De unieke WAK
2018 tentoonstelling in het gemeentehuis dat tijdelijk was omgetoverd in een
chique galerij een grootstad waardig, toonde een verbazingwekkende waaier van
schilderijen en voorwerpen en gaf de mogelijkheid om demos, film- en
videovoorstellingen te bewonderen op eigen bodem. Heel veel kunstenaars die al
aan talrijke tentoonstellingen meewerkten stonden sinds vrijdagavond 27 april
in de kijker en de werken van de nieuwkomer beeldende kunst, zeker geen
onbekende Maldegemnaar, Marc Martens sprongen wel in het oog.
Figuratieve
kunst, je moet er niet lang aan ontcijferen, je kijkt en je omarmt het
landelijk leven, de natuur, de hoevedieren
.. Het landschap van het verleden sijpelt
zachtjes je hoofd binnen en doet je glimlachen, zuivere nostalgie naar ons
landelijke dorp. Zachte landelijke aardekleuren roepen herinneringen op.
De werken van
Marc Martens zijn klasse. Niet helemaal onverwacht want alles wat Marc Martens
brengt en bracht getuigt van groot talent
. Maldegems talent!
Iets
waarheidsgetrouw tekenen of schilderen is aartsmoeilijk. Uit zeer
geloofwaardige en deskundige bron werd gezegd dat Luc Tuymans dit zelfs niet
kan en dat wil heel wat zeggen. Alsof hij met één penseeltrek de hoevedieren,
het pluimvee of het platteland kan weergeven. Wonderlijk en tegelijk ontroerend
nostalgisch gewoon. Het zijn werken naar de natuur. De weergave van de natuur
door de kunstenaar is te allen tijde een hoofdzaak geweest. De productie van
zo'n werk vergt nauwkeurige waarneming, niet denkend kijken maar de hand het
geziene perfect laten weergeven, met daarin wat van de geest en de ziel van de schepper.
Marc Martens is een begaafd tekenaar en schilder en luistert naar de roep van
de natuur, het paard, de koe, de kalkoenen
van vroeger. 'Wat heb ik misdaan
dat je me niet meer weergeeft?' De natuur is onschuldig en alle weergaven van
de natuur, door grote artiesten en door even onschuldige kinderen, zijn daar
een spiegel van, van die onschuld. Het ontroert, het geeft rust, het maakt
nieuwsgierig, het is van alle tijden.
De geëxposeerde
werken van Marc Martens dateren van een twintigtal jaar geleden en maken deel
uit van een serie van twintig, allemaal dierenportretten en ze hebben gedurende
vijftien of zestien jaar in de gang en de wachtzaal van een
dierenartsenpraktijk in Vlaams-Brabant gehangen. De dierenarts in kwestie,
verre aangetrouwde familie, had er een paar gekocht en had de rest in
bruikleen. Na het overlijden van de dierenarts zijn er een deel van de serie teruggekomen
naar Middelburg. De koe had trouwens al in de allereerste WAK gehangen, in Den
Hoogen Pad in Adegem.
Tekenen heeft
Marc Martens altijd gedaan. In de humaniora bijvoorbeeld zat hij het liefst wat
achteraan in de klas en als hij zich verveelde in de les godsdienst of
geschiedenis, dan tekende hij prentjes af uit het handboek. Zo was hij eens
bezig aan de Mozes van Michelangelo en had niet in de gaten dat de leraar Raf
David, hem wél in het oog hield. Hij gaf Marc een ferme draai om de oren en nam
het blad met een bijna afgewerkte Mozes van hem af. De volgende les hing de
Mozes van Marc tegen de muur, waar hij de rest van het jaar is blijven hangen.
De goesting om te tekenen in de les van meneer David was echter voor de rest
van het jaar wel over.
Naast tekenen,
schildert Marc Martens al een kleine veertig jaar zonder les of opleiding.
Onder andere landschappen hier uit de streek, boerderijen en zichten die hem
troffen en waarvan hij dacht dat ze mettertijd zouden verdwijnen. Zo is het ook
gebeurd: er is in Middelburg in een kwarteeuw veel landelijkheid verloren
gegaan, veel van die schilderijen zou je nu inderdaad niet meer kunnen maken.
En geef toe, van al die nieuwbouw die er sindsdien bijkwam is er toch niet veel
het schilderen waard? Schilderen deed hij de laatste jaren enkel op aanvraag.
Aan exposities heeft hij niet vaak deelgenomen, je moet daarvoor in een circuit
zitten en dat heeft hij nooit opgezocht. Nu, hij had zijn tubes verf en ander tekengerief
en zo is hij vier jaar geleden toch maar naar de KUMA in Maldegem getrokken. Marc
Martens, rasecht Maldegemnaar, archeoloog van opleiding en leraar van beroep,
verhuisde na zijn huwelijk naar het rustige Middelburg waar hij onder meer ook
bijen hield, daarmee een hobby voortzettend waarvan hij de microbe opdeed in de
familie van zijn echtgenote. Ondanks de dagelijkse opdrachten voor zijn gezin
en zijn werkterrein vond hij tijd om te schrijven gesteund door zijn echtgenote.
Hij werd een
subliem schrijver en vorser naar Erfgoed Groot-Maldegem en publiceerde lange boeiende
teksten o.a. in de Jaarboeken Ambacht, hij schreef artikelen in alle publicaties
rond Maldegem, aan de hand van talrijke archiefdocumenten, een titanenwerk. Alles
wat hij brengt is ook weeral, zuivere klasse. Duidelijk gestructureerd en
gedocumenteerd, knap verwoord, helder geformuleerd in foutloos Nederlands met
een ellenlange bronverwijzing.
Hij
inventariseerde talrijke heel oude bijna onleesbare geschriften uit het
Oud-Kerkarchief Maldegem. Minutieus werd
elk woordje en zinnetje ontcijferd en in verstaanbare taal omgezet en
gebundeld. Honderden uren moet hij hebben doorgebracht met inventarisaren van
het Oud-Kerkarchief: Brieven van Pastoor Jacobus De Neve, Conforme kopie uit
1840 van testament van Michael Naveus, origineel 1620, kanunnik en aartsdiaken
van Doornik, de volledige testament van Henricus Vermeersch is getranscribeerd,
Duplicaat geding pastoor H.A. Pulinckx en Jan Francis Goeman, handelend voor de
prins van de Croy - Sabre. de Zuidbiestackertiende, Bogaertackertienede, in de parochie
Maldegem gehouden in kapittel Harelbeke in 1654, Zuiniga y Mendoza, het Testament Cornelis Baudens
1674 o.a. fundatie kerkdiensten, Restauratie kerk nota betreffende hout
(sparren, balken), gehaald in Sluis (1640) en vele andere.
Dit Oud-Kerkarchief
is intussen opgeborgen in het Rijksarchief Gent. Wie zijn vrije tijd kan en wil
doorbrengen met opzoekingswerk en verwoorden van oude documenten verdient een
medaille.
Een mooie
erfenis voor Maldegem voor wie graag leest en schrijft. De rest van het
kerkarchief werd intussen opgeslagen in het gemeentelijk archief, voor wie nog
eens iets wil opzoeken.
Marc Martens brengt
al jarenlang zijn huidig dorp Middelburg in de kijker met heel interessante,
boeiende artikels in de Jaarboeken Ambacht Maldegem: Toverij te Middelburg in
1596, Het kasteel van Middelburg, Aanbidding door de herders in de kerk van
Middelburg, Oude grafstenen rond de kerk van Middelburg enz.
Alle artikelen
verschenen in de Jaarboeken, die je trouwens digitaal kan lezen via de website www.ambachtmaldegem.be. Marc Martens is intussen ook voorzitter van het
Ambacht Maldegem. Hij schreef niet alleen over zijn dorp maar ook over andere
projecten zoals Bouwgeschiedenis van de Sint-Barbarakerk, Jaarboek 2001 Maldegem,
verder ook een In memoriam bij het overlijden van schrijver Paul De
Wispelaere, van de Kleitse professor Johan Taeldeman enz.
bracht hij in
beeld. Kunstenaars zoals Nestor Martens en Pol Verheylezoon werden vereeuwigd
in geschriften, te veel om op te noemen.
Middelburg is,
mede dankzij zijn opzoekingswerk zowat het cultureel middelpunt van onze streek
geworden. In de huidige heropleving van kunst en cultuur in zijn dorp speelt
hij nauwelijks nog een rol, maar hij was wel betrokken bij de aanzet daarvan. Hij
werkt mee aan alle projecten om de geschiedenis van Maldegem in de kijker te
zetten. Kortom, hij is een culturele duizendpoot!
Het verbaast
dus ook niemand dat zijn werken tentoongesteld in het gemeentehuis tijdens de
WAK 2018 getuigen van groot talent. Met dank aan Marc Martens voor de info,
Marianne Posman.


|