Corona. Pandemie en nu de kerst
Voor een nieuwkomer op dit blogske, Mijn gewrocht is niet het zweet van naarstig onderzoek al dan niet door een kersverse doktor in de studiekunde. Maar naar de geest van de opzet van wat ik al noemde : Mijn blogske, Vrij, kritisch zelfstandig denken.
Met hoevelen mogen wij uiteindelijk nog knuffelen, nog bij ons thuis komen als ons gezin al zoveel kinderen telt die thuis wonen mar al meerderjarig zijn? Hoeveel meter afstand moet ik met neus-mond-masker op op straat een groep van meer dan vijftien personen die waarschijnlijk niet tot dezelfde bubbel behoren houden. Hoe kan ik die meute of groep voorbij geraken als de plaats buiten te eng is en zij voor mij blijven drentelen. ????
Levensbelangrijke vragen die een man tot wanhoop kunnen brengen, gelukkig is er nog de trouwe vriend, onze persoonlijke psychiater, het onvermoeibare, stille, luisterende oor. Met deze geruststelling kunnen wij, U, ik, wij dus, ons in contemplatieve rust voorbereiden op een innig, intiem samenzijn ter gelegenheid van gebeurtenissen die alleszins erg lang geleden zijn, maar elk jaar opnieuw vers en jeugdig opgediend worden. En voor de verstrooiden , zoals ik, wij moeten ons geen zorgen maken, wij worden er ruimschoots van tevoren aan herinnerd zodat wij niet plots geschrokken zouden moeten vaststellen dat de goede goegemeente van de straat verdwenen is en in de eigen bubbel, zo wordt verondersteld bezig is met solidair en vreedzaam te zijn onder het nuttigen van veel te veel en van te ver.
Van de kist met stro in de stal zijn wij al een tijdje geëvolueerd, maar dat is niet de hoofdzaak, ook niet de kleurige koningen die op hun kamelen of waren het ezels door de woestenij naar de stal gekomen waren
toch een mooi verhaal
toen ik heel jong was en nog zeer klein
en onwetend.
Nu iets ouder en al terug aan het krimpen, heb ik mijn twijfels over de ondernemingslust van vele koningen, toch niet zoals mij ooit ter goedertrouw wijs gemaakt, verteld werd. Nu valt die herdenking toch wel samen met een gesel over de mensheid en dat is meer dan brute pech. Natuurlijk de schuld van dat volk! Grote brute pech voor de florerende, overheersende, alom, er zijn uitzonderingen, aanvaarde, aanbeden, verdedigde, wel wat opgedrongen imperialistische, kapitalistische, economische , financiële en politieke indoctrinatie, als zoete pap ingelepeld en zonder kauwen of herkauwen verteerd en opgenomen in het DNA van de massa die vergat te denken, of nooit leerde denken.
Het deed mijn oude knoken toch wel deugd dat de corona pandemie, als een nieuw semi mode-woord, een aftands, bijna vergeten, met floerse meewarrigheid omweven levenshouding als solidariteit, als paddestoelen in de herfst, op een natte plek, uit reten en spleten, uit duistere krochten liet opschieten en aldus opgefrist met mirre en wierook opnieuw zijn intrede deed in onze media-gemeenschap. Solidariteit alom, het kon in de eerste golf niet op. Een nieuw mensenras werd schijn- en blijkbaar ontdekt: de solidariteit-strijders, onze helden. Met doeken, lakens en gezang werden ze vanop balkons en aan de deur bejubeld en bedankt. t Was inderdaad mooi, t was nieuw, ongekend en verdomd zo oud als Metusalem.t Was alleszins een uiting van solidariteit.
Want wij waren het toch vergeten, misschien niet echt vergeten, maar in de rechtse, competitie en geldmaatschappij veracht en misprezen stokpaard, als gedoodverfde propagandatruck van de linkerzijde, toch maar opgeborgen met de fotos van vroeger. En datzelfde rechtse machtsfront en alles wat zich in het centrum daarvan bevond voerde dat in onbruik geduwde begrip, solidariteit, als een middeleeuwse ridder op machtig ros onder luid applaus in het strijdperk. In de strijd tegen de slechterik, tegen de vijand, corona. Wel was dat rechtse front en al wat daar altijd rondhangt vergeten de ridder en zijn paard te bewapenen erger nog van hen te kleden. Onder wapperend lakengeweld en luide kreten gedirigeerd door de oppermachtige dirigent, de media werden onze strijders, onze ridders, onze helden, nog steeds ondergewaardeerd en onderbetaald, de strijd ingejaagd. Zij waren en zijn dankbaar eindelijk enige waardering te krijgen en offerden zich op.
Zij deden dat, en zij wisten welk een inspanning, welk een offer men van hen vroeg, en zij deden het.
Stop even met mijn oprisping en lees een echt boek. De groote Klassenoorlog 1914-1918 van Jaques R.Pauwels (Epo).
Mijn opdracht voor U: Zoek de overeenkomsten
. Zoek.
28-12-2020 om 12:25
geschreven door Walter
|