
Onlangs maakte
wetenschapster Natasha Karp e.a. de wetenschappelijke wereld erop
attent dat een mogelijke reden waarom er zo weinig geneesmiddelen die
op muizen goed werken doorstoten naar de geneesmiddel voor mensen. De oorzaak ligt hem
in de verschillen tussen mens en dier en de fouten in de methodiek
Hoog tijd dat daar
verandering in komt, stelt een groep wetenschappers in Nature
Communications. Om grip te krijgen op de verschillen tussen
mannetjes- en vrouwtjesdieren analyseerden ze 234 kenmerken van meer
dan 50.000 muizen uit tien onderzoeksinstituten over de hele wereld.
De resultaten zijn schokkend.
Ze bestudeerden
ongeveer 14000 dieren op hun biometrie en andere eigenschappen. Zowel
categorische eigenschappen o.a. abnormale schedelomvang of
een vertroebeld hoornvlies als de continue eigenschappen als
gewicht, botdichtheid, glucoseintolerantie, enz
. Wat bleek? Dat er
duidelijk verschillen waren tussen deze eigenschappen én dat ze
geslachtelijk gebonden waren! Ook het erfelijk
materiaal van de labo muizen bleek significant te verschillen. Bv.
bij de gen muizen die gekweekt worden voor erfelijk onderzoek.
Vermits het aandeel
mannetjes bij proefmuizen veel groter is dan dit van de vrouwtjes
kan dat leiden tot de zogenaamde bias of vertekening van een
onderzoek. Omdat bij vrouwtjes andere resultaten kunnen bekomen
worden.
Uit vorig onderzoek
bleek al dat de omgevingstemperatuur in labos te laag is voor de
muizen en de dieren erdoor in continue koudestress verkeren. Ook
reageren hun hersenen en immuunsysteem anders dan dat van ons. Allemaal factoren
die een labo-experiment bij deze dieren kunnen beïnvloeden, negatief
of positief, en daardoor ook de
resultaten .
Dit zijn ernstige
argumenten om in de toekomst mee rekening te houden
bron: Natasha Karp et
al. Prevalence of sexual dismorfism in mammalian phenotypic traits, Nature
Communications, 26 juni 2017.
Categorie:Zoogdiernieuws
|