De bruinvis is een aan onze kust normaal voorkomende dolfijnsoort. De soort kwam zelfs voor in rivieren in het binnenland. jaarlijks werd bijna altijd een waarneming van een bruinvis in het binnenland gemeld.Het Schelde estuarium is hiervoor gekend.Maar een laatste laatste survey van het Inbo toonde aan dat de soort drastisch was afgenomen. Als mogelijke oorzaak werden de warrelnetten .
Bij
de strandvisserij wordt het net bij zeer laag tij uitgezet in zee
evenwijdig met de kust van op het strand,met
een waadpak. Soms kan het net ook op het strand zelf, dicht bij de
laagwaterlijn, geplaatst worden. Het net wordt verankerd (de laatste
jaren zien we dat dit zelf gebeurt met betonblokken en metalen staven. Bij
het type warrelnet is het steeds de bedoeling dat het net een soort
zak vormt waardoor de vis als het ware
verward wordt in het net. Eenmaal een vis of zeezoogdier in contact
komt met het type warrelnet is vluchten geen optie meer, want hoe
groter het verweer, des te meer het zeezoogdier verward en
verdrinkt in het net.
Vanaf volgend jaar zijn warrelnetten, na gecoordineerd protest van oa. Natuurpunt, Blue shark, Seasheperd en Sea First België, verboden voor amateurvissers. Beroepsvissers gebruiken de netten nog wel maar deze worden veel verder in zee uitgezet en meer gecontroleerd.
Mollen
zijn niet meteen de meest populaire zoogdieren. Hoewel ze de bodem
gezond maken, zorgt hun graafgedrag en dan vooral de molshopen die
daar het resultaat van zijn, ervoor dat ze in gazon minnend Vlaanderen
geen graag geziene gasten zijn. Vaak worden ze dan ook hardhandig uit
de tuin verwijderd. Wie liever geen mollen in zijn tuin heeft, maar
ze ook niet wil doden, kan gelukkig een beroep doen op minder
drastische maatregelen.Dit bericht is gebaseerd op
een artikel dat verschijnt in het zomernummer van Zoogdier. Voor het
volledige verhaal en veel meer kan je terecht in het tijdschrift, dat
wordt uitgegeven door de Nederlandse Zoogdiervereniging en
Natuurpunt.
Bericht uitgegeven door
Natuurpunt Zoogdierenwerkgoep op woensdag 9 juli 2014
2014 is uitgeroepen tot het jaar van de steenmarter door Natuurpunt.
De steenmarter (martes fiona) een marterachtige die vroeger over gans het land verspreid was maar na de tweede wereldoorlog met de veranderende landbouwmethoden en de booming urbanisatie van ons land bijna geheel uit Vlaanderen verdwenen was. De laatste jaren zien we een voorzichtig herstel al is het aantal van voor 1940 nog steeds niet bereikt. De doorgedreven beschermingsmethoden en veranderende mentaliteit tegenover de natuur begint vruchten af te werpen. Een volwassen steenmarter is tussen de 40 en 50 centimer lang, met
relatief korte poten. De staart in ongeveer 25 centimer lang.
Steenmarters zijn bruin van kleur met een (grijs)witte vlek op hun keel
en borst. Mannelijke steenmarters wegen 1,5 tot 2,0 kilo, vrouwtjes
wegen 0,7 tot 1,7 kilo. Steenmarters hebben een heel eigen 'huppelende'
manier van lopen. Ze kunnen goed klimmen en sprongen tot 1,5 meter hoog
maken. Ook zijn steenmarters erg flexibel en kunnen ze kleine gaten (5
tot 7 centimer in doorsnee) kruipen. Steenmarters leggen uitwerpselen
van 4 tot 8 centimeter lang en 0,5-1,5 centimeter dik. Dit lijken
worstjes met een gedraaide punt, vaak in de vorm van een vraagteken.
Vaak zijn er nog pitten van steenvruchten in zichtbaar. De steenmarter is een nachtdier en leeft graag in menselijke nabijheid in tegenstelling tot zijn neef de boommarter (martes martes) die uitsluitend in bosgebieden leeft. Steenmarters eten vooral vlees (kikkers, muizen, ratten,
eekhoorns), aangevuld met vruchten en eieren. Als de steenmarter naar de
steden en dorpen trekt (wat steeds vaker gebeurt) dan eet de
steenmarter ook rondslingerend afval. Ook valt de steenmarter soms
kippen, konijnen of andere kleine huisdieren aan. Overdag zoeken ze vaak een rustige plek op,
wisselend zijn dat in de zomer, hopen takken, greppels en holle bomen.
In winter zijn spouwmuren, funderingen, zolders, kelders en schuren
favoriet. Wanneer de steenmarter actief is blijft hij graag in de
beschutting. Hij loopt niet graag op open terrein maar verplaatst zich
lang bosjes of gebouwen. Ook worden steenmarters waargenomen in
dakgoten, langs regenpijpen, in funderingen en in schuren. Marterachtigen leven meestal solitair. Ze verdedigen een territorium. In de paartijd verdragen mannetjes bronstige vrouwtjes in hun nabijheid. Het
voorjaar is de periode dat vele jonge dieren het levenslicht zien en
bij de steenmarter is dat niet anders. Tijdens deze periode van het jaar
zal een drachtig steenmarterwijfje zich terugtrekken in een
comfortabele schuilplaats en een nest van 2 à 3 jongen werpen. Deze zijn
nog een hele tijd hulpeloos en worden de daaropvolgende weken verzorgd
door hun moeder. Dat gebeurt tot ze na een tweetal maanden oud genoeg
zijn om de schuilplaats te verlaten. Steenmarters zijn gekend voor hun voorliefde voor rubber waardoor ze de rubberen slangen van auto's doorbijten. Ook kan de stank en het lawaai van nestelende steenmarters voor ernstige overlast zorgen. Hoe dit te voorkomen en te bestrijden kan je vinden op onderstaande links en bij lokale overheden.
natuurbericht: Twee op drie zoogdieren bedreigt in Vlaanderen
Twee op drie zoogdieren bedreigt in Vlaanderen (2 mei 2014)
Het
gaat niet goed met de Vlaamse zoogdieren. Voor twee derde van de
soorten is het onzeker of ze hier nog kunnen overleven. Dat staat te
lezen in de nieuwe Rode Lijst van zoogdieren, een rapport dat tot stand
kwam onder coördinatie van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
(INBO) en waaraan Natuurpunt meegewerkt heeft. Er is geen tijd te
verliezen voor soorten als de Boommarter, de Eikelmuis en de groep van
vleermuizen. Enkele concrete actieplannen om onze soorten te redden
liggen klaar, maar de Vlaamse regering heeft de afgelopen legislatuur
geen enkel van die plannen goedgekeurd of uitgevoerd. Hierdoor is het lot van de hamster in Vlaanderen al bezegeld. Het dier is het uitsterven nabij.
Een
Rode Lijst is een lijst van een groep onderzochte planten of dieren die
analyseert hoe groot de kans is dat een soort in een gebied zal
uitsterven. Het INBO coördineert de samenstelling van de Rode Lijsten Vlaanderen,
maar het is aan de minister van Natuur om ze te bekrachtigen.
In de berichten van natuurbericht vallen de aandacht voor de terugkeer op van de wolf in Vlaanderen en de invasie van de wasbeer in onze contreien. Voor meer info:
Olifanten zijn toegevoegd aan het lijstje van dieren met een
emotioneel inlevingsvermogen. Waar de meeste mensen het kunnen aanvoelen
wanneer iemand een knuffel nodig heeft, kunnen olifanten dit net zo
goed. Eerder was deze zeldzame gave al bij mensapen en hondachtigen
ontdekt.Dit is onderzocht door een groep van 26 Aziatische olifanten
een jaar lang te volgen in hun reservaat in Thailand.
Wanneer een olifant schikt of gestresst raakt, door
bijvoorbeeld een voorbijlopende hond, draait hij zijn oren naar buiten
om groter te lijken, zet zijn staart rechtop en maakt een soort grommend
geluid. Dikwijls doen ze dan ook schijnaanvallen.
Wanneer
een olifant dit gedrag vertoonde, zagen de verzorgers dat de andere
olifanten hierop reageerden door naar de gestreste olifant toe te gaan.
Vervolgens geven ze deze olifant een knuffel door hem zacht in het
gezicht aan te raken met hun slurf of deze zelfs in hun mond te stoppen.
Ook maakt de olifant dan een troostend, hoog geluid. Zoals mensen vaak
tegen puppys of babys praten. Dit gedrag is niet te zien wanneer de
groep ontspannen is. Dit is vergelijkbaar met een knuffel of handen
schudden. Dit is een erg kwetsbare positie om jezelf in te begeven
omdat je gebeten zou kunnen worden. Het zou een signaal kunnen geven dat
zegt, Stil maar, het is oké, zegt onderzoeker dr. Plotnik in een
persbericht van Emory University.
Het
onderzoek is wel uitgevoerd met olifanten in gevangenschap, deze
reageren mogelijk anders dan wilde olifanten. Plotnik zou het onderzoek
dan ook graag opnieuw uitvoeren met een wilde groep, maar dit is
moeilijk aangezien deze zeldzaam zijn door bedreiging.
Een prachtige dag, veel zon en warme stralen alles om een geslaagde dag te hebben. Helaas daagde er geen enkele gegadigde persoon op en bleven de organisatoren zitten op hun blaren. Wat de eigenlijke reden ook was zullen we nooit weten maar dat we er onze conclusies uit trekken is wel zeker. Hopelijk meer succes bij de volgende activiteit.
Dat de tijger een bedreigde diersoort is
hoeft helemaal geen betoog meer. Nu hebben wetenschappers uit Engeland
samen met Indische collega's een computerprogramma ontwikkeld dat de
herkenning van het unieke strepenpatroon van de tijgers vereenvoudigd.
Waar vroeger men al vlug enige uren zoet was om een dier te herkennen op
foto aan zijn strepenpatroon is dit nu een klus die in enkele minuten
wordt geklaard. Men hoeft zelfs niet
een gans beeld te hebben van het dier. Dit is een grote stap vooruit in
de bescherming van de diersoort. Nu kunnen vellen van tijgers worden
gebruikt om te vergeleken worden met de gegevens die men heeft van
foto's van de dieren oa. gemaakt met cameravallen. Zo weet men snel om
wel dier het gaat en in welke regio het gestroopt is.
Bron: A tiger
cannot change its stripes: using a three-dimensional model to match
images of living tigers and tiger skins by Lex Hilby, Phil Lovell, Narendra Patil, N. Samba Kumar, Arjun M. Gopalaswamy en K. Ullas Karanth in Biology Letters, Royal Society Publishing
Begin
september konden vrijwilligers met behulp van een cameraval een jonge
Boommarter filmen in het natuurgebied Lovenhoek in Vorselaar. Dat is
goed nieuws, want het is de eerste keer dat de zeldzame marterachtige
er met zekerheid gezien werd. Om de soort alle kansen te geven om
terug te keren naar Vlaanderen zijn vooral grote, aaneengesloten
bosgebieden nodig. (woensdag
20 november 2013)
2. Recordaantal dode bruinvissen in 2013
Op de Belgische stranden zijn dit jaar 128 Bruinvissen dood
aangespoeld. Nooit eerder was dat aantal zo hoog. Een belangrijke
doodsoorzaak is bijvangst tijdens het vissen met zogenoemde warrel- en
kieuwnetten. Natuurpunt vraagt van de Vlaamse regering een onmiddellijk
verbod op het gebruik van zulke netten door sportvissers. Voor
professionele vissers eist de natuurvereniging dringend maatregelen om
de dodelijke bijvangst te beperken. (maandag 30 januari 2013)
3.
Huiskat temde zichzelf
De
huiskat is goed bezig als het aankomt op overleving en verspreiding.
Het meest opvallende: ze heeft haar sporen zelf verdiend. Ten tijde
van de eerste landbouwers sloot ze een bondgenootschap met de mens.
Ze ving muizen uit de graanschuur en bewees zo een welkome dienst
voor de mens. Een slimme zet, zo blijkt tienduizend jaar later.
Maar de huiskat heeft intussen ook haar invloed op het ecosysteem.
Haar grote verspreiding zorgt voor hyperpredatie en ze is
voedselconcurrent van heel wat inheemse zoogdieren en grote
roofvogels. De positieve kant van de zaak: haar vangsten vormen een
belangrijke bron van informatie voor zoogdierenexperts. (woensdag
4 december 2013)
4.
Eekhoorns krijgen verbindingsbruggen?
Door
de hoge verkeersintensiteit en het dichte verkeersnet belanden in
Vlaanderen jaarlijks veel dieren onder de wielen. Na een analyse van
het tel- en registratieproject " dieren onder de wielen" probeert Natuurpunt nu concrete maatregelen te
treffen om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen. Voor
eekhoorns kan het plaatsen van een eekhoornbrug, een verbinding
tussen twee boomkruinen aan beide zijden van de weg, doeltreffend
zijn om overstekende dieren van een gewisse dood te redden. De eerste
voorstellen van Natuurpunt om bruggen ter hoogte van de gekende
knelpunten te plaatsen, werden enthousiast onthaald door steden en
gemeenten. Gloort er hoop aan de eekhoornhorizon?( vrijdag
22 november 2013)
Verzameling korte berichten van www.Natuurberichten.be, meer info op deze site.
Wist je dat....rubriek met weetjes over zoogdieren
Wist je dat en.....ratten
1. Een zwarte rat en een orka
meer gemeen hebben dan je denkt!! Beiden zijn zéér intelligente dieren en bij
beiden treft men een basis van 'cultuur' aan. Dit wil zeggen een vorm van
gedrag dat niet instinctief bepaald is en binnen beperkte populaties doorgegeven
wordt van ouder op jong.
Zo hebben studies aan het licht gebracht dat zwarte ratten zéér
inventief zijn in het vinden van voedselbronnen en er binnen sommige familiegroepen methodes bestaan om het voedsel te bemachtigen die uniek zijn . Die
methode wordt aan de familieleden doorgegeven van bv. van
moeder op kind. Dit is geen aangeboren gedrag, vreemde ratten uit andere
gebieden kennen dit niet. Van
orka's die in verschillende
familiegroepen over gans de wereld voorkomen is geweten dat ze zich voeden met een specifeke prooi zoals haring of inktvis of
zeehonden. Ook hier heeft men een soortgelijk fenomeen ontdekt. De
jachttechnieken van de orka's aan de kusten van Patagonie, die de robben af het strand plukken, zijn zo uniek dat ze
niet gekend zijn door bv. zwervende orka's die afkomstig zijn van gebieden rond
de zuidpool en die op vis jagen.
2. De bruine rat hielp de mens bij het bestrijden van de pest in de
middeleeuwen zonder dat ze het wilden! De bruine rat die veel dominanter is dan de zwarte verdreef deze,
weg van de mens, door hun plek in te nemen. Zo werd de zwarte rat,drager van de Yerisnia pestis of de pestbacil, weggehouden van de mens en verminderde het aantal besmettingen.
3. Beide soorten zijn afkomstig uit Azie maar wel met bijna 1000 jaar
verschil tussen beide soorten. De zwarte rat (huisrat,
pestrat) kwam oorspronkelijk uit Zuidwest India en
spreidde zich met de handelsroutes uit naar het Midden Oosten in de Romeinse tijd. In de 8ste eeuw bereikte hij Europa.De bruine rat (rioolrat, proefdierrat) rat kwam
alleen in Azië voor, maar in de 18de eeuw (vanaf 1700) is hij
waarschijnlijk via schepen vanuit Siberië en China ingevoerd in Europa. Beiden
zijn cultuurvolgers en hebben zich samen met de Europese
ontdekkingsreizigers en kolonisten, verder over de wereld te verspreidt. Door
hun gedrag zijn ratten overdragers of vectoren van infectieziekten.
Ondanks
het moeilijke uur daagden er toch een 8-tal gegadigden op voor deze
avond.Deze was opgesplitst in in 2 delen van een drietal kwartier.De
eerste spreker was Sam Puls die ons wegwijs maakte door de groepen van
dieren die momenteel actueel zijn zoals marterachtigen en muizen. Zo
kwamen we te weten dat niet alle muizen echte muizen zijn. Maar wegens
hun gelijkenis met de muizen kregen ze ook de naam muis. Zo zijn de
spitsmuizen geen knaagdieren zoals de huismuis maar insecteneters zoals
mol en egel. De Veldmuis is ondanks de naam, eigenlijk familie van de
woelratten zoals de 'waterrat' (=dialectnaam voor de woelrat).
De slaapmuizen zoals de eikelmuis of fruitrat zijn verwant aan de
eekhoorn. Tenslotte de marterachtigen.De verschillen tussen steenmarter
en de boommarter werden naast elkaar gezet. Ook volgden bever en
vleermuizen. In het tweede deel behandelde Karel T., de coördinator,
soorten als het jachtwild: ree en edelhert, wild zwijn, haas en konijn
en predatoren zoals wilde kat, vos en wolf. Afgerond werd er met de
zeezoogdieren: dolfijnen en zeehonden omdat deze dieren als maar
actueler worden in de media door het aanspoelen van kadavers of
gestrande dieren. Lees meer erover in dit blog
Een tiental geïnteresseerden kwamen afgezakt naar de pastorie in Olen om Kris Boers, expert braakbalpluizer aan het werk te zien en zelf mee te pluizen. Na een algemene inleiding over braakballen begonnen we eraan. Kris had braakballen mee van bij hem thuis en Joeri had een aantal mee vanuit de Mosselgoren. Het eerste wat we moesten doen was heel minutieus alle beenrestjes uit de braakballen ontdoen van de haren en ander zachte delen. Dan moest er een selectie worden gemaakt tussen schedelresten ,kaakbeenderen en de rest van het skelet. Omdat de schedel en de kaakbeenderen identificatie van het slachtoffer mogelijk maken. Als echte forensische medewerkers werden de schedels en kaken bijeen gebracht op een vel papier en zorgvuldig bekeken.Kris kwam elke verzameling nog eens controleren en uitleg geven over de identificatiekenmerken. Naast schedels en kaken werden er nog ribben, dijbeenderen,
schouderbeenderen en staartbeenderen gevonden een echte les anatomie . Wist je dat één braakbal overeenstemt met één jachtactiviteit en men er met 99% zekerheid de prooien mee kan vaststellen!! Hier nog een overzicht van de soorten die in de braakballen van het reservaat Mosselgoren zaten.Opletten! De vondst van deze soorten duidt erop dat de prooidieren voorkomen in het jachtgebied van de uil, niet alleen op de vindplaats van de braakballen!!
Kunnen dieren liegen of niet? Van meer dierensoorten is geweten dat ze
soms misbruik maken van instinctieve eigenschappen om hun mede soortgenoten te
misleiden. Bij Pallas eekhoorns en enkele vogelsoorten was vastgesteld dat een
lagere in rang nadat ze gepaard hadden, de groep misleidde door met een
alarmkreet een vluchtreactie uit te lokken, zo voorkwamen ze dat de concurrentie
ook paarde met het vrouwtje. Maar soms worden deze trucs ook gebruikt om eten te bemachtigen.
Brandon Wheeler, bioloog deed hier een onderzoek naar bij kapucijnenapen.
Het resultaat was verbazingwekkend, sommige laaggeplaatste kapucijnapen misleidden hun groepsgenoten om een lekker hapje in
te kunnen pikken.
De hapjes waren stukken groenten en fruit die de onderzoekers aanboden in vierkante korven. Liegen loont blijkbaar als je een laaggeplaatste kapucijnaap
bent. Is hiermee nu echt bewezen dat dieren doelbewust liegen? Eigenlijk niet,
en dat claimt Wheeler ook niet. Liegen betekent dat je een ander bewust op het
verkeerde been zet, dat je weet wat die ander denkt. Dat hoeft hier niet het
geval te zijn. De leugenaars hoeven feitelijk alleen een verband aan te leren
tussen vals alarm slaan en extra eten bemachtigen (Pavlov reactie). Ze misleiden
hun soortgenoten gewoon door gebruik te maken van een instinctieve overlevingsreflex.
Want niet reageren kan tot de dood leiden. Dit onderzoek werd in juli 2014 ook op tv uitgezonden.
Bronnen :
Brandon C. Wheeler: Monkeys crying wolf? Tufted
capuchin monkeys use anti-predator calls to usurp resources from conspecifics, Proceedings of the Royal Society B, 3 juni 2009
Na het overdonderend succes van de vorige dag waren we benieuwd naar de opkomst omdat het weer zéér slechte vooruitzichten gaf, regen en storm! We waren blij verrast toen er een 30 tal wandelaars kwamen opdagen oa. studenten biologie en geologie uit Leuven en een afvaardiging van JNM. Deze activiteit was dus een voltreffer ondanks het slechte weer. Zoogdieren zijn schuw en laten zich moeilijk zien. Hun aanwezigheid wordt verraden door sporen zoals voetafdrukken, vraatschade, uitwerpselen, geuren etc.... Joeri en Sam ea. hadden de vorige nacht ook de muizenvallen opengezet zodat we ze konden controleren tijdens de wandeling. Na een korte inleiding vertrok de groep langs het wandelpad van de Mosselgoren. Ondertussen hield Joeri halt bij voetsporen van de reeën, toonde hij ons krab- en vraatsporen én ook geveegde bast (=territoriummarkeringen). Dan werden de vallen gecontroleerd. Twee muizensoorten werden gevangen: rosse woelmuis en bosmuis. We konden duidelijk de verschillen zien aan de oren, ogen, staart en poten. Dan wandelden we verder, er werd stilgestaan bij uitwerpselen van een vos en een wezel (in een voetsporenval). Joeri vertelde ons over de verschillen tussen wezel, hermelijn en bunzing. Hij toonde ons een nest van de dwergmuis met een haast microscopisch kleine ingang. Verder vertelde ie ons het succesverhaal van de herintroductie van de ringslang in onze streek. Tenslotte belanden we aan bij een jonge aanplant van hazelaars. Hij vroeg ons om hazelnoten te verzamelen. Hierop konden we vraatsporen zien van verschillende dieren: eekhoorn, rosse woelmuis, bosmuis en specht. Allen laten een typische afdruk na, zo kon je zien wie eraan geknaagd had. Na een drietal boeiende uren kwamen we doorweekt maar voldaan aan op ons vertrekpunt. Ondanks de sterke wind en een fikse regenbui vond iedereen de sporentocht een succes.
Omstreeks 19u30 werd er in de bibliotheek van
OLV-Olen door Joeri een inleiding gegeven rond de verschillende soorten
muizen die we in onze streken kunnen vinden. Hierbij werd onderscheid gemaakt
tussen de ware muizen, de woelmuizen en de spitsmuizen. Joeri legde de nadruk
op de verschillende kenmerken zodat we ze nadien het veld konden gaan
toepassen.
Het praktische deel van deze activiteit ging
door in het natuurgebied Mosselgoren waar we een 90 tal vallen hadden staan
die gecontroleerd diende te worden. Voor de presentatie waren we met een man of
10 en voor het praktische deel hadden er zich nog enkele JNMers bijgevoegd
zodat we toch aan 20 enthousiastelingen zaten om de eerste controle ronde uit
te voeren.
De eerste controle ronde was alvast een succes.
We konden verschillende muizensoorten vangen, waaronder tal van bosmuizen en
rosse woelmuizen, maar ook een aardmuis en een bosspitsmuis en een
dwergspitsmuis konden worden teruggevonden in de val. In totaal vingen we in
deze eerste ronde 31 muizen.
Tijdens deze activiteit namen we ook deel aan
een grootschalig onderzoek naar de muizenpopulaties, namelijk het
muizenmeetnet. Aangezien de muizen niet te lang in de val mogen blijven zitten,
mogen de vallen minstens 4u alleen gelaten worden, dus de super enthousiaste
mensen genoten van wat koffie en wat versnaperingen bij het kampvuur alvorens
we aan onze volgende ronde begonnen. Omstreeks 1u30 gingen we met onze volgende
ronde van start, deze leverde maar 8 muizen op. Hier hadden we wel een egel die
hoogstwaarschijnlijk enkele van onze vallen had omgeduwd om zo zelf aan het aas
te kunnen.
Tijdens de vroege ochtend sessie rond een uur of 6 hadden we nog 11 muizen
gevangen en tijdens de ochtendwandeling startend vanaf 9u vingen we 5 muizen.
Een overzicht van het aantal muizen kan je in onderstaande tabel vinden.
Natuurbericht.be is een samenwerking tussen natuurbericht.nl en Natuurpunt. Het geeft tips en info over allerlei activiteiten in de natuur, ook die van de zoogdieren.Net als op het blog staat het vol van verder uitgewerkte wetenswaardigheden . Deze zijn dikwijls aan de periode van het jaar aangepast zodat je er als natuurliefhebber direct voordeel kan bij doen. Daarom vanaf nu een rubriek in ons blog met een verzameling korte berichten die verwijzen naar de meest opvallende feiten over zoogdieren op de site www.natuurbericht.be of www.natuurbericht.nl.
1.
Laatste bolwerk van de hamster in Vlaanderen bedreigt.
Het lijkt erop dat de
Europese hamster bijna helemaal verdwenen is uit Vlaanderen. Een
grootschalige zoekactie in en rond een van de twee laatste bolwerken
van de soort, op het akkerplateau tussen Bertem en Korbeek-Dijle,
leverde niets op. Zijn we te laat om de Bertemse Hamster nog te
redden? In de negentiger jaren van vorige eeuw waren er nog 4
bolwerken van de hamster in Vlaanderen waaronder 2 in Limburg en 2 in
Vlaams Brabant maar door de veranderende landbouwmethoden kwamen de
voedselzekerheid en winteroverlevering in gevaar. In deze eeuw bleven
maar twee bolwerken over. Nu lijkt ook het Bertemse te zijn
gesneuveld. Willen we de hamster nog redden dan zal dit veel
politieke goodwill vereisen zoals in Nederland. Vraag is of dit in
Vlaanderen ook kan?? (woensdag
9 oktober 2013)
2.
Steenmarterjongen vliegen het huis uit.
In het najaar, als jonge
Steenmarters ongeveer een half jaar oud zijn, worden ze door het
vrouwtje weggejaagd en moeten ze hun eigen leefplek zoeken. Jonge
vrouwtjes worden meestal het eerst weggejaagd. Jonge mannetjes worden
iets langer getolereerd. De periodes dat jonge dieren hun geboortegebied verlaten om zich elders te gaan vestigen is ook een tijd van grote sterfte onder de jongen vanwege de gevaren zoals het drukke verkeer. (maandag
16 september 2013)
3. Mini muizen tellen
De
Dwergmuis is 8 cm groot, 12 gram zwaar en is voorzien van een
onmiskenbare, soepele grijpstaart. Ze is de kleinste muis van België:
een minimuis met een maxi-look. Maar echt vaak wordt dit beestje niet
gespot.En toch komen Dwergmuizen verspreid over gans
Vlaanderen voor. Hoog gras, ruigtes, graan- en rietvelden: voor de
Dwergmuis is het allemaal best. Belangrijkste voorwaarde:
kruidenrijke ruigtes. Ook goed ontwikkelde bosranden met flinke
braamstruwelen vinden ze prima. Op zich lijkt de soort dus niet zon
hoge eisen te stellen aan haar leefgebied. Och zijn ze moeilijk te
inventariseren. Makkelijkste is hun typische bolvormige netsen te
tellen. (donderdag 8 augustus 2013)
4.Dassen als verkeersslachtoffer in 2013
Doodgereden
dassen in Sint-Niklaas, Liedekerke en Peer (2). Vier
Dassen werden het afgelopen jaar door een auto aangereden ver buiten
de periferie van hun bezette leefgebied. Het bewijst dat de dieren
zich in Vlaanderen steeds verder verspreiden en mogelijk ook nieuwe
burchten bouwen. Het enige wat hen hierbij in de weg staat is het
dichte Vlaamse verkeersnet, dat veel slachtoffers eist.
Verzameling korte berichten van www.Natuurberichten.be, meer info op deze site.
Twee procent van de Vlaamse Vossen
is besmet met de - ook voor de mens gevaarlijke - Vossenlintworm. De
besmettingen zijn verspreid over alle provincies, op Antwerpen na. Dat blijkt
uit cijfers van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), dat in het najaar van
2012 Vossen verzameld heeft uit alle provincies van Vlaanderen. De Vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) is een
kleine parasitaire lintworm (1,2 mm 6 mm) met een typische parasitaire cyclus
met één tussengastheer. Vossen en honden zijn de eindgastheer,
In Vlaanderen blijkt 2% van de
dieren besmet te zijn.
Het risico
op besmetting is in Vlaanderen zeer klein in vergelijking met
Wallonië.
Het istoch goed om preventieve maatregelen te nemen
om besmetting te vermijden (ANB).
Was
bosvruchten, zelfgeplukte paddestoelen en valfruit eerst grondig en kook ze
indien mogelijk voor gebruik.
(10 minuten
op 60°C, 5 minuten op 70°C of 1 minuut op 100°C )
Vermijd
bessen te eten lager dan 50 cm hoogte.
Was je handen goed na het tuinieren en andere grondwerkzaamheden.
Neem vossen (aangeschoten of gedood) alleen vast met handschoenen.
Vervoer ze in goed afgesloten plastic
zakken.(vergunning van ANB vereist!!)
Ontworm de (jacht)hondenelke 3 à 4
weken, zeker in de Ardennen
Laat
huisdieren regelmatig controleren door een dierenarts.
Op waarnemingen.be
werd de voorbije junimaand alvast een duidelijke piek aan dode mollen
geregistreerd. Opmerkelijk: deze piek tekent zich niet enkel in 2013 af maar
kon ook vorige jaren worden vastgesteld. Er zit dus een duidelijk patroon in.
Het waarom van deze mollensterfte heeft iets te maken met de ecologie van
deze illustere gangengraver. Het zijn meestal jonge dieren die gevonden worden.
De reden hiervoor is dat nadat de dieren, één maand oud, zijn verstoten door de
moeder uit haar territorium ze nog niet in staat zijn ondergronds te jagen.
Daardoor zijn ze zéér kwetsbaar voor predatie door vogels, honden en katten en
marterachtigen. Na 3 maanden zijn ze wel sterk genoeg om ondergronds te leven.
De everzwijnen
rukken op in Vlaanderen, tot ergernis van de landbouwers en zelfs van
natuurbeheerders. Echte varkens zijn het en ze kunnen een serieuze ravage
teweegbrengen in keurig beheerde vochtige graslanden. Maar er is ook positief
nieuws. In de vallei van de Zwarte Beek, een gekende hotspot voor everzwijnen,
maken de nieuwkomers het veld vrij voor bijzondere vegetaties van zeldzame
algen. Verder woelen ze bosbodems om zodat die zo verlucht worden en
doorlaatbaar blijven.Natuurlijk wordt het een dilemma als de dieren te dicht in de buurt van menselijke aanwezigheid komen en er ernstige problemen kunnen ontstaan zoals nu in het oosten van Nederland.
Het
dodelijke ebolavirus heeft de afgelopen jaren verschrikkelijk huisgehouden
onder gorillas, schrijft een groep onderzoekers in Science. Het uitsterven van
deze mensapen komt nu wel heel dichtbij. Onderzoekers aan de universiteit van
Barcelona bestudeerden gorillas en chimpansees in Congo-Brazzaville. Maar de
afgelopen vier jaar verliepen zo dramatisch, dat er nu nauwelijks dieren meer
te bestuderen zijn. De Zaïre-variant van het ebolavirus, die ook enkele
honderden mensen doodde, heeft onder de mensapen een veel hogere tol geëist,
schrijven ze in Science. Eind 2002 verdwenen 130 van de 143 gorillas. Later
nog eens 91 van de 95. Waarvan merendeel besmet was met Ebola. In combinatie
met de illegale jacht voor bushmeat lijkt dit de doodsklap te worden voor de
mensapen, zeggen ze. Voor chimpansees ziet het er overigens niet veel beter
uit. Vaccins tegen ebola, die in het laboratorium al hebben bewezen dat ze apen
volledig kunnen beschermen, moeten zo snel mogelijk aan de wilde mensapen
worden toegediend. Co-auteur Peter Walsh bepleit. Eén jaar van vaccinaties kan
net zo veel mensapen redden als tien jaar van optreden tegen stropers.