Zoals elk verhaal van liefhebben, komt ook in dit verhaal de donderslag bij heldere hemel.
A. en ik bouwen al een tijdje een fantastische band op. We gaan af en toe iets drinken of gaan samen iets eten op de middag. En vorige week - op de tweedaagse teambuilding in De Haan - gingen we ook samen een eindje lopen op het strand. Daarna doken we een paar minuten in de nog veel te koude zee.
Het was nog vroeg en de hele zee was enkel van ons. Voor mij was het genieten. Ook al had ik tot kort daarvoor het plan opgevat om niet mee op te staan wegens het ontiegelijk vroege uur. En omdat ik niet zeker was of het een goed idee zou zijn. Maar mijn biologische klok had daar een stokje voor gestoken: 10 minuten voor vertrek werd ik plots wakker. Ik wist dat ik niet meer zou slapen als ik bleef liggen. En dus ging ik toch maar mee.
Het is sowieso altijd fantastisch om in A.'s buurt te kunnen rondhangen. Ik ben erg trots op haar aanwezigheid bij mij. Ze is een graag geziene collega en ik ben erg blij net met haar een bureau te kunnen delen.
Diezelfde trots voelde ik ook wanneer A. een paar weken terug voorstelde om naar mijn improvisatieoptreden te komen. De druk was meteen hoog, maar het deed mij wel veel plezier dat ze de verplaatsing naar Brussel wou maken.
Ze stelde zelfs voor om na het optreden nog een stapje in de wereld te zetten en ging gretig in op mijn aanbod om eerst bij mij te komen aperitieven.
Tot zover het goede nieuws.
Waar het beduidend minder ging, was dat ze lastminute liet weten dat ze nogal veel vertraging zou hebben. De aperitief viel meteen al in het water. En een half uurtje na het optreden besloot ze ook al huiswaarts te keren. Ze gaf geen reden op.
Mijn hart vulde zich met pijn en ik stuurde haar een ontgoochelde sms, waarop ze liet weten dat het "niet de moment" was geweest om een stapje in de wereld te zetten.
Het laat me niet los waarom ze zo plots veranderde. Ik zoek de oorzaak bij mezelf. Wellicht weet ze dat ik haar liever zie dan wat zou mogen.
Maar ik zit vast: morgenvroeg zie ik haar weer en ik weet niet hoe ik me moet gedragen. Ik denk objectief dat het best is om meer afstand in te bouwen en gewoon te doen tegen haar. Maar ik ben bang dat ik haar ga laten merken dat ik haar dit kwalijk neem.
Vandaag houden we het kort. Ik heb vooral wat zitten peinzen over de vraag: waarom deze blog? Maar ik heb geen antwoord gevonden. Nog niet.
Is het omdat ik hoop dat zij hem ooit zal lezen?
Is het omdat ik mijn gevoelens van me af wil schrijven?
Soms twijfel ik als ik haar aankijk op het werk. Mag ik wel verliefd zijn op haar? Ze is getrouwd en heeft een dochter. Maar ik kan het toch niet kiezen? Of moet ik harder vechten tegen dat gevoel?
Zou ze de verliefde blik in mijn ogen zien?
Het is weinig waarschijnlijk dat ze op korte termijn mijn beslommeringen in deze blog zal lezen. Maar toch doet het vreemd, want ergens heb ik het gevoel dat ik haar ooit - wanneer ze echt uit mijn leven dreigt te verdwijnen - wil laten lezen wat er allemaal in me om ging. Wellicht is dat binnen minder dan een jaar, wanneer ze haar vlucht richting Colombia opstapt. En ja, ik mag haar komen bezoeken. Dat heeft ze al gezegd. Maar is dat een goed idee? Ze moet toch zien dat ik haar net iets meer dan super vind?
Dit is niet enkel nog uiterlijk. Haar persoon maakt haar zo mooi. Haar liefhebben, haar 'luisteren naar', haar 'gewoon er zijn voor jou'.
Ja, ik denk elke dag dat ze het moet zien. Net als alle collega's rondom ons. Als ze het verkleinwoord van mijn naam gebruikt, dan smelt ik gewoon. Ik kan het niet tegenhouden. Ik denk dat ze mijn hart dan net dat tikkeltje sneller moet zien slaan. Of nee, ik denk dat ze moet zien dat het er dan bijna uit springt...
Wat een Wijf! Dat zal de titel zijn van deze blog.
Wat een Topwijf!
8 uur per dag zit ik er tegenover. En het was geen Coup de Foudre. Ik kan mij zelfs niet meer herinneren hoe en wanneer ik voor het eerst met haar kennis maakte.
Vond ik ze knap? Liet ze toen al zo'n indruk na?
Ik weet het niet. Niet meer.
Misschien was het omdat ze een getrouwde vrouw was en net haar 1e kindje kreeg. Misschien heb ik er daardoor nooit zo over nagedacht. Dit was gewoon geen potentiële partner. Niets meer dan leuke collega en met wat moeite misschien een vriend.
Nooit had ik er rekening mee gehouden dat deze vrouw zou uitgroeien tot iemand die zo perfect is. Geleidelijk aan begon ik mijzelf te verliezen, al besefte ik het zelf pas laat. Te laat eigenlijk. En toen was het kwaad al geschied.
Ze is en blijft een getrouwde vrouw met kind. En dat zal ik nooit veranderen.
Elke dag geniet ik van haar aanwezigheid. Ze is zo fijn om bij te zijn. Ze is zo goed.
Een razend knappe vrouw, lief, zorgzaam en spontaan.
Ik mis haar zo.
Dit, beste mensen, is het relaas van een onmogelijke liefde. En dat is nog maar het begin. Volgend jaar trekt ze naar Colombia en zal ik minstens een jaar zonder haar moeten. Of dat me lukt, dat zal de toekomst uitwijzen.
Volg mee hoe het me vergaat in een verhaal dat ik zo graag zou delen met de enige persoon waarmee dat nu net niet kan. Deze blog is een middel om een jaar lang mijn weg te zoeken. Een uitweg uit een uitzichtloze situatie. Een verhaal dat er ongetwijfeld één wordt van vallen en opstaan. Van pijn en verdriet. Door het neer te schrijven hoop ik mezelf een troost te geven.
Tegenover een collega zitten waarvan je steeds meer in de ban raakt, is geen alledaags verhaal. Je kan niet ontsnappen. Je kan alleen maar vaststellen dat ze steeds mooier wordt. Je wil haar vastpakken en een oneindige knuffel geven. Maar dat kan niet.
Lieve A., ergens koester ik de ijdele hoop dat ik deze mooie woorden ooit aan je kan tonen. Enkel dat houdt mijn hart koest.
Het is bizar, maar ik kijk er naar uit om je morgen terug te zien. Al weet ik dat elke dag bij jou in de buurt de pijn daarna weer groter maakt.
Ik zie je graag A. Ook al zal je het wellicht nooit weten.