de erfenis van Pieter Ignace de Corte, heer van Bruynsputte.
Het toponiem spreekt voor zich: een dries waar beuken groeiden. Het perceel zal
in 1805 een naamsverandering ondergaan.